Brief regering; Reactie op verzoek commissie over voorgenomen indexaties van het minimumloon - Arbeidsmarktbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1221 toegevoegd aan dossier 29544 - Arbeidsmarktbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Arbeidsmarktbeleid; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over voorgenomen indexaties van het minimumloon |
---|---|
Documentdatum | 09-10-2023 |
Publicatiedatum | 09-10-2023 |
Nummer | KST295441221 |
Kenmerk | 29544, nr. 1221 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
29 544
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober 2023
Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van 6 april 2022 van de vaste commissie SZW van de Tweede Kamer om de Kamer voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling te informeren over indexaties van het minimumloon. Een afschrift van deze brief wordt aangeboden aan de vaste commissie SZW van de Eerste Kamer.
Het eerstvolgende moment dat het minimumloon wordt geïndexeerd is op 1 januari 2024. Deze indexatie valt samen met de invoering van het wettelijk minimumuurloon. Hierbij wordt de indexatiewijze toegepast zoals voorgeschreven in artikel 14, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Per 1 januari 2024 zal het wettelijk minimumuurloon € 13,27 bedragen. De als bijlage toegevoegde regeling voorziet in deze indexatie en de bekendmaking van het wettelijk minimumuurloon en wordt spoedig aan de Staatscourant aangeboden voor publicatie.
De bijgevoegde regeling betreft dus de reguliere halfjaarlijkse indexatie. Voor een reactie op de in de motie van het lid Klaver c.s.1 voorgestelde bijzondere verhoging van het minimumloon verwijs ik u naar de kabinetsreactie op de genoemde motie (kamerbrief van 29 september 2023, Kamerstuk 36 410, nr. 83).
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
1 Kamerstuk 36 410, nr. 23.
kst-29544-1221 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 29 544, nr. 1221