Brief commissie; Brief van de werkgroep Informatieafspraken bij haar rapport ‘Grip op informatie’ - Reikwijdte van artikel 68 Grondwet - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 67 toegevoegd aan dossier 28362 - Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Reikwijdte van artikel 68 Grondwet; Brief commissie; Brief van de werkgroep Informatieafspraken bij haar rapport ‘Grip op informatie’ |
---|---|
Documentdatum | 06-06-2023 |
Publicatiedatum | 06-06-2023 |
Nummer | KST2836267 |
Kenmerk | 28362, nr. 67 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
BRIEF VAN DE WERKGROEP INFORMATIEAFSPRAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 juni 2023
Hierbij biedt de werkgroep Informatieafspraken u haar rapport aan. De werkgroep Informatieafspraken is ingesteld naar aanleiding van de gewijzigde motie van de leden Leijten en Arib (Kamerstuk 35 752, nr. 11, aangenomen op 6 juli 202, Handelingen II 2020/21, nr. 97, item 31), die het Presidium verzocht een commissie of werkgroep vanuit de Kamer samen te stellen die mandaat heeft met de regering afspraken te maken over een aantal aspecten rondom de informatievoorziening door het kabinet aan de Kamer. De werkgroep is met de uitvoering van de motie aan de slag gegaan tegen de achtergrond van een voortdurende discussie tussen Kamer en kabinet over de informatievoorziening, onder andere voortvloeiend uit artikel 68 Grondwet.
De werkgroep Informatieafspraken die als gevolg van deze motie is ingesteld, bestaat uit de leden Inge van Dijk (CDA, voorzitter), Kamminga (VVD), Sneller (D66), Leijten (SP), Maatoug (GroenLinks) en Koekkoek (Volt).1 De werkgroep wordt ondersteund door een ambtelijke staf.
Voor de uitvoering van haar opdracht heeft de werkgroep een inventarisatie gedaan onder alle fracties en groepen van de Kamer en onder de ambtelijke Kamerorganisatie om binnen de reikwijdte van de motie een beeld te krijgen van knelpunten rondom de informatievoorziening in de praktijk. Ook heeft de werkgroep een data-analyse verricht naar de aantallen stukken die de Kamer ontvangt van het kabinet en naar de (tijdige) beantwoording van schriftelijke vragen van individuele leden. Verder zijn verdiepende gesprekken gevoerd met diverse departementsambtenaren op verschillende niveaus, waaronder beleidsmedewerkers, parlementaire contactpersonen en secretarissen-generaal. Ook vond in de afrondende fase tijdens twee gesprekken over een conceptversie van dit rapport een gedachtewisseling plaats tussen de werkgroep en twee afvaardigingen van het kabinet, waaronder de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken.
1 Tot 4 november 2022 maakte ook het lid Arib (PvdA) deel uit van de werkgroep.
kst-28362-67 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
In het rapport wordt in hoofdstuk 2 onder meer een beeld geschetst van omvangrijke informatiestromen die de Tweede Kamer momenteel verwerkt. Zo ontvingen zes commissies in het vergaderjaar 2021-2022 elk meer dan 1.000 documenten van het kabinet. Deels is deze informatiestroom te herleiden tot verzoeken vanuit de Kamer. Die verzoeken zijn op hun beurt soms een reactie op de eerder aangereikte informatie. Wanneer informatie onvolledig is of niet voldoet aan de wensen van Kameleden, kan dat leiden tot nieuwe informatieverzoeken.
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op alle aspecten die in de motie worden genoemd en worden daaromtrent aanbevelingen gedaan. Voor een deel zijn de aanbevelingen van de werkgroep aandachtspunten die gericht zijn op het beter benutten van het huidige instrumentarium van de Kamer. Andere aanbevelingen zijn gericht op een aanpassing van de huidige werkwijze.
Los van de aanbevelingen rondom specifieke elementen van de gewijzigde motie van de leden Leijten en Arib, vindt de werkgroep het belangrijk om stil te staan bij de vraag hoe verdere kwesties over de informatievoorziening zo veel mogelijk voorkomen dan wel opgelost kunnen worden. In hoofdstuk 4 zet de werkgroep daarom een aantal stappen uiteen, aan de hand waarvan kwesties rondom de informatievoorziening in de praktijk door Kamerleden aan de orde kunnen worden gesteld. De werkgroep heeft gedurende haar werkzaamheden gemerkt dat hier behoefte aan is; zij is geregeld op concrete situaties of gevallen gewezen die in het kader van de informatievoorziening nader(e) overleg en standpuntbepaling behoeven. Met de geschetste stappen verwacht de werkgroep bij te dragen aan een betere en effectievere informatievoorziening in de praktijk.
De werkgroep geeft u in overweging om haar rapport meteen na aanbieding te publiceren als Kamerstuk, zodat het openbaar raadpleegbaar wordt. Ook geeft de werkgroep u in overweging de Kamer voor te stellen een schriftelijke kabinetsreactie te vragen op dit rapport. Mede aan de hand van die reactie kan vervolgens een debat tussen Kamer en kabinet worden gevoerd over de informatievoorziening. Uiteraard vraagt ook de implementatie van de tot de Kamer gerichte aanbevelingen uw aandacht.
Mocht u behoefte hebben aan een nadere toelichting op dit rapport, dan is de werkgroep daartoe vanzelfsprekend graag bereid. De werkgroep vertrouwt erop hiermee te hebben voldaan aan de opdracht van het Presidium.
De voorzitter van de werkgroep Informatieafspraken,
Inge van Dijk
De griffier van de werkgroep Informatieafspraken,
De Lange
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 28 362, nr. 67 2