Brief regering; Aantal overleden kinderen van gedupeerde ouders - Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen houdende aanvullende maatregelen voor kinderen, ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag, nabestaanden van overleden gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag en overleden kinderen (Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen) - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 18 toegevoegd aan wetsvoorstel 36352 - Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen i.

Officiële titel	Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen houdende aanvullende maatregelen voor kinderen, ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag, nabestaanden van overleden gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag en overleden kinderen (Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen); Brief regering; Aantal overleden kinderen van gedupeerde ouders
Document­datum	13-06-2023
Publicatie­datum	13-06-2023
Nummer	KST3635218
Kenmerk	36352, nr. 18
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022-

2023

36 352

Nr. 18

Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen houdende aanvullende maatregelen voor kinderen, ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag, nabestaanden van overleden gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag en overleden kinderen (Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen)

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 juni 2023

Tijdens het Wetgevingsoverleg Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen (Kamerstuk 36 352) van 12 juni 2023 heb ik met uw Kamer onder meer gesproken over een van de gevoeligste onderwerpen in het toeslagendossier: overleden kinderen van gedupeerde ouders. Dit onderwerp riep terecht veel emotie op in de Kamer, ook bij mijzelf. Dat er juist bij de bespreking van dit onderwerp verwarring is ontstaan over cijfers is vreselijk en betreurenswaardig, vooral ook voor de ouders die dit raakt.

De regeling voor nabestaanden van overleden kinderen is bedoeld om ervoor te zorgen dat ook deze kinderen worden gezien en erkend. Dat op dit beladen onderwerp onduidelijkheid over de cijfers ontstond, maakt het extra pijnlijk. Deze vergissing had nooit mogen plaatsvinden. In de hersteloperatie willen we onduidelijkheid zoveel mogelijk voorkomen. Juist op dit onderwerp is dit wrang.

In het debat heb ik gezegd dat 256 kinderen op het moment van overlijden ouder dan 18 jaar waren. Dit was echter het aantal kinderen dat 18 jaar of ouder zou zijn geweest op de peildatum (1 juli 2023) die gebruikt wordt voor de kindregeling. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kindregeling is gekoppeld aan de leeftijd op die peildatum.

Met deze brief informeer ik u over de aantallen per leeftijdscategorie van de kinderen op het moment van overlijden per de meest actuele datum, namelijk 11 juni 2023.

kst-36352-18 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

De gegevens uit bovenstaande tabel zijn samengesteld uit het bronsysteem Basisregistratie Personen (BRP) en het door Dienst Toeslagen gebruikte systeem Beheer van Relaties (BvR). Deze (geactualiseerde) cijfers zijn in lijn met de eerder met de Kamer gedeelde cijfers via de openbaargemaakte stukken bij het Wetsvoorstel aanvullende regelingen hersteloperatie Toeslagen.¹

Onderverdeling leeftijd kinderen

Leeftijd berekend op peildatum kindregeling 1 juli 2023

Cijfers van 11 juni 2023

Leeftijdscategorie    Aantal kinderen

¹ In het debat is 256 genoemd omdat daarbij een eerder meetmoment is gebruikt dan 11 juni 2023

Om het verschil te laten zien met het getal genoemd in het debat, is hierboven de tabel opgenomen met de leeftijden berekend op de peildatum van de kindregeling.

Ik betreur de ontstane situatie en onduidelijkheid zeer. Ik hoop met het aanvullende wetsvoorstel de nabestaanden van deze kinderen erkenning te bieden. In het debat is aan het lid Omtzigt toegezegd voor het commis-siedebat van 29 juni terug te komen op de juiste aantallen overleden gedupeerde kinderen en volwassenen. Met deze brief heb ik zo snel mogelijk een eerste feitelijke beeld willen geven. Op de vraag of er nadere duiding is te geven kom ik nog terug voorafgaand aan dit debat.

De Staatssecretaris van Financiën,

• A. 

  de Vries

¹ Bijlage bij Kamerstuk 36 352, nr. 3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 352, nr. 18 2