Brief regering; Besluit kabinet rond facultatieve protocollen VN-verdrag handicap, IVRK en IVESCR - Gehandicaptenbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 284 toegevoegd aan dossier 24170 - Gehandicaptenbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Gehandicaptenbeleid; Brief regering; Besluit kabinet rond facultatieve protocollen VN-verdrag handicap, IVRK en IVESCR |
---|---|
Documentdatum | 26-05-2023 |
Publicatiedatum | 26-05-2023 |
Nummer | KST24170284 |
Kenmerk | 24170, nr. 284 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
24 170
Nr. 284 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 mei 2023
Met deze brief informeert het kabinet u over het besluit over het facultatief protocol van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: VN-verdrag handicap)1, het derde facultatief protocol van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK)2 en het facultatief protocol van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (hierna: IVESCR).3
Principebesluit
Het kabinet heeft het principebesluit genomen om de facultatieve protocollen bij het VN-Verdrag handicap en het IVRK te ratificeren. De procedure voor het ratificatieproces bij het VN-Verdrag handicap start direct. De start voor het facultatieve protocol bij het IVRK vindt plaats na afronding van het ratificatieproces van het protocol bij het VN-Verdrag handicap, waarbij nog een expliciet weegmoment plaatsvindt ten aanzien van het protocol bij het IVRK.
In het vervolg van deze brief:
-
•Een toelichting op de totstandkoming van dit besluit, waarbij wordt toegezegd aan uw Kamer na de zomer van 2023 nog een nadere en specifieke reactie op de voorlichting van de Raad van State te sturen;
1 wetten.nl - Regeling - Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap - BWBV0003559 (overheid.nl).
2 Optional Protocol to the Convention on the Rights of the Child on a communications procedure I OHCHR.
3 wetten.nl - Regeling - Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten - BWBV0004027 (overheid.nl).
kst-24170-284 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
-
•Een toelichting op de inhoud van het facultatief protocol van het VN-verdrag handicap en het derde facultatief protocol van het IVRK.
Toelichting totstandkoming van het besluit
Om tot dit besluit te komen, heeft het kabinet in de afgelopen periode de voorlichting van de Raad van State1 over het facultatief protocol van het VN-verdrag handicap, het derde facultatief protocol van het IVRK en het facultatief protocol van het IVESCR bestudeerd. Daarnaast heeft het kabinet de ingebrachte zienswijzen Europese instanties en nationale en internationale (belangen)organisaties, als ook van de betrokken VN-comités zelf, in zijn afwegingen meegenomen.
Het besluit dat het kabinet nu neemt, is mede gebaseerd op de voorlichting van de Raad van State. Direct na de zomer van 2023 ontvangt u nog een nadere en specifieke reactie op de Raad van State voorlichting. Hierin licht het kabinet ook nader toe waarom de afweging is gemaakt om nu niet over te gaan tot ratificatie van het facultatief protocol van het IVESCR.
Mede ingegeven door de Raad van State voorlichting heeft het kabinet bij het nemen van dit besluit meegewogen dat ratificatie van genoemde protocollen de mondiale bescherming van de rechten van de mens in algemene zin en de internationale rechtsorde versterkt. Daarnaast heeft het kabinet gekeken naar de doorwerking van de rechten uit de verdragen in de nationale rechtsorde bij ratificatie van die protocollen. Ook heeft het kabinet meegewogen dat de Raad van State vaststelde dat een betrouwbare voorspelling van de (financiële) gevolgen voor de staat van ratificatie van de protocollen niet eenvoudig te geven is. Gelet daarop kiest het kabinet ervoor om te beginnen met de ratificatie van protocol bij het VN-handicap verdrag en voor de start van het ratificatieproces van het derde facultatieve protocol bij het IVRK nog een expliciet weegmoment in te bouwen. In dit expliciete weegmoment zal het principebesluit ten aanzien van het IVRK niet ter discussie worden gesteld. Wel kan informatie die naar boven komt tijdens het ratificatieproces van het facultatief protocol bij het VN-Verdrag handicap, inclusief uitvoeringstechnische, juridische en financiële aspecten, leiden tot een ander besluit ten aanzien van het IVRK.
Ten aanzien van het VN-verdrag handicap geldt dat het ondertekenen en ratificeren van het facultatief protocol een raakvlak heeft met het ontwikkelen van een meerjarige nationale strategie voor dit verdrag. Ten aanzien van het IVRK geldt dat het principebesluit over het derde facultatieve protocol van het IVRK ondersteunend is aan de huidige inzet van het kabinet om met de jaarlijkse kinderrechtendialogen kritisch te blijven kijken naar hoe we als Nederland invulling geven aan kinderrechten uit het IVRK en de ambitie om onze inzet en samenwerkingen op kinderrechten blijvend te versterken.2
Toelichting op protocollen VN-verdrag handicap en IVRK
Het facultatief protocol van het VN-verdrag handicap houdt in de kern het volgende in:
-
•Het facultatief protocol verleent het Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap (hierna: het Comité), na uitputting van de nationale rechtsmiddelen, de bevoegdheid klachten te behandelen van personen of groepen personen die menen slachtoffer te zijn van een schending van het verdrag door een staat.
-
•Indien het Comité betrouwbare inlichtingen ontvangt die wijzen op ernstige of systematische schendingen door een staat, kan het Comité die staat uitnodigen mee te werken aan een onderzoek. Naar aanleiding van het onderzoek kan het Comité de staat vragen eventuele maatregelen die naar aanleiding van het onderzoek zijn genomen, te beschrijven in de periodieke rapportage van de staat aan het Comité.
Het derde facultatief protocol van het IVRK houdt in de kern het volgende in:
-
•Het facultatief protocol van het IVRK verleent het VN-kinderrechtencomité dezelfde bevoegdheden, zoals hierboven beschreven, voor wat betreft dit verdrag.
-
•Daarnaast biedt het derde facultatief protocol staten een mogelijkheid ook een interstatelijk klachtrecht te erkennen. Op grond hiervan kan een staat die partij is bij het protocol een klacht indienen tegen een andere staat die deze bevoegdheid erkent. Van deze bevoegdheid wordt weinig gebruik gemaakt. Bovendien geldt bij deze bevoegdheid een opt-in mechanisme: beide lidstaten moeten expliciet verklaard hebben de bevoegdheid van het VN-Kinderrechtencomité bij interstatelijke klachten te erkennen. In de reactie op de Raad van State voorlichting voor de zomer van 2023 zal hier nader op in worden gegaan. De wens is om de bevoegdheden van het Comité en het VN-Kinderrechtencomité gelijk aan elkaar te laten zijn.
Afrondend
Voor het facultatief protocol bij het VN-Verdrag handicap wordt nu goedkeuringswetgeving opgesteld. Deze wetgeving wordt na goedkeuring binnen het kabinet en advies van de Raad van State bij het parlement ingediend. Op dit moment is onze verwachting dat u de stukken ten behoeve van de parlementaire behandeling van het facultatief protocol bij het VN-Verdrag handicap in het voorjaar van 2024 kunt verwachten. Met deze brief geven wij invulling aan de motie van het lid De Kort c.s. uit het plenair debat over de implementatie van het VN-verdrag handicap op 22 december 20223 en de bredere toezegging in dit debat rond de facultatieve protocollen.4
Tot slot nog een afrondende opmerking over de totstandkoming van de meerjarige nationale strategie voor het VN-verdrag handicap, die eerder in deze brief ook benoemd is. Zoals toegezegd aan uw Kamer in het debat van 22 december jl. streeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport er naar om u voor de zomer over de meerjarige nationale strategie voor de implementatie van het VN-verdrag handicap verder te informeren.
Op dit moment wordt de strategie met belangenorganisaties, ervaringsdeskundigen, veldpartijen, gemeenten en ministeries ontwikkeld. Er is grote betrokkenheid van alle partijen, maar het proces heeft tijd nodig om alle stappen zorgvuldig te doorlopen.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
-
C.Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
-
M.van Ooijen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 24 170, nr. 284 3
Kamerstuk 33 826, nr. 47.
Kamerstukken 33 826 en 26 150, nr. 46.
Kamerstuk 24 170, nr. 278.
Handelingen II 2022/23, nr. 39, item 43.