Brief regering; Reactie op verzoek commissie over periodieke Rapportage artikel 12 - Kasbeheer (Kamerstuk 31935-83) - Beleidsdoorlichting Financiën - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 84 toegevoegd aan dossier 31935 - Beleidsdoorlichting Financiën i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Beleidsdoorlichting Financiën; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over periodieke Rapportage artikel 12 - Kasbeheer (Kamerstuk 31935-83) |
---|---|
Documentdatum | 15-11-2023 |
Publicatiedatum | 23-11-2023 |
Nummer | KST3193584 |
Kenmerk | 31935, nr. 84 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
31 935
Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 november 2023
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de vaste commissie voor Financiën over de onderzoeksopzet van de periodieke rapportage artikel 12 - kasbeheer (Kamerstuk 31 935, nr. 83) van 12 oktober jl.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag kst-31935-84 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Vraag 1
Van welke beleidstheorie wordt uitgegaan bij de periodieke rapportage Kasbeheer?
Antwoord 1
De beleidstheorie wordt de komende maanden verder uitgewerkt, hier kom ik nader op terug in het eindrapport van de periodieke rapportage. De basiselementen uit de beleidsdoorlichting artikel 12 - kasbeheer uit 20181 komen hierin terug.
Vraag 2
Wanneer wordt de specifieke onderzoeksmethode uitgewerkt en aan de Kamer voorgelegd?
Antwoord 2
De specifieke onderzoeksmethode wordt in 2024 uitgewerkt in de periodieke rapportage die in het najaar van 2024 aan uw kamer zal worden aangeboden.
Vraag 3
Wordt in de periodieke evaluatie ook expliciet ingegaan op de belangrijkste resterende kennis- en inzichtlacunes met het oog op verdere verbetering in het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het kasbeheer?
Antwoord 3
Artikel 4 lid 5(i) van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE 2022)2 schrijft voor dat een periodieke rapportage de belangrijkste resterende kennis- en inzichtlacunes met het oog op verdere verbetering in het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het (beleids)thema dient te bevatten. Om hieraan te voldoen zal de periodieke evaluatie expliciet ingaan op deze kennis- en inzichtlacunes.
Vraag 4
Welke externe expert zal zitting nemen in de begeleidingsgroep en is deze onafhankelijk?
Vraag 5
Welke externe(n) word(t)(en) voor aanvang van het onderzoek benaderd om een oordeel te vellen over het onderzoek inclusief de validiteit en betrouwbaarheid van de bevindingen van het uitgevoerde onderzoek, is/zijn deze externe(n) onafhankelijk en wanneer zullen zij dit oordeel vellen?
Antwoord 4 & 5
In de begeleidingscommissie van de periodieke rapportage artikel 12 -kasbeheer zullen twee externe experts zitting nemen. De externe experts zijn professor C. Koopmans, hoogleraar beleidsevaluatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en B. de Kruijf, manager Operations betalingsverkeer bij De Nederlandsche Bank. Beide experts zijn onafhankelijk aangezien zij niet in dienst zijn bij het Ministerie van Financiën. De externe experts zullen in de tweede helft van 2024 een oordeel vellen over het uitgevoerde beleidsonderzoek.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 31 935, nr. 84 2
Kamerstuk 31 935, nr. 54.
Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 (wetten.overheid.nl).