Brief regering; Participatie in Stedin - Deelnemingenbeleid Rijksoverheid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 410 toegevoegd aan dossier 28165 - Deelnemingenbeleid Rijksoverheid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Deelnemingenbeleid Rijksoverheid; Brief regering; Participatie in Stedin |
---|---|
Documentdatum | 08-09-2023 |
Publicatiedatum | 08-09-2023 |
Nummer | KST28165410 |
Kenmerk | 28165, nr. 410 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
28 165
Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 410 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VOOR KLIMAAT
EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 september 2023
Op 28 november 2022 hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de kapitaalbehoefte van de regionale netwerkbedrijven en de oplossing die we daarvoor hebben uitgewerkt in het «Afsprakenkader Kapitaalbehoefte Regionale Netwerkbedrijven» (hierna: Afsprakenkader)1. In dat Afsprakenkader is vastgelegd hoe de staat een verzoek tot kapitaalstorting van een regionaal netwerkbedrijf zal beoordelen en op wat voor manier de staat zal participeren als aandeelhouder in deze bedrijven, indien een verzoek wordt gehonoreerd.
In bovengenoemde brief hebben wij tevens benoemd dat Stedin reeds een kapitaalverzoek had gedaan. Daarvoor is bij Miljoenennota 2023 (Kamerstuk 36 200) € 500 miljoen. gereserveerd. De afgelopen maanden hebben we dit verzoek beoordeeld langs de lijnen van het Afsprakenkader en de andere gebruikelijke kaders en processen, zoals het «Afwegingskader voor het aangaan en afstoten van een deelneming» uit de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2022 (Kamerstuk 28 165, nr. 370)
(hierna: Nota 2022). Met deze brief informeren wij uw beide Kamers dat wij voornemens zijn het verzoek te honoreren. Om de participatie van de staat in Stedin uit te werken, hebben we intensieve gesprekken gevoerd met Stedin en haar aandeelhouders. Deze gesprekken hebben geleid tot een onderhandelingsakkoord.
In deze brief gaan we in op de kapitaalbehoefte van Stedin, het proces richting participatie waaronder de afspraken die gemaakt zijn over de participatie en tot slot het vervolgproces. Met deze brief starten we tevens de voorhangprocedure, waarmee beide Kamers vooraf betrokken worden bij het voornemen tot de privaatrechtelijke rechtshandeling die het kabinet met de participatie in Stedin wil verrichten.
1 Kamerstukken 32 813 en 29 023, nr. 1147.
kst-28165-410 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Netbeheerder Stedin is verantwoordelijk voor het netwerk in het grootste deel van Zuid-Holland en de provincies Utrecht en Zeeland. Dit netwerk omvat circa 2,3 miljoen aansluitingen, voor zowel huishoudens als zakelijke klanten. Het aandeelhouderschap van Stedin ligt conform de Elektriciteitswet 1998 in publieke handen en is momenteel in handen van 42 gemeentes in het verzorgingsgebied waar Stedin is aangesteld als regionaal netbeheerder. Het publieke aandeelhouderschap is een van de pijlers om de publieke belangen van een efficiënt en goed opererend netwerkbedrijf te borgen. Daarnaast worden de publieke belangen geborgd door wet- en regelgeving en de ACM als onafhankelijk toezichthouder.
Om de kwaliteit van het huidige netwerk te borgen, economische groei te faciliteren en de versnelling van de energietransitie mogelijk te maken investeert Stedin in haar energienetwerk. In 2022 werd voor ruim € 700 miljoen geïnvesteerd, en tot 2030 wordt nog eens ten minste € 8 miljard aan investeringen verwacht. Deze investeringen verdient Stedin op de lange termijn terug via de door de ACM gereguleerde tarieven. Op de korte termijn moet Stedin de investeringen voorfinancieren. Voor een deel kan dit met vreemd vermogen, maar om een solide kredietwaardigheid te behouden, heeft Stedin ook meer eigen vermogen nodig.
Het eigen vermogen van Stedin is versterkt door in 2019 een groot deel van het verkoopresultaat van Joulz diensten (€ 251 miljoen) niet uit te keren. Daarnaast is in 2021 voor € 200 miljoen aan cumulatief preferente aandelen uitgegeven aan een groot deel van de huidige aandeelhouders. Om de komende jaren te kunnen blijven investeren hebben Stedin en haar aandeelhouders de staat verzocht om de kapitaalbehoefte van € 500 miljoen in te vullen. Naast de bovengenoemde bijdrage van huidige aandeelhouders, is ook een verzoek gedaan bij provincies en gemeenten in Stedins verzorgingsgebied die nog geen aandeelhouder zijn. Deze gesprekken lopen nog en een positieve uitkomst daarvan is gewenst, vanwege de grote toekomstige opgave van Stedin. Vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een adequate, doelmatige financiering van de regionale netwerkbedrijven, doen wij daarom nadrukkelijk een beroep op deze potentiële nieuwe aandeelhouders om de energietransitie en de economische groei in de regio waar Stedin actief is verder te brengen.
Nadat het Afsprakenkader in november 2022 is overeengekomen, hebben we het kapitaalverzoek van Stedin volgens het proces uit het Afsprakenkader in behandeling genomen. Parallel daaraan is het Afsprakenkader informeel voorgelegd aan de Europese Commissie en daaruit hebben we comfort gekregen dat er geen sprake is van staatssteun. De staat heeft voor budgettaire dekking gezorgd en in de Miljoenennota 2023 (Kamerstuk 36 200, nrs. 1 en 2) is een reservering gemaakt van € 500 miljoen voor een eventuele participatie in Stedin. Vervolgens heeft uitgebreid boekenonderzoek (due diligence), plaatsgevonden vanuit zowel Stedin als de staat. Uit dit boekenonderzoek bleken geen onoverkomelijke zaken ten aanzien van de participatie. Tevens is in dit onderzoek de kapitaalbehoefte gevalideerd en hebben we geconcludeerd dat Stedin, voor zover mogelijk, maatregelen heeft genomen om de kapitaalbehoefte te verkleinen. Vervolgens is onderhandeld over de nadere uitwerking van de participatie.
Aandeelhoudersbelang
Met een reservering van € 500 miljoen ligt de hoogte van de storting van de staat vast. Om te bepalen welk aandelenbelang een dergelijke storting met zich meebrengt, is de afgelopen maanden met behulp van een externe financieel adviseur gekeken naar de waarde van de onderneming. Ook de aandeelhouders hebben met een financieel adviseur de onderneming gewaardeerd. Deze waarderingen lagen door onder andere waarderingstechnische elementen en het gebruik van verschillende waarderingsmethodieken uit elkaar. Na bespreking van deze achterliggende verschillen en constructieve onderhandeling over het daarna resterende waarderingsverschil is er een prijs overeengekomen. Deze prijs is door een onafhankelijke, derde partij gecontroleerd door een fairness opinion, zodat de staat er zeker van kan zijn dat hij een marktconforme, eerlijke prijs heeft betaald. Op basis van deze overeengekomen prijs en de storting van € 500 miljoen, zal de staat een aandelenbelang van 11,9% in Stedin verwerven.
Zeggenschap
Met het verwerven van een aandelenbelang in Stedin krijgt de staat ook zeggenschap in Stedin. De zeggenschapsrechten die de staat hiermee verwerft volgen de afspraken zoals gemaakt in het Afsprakenkader, waarbij de zeggenschap zoveel mogelijk aansluit bij de al bestaande structuren van de onderneming. Onderdeel hiervan is dat de staat toetreedt tot de aandeelhouderscommissie (AHC), waar momenteel negen leden zitting in hebben. Gezien zijn rol als lender of last resort en de verwachte toekomstige kapitaalbehoefte, heeft de staat additionele zeggenschap op het gebied van investeringen, het financieringsplan en de benoeming van een commissaris met een financieel profiel. Op deze manier kan grip worden gehouden op de ontwikkeling van de financiële positie.
Een van de belangrijke openstaande punten, nog niet vastgelegd in het Afsprakenkader, was het dividendbeleid. Dit beleid heeft een grote impact op de toekomstige ontwikkeling van de kapitaalbehoefte. Er is daarom afgesproken om voor een looptijd van 10 jaar na een kapitaalstorting van de staat, het dividendbeleid te versoberen t.o.v. het huidige beleid waarin 50% van de nettowinst voor uitkering beschikbaar was. Voor een deel van de aandeelhouders is het dividend van Stedin een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke begroting. Er is daarom een dividendbeleid afgesproken waarbij er een hoog uitkeringspercentage is bij een lage winst, zodat de aandeelhouders relatieve zekerheid over hun ontvangsten hebben. Bij een hoge winst is het uitkeringspercentage lager, zodat er (relatief) meer naar de ondernemingsreserves kan vloeien.
Winststaffel |
Dividendpercentage |
€ 0 - € 20 miljoen |
90% |
€ 20 - € 100 miljoen |
30% |
Boven € 100 miljoen |
18% |
Op basis van de huidige winstprognoses komt de gemiddelde uitkering de komende 10 jaar op 28,7%.
Met de participatie van de staat in Stedin wordt een deelneming aangegaan2. In lijn met de Nota 2022 is hiervoor het Afwegingskader voor het aangaan van een deelneming doorlopen. Hieruit blijkt dat overheidsinterventie gerechtvaardigd is, dat er behoefte is aan meer invloed dan vast te leggen in wet- en regelgeving, dat de vennootschap zoals die reeds bestaat nog steeds de beste vorm is en dat het aangaan van een deelneming rechtmatig, doeltreffend, uitvoerbaar en proportioneel is. Daaruit concluderen we dat het aangaan van een deelneming in Stedin het juiste instrument is om de publieke belangen van het Nederlandse energiebeleid te borgen. Bijlage 1 gaat uitgebreider in op de overwegingen uit het Afwegingskader. Bijlage 2 bevat een aanvullende uitleg van de gemaakte beleidskeuze voor een participatie in Stedin conform artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet.
De afspraken die we met deze brief met u delen betreffen een onderhan-delingsakkoord, waarvoor de middelen reeds zijn voorzien op de Rijksbegroting. Voordat de huidige aandeelhouders van Stedin, de 42 gemeentes, akkoord kunnen gaan met de concept participatieovereen-komst moeten zij ook de gebruikelijke democratische processen doorlopen. Aan de kant van de staat kan de participatieovereenkomst pas worden ondertekend nadat de voorhangprocedure is doorlopen. Beide processen worden parallel gestart om zo snel mogelijk tot ondertekening van de participatieovereenkomst en storting over te gaan, zodat de investeringen van Stedin, mede gezien de transportschaarste op het elektriciteitsnet, maximaal doorgang kunnen vinden.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten
2 Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 28 165, nr. 410 4