Brief regering; Besmetting met blauwtongvirus bij schapen - Dierziekte blauwtong - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 20 toegevoegd aan dossier 30669 - Dierziekte blauwtong.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Dierziekte blauwtong; Brief regering; Besmetting met blauwtongvirus bij schapen |
---|---|
Documentdatum | 06-09-2023 |
Publicatiedatum | 06-09-2023 |
Nummer | KST3066920 |
Kenmerk | 30669, nr. 20 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
30 669
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 september 2023
Met deze brief informeer ik de Kamer dat helaas een besmetting met blauwtongvirus (BTV) op een viertal schapenhouderijen is vastgesteld.
Het is voor het eerst sinds 2009 dat in Nederland een besmetting met BTV is vastgesteld. Voor de betreffende houders is dit schrikken en voor de zieke dieren erg vervelend. De besmetting vormt geen gevaar voor mensen, maar er zijn wel gevolgen voor de sector. De EU-vrijstatus die Nederland sinds 2012 had voor deze ziekte komt hiermee helaas te vervallen. Ik begrijp dat daar zorgen over kunnen bestaan en ben daarom hierover in gesprek met de betreffende sectoren.
Op 3 en 4 september ontving de NVWA meerdere verdenkingen van blauwtong. De meldingen werden gedaan door dierenartsen van twee verschillende praktijken en betroffen vijf verschillende schapenhouders in de gemeente Wijdemeren (provincie Noord-Holland) en de gemeente Stichtse Vecht (provincie Utrecht). De klinische verschijnselen op de verschillende houderijen leken op elkaar: dieren hadden koorts, waren lusteloos en hadden ontstekingen in de bek en soms aan de poten. De NVWA heeft alle bedrijven op 4 september bezocht en monsters genomen voor onderzoek bij het nationale referentielaboratorium Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad. De positieve uitslagen op vier locaties werden op 5 september aan het einde van de middag bekend. Het serotype is nog niet bekend, deze uitslag volgt later.
BTV is een virusziekte die vooral voorkomt bij schapen en runderen, maar ook andere herkauwers kunnen gevoelig zijn. Het virus wordt verspreid door knutten, niet door direct contact tussen dieren. BTV is geen zoönose, en dus niet gevaarlijk voor mensen. Nederland heeft eerder in de periode 2006-2009 BTV-besmettingen gekend, toen van serotype 8. Sinds 2012
kst-30669-20 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
had Nederland een EU-vrijstatus en is jaarlijks gemonitord op aanwezigheid van de ziekte.
BTV is een EU-gereguleerde dierziekte volgens de Diergezondheidsveror-dening (Vo(EU) 2016/429). Het betreft een zogenaamde categorie-C ziekte, wat betekent dat de ziekte meldingsplichtig is, maar niet bestrijdings-plichtig. Wel bestaat de mogelijkheid om, binnen EU-kader, een vrijwillig bestrijdingsprogramma te starten.
Europese regelgeving schrijft enkele verplichte en optionele maatregelen voor bij het vaststellen van een besmetting. De besmette bedrijven worden tijdelijk door de NVWA geblokkeerd in afwachting van de resultaten van het bron-en contactonderzoek. Dit betekent dat er tijdelijk, uitgezonderd naar de slacht, geen dieren of levende producten afgevoerd mogen worden. Tevens moeten deze bedrijven, waar mogelijk, insecten-werende maatregelen nemen bij hun dieren. De NVWA zal een epidemiologisch onderzoek starten, waaronder ook screening van bedrijven in het gebied, om de verspreiding van BTV in de regio in beeld te brengen. Deze maatregelen kunnen na verloop van tijd worden ingetrokken als blijkt dat deze niet meer bijdragen aan het voorkómen van de verspreiding van BTV. Dit zal ik samen met de NVWA beoordelen.
Daarnaast wijzigen per direct de certificerings-eisen voor de handel in levende herkauwers en hun levende producten (sperma, eicellen en embryo's). Omdat Nederland niet meer vrij is van BTV gelden aanvullende voorwaarden voor de handel naar andere EU-lidstaten, zoals quarantaine of extra testen. De sectoren zijn over deze wijzigingen geïnformeerd. Ook dat handel met derde landen kan worden beïnvloed door deze besmettingen.
Vaccinatie tegen BTV is één van de belangrijkste instrumenten voor een veehouder om een besmetting met BTV te voorkomen. Vaccinatie tegen BTV is in Nederland en de EU ook toegestaan en breed geaccepteerd. Om te kunnen starten met vaccineren is het nodig om eerst het serotype van deze besmetting te kennen. Dan kan worden bezien of er een toegelaten vaccin beschikbaar is in Nederland of in de EU. Ik vind het belangrijk dat, als er een geschikt vaccin beschikbaar is, houders en dierenartsen hier snel over kunnen beschikken. Ik zal mij hier actief voor inzetten en ben hierover met sectoren in overleg.
Besmettingen met BTV kunnen leiden tot wisselende ziekteverschijnselen, van symptoomloos tot zeer ernstig. Normaliter is de ziekte niet dodelijk, maar door complicaties (zoals slecht eten) kan sterfte toch voorkomen. Dieren besmetten elkaar niet onderling, verspreiding vindt plaats door knutten, die zich door zelf te vliegen, of met de wind, eenvoudig over grotere afstanden kunnen verplaatsen. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om de ziekte te beperken op een locatie of in een regio. We moeten dus helaas rekening houden met het feit dat er meer positieve gevallen gevonden worden de komende periode.
De gewijzigde certificeringseisen zullen daarnaast merkbare economische gevolgen hebben voor de sector. Ik heb hier oog voor en blijf nauw met hen in contact, onder andere om hen tijdig van alle informatie te voorzien om aan de nieuwe voorwaarden te kunnen voldoen.
De NVWA brengt de situatie de komende dagen verder in beeld. Tevens zullen we nader bezien welke vereisten en mogelijkheden de Europese regelgeving biedt. Op basis van de informatie die de komende dagen beschikbaar komt zal ik onder andere de deskundigengroep dierziekten raadplegen om advies en expertbeoordeling ten behoeve van het vormgeven van de verdere aanpak. Wanneer er meer duidelijkheid is zal ik de Kamer opnieuw informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
-
P.Adema
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 30 669, nr. 20 3