Brief regering; Defensie inzet voor bescherming Noordzee-infrastructuur - Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 119 toegevoegd aan dossier 33450 - Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee; Brief regering; Defensie inzet voor bescherming Noordzee-infrastructuur |
---|---|
Documentdatum | 16-05-2023 |
Publicatiedatum | 16-05-2023 |
Nummer | KST33450119 |
Kenmerk | 33450, nr. 119 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 mei 2023
Tijdens het begrotingsdebat Defensie op 11 november 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 21, item 26) heeft het lid Boswijk (CDA) c.s. een motie1 ingediend die de regering vraagt te kijken naar de mogelijkheden om gezamenlijk met bondgenoten een strategie te ontwikkelingen voor de bescherming van onze «cruciale infrastructuur» gelegen in de Noordzee. Tevens heeft het lid Valstar (VVD) c.s. tijdens het begrotingsdebat Defensie op 16 november 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 24, item 12) een motie2 ingediend die de regering verzoekt het voortouw te nemen om binnen de Joint Expeditionary Force (JEF) de samenwerking te versterken voor de beveiliging van de Noordzee en de Baltische Zee.
Op 8 februari jl. heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Buitenlande Zaken, de Minister van Defensie en de Minister van Justitie en Veiligheid u geïnformeerd3 over de kabinetsbrede strategie en inzet ter bescherming van de Noordzee-infrastructuur en de voortgang op de uitvoering van motie van het lid Boswijk c.s.
Het kabinet deelt de brede bezorgdheid over de veiligheid van Noordzee-infrastructuur en onderschrijft het belang van een gezamenlijke aanpak.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft een coördinerende verantwoordelijkheid voor het Nederlandse deel van de Noordzee, en coördineert de uitvoering van de gezamenlijke strategie via het interdepartementale Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur.
1 Kamerstuk 35 925 X, nr. 22.
2 Kamerstuk 36 200 X, nr. 26. Uw Kamer is in het verslag van de NAVO FMM van 29-30 november 2022 al eerder geïnformeerd over de voortgang van de motie van het lid Valstar (Kamerstuk
28 676, nr. 424).
3 Kamerstuk 33 450, nr. 118.
kst-33450-119 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Binnen het programma draagt Defensie bij aan het in kaart brengen, volgen en afschrikken van (potentiële) dreigingen1.
Hierbij informeren wij u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, voorafgaand aan het commissiedebat op 25 mei aanstaande over de Defensie inzet binnen het kader van de gezamenlijke strategie ter bescherming van Noordzee-infrastructuur en de nieuwe initiatieven hieromtrent. Tevens informeren wij u over de voortgang op de uitvoering van motie van het lidValstar c.s.
Permanente taak voor Defensie op de Noordzee
Momenteel kunnen marineschepen de Kustwacht ondersteunen met beeldopbouw op de Noordzee en begeleidt de marine incidenteel Russische schepen door de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ) wanneer hier aanleiding voor is. Ook levert Defensie op aanvraag (militaire) bijstand en ondersteuning aan civiele autoriteiten op de Noordzee en is de Minister van Defensie beheerder van de Kustwacht2. Daarnaast doet de MIVD net als de AIVD structureel onderzoek naar (heimelijke) activiteiten van statelijke en niet-statelijke actoren die een risico kunnen vormen voor de nationale veiligheid.
Als onderdeel en uitvoering van de gezamenlijke strategie ter bescherming van Noordzee-Infrastructuur onderzoekt het kabinet momenteel of een permanente taak voor Defensie op de Noordzee wenselijk is en bekijkt het kabinet nader de invulling en inbedding hiervan. Binnen deze permanente taak zou Defensie de formele opdracht krijgen om bij te dragen aan surveillance, beeldopbouw en early warning van mogelijke dreigingsactoren en factoren binnen de Nederlandse EEZ.
Verder kan Defensie de formele taak krijgen om, in samenwerking met NAVO-bondgenoten, permanent zorg te dragen voor een robuuste posture in de Noordzee ten opzichte van schepen van statelijke actoren die bewust of onbewust onze nationale veiligheidsbelangen kunnen schaden.
Versterkte detectie van dreigingen
De dreiging ten opzichte van onderzeese infrastructuur heeft al langere tijd de aandacht van het kabinet3. Deze dreiging is tevens vermeld in de Defensienota 2022. Tegenstanders brengen heimelijk infrastructuur zoals internetkabels, gasleidingen en windmolenparken in kaart en ondernemen activiteiten die duiden op spionage en voorbereidingshandelingen voor verstoring en sabotage. Infrastructuur die voor Nederland belangrijk is ligt in de Noordzee en daarbuiten, zoals wereldwijde onderzeese kabels waarover (strategisch) dataverkeer wordt getransporteerd. De primaire verantwoordelijkheid voor de bescherming van vitale processen ligt bij de vitale aanbieders zelf. Dat onderstreept de noodzaak tot nauwe samenwerking. In de Noordzee heeft een Russisch schip recent geprobeerd windmolenparken in kaart te brengen4. De marine heeft dit schip toen uit de Nederlandse EEZ geëscorteerd, voordat het aan zijn activiteiten kon beginnen. Ook andere NAVO-bondgenoten hebben het schip geëscorteerd.
De Nederlandse Kustwacht patrouilleert regelmatig op de Noordzee en monitort scheepvaart voortdurend. Aanvullend hierop investeert Defensie als onderdeel van de Defensienota 2022 in Intelligence, Surveillance en Reconnaissance (ISR) capaciteit op de Noordzee5 waarmee samen met partners bedreigingen tegen offshore en onderzeese infrastructuur tijdig worden gedetecteerd. Versterkte samenwerking en informatie-uitwisseling tussen Defensie en verschillende partijen waaronder de Kustwacht, private partijen en bondgenoten zijn hierbij essentieel. Om beter te kunnen anticiperen en gedetecteerde dreigingen beter te kunnen analyseren versterkt Defensie tevens de maritieme inlichtingen capaciteit6. Verder vervangt Defensie de 10 hulpvaartuigen van de marine, waaronder de twee hydrografische opnemingsvaartuigen die de zeebodem onderzoeken en in kaart brengen7. De dienst der hydrografie heeft hiervoor een structurele nationale taak.
Afschrikking en reageren op dreigingen
Om de belangen van het Koninkrijk en van bondgenoten te beschermen, heeft Defensie een rol in de afschrikking van (statelijke) dreigingen en indien noodzakelijk en gewenst, in het reageren op dreigingen. Nederland vernieuwt in het kader van het vergroten van de slagkracht van Defensie de komende jaren capaciteiten die mede zijn gerelateerd aan de dreigingen ten opzichte van offshore en onderzeese infrastructuur, op de Noordzee en daarbuiten. Zoals u weet vervangt Defensie de onderzee-bootcapaciteit en worden de M-fregatten op termijn vervangen door Anti Submarine Warfare (ASWF) fregatten8. Ook schaft Defensie samen met België nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen aan die in 2025 in dienst komen9. Vanaf deze vaartuigen kan de krijgsmacht op afstand bestuurbare drones, waaronder onbemande helikopers en onderwater-vaartuigen inzetten om explosieven op te sporen en onschadelijk te maken. Nederland werkt hiervoor samen met andere Europese partners in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) in het project voor de ontwikkeling van maritieme (semi-) autonome systemen (MAS MCM10). De marine experimenteert reeds met deze onbemande capaciteiten.
Deze investeringen in de slagkracht van de krijgsmacht dragen bij aan de bondgenootschappelijke afschrikking en het effectiever kunnen reageren op dreigingen. Eveneens schrikt de verbeterde detectie van dreigingen op de Noordzee af, omdat dit heimelijk optreden bemoeilijkt, en zo mogelijke pogingen tot spionage of sabotage voorkomt. Mocht een incident zich voordoen, dan kan Defensie indien nodig civiele autoriteiten ondersteunen in het kader van crisisbeheersing en gevolgbestrijding, zoals met het vinden en ruimen van explosieven op zee, met duikcapaciteit of met ondersteuning door special forces-eenheden van de marine.
Internationale Defensiesamenwerking
Internationale defensiesamenwerking is een essentieel aspect bij de bestrijding van dreigingen ten opzichte van offshore en onderzeese infrastructuur, in de Noordzee en daarbuiten. In lijn met moties Boswijk en Valstar zet Nederland zich actief in voor de versterkte gezamenlijke bescherming van deze infrastructuur in bilateraal en multilateraal verband.
In EU verband heeft Defensie zich recent aangesloten bij de call van het Europese Defensie Fonds op het gebied van onderzeebootbestrijding en seabed warfare operaties. Het doel van dit project is om modellen of prototypen van onbemande systemen ten behoeve van operaties in het onderwater domein te ontwikkelen en te testen. Ook in het kader van de herziening van de EU Maritime Security Strategy pleit Nederland voor de versterking van de weerbaarheid en bescherming van offshore en onderzeese infrastructuur. Nederland zet zich daarbij in voor een verbetering van de samenwerking tussen de EU en de NAVO en verwelkomt dan ook de recente oprichting van de EU-NAVO taskforce op het gebied van versterking van de weerbaarheid van vitale infrastructuur.
Nederland steunt samen met bondgenoten een versterkte rol van de NAVO bij de bescherming van onderzeese en offshore infrastructuur, met name in het kader van de bondgenootschappelijke afschrikking en op het gebied van het verbeteren van informatie-uitwisseling. Mede door aanjagen van Nederland heeft de NAVO een coördinatiecel ingericht die samenwerking met de industrie faciliteert. Tevens werkt de NAVO momenteel aan een voorstel voor een centraal knooppunt voor verbeterde monitoring van dreigingen ten opzichte van onderzeese infrastructuur.
In lijn met motie Valstar neemt Nederland het voortouw om maritieme presentie, informatie-uitwisseling en materieelsamenwerking met bondgenoten rond de Noordzee en Baltische zee te intensiveren. Daartoe is de samenwerking in de JEF11 in 2022 geïntensiveerd op het terrein van bescherming van onderzeese infrastructuur. Nederland heeft dit onderwerp wederom geagendeerd op de bijeenkomst van Defensieministers van JEF landen die aanstaande juni in Nederland zal plaatsvinden. Nederland zet eveneens in op versterkte materieelsamenwerking in de Northern Naval Shipbuilding Cooperation (NNSC), waar Noord-Europese landen de krachten bundelen om de toelevering en beschikbaarheid van marine materieel te waarborgen. Nederland vervult binnen de NNSC een voortrekkersrol op het onderwerp Seabed warfare. Binnen dit thema onderzoekt Defensie samen met NNSC-partners de oprichting van een gezamenlijk test en experimenteercentrum op het vlak van onbemande (onderwater) systemen.
Defensie werkt in het kader van de gezamenlijke strategie onder coördinatie van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat nauw samen met betrokken partijen om de bescherming van Noordzee-infrastructuur te verbeteren. Om de continuïteit en integriteit van Noordzee-infrastructuur te borgen zijn weerbaarheid verhogende maatregelen (waaronder redundantie) voor de betrokken publieke en private partijen essentieel. Zoals genoemd in de eerdere Kamerbrief over de strategie ter bescherming van Noordzee-infrastructuur, vormt de verhoging van de weerbaarheid tevens een belangrijk onderdeel van de kabinetsbrede aanpak.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 33 450, nr. 119 5
Op dit moment zijn genoemde maatregelen in deze Kamerbrief financieel gedekt. Wanneer er vervolgstudies worden uitgevoerd, zal ook dan weer moeten worden gekeken naar de financiële dekking van de maatregelen die daaruit voortvloeien.
De Kustwacht is een samenwerkingsverband van de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat, Defensie, Justitie en Veiligheid, Financiën, Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Openbaar Jaarverslag MIVD 2021 (Kamerstuk 29 924, nr. 228), Openbaar Jaarverslag MIVD 2022 (Kamerstuk 29 924, nr. 239) Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1), Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 1 (Kamerstuk 30 821, nr. 124), Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 (Kamerstuk 30 821, nr. 125).
Openbaar Jaarverslag MIVD 2022 (Kamerstuk 29 924, nr. 239).
Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1, p. 61).
Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1, p. 67).
Kamerstuk 27 830, nr. 361.
Kamerstuk 27 830, nr. 393.
Kamerstuk 27 830, nr. 280.
Maritime (Semi-) Autonomous Systems for Mine Countermeasures.
De Joint Expeditionary Force is een snelle reactiemacht bestaande uit verschillende gelijkgestemde landen uit de NAVO: het Verenigd Koninkrijk, IJsland, Denemarken, Estland, Finland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Zweden en Nederland.