Lijst van vragen en antwoorden over voortgang gebiedsproces oliewinning Schoonebeek (Kamerstuk 33529-1119) - Gaswinning

Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 1165 toegevoegd aan dossier 32849 - Mijnbouw en dossier 33529 - Gaswinning.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Gaswinning; Lijst van vragen en antwoorden; Lijst van vragen en antwoorden over voortgang gebiedsproces oliewinning Schoonebeek (Kamerstuk 33529-1119)
Document­datum 06-07-2023
Publicatie­datum 06-07-2023
Nummer KST335291165
Kenmerk 33529; 32849, nr. 1165
Commissie(s) Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022-2023

33 529

Gaswinning

32 849

Mijnbouw

Nr. 1165

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 11 juli 2023

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 31 januari 2023 inzake de voortgang gebieds-proces oliewinning Schoonebeek (Kamerstukken 33 529 en 32 849, nr. 1119).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 juli 2023. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Klink

De adjunct-griffier van de commissie,

Van Dijke

kst-33529-1165 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

Ziet u het als risico dat (dit deel van) de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt overgenomen door een ander bedrijf? Gaat het nieuwe nee-tenzij principe in de mijnbouwwet ook gelden voor overnames?

Antwoord

Nee, in de Mijnbouwwet zijn reeds waarborgen opgenomen bij de overdracht van een belang in een winningsvergunning. Voor een dergelijke overdracht is op grond van de Mijnbouwwet voorafgaande toestemming van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vereist. Hierbij worden de technische en financiële capaciteiten van de overnemende partij getoetst, alsmede de manier waarop en de verantwoordelijkheidszin van de overnemende partij de activiteiten wil gaan voortzetten. De uitkomst van deze toetsing kan reden zijn om geen toestemming te verlenen voor een overdracht.

2

Op welke manier zullen bewoners worden betrokken bij het vervolgproces?

3

Op welke manier zullen bewoners worden betrokken bij het proces nadat een eventuele vergunning is verleend?

Antwoord op vraag 2 en 3

Op 20 april jl. hebben de aanwezige deelnemers van de ontzorgtafel ingestemd met het toezeggingendocument. Dit document is vervolgens op 30 mei door de NAM ondertekend. Ikzelf heb namens de staat mede getekend en zal NAM houden aan de gemaakte afspraken.

Waar mogelijk zullen afspraken worden opgenomen in de vergunning. Daarnaast zal samen met een afvaardiging van de ontzorgtafel en de gemeenten Emmen en Coevorden worden bekeken hoe er de komende jaren voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede manier worden uitgevoerd en gecontroleerd.

4

Hebben omwonenden een doorslaggevende stem bij de keuze voor de verwerkingsmethode van het afvalwater?

Antwoord

Tijdens mijn recente bezoek aan Schoonebeek heb ik van meerdere bewoners gehoord dat zij het gebiedsproces niet helder genoeg vonden. Bewoners hebben zelf het initiatief genomen om een enquête te houden over het voornemen van NAM. De enquête is waardevol en ik zal de uitkomsten goed bekijken. De enquête zegt iets over het draagvlak in het dorp. Ik vind draagvlak belangrijk. Naast de enquête zijn er ook andere elementen die het draagvlak mede bepalen. Een daarvan is de tafel die onlangs is gestart onder leiding van dhr. Stelpstra over wat er moet gebeuren met de opbrengsten als eventueel de oliewinning wordt herstart. Deze tafel is nu bezig en een aantal inwoners heeft aangegeven dat zij dat een relevant element vinden bij de afweging of zij voor of tegen zijn. Daarbij luister ik goed naar de stem van Drenthe. Ik ben het wat dat betreft eens met de aangenomen motie1 van het lid Beckerman. Ik ga als bevoegd gezag en vergunningverlenende instantie over het wegen van de verschillende elementen van het draagvlak. Mijn antwoord is dus nog niet definitief en ik zal hierop terugkomen.

5

Om welke hoeveelheid afvalwater zal het gaan en hoe verhoudt dit zich tot de hoeveelheid afvalwater die eerder in Twente is geïnjecteerd?

Antwoord

Vanwege een beperking in de watertransport capaciteit kon in Twente minder dan 50% van de goedgekeurde injectiecapaciteit worden benut. Er werd rond de 3.000 m3 per dag geïnjecteerd. In Schoonebeek kan worden opgestart met een vergelijkbare hoeveelheid waterinjectie als in Twente, en afhankelijk van de opnamecapaciteit van het gasveld kan de oliepro-ductie en daarmee de waterproductie worden opgevoerd. Er wordt uitgegaan van een maximale waarde van 6.500 m3 per dag. De verwachting is echter dat in de praktijk de gemiddelde waterinjectie per dag lager zal liggen.

6

Hoe zal de ontzorging geborgd blijven en wie zal daarvoor verantwoordelijk zijn?

7

Welke bevoegdheden zal de genoemde stichting hebben om de gemaakte afspraken af te dwingen?

Antwoord op de vragen 6 en 7

Afspraak is afspraak. Ik zal de NAM daaraan houden, dat is ook de voornaamste reden waarom ik het toezeggingendocument mede ondertekend heb. Waar mogelijk zullen afspraken worden opgenomen in de vergunning. Daarnaast zal samen met een afvaardiging van de ontzorgtafel en de gemeenten Emmen en Coevorden worden bekeken hoe er de komende jaren voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede manier worden uitgevoerd en gecontroleerd. Het staat nog niet vast dat een stichting hier de meest passende structuur is.

8

Hoe zal er om worden gegaan met de enquête die binnenkort rondgaat in Schoonebeek?

Antwoord

Zie ook mijn antwoord op vraag 4. De uitslag van de enquête is inmiddels verschenen en laat zien wat er bij de mensen speelt. Dat er zorgen leven over mogelijke aardbevingen, vervuiling en bodemdaling wordt door deze enquête nog bevestigd. Ik wil de tijd nemen om goed naar de uitkomsten te kijken en ik zal de zorgen die leven in Schoonebeek meenemen in mijn afwegingen.

9

Is de oorzaak van de scheur in injectieput SCH-447 al duidelijk?

Antwoord

NAM heeft in opdracht van SodM een analyse gemaakt van de oorzaak van de schade in put SCH-447. Het gaat bij SCH-447 om vervorming van de casing en tubing ter hoogte van het geologisch aanwezige natuurlijke zout in de bodem («Röt-zoutpakket») op een diepte van circa twee kilometer. Deze vervorming is hoogstwaarschijnlijk op die diepte ontstaan door zoutvloei. Zoutvloei is een langzaam proces onder invloed van temperatuur en geologische drukverschillen. Door vloei van het zout tegen de buitenkant van de casing is de buitenbuis van SCH-447 en uiteindelijk ook de tubing binnenin plaatselijk ingedrukt. Put SCH-447 is in 1968 geboord. In later geboorde putten zijn de effecten van de zoutvloei gemitigeerd door de toepassing van dubbele en/of zwaardere verbuizing.

Alle putten in de nabijheid van SCH-447 dateren van na 1974 en zijn met een dubbele buitenbuis uitgevoerd en sinds 1979 voorzien van extra versterkte casing ter hoogte van het Röt-zoutpakket. In deze putten is een soortgelijke vervorming niet waargenomen.

10

Hoeveel windmolens op land zijn er nodig voor de oliewinning?

Antwoord

NAM is niet van plan om voor de energievoorziening van Schoonebeek windmolens op land te bouwen. NAM wil groene stroom gebruiken voor het maken van stoom. NAM wil hiervoor vooral de overschotten van groene stroom gaan gebruiken. Deze overschotten aan zonne- en windenergie komen inmiddels met regelmaat voor en NAM schat in dat deze in de toekomst vaker zullen voorkomen. De oliewinning in Schoonebeek heeft daarbij een flexibele elektriciteitsvraag en kan bijdragen aan het stabiliseren van vraag en aanbod op het (landelijke) elektriciteitsnet.

11

Welke aanvullende eisen bent u voornemens te stellen aan de koper van het veld om verzakkingen, aardbevingen, bodemverontreinigingen en het opruimen van oude putten te financieren en hoe wordt dat geborgd, aangezien de NAM het veld wil verkopen en gezien het feit dat Schoonebeek vol zit met oude putten?

Antwoord

Bij een eventuele overdracht zullen alle verplichtingen overgaan, waaronder het opruimen van oude putten. Voordat toestemming wordt verleend voor een overname, zal bij de financiële toets ook gekeken worden of de nieuwe vergunninghouder voldoende middelen heeft om aan de verwijderingsplicht te kunnen voldoen. Datzelfde geld voor de technische capaciteiten.

12

Worden de twee oude injectieputten (TUB7 en 10) in het zeer kwetsbare natuurgebied Het Springendal versneld ontmanteld, opgeruimd, gesaneerd en teruggegeven aan de natuur? Wanneer worden de andere Twentse injectieputten in Dinkelland ontmanteld?

Antwoord

De putten TUB7 en TUB10 (Tubbergen) zijn al buiten werking en zullen worden weggehaald.

Bij het vergunnen van waterinjectie in Schoonebeek vervalt de noodzaak voor de waterinjectie in Twente en kunnen ook de overige waterinjectielo-caties (Rossum Weerselo) daar definitief buiten gebruik worden gesteld. NAM zal dan hiertoe een verwijderingsplan moeten indienen. In dit plan zal de ontmanteling van deze mijnbouwlocaties worden beschreven.

13

Wanneer verwacht u van het Staatstoezicht op de Mijnen een oordeel over de eerder afgekeurde herafweging verwerking productiewater Schoonebeek?

Antwoord

NAM heeft onlangs, binnen de door SodM gestelde termijn, nieuwe documenten aangeleverd bij SodM. SodM is nu bezig deze documenten te beoordelen. SodM heeft aangegeven dat men hiermee tot oktober 2023 bezig zal zijn.

14

Klopt het dat in het afsprakenkader geen juridische grondslag is opgenomen die als basis kan dienen voor het maken van deze privaatrechtelijke afspraken? Klopt het tevens dat er in het geheel geen feitelijke juridische borging van de afspraken is opgenomen in het afsprakenkader? Op welke wijze kan het afsprakenkader dan dienen om wettelijke en bovenwettelijke afspraken tussen de NAM en Schoonebeek daadwerkelijk vast te leggen?

Antwoord

Ja, het toezeggingendocument (voorheen: afsprakenkader) is geen bij de rechter afdwingbare overeenkomst, maar het is een resultaat van de gesprekken die aan de ontzorgtafel zijn gevoerd. De afspraken en toezeggingen zijn gedaan op vrijwillige basis en komen bovenop de juridische verplichtingen. Dat was ook de insteek van het gesprek aan de ontzorgtafel.

Ik zal de NAM aan de afspraken houden. Dat is ook de voornaamste reden waarom ik het toezeggingendocument mede heb ondertekend. Waar mogelijk zullen afspraken worden opgenomen in de vergunning.

Daarnaast zal samen met een afvaardiging van de ontzorgtafel en de gemeenten Emmen en Coevorden worden bekeken hoe er de komende jaren voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede manier worden uitgevoerd en gecontroleerd.

15

Is het überhaupt wenselijk dat er een dergelijk afsprakenkader tussen NAM en een dorp tot stand moet komen als dat als onderdeel is van een gebiedsproces?

Antwoord

Het gebiedsproces zorgt ervoor dat initiatiefnemer en bewoners vroegtijdig met elkaar in gesprek zijn gegaan. Op deze manier kunnen bewoners hun zorgen uiten, ontvangen zij vroegtijdig informatie en kan de initiatiefnemer (in dit geval NAM) rekening houden met de zorgen van bewoners en eventueel het voorgenomen initiatief daarop aanpassen, voorafgaand aan de formele vergunningenprocedure. En NAM heeft ook, mede op basis van de gesprekken aan de ontzorgtafel, daadwerkelijk haar plannen aangepast door te kiezen voor nieuwe putten met nieuwere materialen.

16

Wat is de waarde van het afsprakenkader als de NAM zich niet verder committeert dan het «zoveel mogelijk invulling geven aan» de voorwaarden en wensen van en dus niet garandeert dat de afspraken nagekomen worden? Wat zijn de afspraken waard als de NAM zelf mag kiezen wat zij wel of niet doet?

Antwoord

Het is in het belang van NAM om deze afspraken allemaal na te komen. Daarbij heb ik ervoor gekozen om de afspraken te ondertekenen, zodat de omwonenden, maar ook uw Kamer, weten dat het mij ernst is en er altijd een bewindspersoon is die het gesprek met de NAM aan zal gaan wanneer de gemaakte toezeggingen in het toezeggingendocument onvoldoende worden nagekomen. Daarnaast worden bepaalde toezeggingen op onderdelen opgenomen in de vergunning en zijn daardoor handhaafbaar.

17

Wat is uw reactie op de stelling van inwoners van Schoonebeek dat de afspraken met de NAM in de vergunning zouden moeten komen te staan of door overheden moeten worden geregeld en niet in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de NAM en de inwoners?

Antwoord

De gemaakte afspraken komen bovenop de verplichtingen vanuit de vergunningen. Daarbij staan er in het toezeggingendocument op verzoek van de bewoners ook een aantal afspraken die eveneens in de vergunning kunnen worden opgenomen. Dat zal dan ook gebeuren. Voor de overige afspraken zal worden bekeken welke vorm passend is om continuïteit te geven aan de uitvoeringsfase van het toezeggingendocument. Op dit moment zijn de beide gemeenten daarbij betrokken.

18

Op basis waarvan bent u bij de beoordeling van de aanmelding van de NAM tot de conclusie gekomen dat er geen milieueffectrapportage benodigd is, terwijl er wel stoffen als benzeen, ethylbenzeen, tolueen, arseen, kwik, zwavelwaterstof (H2S), lood en andere zware metalen in dit afvalwater voorkomen? Zou het gezien de aanwezigheid van deze stoffen niet logisch zijn om wel een milieueffectrapportage te verlangen?

Antwoord

In de gesprekken die ik gevoerd heb tijdens mijn verzoek is mij duidelijk geworden dat bewoners verschillende zorgen hebben over effecten van de waterinjectie. Een deel daarvan gaat over overlast tijdens werkzaamheden en een ander deel heeft bijvoorbeeld betrekking op de effecten in de diepe ondergrond. Ik heb goed gekeken naar die inbreng en anderzijds kijk ik naar het afwegingskader dat in wetgeving is opgenomen op te kunnen bepalen of een uitgebreide m.e.r.-procedure van toepassing is en naar de elementen waar de m.e.r. wel en niet over gaat. Zorgen of onderzoeken ten aanzien van de diepe ondergrond maken bijvoorbeeld hoe dan ook geen onderdeel uit van een m.e.r.

Tevens werd mij tijdens mijn bezoek duidelijk dat bewoners op een eerder georganiseerde informatieavond onvoldoende ruimte hebben ervaren om punten mee te geven aan de NAM waarvan zij het belangrijk vinden dat de NAM daar serieus naar kijkt. Om aan die zorgen tegemoet te komen heb ik met de NAM, de provincie en de gemeenten afgesproken om een extra bijeenkomst te organiseren na de zomervakantie waarop vragen gesteld kunnen worden en op basis waarvan de NAM kan aangeven welke onderdelen zij alsnog zal onderzoeken als onderbouwing van de verschillende vergunningen. Ik zal daar in mijn vergunningprocedure vervolgens op toezien.

19

Hoe kan het dat in de conceptafspraken enige tijd stond dat «onderzoek heeft laten zien dat de huidige wijze van verwerking, waterinjectie, de voorkeur heeft boven andere alternatieven»?

Antwoord

De concepten van het toezeggingendocument zijn door NAM opgesteld in samenspraak met de deelnemers van de ontzorgtafel. Ik heb begrepen dat naar aanleiding van opmerkingen en vragen door bewoners de desbetreffende passage is aangepast.

20

Op welke wijze van verwerking van het afvalwater wordt nu door de NAM ingezet en hoe zal ervoor worden gezorgd dat de verwerking van het afvalwater op circulaire en schonere wijze zal plaatsvinden?

Antwoord

Door gebruik te maken van kunststof watertransportleidingen, het boren van nieuwe putten en het gebruik maken van nieuwe materialen zijn er minder mijnbouwhulpstoffen nodig. Hiermee wordt de verwerking van productiewater schoner.

Circulariteit wordt nagestreefd door het productiewater uit de biosfeer te houden en weer terug te brengen in de diepe ondergrond. Zo komen de stoffen afkomstig uit de diepe ondergrond daar uiteindelijk weer terug. Hierbij wordt gebruik gemaakt van andere, diepere formaties in de ondergrond dan waaruit de winning heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat deze manier van verwerken minder ruimtebeslag heeft en minder energie verbruikt dan andere verwerkingsmethoden.

21

Hoe wordt er in het omgevingsproces en aan de ontzorgtafel invulling gegeven aan de door de Kamer bij motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 36 072, nr. 7) uitgesproken voorkeur voor een circulair proces als voorwaarde voor het verplaatsen van de verwerking van het afvalwater van Twente naar Schoonebeek en voor de oliewinning in Schoonebeek?

Antwoord

In mijn brief2 van 13 april 2023 heb ik aangegeven dat de inzet van het gebiedsproces in Schoonebeek is om te komen tot een schoner en beter proces in dialoog met de omgeving. Daarom zijn bewoners en regionale overheden vroegtijdig betrokken bij het voornemen van de NAM. De gesprekken aan de zogenaamde ontzorgtafel (onderdeel van gebiedsproces) hebben ertoe geleid dat de NAM haar project naar aanleiding van deze gesprekken heeft aangepast. Zo heeft de NAM het voornemen om nieuwe putten aan te leggen met nieuwe materialen. Hierdoor wordt het risico op lekkages kleiner en zijn er minder mijnbouwhulpstoffen nodig. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de zorgen die bewoners hebben als het gaat om lekkages en het gebruik van mijnbouwhulpstoffen. Het gebiedsproces heeft geleid tot betere betrokkenheid van bewoners en een schoner proces, met oog voor circulariteit. Zie het antwoord bij vraag 20. Op deze wijze geef ik uitvoering aan het eerste deel van de motie van het lid Agnes Mulder.

22

Geldt het nee-tenzij principe voor Schoonebeek, zoals u toe heeft gezegd in het debat?

Antwoord

Bij het nee tenzij principe geldt dat voorafgaand aan een mijnbouwactiviteit men in gesprek gaat met de omgeving en dat er heldere afspraken worden gemaakt over de realisatie, de exploitatie en het opruimen na het beëindigen van het project. Door voorafgaand met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken ontstaat meer zekerheid rond mijnbouwactiviteiten. Ik heb daarom bij Schoonebeek ingezet op een uitgebreid gebiedsproces waarbij bewoners en NAM vroegtijdig met elkaar overleggen en afspraken maken. Daarnaast heb ik te maken met de bestaande wettelijke kaders die ik als bevoegd gezag moet volgen voor de vergunningverlening en voor de bestaande vergunning van de oliewinning Schoonebeek.

23

Mogen de inwoners nee zeggen of alleen praten over de voorwaarden waaronder oliewinning door wordt gezet?

25

Wat gaat u eraan doen om bewoners echte zeggenschap te geven en het niet in een praatclub te laten verzanden?

Antwoord op de vragen 23 en 25

Het gebiedsproces biedt bewoners de kans om aanvullende afspraken met NAM te maken. De bewoners en NAM hebben samen het toezeggingen document opgesteld. Hierin zijn wensen van de bewoners opgenomen.

Dit is een belangrijke stap en wat mij betreft een startpunt voor verder overleg. In mijn antwoord op de vragen 2 en 3 heb ik aangegeven hoe deze afspraken worden geborgd. Ik vind draagvlak belangrijk. Bewoners hebben op eigen initiatief een enquête gehouden en onlangs de resultaten gepubliceerd. Deze enquête is waardevol en ik zal de uitkomsten goed bekijken. Naast de enquête zijn er ook andere elementen die het draagvlak mede bepalen. Bewoners hebben ook aangegeven dat het gesprek aan de tafel die over de besteding van de opbrengsten van de eventuele oliewinning meespeelt bij de vraag over draagvlak. Mijn antwoord is dus nog niet definitief en ik zal hierop terugkomen.

24

Welke lessen worden getrokken uit dit gebiedsproces? Wat zou u volgende keer anders doen?

Antwoord

Het is belangrijk om lessen te leren uit deze pilot. Op dit moment wordt hard gewerkt aan het «bijdragenspoor» onder voorzitterschap van gedeputeerde dhr. Stelpstra. Regionale overheden, lokale overheden en bewoners overleggen in dit spoor met NAM en EZK om te komen tot een verdeling van de opbrengsten van de eventuele oliewinning. Ik ben van plan om na afronding van het gebiedsproces een evaluatie uit te voeren. Zodra deze evaluatie is afgerond zal ik uw Kamer hierover informeren.

26

Wat is er bekend met betrekking tot de effecten van de afvalwaterinjectie op de in Schoonebeek aanwezige zoutlaag? Treedt er verdunning op en kunnen daardoor holtes ontstaan? Zo ja, welke mate van verdunning is veilig en welke niet?

Antwoord

In het winningsplan moet NAM onderbouwen hoe de waterinjectie veilig kan worden uitgevoerd. Uitgaande van dit plan worden de ondergrondse effecten en de veiligheid van de waterinjectie beoordeeld. De uitloging door het injectiewater en reactie met de zoutlagen wordt hierbij ook bekeken. Verschillende adviseurs zoals TNO en SodM zullen mij hierover, en over het ontstaan van eventuele holtes, adviseren. Ik geef alleen een vergunning af op het moment dat voldoende is aangetoond dat de waterinjectie veilig en verantwoord kan plaatsvinden.

27

Kunt u uitleggen wat het verschil is/zou moeten zijn tussen een ontzorg-tafel en een klankbordgroep? Op welke wijze worden bewoners nu echt ontzorgd binnen het gebiedsproces en de ontzorgtafel?

Antwoord

Zoals eerder aangegeven, de gedachte bij de ontzorgtafel was om bij de start van het proces de zorgen van bewoners op te halen. En vervolgens aan de hand daarvan informatieve bijeenkomsten te organiseren en te kijken naar mogelijkheden om die zorgen weg te nemen.

Het gesprek aan de tafel ging vooral over de impact van de voorgenomen activiteit op de directe omgeving en wat NAM hieraan zou kunnen doen.

De deelnemende bewoners en de NAM hebben aan de ontzorgtafel gewerkt aan een toezeggingendocument. Een deel van de afspraken sluit aan bij zorgen van de bewoners en NAM acteert daar op. Zo wordt bijvoorbeeld extra monitoring ingericht en kan bij schade direct een aannemer worden ingezet om de schade te repareren. Hiermee is de eerste fase van het ontzorgspoor afgerond. In samenspraak met de tafel en de betrokken gemeenten zal worden nagedacht hoe er de komende jaren voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede manier worden nageleefd. Zie ook mijn antwoord op de vragen 2 en 3.

28

Voor hoeveel afvalwater is er nog ruimte in het veld bij Schoonebeek? Hoelang is de periode (in jaren) waarin er nog water geïnjecteerd kan worden totdat het veld vol zit? Wat zijn de opties voor de periode daarna?

30

Klopt het dat afvalwaterinjectie in Drenthe voor slechts vijf jaar een oplossing is omdat het gasveld daarna vol zal zitten?

Antwoord op de vragen 28 en 30

NAM heeft aangegeven dat de opslagruimte in het veld voldoende is voor ten minste 10 jaar.

29

Speelt de lopende strafzaak tegen de NAM aangaande afvalwaterinjectie (bij Borgsweer) een rol bij de afweging die u gaat maken over de afvalwaterinjectie in Drenthe?

Antwoord

In mijn brief van 12 april heb ik u geïnformeerd over de lopende strafzaak (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2243). In mijn brief van 21 maart 2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1134) heb ik aangegeven dat ik de aanbevelingen van de bestuurlijke rapportage van dit onderzoek overneem. Deze aanbevelingen gaan naar verwachting leiden tot een aanpassing van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3). Op het moment dat ik een besluit neem over een vergunningsaanvraag met betrekking tot Schoonebeek zal ik dat doen conform de actuele wet- en regelgeving en het LAP3.

31

Onderneemt de NAM of onderneemt u initiatieven om het geïnjecteerde olie-afvalwater in Twente terug te nemen uit de bodem?

Antwoord

NAM heeft aangegeven geen initiatieven te ondernemen om het geïnjecteerde olie-afvalwater in Twente terug te nemen uit de bodem. Dat geldt ook voor mij.

Voor het bij een oliewinning geproduceerde afvalwater is injecteren (terugbrengen) in de diepe ondergrond de gebruikelijke wijze van verwerking4. Er is dan ook geen aanleiding om het productiewater terug te nemen uit de diepe ondergrond.

32

Wat vindt u ervan dat bewoners het gevoel hebben alleen te staan en in de steek gelaten te worden door hun gemeente?

Antwoord

Dat is niet goed. Ik zie het als een taak voor de overheden (landelijk, regionaal en lokaal) om er voor te zorgen dat bewoners niet alleen staan. Ik heb de goede hoop dat zij zich alsnog gehoord zullen voelen. De gemeenten Emmen en Coevorden zijn intensief betrokken in het gebieds-proces en komen op voor de belangen van hun bewoners. Ik ben daarnaast op 30 mei met de bewoners in Schoonebeek in gesprek gegaan. Daarbij heb ik gesproken met voor- en tegenstanders van het initiatief van NAM.

33

Herkent u dat wanneer bewoners het gevoel hebben dat wanneer een ontzorgtafel vooral zorgt voor extra zorgen voor bewoners het proces niet goed is vormgegeven? Herkent u dat bewoners in een onmogelijke positie komen?

Antwoord

Nee, dat herken ik niet. Het gebiedsproces is nog steeds gaande en ook bewoners hebben daarin hun stem. De bijeenkomsten hebben geleid tot gesprekken in de gemeenten. Bewoners hebben laten zien dat zij verschillende meningen hebben over de oliewinning en de verwerking van het productiewater. Ik zal het gebiedsproces evalueren. Ik vind het op dit moment nog te vroeg om conclusies te trekken over het gebieds-proces.

34

Herkent u zich in klachten over het machtsverschil tussen deelnemers aan de ontzorgtafel/bewoners enerzijds en de NAM en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) anderzijds?

Antwoord

Ik herken die klachten niet. Zowel EZK als NAM hebben op een open wijze deelgenomen aan de twaalf sessies van de ontzorgtafel. EZK heeft als regievoerder van het gebiedsproces geprobeerd om iedereen de ruimte te geven om zijn of haar zorgen te uiten. De vragen van de deelnemers zijn beantwoord. NAM heeft hier ook aan bijgedragen. EZK is bevoegd gezag en heeft daarom tijdens het gebiedsproces aangegeven dat zij liever niet de bijeenkomsten van de ontzorgtafel voorzit. Uiteindelijk is er dan ook een onafhankelijk voorzitter gevonden en aangesteld.

35

Zorgen de een-op-een-sessies voor een verder ongelijk speelveld omdat bewoners het gevoel hebben niet op te kunnen tegen de NAM? Zijn dit soort sessies gebruikt om kritische geluiden te dempen?

Antwoord

Nee, alle geluiden mogen er zijn. In een-op-een-sessies kan men sneller de inhoud in om specifiek vragen op te lossen. Naar wat ik heb begrepen, zijn de een-op-een-sessies om die reden goed bezocht, maar hadden bewoners soms ook het gevoel letterlijk tegenover de NAM te staan.

Mede om deze reden heb ik met de NAM, de provincie en de gemeenten afgesproken om een extra sessie te gaan organiseren na het zomerreces.

36

Herkent u zich in de kritiek dat het eigen financiële belang van zowel de NAM als de staat centraal staat in het gebiedsproces?

Antwoord

Nee, dat herken ik niet. Alleen wanneer de risico's aanvaardbaar worden geacht en de activiteit veilig kan worden uitgevoerd, wordt een vergunning verleend. Financiële aspecten zijn geen onderdeel van de afweging resulterend in het besluit.

37

Wat moet het «product» zijn dat de ontzorgtafel oplevert? Zijn privaatrechtelijke afspraken, waar ook bewoners voor moeten tekenen, wel een gewenst eindproduct?

Antwoord

Het gebiedsproces zorgt er voor dat initiatiefnemer en bewoners vroegtijdig met elkaar in gesprek zijn. Het gebiedsproces biedt daarbij de kans om aanvullende afspraken met NAM te maken. Op deze manier kunnen bewoners invloed uitoefenen op het voorgenomen initiatief voorafgaand aan de formele vergunningenprocedure.

De deelnemende bewoners en representanten van belangenorganisaties zijn geen formele vertegenwoordigers van de omgeving en zijn ook geen contractpartij bij het product van dit proces zijnde het toezeggingendocument. De deelnemers dragen geen enkele verantwoordelijkheid voor de toezeggingen van de NAM en de NAM vrijwaart de deelnemers van enige aansprakelijkheid dan wel verantwoordelijkheid voor haar toezeggingen. Er is dus geen sprake van een privaatrechtelijke overeenkomst. Omdat bewoners toch bezorgd hierover waren, is het een toezeggingendocument geworden. Ik heb dit document mede ondertekend en ik zal erop toezien dat NAM zich aan de toezeggingen houdt. Zie ook mijn antwoord op de vragen 2 en 3.

38

Hoe onafhankelijk is het Ministerie van EZK in het proces met bewoners wanneer ze zowel initiatiefnemer, belanghebbende, bevoegd gezag voor vergunningverlening als toezicht en handhaving is? Bemoeilijkt dit het proces met bewoners?

Antwoord

Het Ministerie van EZK is bevoegd gezag en regisseur van het gebiedsproces. Ik ben niet de initiatiefnemer. Uiteindelijk neem ik wel een besluit over het initiatief van NAM. Ik volg daarbij de wettelijke procedures van de vergunningverlening. Ik sta waterinjectie alleen toe als dat veilig en verantwoord plaatsvindt. Het gebiedsproces en het onderdeel ontzorgtafel daarbinnen staan los van de formele vergunningenprocedure. Het gebiedsproces volgt de lijn zoals beschreven in mijn brief3 over de contourennota aanpassing Mijnbouwwet. Daarbij gaat het zoals eerder aangeven onder meer over draagvlak.

39

Faalt het gebiedsproces? Is het gebiedsproces op deze manier een papieren tijger?

Antwoord

Het gebiedsproces is nog steeds gaande. Op dit moment wordt gestart met het bijdragen- en vergunningenspoor. Binnen de drie sporen hebben de verschillende partijen een andere rol. Ik kijk terug op de ontzorgtafel als een platform waarin verschillende bewoners en belangenvertegenwoordigers open met elkaar het gesprek hebben gevoerd en zijn gekomen tot afspraken en toezeggingen. Het gebiedsproces wordt later nog geëvalueerd, zie ook het antwoord op de vragen 24 en 33.

40

Zorgt dit gebiedsproces voor spanning tussen bewoners in het gebied?

Antwoord

Er zijn in de gemeenten bewoners met verschillende meningen. Dat is ook niet vreemd en hoort bij processen en projecten van deze omvang. Het gebiedsproces kan een bijdrage leveren aan het creëren van een plek waar de verschillende meningen samenkomen en waar informatie gedeeld wordt, met de gedachte dat een deel van de mogelijke spanningen worden weggenomen. Het gaat erom dat iedereen zich kan uiten, maar polarisatie is ongewenst. Alle partijen hebben hierin hun eigen verantwoordelijkheid.

41

Wie zal er in de genoemde stichting plaatsnemen?

Antwoord

Het staat nog niet vast dat een stichting hier de meest passende structuur is. Er wordt nog gezocht naar een geschikte organisatievorm.

42

Herkent u dat in de aangenomen motie van het lid Beckerman (Kamerstuk 36 072, nr. 4) staat dat Drenthe de doorslaggevende zeggenschap moet krijgen?

Antwoord

Ik ben het eens met de aangenomen motie4 van het lid Beckerman over de doorslaggevende zeggenschap in Drenthe. Ik heb naar aanleiding van de motie in uw Kamer gezegd dat ik de motie zo lees dat ik uiteindelijk verantwoordelijk ben voor de afweging en het besluit over de eventuele vergunning. Ik wil Drenthe zo volledig mogelijk betrekken, maar uiteindelijk geef ik formeel gezien de vergunning, of niet.

43

Staat u achter het antwoord dat u tijdens het commissiedebat over de Contourennota aanpassing Mijnbouwwet op 23 maart 2023 (Kamerstuk 32 849, nr. 227) gaf op de vraag «Heeft het nee-tenzij principe ook betrekking op afvalwaterinjecties?», namelijk: «Ja, volledig. Dat zie je ook aan het project in Schoonebeek."

Antwoord

Ja, zie ook het antwoord op vraag 22.

44

Herkent u dat u hiermee sterk de indruk wekt dat omwonenden daadwerkelijk zeggenschap hebben over het wel/niet injecteren van afvalwater?

45

Herkent u dat bewoners het kabinet idee hebben dat u draait omdat u uw uitspraak «Als Schoonebeek het niet wil, gaat het niet door» lijkt te nuanceren?

Antwoord op de vragen 44 en 45

Als dat zo is, dan moet ik dat beeld verduidelijken. Ik wil een nationaal programma voor duurzaam gebruik van de diepe ondergrond opstellen, dat vooraf duidelijk maakt waar nog welke activiteit mag plaatsvinden en onder welke voorwaarden. De keuze welke mijnbouwactiviteiten in welke gebieden mogen plaatsvinden komt tot stand in een maatschappelijke dialoog op nationaal niveau en wordt vastgelegd in het kader van het aangekondigde programma voor duurzaam gebruik van de diepe ondergrond. Door voorafgaand aan de verschillende activiteiten met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken ontstaat meer zekerheid rond mijnbouwactiviteiten. Dit is het doel van het nee tenzij principe.

46

Hebben bewoners nou wel of niet de mogelijkheid om een doorslaggevend oordeel te geven? Of: welke waarde kent u nu daadwerkelijk toe aan het oordeel van omwonenden?

Antwoord

Zie mijn antwoorden op de vragen 2, 3, 4 en 42 over draagvlak en zeggenschap. Ik neem het oordeel van bewoners mee bij mijn afweging om te komen tot een besluit. Het gebiedsproces biedt de bewoners van Schoonebeek de kans om aanvullende afspraken met NAM te maken. Ik weeg als bevoegd gezag alle belangen van de verschillende partijen af en geef alleen een vergunning als het veilig en verantwoord kan.

47

Begrijpt u dat twijfel over beloftes van de overheid ervoor zorgt dat bewoners twijfelen of ze zich nog moeten inzetten voor een enquête, om het draagvlak voor afvalwaterinjectie te peilen?

Antwoord

Een aantal inwoners heeft, na een oproep van Dorpsbelangen Schoonebeek, met behulp van een onderzoeksbureau een enquête opgezet en uitgevoerd. Inmiddels zijn de resultaten van deze enquête gepubliceerd. Ik zal zoals eerder aangegeven in het commissiedebat over de Contourennota aanpassing Mijnbouwwet op 23 maart 2023 de uitkomsten van deze enquête betrekken bij mijn besluit.

48

Waarom heeft u een aanvraag van bewoners om (financiële) middelen voor het informeren van Schoonebeek niet gehonoreerd?

Antwoord

Tijdens mijn werkbezoek op 30 mei jl. heb ik in mijn gesprek met Stichting Stop Afvalwater Schoonebeek toegezegd de zaalhuur van twee bijeenkomsten te bekostigen. Dit zal dus door EZK bekostigd worden.

49

Wilt u bewoners alsnog (financieel en of anderszins) ondersteunen bij het houden van een enquête?

Antwoord

De bewoners die de enquête organiseren worden voor de ene helft ondersteund door de gemeenten Coevorden en Emmen. Tijdens mijn werkbezoek heb ik in mijn gesprek met Dorpsbelangen Schoonebeek toegezegd de andere helft van het enquête onderzoek te bekostigen. De enquête is dus door gedeeltelijk door EZK bekostigd.

50

Hoe ervaart u het dat bewoners zeggen zich gemangeld te voelen door de overheid?

Antwoord

Ik vind het vervelend als bewoners dat gevoel hebben, zeker daar de intentie van het proces van de ontzorgtafel gericht is op het met elkaar voeren van een open gesprek.

Welke lessen trekt u uit het gebiedsproces tot nu toe? Wat wilt u in de toekomst anders doen?

Antwoord

Het is belangrijk om lessen te trekken uit deze pilot. Daarom ben ik van plan om het gebiedsproces te evalueren. Ik neem in ieder geval mee dat ondanks dat op papier alle belanghebbenden aan tafel zitten, representativiteit gedurende het proces blijvend moet worden getoetst. Ook het duidelijk communiceren over de rol die bewoners hebben is belangrijk gebleken.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 33 529, 1165 14

1

Kamerstuk 36 072, nr. 4.

2

Kamerstukken 33 529 en 32 849, nr. 1143.

3

Kamerstuk 32 849, nr. 214.

4

Kamerstuk 36 072, nr. 4.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.