Brief regering; Uitspraak bodemprocedure in de zaak Singh - Gedetineerdenbegeleiding buitenland - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 58 toegevoegd aan dossier 30010 - Gedetineerdenbegeleiding buitenland.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Gedetineerdenbegeleiding buitenland; Brief regering; Uitspraak bodemprocedure in de zaak Singh |
---|---|
Documentdatum | 20-10-2023 |
Publicatiedatum | 20-10-2023 |
Nummer | KST3001058 |
Kenmerk | 30010, nr. 58 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
Gedetineerdenbegeleiding buitenland
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 oktober 2023
Uw Kamer heeft op 23 juni 2020 de motie van het lid Van Nispen c.s. inzake de heer Singh aangenomen.1 In deze motie wordt de regering verzocht zich maximaal in te spannen om de heer Singh op korte termijn naar Nederland over te laten brengen, verzoeken tot overbrenging te honoreren en hiertoe zo nodig de procedure tot overdracht van de tenuitvoerlegging van het strafvonnis te starten. De uitspraak van 18 oktober jl. in de bodemprocedure inzake Singh, over het inzetten van strafoverdracht op basis van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (Wots), is aanleiding om uw Kamer te informeren.
De rechtbank concludeert dat de Staat redelijkerwijs heeft kunnen besluiten om niet mee te werken aan strafoverdracht van Singh omdat niet is voldaan aan het vereiste van voldoende binding met de Nederlandse samenleving. De concrete omstandigheden van dit geval brengen niet mee dat de Staat voor de heer Singh een uitzondering moet maken.2 Deze uitspraak is in lijn met de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in de kortgedingprocedure van de heer Singh om een Wots-procedure te bewerkstellingen van 17 mei 2021.3
Sinds 2020 is uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de motie lid Van Nispen c.s. inzake de heer Singh.4Mijn ambtsvoorganger en ik hebben daarbij eerder aangegeven dat een Wots-procedure niet de geëigende weg is, omdat de zaak van de heer Singh niet voldoet aan de criteria van het beleidskader voor een Wots-procedure.5
1 Kamerstuk II 35 470 VI, nr. 11.
2 Rb. 's Gravenhage, 18 oktober 2023, C/09/615960 / HA ZA 21-688.
3 ECLI:NL:RBDHA:2021:4967.
4 Kamerstuk 30 010, nrs. 49, 50, 52 en 53.
5 Kamerstuk 30 010, nr. 49.
kst-30010-58 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Gezien het feit dat de Wots geen optie is, is gekeken naar andere mogelijkheden om de heer Singh naar Nederland te laten komen. Het instrument dat op grond van humanitaire overwegingen ingezet kan worden, is de gratieprocedure in de Verenigde Staten. De heer Singh is op verschillende momenten door de Nederlandse overheid gesteund bij het door hem ingediende gratieverzoek. Uw Kamer is daarover op verschillende momenten geïnformeerd.1
Het kabinet zal de heer Singh maximaal blijven steunen bij een door hem in te dienen gratieverzoek, mits er geen sprake is van een gevaar voor de maatschappij. De heer Singh zal onverkort consulaire bijstand blijven ontvangen vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Met toezegging van deze blijvende steun meen ik dat uitvoering is gegeven aan de daartoe strekkende motie van het lid Van Nispen c.s. en beschouw ik deze als afgedaan.2
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 30 010, nr. 58 2
Kamerstuk 30 010, nrs. 49, 50, 52 en 53
Handelingen II 2019/20, nr. 86, item 13.