Nota van wijziging - Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw) - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 10 toegevoegd aan wetsvoorstel 36426 - Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw); Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 13-10-2023 |
Publicatiedatum | 13-10-2023 |
Nummer | KST3642610 |
Kenmerk | 36426, nr. 10 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
36 426 |
Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw) |
Nr. 10 HERDRUK1 |
NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 18 oktober 2023 Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
0,1670 Nm3 per kWh elektriciteit die de exploitant van de installatie niet invoedt op een distributienet».
|
1 I.v.m. het wegvallen van een onderdeel artikel 1 |
kst-36426-10 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 426, nr. 10 1 |
In artikel 90 vervalt in de eerste zin «60, eerste lid,» en wordt in de tweede zin «artikel 71f, vierde lid,» vervangen door «de artikelen 71f, vierde lid, en 71y, eerste lid,».
2
Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In subonderdeel 1 wordt «0,31658 Nm3» vervangen door «0,2808 Nm3» en wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3».
-
2.In subonderdeel 2 wordt «0,31658 Nm3» vervangen door «0,2808 Nm3» en wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1670 Nm3» wordt vervangen door «0,1498 Nm3»».
3
Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In subonderdeel 1 wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3» en wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3».
-
2.In subonderdeel 2 wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3» en wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1498 Nm3» wordt vervangen door «0,1329 Nm3»».
4
Artikel IV, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In subonderdeel 1 wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3» en wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3».
-
2.In subonderdeel 2 wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3» en wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1329 Nm3» wordt vervangen door «0,1132 Nm3»».
5
Artikel V, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In subonderdeel 1 wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3» en wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3».
-
2.In subonderdeel 2 wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3» en wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1132 Nm3» wordt vervangen door «0,0973 Nm3»».
6
Artikel VI, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In subonderdeel 1 wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3» en wordt «0,18957 Nm3» vervangen door «0,1896 Nm3».
-
2.In subonderdeel 2 wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3» en wordt «0,18957 Nm3» vervangen door «0,1896 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,097 Nm3» wordt vervangen door «0,0758 Nm3»».
Toelichting
-
I.Algemene toelichting
Deze nota van wijziging heeft ten doel de uitkomst van de fiscale behandeling bij de kleinere installaties (<20 megawatt (MW)) van de productie van elektriciteit ten behoeve van eigen gebruik gelijk te trekken aan de productie van elektriciteit voor levering aan het net. Hierdoor wordt het fiscale voordeel bij de kleinere installaties om de geproduceerde elektriciteit aan het net te leveren en de elektriciteit voor eigen gebruik van het net te halen, weggenomen. Deze aanpassing heeft als gevolg dat de fiscale behandeling van de kleinere en grotere (>20 MW) installaties gelijk wordt getrokken. Hiertoe wordt de inputvrijstelling uitgebreid voor aardgas dat wordt verbruikt voor de opwekking van elektriciteit die een exploitant van een installatie zelf verbruikt. De uitbreiding krijgt een ingroeipad dat gelijk is aan het ingroeipad voor de inputvrijstelling voor grotere installaties en voor elektriciteit die aan het net wordt geleverd.
De wijziging gaat gepaard met een budgettaire derving. De dekking hiervoor wordt gevonden door de CO2-heffing glastuinbouw te verhogen en de inputvrijstelling voor overige verbruikers te verkleinen.
In de memorie van toelichting is reeds aangekondigd dat ten behoeve van het Belastingplan 2025 een nieuwe tariefstudie wordt uitgevoerd. Hieruit blijkt welk tarief nodig is om het restemissiedoel voor 2030 te halen. Aan de hand van die tariefstudie kan een volgend kabinet het tariefpad heroverwegen, waarbij ook de budgettaire gevolgen dienen te worden meegewogen. Verder zal het kabinet de CO2-heffing glastuinbouw in 2029 evalueren.
Budgettair
Bij het ingediende wetsvoorstel is in de budgettaire ramingen onbedoeld uitgegaan van een te lage inschatting voor de opbrengsten van de CO2-heffing glastuinbouw. In deze nota van wijziging wordt deze omissie hersteld. Een deel van de budgettaire derving van de voorgestelde verruiming van de vrijstelling voor eigen verbruik van kleinere installaties wordt opgevangen door de bijstelling van de raming. Teneinde de derving volledig te dekken, wordt de CO2-heffing glastuinbouw verhoogd en wordt het ingroeipad voor de inputvrijstelling voor grotere installaties en voor elektriciteit die aan het net wordt geleverd aangepast. Door afronding wijkt de totale dekking af van de som van de twee dekkingsmaatregelen.
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|
Opbrengst totale CO2-heffing |
48 |
51 |
54 |
54 |
54 |
55 |
Reeds ingeboekt in inkomstenkader |
3 |
5 |
7 |
9 |
11 |
13 |
Dekking CO2-heffing |
45 |
46 |
47 |
45 |
43 |
42 |
Inputvrijstelling |
31 |
46 |
33 |
24 |
13 |
0 |
Totaal |
75 |
93 |
79 |
68 |
55 |
42 |
Uitvoeringsgevolgen
Op deze nota van wijziging is een uitvoeringstoets uitgevoerd. Het is onduidelijk of het aantal belastingplichtigen zal toenemen. Aangezien ook een beperkte toename grote impact heeft op de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst, zal monitoring plaatsvinden op de toename van het aantal belastingplichtigen als gevolg van dit voorstel. Op basis van deze monitoring zal worden beoordeeld of aanpassing in de uitvoering of in beleid noodzakelijk is.
II. Onderdeelsgewijze toelichting
Onderdeel 1
In het wetsvoorstel wordt artikel 64, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) aangepast teneinde te regelen dat de inputvrijstelling voor aardgas voor installaties met een totaal opgesteld thermisch vermogen van niet meer dan 20 MW beperkt wordt. De in deze nota van wijziging opgenomen aanpassing van artikel I, onderdeel E, onder 1, regelt dat de inputvrijstelling wordt uitgebreid voor deze installaties met 0,162 Nm3 per opwekte kWh die niet aan een distributienet geleverd wordt. Daartoe wordt een zinsnede toegevoegd aan de eerste zin van artikel 64, tweede lid, Wbm.
De dekking voor bovengenoemde maatregel wordt gevonden in een aanpassing van het ingroeipad van de inputvrijstelling voor grote installaties en elektriciteit die aan het net geleverd wordt. Daartoe worden de vrijgestelde Nm3 aardgas per opgewerkte kWh elektriciteit in 2025 aangepast.
Naast de aanpassing van de ingroeipaden wordt ook het tariefpad voor de CO2-heffing glastuinbouw aangepast. Daartoe wordt een tariefpad opgenomen in het voorgestelde artikel 71y, eerste lid, Wbm. Dit vervangt het tarief in het eerste lid en de verhogingen in het tweede lid van het voorgestelde artikel 71y. Daardoor kan genoemd tweede lid komen te vervallen en wordt het derde lid van artikel 71y vernummerd tot het tweede lid van dat artikel.
Artikel 90 Wbm regelt de inflatiecorrectie voor verschillende belastingtarieven in de Wbm. Voorgesteld wordt om het tariefpad van de CO2-heffing glastuinbouw toe te voegen aan de ingevolge het wetsvoorstel Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit op te nemen tweede zin van artikel 90 Wbm. Op die manier wordt geregeld dat de inflatiecorrectie wordt toegepast op het prijspad van de CO2-heffing glastuinbouw in artikel 71y, eerste lid, Wbm. Doordat in genoemde tweede zin is bepaald dat de indexatie uitsluitend wordt toegepast op de bedragen voor het aankomende kalenderjaar en op de bedragen voor de kalenderjaren die op dat kalenderjaar volgen, wordt geborgd dat het prijspad voor de volgende jaren wordt gecorrigeerd voor inflatie en bedragen van eerdere jaren niet achteraf nog zouden worden geïndexeerd. Bij deze voorgestelde wijziging van artikel 90 Wbm wordt ervan uitgegaan dat het wetsvoorstel Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit tot wet wordt verheven. Als dat wetsvoorstel tot wet wordt verheven, wordt namelijk door de wijziging ingevolge artikel I, onderdeel B, van dat wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2024 voornoemde tweede zin toegevoegd aan artikel 90 Wbm. Teneinde hetgeen hiervoor is toegelicht te regelen, wordt in deze nota van wijziging die tweede zin gewijzigd met ingang van 1 januari 2025.
Onderdelen 2 tot en met 6
In de onderdelen 2 tot en met 6 worden ook de ingroeipaden voor de vrijgestelde Nm3 aardgas per opgewerkte kWh van de verschillende inputvrijstellingen in artikel 64, eerste en derde lid, Wbm aangepast voor de periode 2026-2030.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 426, nr. 10 5