Brief regering; Wolvenbeleid - Natuurbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 357 toegevoegd aan dossier 33576 - Natuurbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Natuurbeleid; Brief regering; Wolvenbeleid |
---|---|
Documentdatum | 05-09-2023 |
Publicatiedatum | 05-09-2023 |
Nummer | KST33576357 |
Kenmerk | 33576, nr. 357 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
33 576
Nr. 357 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 september 2023
Sinds de terugkeer van de wolf in Nederland is er veel te doen rond de aanwezigheid van deze soort in onze natuur. De wolf is een inheemse soort die uit zichzelf naar Nederland is teruggekeerd en in staat blijkt om in aantal toe te nemen. Veel mensen zijn enthousiast over de terugkeer van deze soort en tegelijkertijd leeft bij veel mensen ook angst voor de wolf. Op 9 juli jl. deed zich in Wapse een betreurenswaardig bijtincident voor. Ik ben me ervan bewust dat dit incident een enorme impact heeft op alle betrokkenen en ik leef zeer met hen mee. Dit incident maakt wederom de verschillende standpunten in de samenleving rond de terugkeer van de wolf zichtbaar.
De uiteenlopende standpunten in de samenleving over de wolf vinden ook hun weerslag in de uitingen van uw Kamer, bijvoorbeeld in de diverse schriftelijke vragen naar aanleiding van het incident in Wapse. Maar ook al eerder, met de aangenomen motie van het lid Van der Plas over het niet heilig verklaren van de beschermstatus van de wolf (Kamerstuk 33 576, nr. 338), en de aangenomen motie van het lid Vestering c.s. over een actieve inzet voor het beschermen van de wolf (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 69).
Om op een goede manier te kunnen omgaan met de wolf in Nederland vind ik breed gedragen beleid van groot belang. Ter ondersteuning van het beleid heb ik de Raad voor de Dieraangelegenheden (RDA) gevraagd de maatschappelijke dialoog over de wolf vorm te geven en ten tweede om op basis daarvan advies te geven over hoe we in Nederland kunnen samen leven met de wolf en wat daarvoor nodig is. De eerste resultaten van de dialoog worden eind van dit jaar verwacht.
Het incident in Wapse vergroot de urgentie om te komen tot een gedragen beleidslijn. Ik wil daarom tijdens het op 7 september a.s. geplande Commissiedebat graag met uw Kamer in gesprek gaan over de terugkeer van de wolf, het beleid inzake de bescherming van de wolf en over hoe om te gaan met de wolf. Doordat de wolf is teruggekeerd naar Nederland,
kst-33576-357 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
is het vinden van een manier van samenleven met de wolf een gegeven. Zeker zolang het gaat om een Europees beschermde, inheemse soort. Daarmee is samenleven het uitgangspunt. De aanwezigheid van de wolf kent echter dilemma's. Voor de wolf gelden strikte beschermingskaders. Tegelijkertijd leven we in een klein land waardoor wolf en mens en de dieren die gehouden worden door de mens dicht op elkaar leven. Er is de angst die leeft bij dierhouders en burgers over de aanwezigheid van een toenemend aantal wolven in Nederland. Tevens zijn er de gevallen waarbij vee wordt gedood door een wolf, terwijl er ook de verplichting bestaat voor dierhouders om hun vee te beschermen. En recent was dus sprake van een bijtincident.
Deze dilemma's als ook de kaders van de Europese regelgeving wil ik graag onderdeel laten uitmaken van het gesprek met uw Kamer. Mocht uw Kamer, ook gezien de demissionaire status van het kabinet, een aanpassing in het beleid wensen, dan kan zij het kabinet daartoe oproepen. Uiteraard zijn wij daarbij gebonden aan Europese en nationale regelgeving.
Ten behoeve van dit gesprek informeer ik u over de meest recente ontwikkelingen in het wolvenbeleid.
Zoals hierboven al aangegeven betreur ik het incident ten zeerste. Ik leef mee met de betrokkenen en heb ook telefonisch contact met hen gehad. De exacte toedracht van het incident is mij niet bekend. Er is strafrechtelijke aangifte gedaan over het incident en de exacte toedracht vormt daarmee onderdeel van een strafrechtelijk onderzoek. Ik zal mij daarom niet uitlaten over de mogelijke gang van zaken bij het incident.
De RDA heeft het proces voor de maatschappelijke dialoog in gang gezet op 25 september zullen de eerste dialooggesprekken worden gevoerd. De RDA wordt bij de uitvoering van de brede dialoog ondersteund door communicatiebureau Publiquest. De organisaties die in 2022 hebben deelgenomen aan het inventariserend onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en het International Fund for Animal Welfare naar draagvlak voor een maatschappelijke dialoog over de wolf, zijn alle opnieuw benaderd om deel te nemen aan de dialoog en hebben daar vrijwel allemaal positief op gereageerd. Buiten deze organisaties hebben diverse betrokkenen zich bij de RDA gemeld om hun bijdrage aan de dialoog te leveren.
De RDA onderscheidt in de dialoog drie onderdelen: (1) de dialoog zelf,
-
(2)een kennisteam/fact finding team dat de dialoog voedt en (3) de RDA advisering over wat er nodig is om in Nederland samen te leven met de wolf. Een stuurgroep begeleidt de drie onderdelen. De RDA zal eind 2023 zijn eerste bevindingen rapporteren op basis van de eerste uitkomsten van de dialoog. De dialoog is in 2023 niet afgerond maar zal doorlopen tot halverwege 2024.
Provincies werken sinds 2022 aan de actualisatie van het huidige Interprovinciale Wolvenplan uit 2019. Deze actualisatie is nog niet afgerond. Door verschillende ontwikkelingen rondom het wolvendossier heeft dit proces vertraging opgelopen. Om tot een nieuw geactualiseerd wolvenplan te komen, is meer afstemming en nader onderzoek nodig.
In april 2023 is al wel een addendum op het Wolvenplan uit 2019 gepubliceerd. Het addendum bevat toevoegingen op het wolvenbeleid van 2019 en handelt over de subsidieregeling preventieve maatregelen, de tegemoetkomingsregeling en de interventierichtlijnen. Het betreft:
-
•Verruiming begrenzing van subsidiegebieden voor preventieve maatregelen.
-
•Verruiming van diersoorten bij subsidiemogelijkheden voor preventieve maatregelen.
-
•Landelijke harmonisering in normering financiële bijdrage preventieve maatregelen.
-
•Calamiteitenregeling/Urgentieregeling.
-
•Verruiming van de tegemoetkomingsregeling naar alle gehouden hoefdieren.
-
•Mogelijkheid tot voorwaardelijkheid van de tegemoetkomingsregeling in de subsidiegebieden voor preventieve maatregelen.
-
•Tegemoetkoming voor schade door Goudjakhals.
Het Wolvenplan uit 2019 blijft van kracht, maar krijgt via dit addendum wijzigingen mee die de betreffende onderdelen van het beleid zullen vervangen. De gehele actualisering zal naar verwachting begin 2024 gereed zijn.
De Europese Habitatrichtlijn en de Conventie van Bern streven naar een gunstige staat van instandhouding van wolven. Wanneer een soort zich in een gunstige staat van instandhouding bevindt, kan ook beheer op deze soort plaatsvinden, op een duurzame wijze en binnen de kaders van de wet. De in 2021 gepubliceerde Factfinding studie naar de wolf in Nederland geeft aan dat het onwaarschijnlijk is dat er in een Nederland een levensvatbare wolvenpopulatie kan bestaan.1 De Nederlandse wolven zullen voor een duurzame overleving altijd onderdeel moeten uitmaken van een grensoverschrijdende (meta)populatie. De Richtsnoeren van de EU inzake de bescherming van diersoorten van de Habitatrichtlijn erkennen dat binnen de meeste lidstaten zelf veelal geen gunstige staat van instandhouding kan worden bereikt. Dit betekent dat voor wolven-beheer uit een grensoverschrijdend beheerplan moet blijken wat onder een gunstige staat van instandhouding van de betrokken populatie wordt verstaan. Tevens moet daarin worden aangegeven welke maatregelen door elk deelnemend land worden ondernomen om deze staat van instandhouding te bereiken of te behouden.
De afgelopen periode zijn de mogelijkheden voor een Internationaal Wolvenplan verkend en is op ambtelijk niveau gesproken met Duitsland, België en Frankrijk. Onlangs is in Europees verband op directeurenniveau door Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zweden en België commitment uitgesproken om samen te werken op de volgende thema's:
-
•Gezamenlijk monitoring van het aantal wolven.
-
•Onderzoek naar gezamenlijke rapportages naar de Europese Commissie in het kader van de Habitatrichtlijn.
-
•Ontwikkelen van uniforme regels m.b.t. wolfwerende hekken.
-
•Voorwaarden voor beheer (terughoudend beheer).
-
•Schade-uitkeringen na wolvenaanval.
-
•Subsidies (o.a. voor wolfwerende hekken).
Zowel Denemarken als Luxemburg zullen zich hierbij aansluiten. Dit vormt de basis voor het verder uitwerken van een internationaal wolvenplan. Ik verwacht het komende half jaar, samen met andere lidstaten, stappen te maken in de ontwikkeling van een internationaal wolvenplan. Ik zal uw Kamer in het eerste kwartaal van 2024 verder informeren.
De Europese Commissie (EC) heeft geconsteerd dat de terugkeer van de wolf naar EU-regio's waar de wolf al lange tijd afwezig is, kan leiden tot conflicten met lokale landbouw- en jachtgemeenschappen. Met name wanneer maatregelen ter voorkoming van aanvallen op vee niet op grote schaal worden toegepast.
De EC is op 4 september een nieuwe fase gestart in haar werkzaamheden om de uitdagingen in verband met de terugkeer van wolven aan te pakken. Lidstaten, wetenschappers en alle belanghebbenden zijn uitgenodigd om actuele gegevens over de wolvenpopulatie en de gevolgen daarvan bij haar in te dienen. Op basis van de verzamelde gegevens zal de EC een besluit nemen over een voorstel om, in voorkomend geval, de beschermingsstatus van de wolf in de EU te wijzigen en het rechtskader te actualiseren, om waar nodig meer flexibiliteit in te voeren in het licht van de ontwikkeling van deze soort.
Dit besluit zal een aanvulling vormen op de huidige mogelijkheden in de EU-wetgeving om waar nodig actie te ondernemen en biedt aanzienlijke EU-financiering voor deze maatregelen. De evaluatie door de EC van de wetenschappelijke gegevens over de wolf in de EU maakt integraal deel uit van de diepgaande analyse naar aanleiding van de resolutie van het Europees Parlement van 24 november 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1563).
Op 6 juni heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van de Stichting Animal Rights. Deze stichting had de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verzocht om handhavend op te treden tegen een Drentse schapenhouder omdat deze geen of onvoldoende voorzorgsmaatregelen zou hebben genomen om zijn schapen te beschermen tegen aanvallen door een wolf. Volgens de stichting handelt de schapenhouder hiermee in strijd met artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren (Bhd). Het handhavingsverzoek is afgewezen omdat omdat de voorzieningenrechter het standpunt deelt dat dierenhouders die nog niet alle bestaande wolfwerende maatregelen hebben genomen niet in overtreding zijn. De schapenhouder heeft gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden om aanvallen op zijn schapen te voorkomen en zijn dieren tegen wolven te beschermen. Daarom ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de Minister te gelasten handhavend op te treden.
Gebieden aanwijzen voor de wolf
Onlangs is bij LNV het verzoek van Stichting De Faunabescherming binnengekomen om Natura 2000-gebied de Veluwe aan te wijzen als speciale beschermingszone voor de wolf.
Een besluit over dit verzoek zal binnenkort worden genomen. De Habitatrichtlijn schrijft voor dat voor soorten van bijlage II van de Habitatrichtlijn speciale beschermingszones («Habitatrichtlijngebieden») moeten worden aangewezen. Algemeen wordt aangenomen dat dit ook geldt voor soorten die zich nieuw vestigen in ons land. Nederland hanteert als beleidslijn om gebieden aan te wijzen voor nieuwe of teruggekeerde inheemse soorten wanneer deze soorten zich bestendig gevestigd hebben. Dat betekent dat gedurende 10 achtereenvolgende jaren regelmatige voortplanting door wilde exemplaren plaats moet vinden. De eerste voortplanting van de wolf vond plaats in 2019.
In 2020 en 2021 is onderzoek uitgevoerd naar het maatschappelijk draagvlak voor de hervestiging van de wolf in Nederland.2 Hoofdconclusie van het eerste onderzoek was dat het maatschappelijk draagvlak voor de terugkeer van de wolf in Nederland relatief groot was en dat de meeste Nederlanders een positieve houding hadden ten aanzien van de hervestiging van de wolf. Een jaar later, na de komst van de wolf naar Nederland en de eerste incidenten, was dit licht afgenomen. Gezien alle recente ontwikkelingen omtrent de wolf ben ik benieuwd wat het maatschappelijk draagvlak voor de hervestiging van de wolf momenteel is. Daarom heb ik opdracht gegeven om het draagvlakonderzoek uit 2020 en 2021 te herhalen. De resultaten van dit onderzoek dienen tevens als input voor de maatschappelijke dialoog die de RDA organiseert.
Uit het eerdere draagvlakonderzoek kwam ook naar voren dat organisaties en burgers een gecoördineerd, proactief informatie- en communicatiebeleid rond de wolf missen. Om aan deze behoefte invulling te geven wordt op dit moment een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een landelijk informatiepunt wolf. Dit landelijke informatiepunt kan als centraal publieksgericht punt gaan werken.
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 33 576, nr. 357 5
De wolf terug in Nederland: Een factfinding study - Research@WUR.
Kamerstuk 33 576, nrs. 193 en 219.