Brief regering; Antwoorden op vragen gesteld tijdens commissiedebat inzake het vreemdelingen- en asielbeleid van 10 mei 202 - Vreemdelingenbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3107 toegevoegd aan dossier 19637 - Vreemdelingenbeleid i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vreemdelingenbeleid; Brief regering; Antwoorden op vragen gesteld tijdens commissiedebat inzake het vreemdelingen- en asielbeleid van 10 mei 202 |
---|---|
Documentdatum | 16-05-2023 |
Publicatiedatum | 16-05-2023 |
Nummer | KST196373107 |
Kenmerk | 19637, nr. 3107 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
19 637
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 mei 2023
Bij het commissiedebat «Vreemdelingen- en asielbeleid» van 10 mei jl. ontstond de situatie dat er beperkt tijd was voor mijn beantwoording van de door de commissie gestelde vragen. De commissie verzocht mij daarop om de vragen die door tijdgebrek niet mondeling aan de orde zijn gekomen, schriftelijk te beantwoorden. Hieronder treft u die beantwoording aan. Gelet op de gewenste snelheid en mijn toezegging om binnen een week uw Kamer te informeren betreft dit (behoudens de vraag over artikel 4 Definitie Richtlijn) de beantwoording zoals deze tijdens het debat reeds opgesteld en beschikbaar was.
De volgende onderwerpen en thema's zijn tijdens het commissiedebat reeds mondeling door mij behandeld en komen daarom niet terug in deze schriftelijke set:
-
-LVV
-
-Opvang
-
-Landenbeleid
Kan het hele proces inclusief volgordelijkheid van de procedure nog een keer onder de loep worden genomen zodat wachttijden bij bijvoorbeeld de medische screening niet meer zorgen voor vertraging in het hele proces?
Het onder de loep nemen van het hele proces zit in het lopend traject fundamentele heroriëntatie.
Is de Staatssecretaris bereid om te komen met een schriftelijke toelichting over het Nederlandse beleid ten aanzien van de groep ongedocumenteerde kinderen (dus kinderen zonder asielver-
kst-19637-3107 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
leden), en met een vergelijking van het beleid in Duitsland, Frankrijk en Spanje zodat we een en ander kunnen vergelijken?
Ik ben bereid dit te doen, maar wil daarbij wel aangeven dat het maken van een internationale vergelijking niet eenvoudig en arbeidsintensief is. Het gaat niet om het enkel sturen van een mail naar een paar lidstaten. Ik probeer dit voor het zomerreces te doen, maar kan dat niet hard toezeggen.
Met betrekking tot de aangekondigde maatregelen inzake de bewijslastverdeling en groepenbeleid. Hoe verhoudt zich dat tot artikel 4 Definitie Richtlijn en de EHRM uitspraak Salah Sheek? Zijn deze maatregelen juridisch houdbaar?
Voor de maatregelen zoals ik die heb aangekondigd in mijn brief aan uw Kamer van 28 april jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3100) geldt dat deze moeten passen binnen de internationale verdragen en ook uitvoerbaar moeten zijn. Dat geldt ook voor de maatregelen die zien op de bewijslastverdeling, de geloofwaardigheidsbeoordeling en het groepenbeleid.
Zoals aangegeven zal ook worden bezien of een en ander in lijn is met het internationaal recht en dan met name het Unierecht. Nederland is niet gehouden verder te gaan dan waartoe dit recht de lidstaten verplicht.
De beoordeling van de geloofwaardigheid volgens EU standaard is nader uitgewerkt in artikel 4 van de Kwalificatierichtlijn. In artikel 4 lid 5 van deze richtlijn is de toepassing van het principe van voordeel van de twijfel neergelegd welke is geïmplementeerd in Artikel 31, zesde lid van de Vreemdelingenwet. De inzet van mijn maatregel is om de uitvoering meer in lijn te brengen met het EU-kader en specifiek dit artikel, waar het lid Piri ook naar verwijst, als uitgangspunt te nemen voor de beslispraktijk. Ten aanzien van de maatregel inzake het groepenbeleid wil ik allereerst aangeven dat de inzet niet is om de mogelijkheid tot het voeren van groepenbeleid af te schaffen. Wel wordt dit beleid herijkt, waarbij meer gewicht wordt toegekend aan de risicobeoordeling in het individuele geval. Voor asielzoekers die behoren tot een groep die zich in een zorgwekkende positie in het land van herkomst bevindt geldt thans op grond van nationaal beleid een verminderde individuele bewijslast: zij kunnen met beperkte indicaties, die niet enkel hoeven te zien op hun persoonlijke situatie aannemelijk maken dat zij een risico lopen. Deze werkwijze wijkt af van de manier waarop ander lidstaten en het agentschap European Union Agency for Asylum (EUAA) omgaan met de beoordeling van de risico's. Uit EU Hof van Justitie en EHRM jurisprudentie, waaronder de genoemde uitspraak van het EHRM inzake Salah Sheekh tegen Nederland1 volgt dat bij bepaalde groepen individuele omstandigheden in meer of mindere mate doorslaggevend hoeven te zijn. In het uiterste geval kan dat betekenen dat het geloofwaardig behoren tot een specifieke groep op zichzelf al reden kan om voor asielbescherming in aanmerking te komen. Dat kader geldt ook in de Nederlandse asielpraktijk. Hier zal niet aan getornd worden. Wel wordt bezien of de wijze waarop nu invulling wordt gegeven aan dit uitganspunt meer in lijn kan worden gebracht met EU-regelgeving en meer maatwerk kan worden geboden.
Klopt het dat de instroom tot nu toe niet hoger is dan vorig jaar op dezelfde peildatum? En kan de Staatssecretaris uitleggen hoe de verkiezingen in Turkije een rol spelen in de asielaanvragen?
1 Arrest van het EHRM van 11 januari 2007 in zaak nr. 1948/04, Salah Sheekh tegen Nederland.
Klopt het dat de stijging komt door instroom Oekraïners die opeens mee worden geteld vanaf september?
Het aantal eerste asielaanvragen in 2023 t/m week 14 is ca. 4% hoger dan in dezelfde weken in 2022. Komende week zullen er in Turkije verkiezingen worden gehouden. De uitkomst daarvan zal mede bepalen of en zo ja op welke manier de situatie van de miljoenen vluchtelingen in Turkije zal veranderen. In de prognoses is rekening gehouden met de instroom van asielaanvragen van derdelanders uit Oekraïne voor dit jaar. Dit is slechts één van de factoren die de stijging verklaart.
Vanaf september derdelanders oproepen voor asiel: hoe doen andere landen dit? Er zijn veel mensen met werk of een opleiding, wordt dit meegewogen?
Dit is afhankelijk van de implementatie van de Richtlijn tijdelijke bescherming. Die verschilt per land. De Nederlandse wetgever heeft ervoor gekozen de tijdelijke bescherming te implementeren via de asielprocedure. Vanaf 4 september geldt de reguliere toegang voor de arbeidsmarkt voor asielzoekers. Als derdelanders staan ingeschreven kunnen zij het collegejaar afmaken. Mochten zij hun studie aan een Nederlands onderwijsinstituut willen voortzetten dan kunnen zij een reguliere verblijfsvergunning hiertoe aanvragen.
Ephraim (Groep Van Haga)
Wat gaat de Staatssecretaris concreet doen nu de rechter heeft geoordeeld dat asielzoekers niet mogen worden teruggestuurd naar Italië?
Zonder de bijzondere migratiesituatie van Italië te willen nuanceren, mag ook van dat land worden verwacht dat zij haar afspraken nakomt. Het kabinet verwacht daarnaast van de Europese Commissie dat het de naleving van de Dublinregels monitort en handhaaft. Het kabinet is met zowel Italië als de Commissie hierover in gesprek, op diverse niveaus, zowel bilateraal als met gelijkgezinde lidstaten.
Futselaar (SP) en Groep van Haga
Is de Staatssecretaris bereid ons een geactualiseerd overzicht te sturen wanneer de bulk declaraties binnen is? Worden tegenvallers opgevangen binnen de JenV begroting?
Ja, daar ben ik toe bereid. Het COA is uitstel verleend voor het indienen van haar jaarverslag doordat niet alle declaraties van gemeenten en veiligheidsregio's binnen zijn. Dat is op dit moment (11-05) nog niet het geval, er zijn nog declaraties onderweg naar het COA. Het jaarverslag biedt inzicht in de kosten van opvang in het jaar 2022. De verwachting is dat het jaarverslag in september gereed is en wordt gepubliceerd. Eerder delen van het overzicht brengt het risico met zich mee dat we onjuiste/ onvolledige informatie met de Kamer delen.
Dassen (Volt)
Waarom zijn er geen veilige toegankelijke routes om asiel aan te vragen? Heeft de Staatssecretaris onderzoek gedaan naar hoe legale migratie zou kunnen bijdragen aan het verlagen van de instroom?
Dit is geen onderdeel van het asiel- en migratiepact waar thans over wordt onderhandeld. Ik zie een aanvullend systeem ook zo snel niet voor me. Zou het bijvoorbeeld betekenen dat we een aanmeldcentrum openen in Jordanië, Libanon en Turkije, waar de daar verblijvende Syriërs asiel kunnen aanvragen voor Nederland? Wat zou dat betekenen voor de aantallen? Het instrument dat wij wel kennen als veilige route is hervestiging.
Welke aanwijzingen heeft de Staatssecretaris dat een deal met Tunesië asielinstroom zou kunnen verlagen? Hoe worden mensenrechten gegarandeerd?
De recent toegenomen irreguliere migratie vanuit en via Tunesië is zorgelijk.
Allereerst is stabiliteit van het land van belang. Nederland steunt dan ook de brede benadering van Von der Leyen dat Tunesië stabiliteit moet bewaken.
EU zet zich ook op migratiegebied in om vertrek vanuit Tunesië te beperken: brede agenda van bevorderen terugkeer, aanpak handel/ smokkel en versterken grensmanagement tot investeren in grondoorzaken. Concreet wil Nederland zelf ook meer doen: bijdrage leveren aan door CIE aangekondigde anti-smokkelpartnerschap, terugkeer vanuit Tunesië en vanuit Europa, versterken van opvangcapaciteit van TUN en bescherming van migranten, o.a. door in te zetten op registratie van migranten. We moeten stap-voor-stap bekijken wat mogelijk en wenselijk is, natuurlijk ook met inachtneming van bredere context en ontwikkelingen in Tunesië.
Is de Staatssecretaris inmiddels klaar met onderzoeken hoe het tweestatusstelsel ingevoerd kan worden?
Uit de toegezonden kostenbesparing van de nareismaatregel kan worden afgeleid dat die op onderdelen efficiënt was. De maatregel was echter juridisch niet houdbaar. Bij loslaten van het één status stelsel zou er meer ruimte zijn. Het kabinet beziet of de voordelen opwegen tegen o.a. de extra kosten die gepaard gaan met het loslaten van dat stelsel. Dit als onderdeel van het bredere pakket om meer grip te krijgen op migratie.
Fundamentele heroriëntatie: wanneer gaan we hier eindelijk iets van zien?
De term zegt al voldoende: er wordt fundamenteel geheroriënteerd op het huidige asielbeleid en de inrichting van het asielstelsel. Dat gaat niet over een nacht ijs.
Op dit moment wordt kennis en expertise ingewonnen over ervaren knelpunten.
Bovendien ligt er al een hoop waardevol (onderzoeks)materiaal om te betrekken.
In een volgende fase worden oplossingsrichtingen uitgewerkt. Een gedragen en gedegen uitkomst neemt tijd in beslag. Naast het traject van de heroriëntatie worden binnen het kabinet gesprekken gevoerd voor een breder pakket aan maatregelen om meer grip te krijgen op migratie. Dit moet op korter termijn tot besluitvorming leiden.
Ceder (CU)
In de zomer zijn er afspraken gemaakt over verbetering binnen de keten: hoe staat het hiermee? hoeveel flexwoningen zijn er nu? wat is de uitstroom van mensen die al statushouder zijn?
Er wordt continue gewerkt aan de verbetering van de keten. Zoals aangegeven bij de vraag van Lid Futselaar heeft mijn collega, Minister de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, op 2 mei een voortgangsbrief verstuurd over de tijdelijke huisvesting. Daarin vermeldt hij dat er in 2022 circa 3.400 flexwoningen zijn gerealiseerd. In de tweede helft van 2022 zijn er 17.130 statushouders gehuisvest (taakstelling 13.500). Van 1 januari 2023 t/m 7 mei zijn er 11.400 (inclusief de voorsprong 2022) gehuisvest (taakstelling 2023-1 is 21.200). Ondanks de huisvesting zijn er nog steeds veel statushouders bij het COA die daar langer dan de afgesproken 14 weken zitten.
Hoge inwilligingspercentages, wanneer gaat de Staatssecretaris de maatregelen concreet implementeren, graag zie ik dit voor de zomer. Kan hij hier een toezegging op doen?
Ik onderschrijf de urgentie, zoals die ook door de heer Brekelmans is verwoord.
Van enkele van de maatregelen kan de implementatie direct ter hand worden genomen, voor andere maatregelen zal dit meer tijd vragen. Zo loopt al de pilot op ambtsberichten en wordt informatie van andere lidstaten betrokken bij de duiding van het landenbeleid. Ook is bij de IND het traject ter versterking van de kwaliteitscontrole van de inwilligende besluitvorming in gang gezet. Een eventuele wijziging inzake de geloof-waardigheidsbeoordeling daarentegen raakt de kern van het werk van de IND. Dit heeft meer tijd en een zorgvuldig proces nodig. Voor alles geldt dat het moet passen binnen de internationale verdragen, de rechtsstatelijkheid en uitvoerbaar moet zijn.
Wanneer verwacht de Staatssecretaris de scenario-analyse te maken van de kosten en baten van meer grenstoezicht in Nederland om de instroom te beperken?
Ik zal de Kamer hier zo snel mogelijk over informeren, voornemen is om dat nog in mei te doen.
Welke voortgang is afgelopen maanden geboekt op niveau Europese Raad?
EU Interne domein
Het kabinet zet zich in voor nieuwe wetgeving - het Pact, dat is middellange en lange termijn. Daarnaast zijn er acties waarmee we nu al aan de slag moeten.
De Premier zette zich daarvoor in tijdens de Europese Raad met alle regeringsleiders in februari. Daar zijn goede Europese acties geformuleerd, mede op Nederlands initiatief: zoals het versterken van de buitengrenzen met meer geld, naleven huidige Dublin regels, intensivering migratiepartnerschappen.
Als het gaat om de uitvoering hiervan zitten we daar bovenop richting de Commissie. Er zijn inmiddels ook stappen gezet. De Commissie heeft bijv. 600 mln. extra vrijgemaakt voor grensbewaking, 200 mln. voor opvang ondersteuning, zichtbare stappen vooruitgezet met Tunesië. Maar we zijn er nog niet. We wachten bijvoorbeeld op een rapport van de Commissie over Dublin-implementatie, en op opzetten asielgrensprocedurepilots. Daar blijven we richting de Commissie op inzetten. In juni zullen de regeringsleiders hier weer op terugkomen tijdens de Europese Raad.
EU Externe domein
De focus van Nederland ligt ook op meer actie en ambitie m.b.t. de migratiepartnerschappen. Een goed voorbeeld hiervan is de Europese samenwerking m.b.t. Tunesië. Recent toegenomen irreguliere migratie vanuit en via Tunesië is zorgelijk. Recent heeft een bezoek van Commissaris Johansson aan Tunesië plaatsgevonden. Dat is een goede eerste stap, maar we moeten doorpakken op dit momentum, ook richting de
Europese Raad van juni. De Commissie bereidt een breed pakket voor waar migratie een onderdeel van is.
Concreet wil Nederland zelf ook meer doen, zoals een bijdrage leveren aan door Commissie aangekondigde anti-smokkelpartnerschap, aan terugkeer vanuit Tunesië en vanuit Europa, versterken van opvangcapaciteit van Tunesië en bescherming van migranten, o.a. door in te zetten op registratie van migranten.
Reactie motie van het lid Eerdmans - verplaatsen asielopvang in derde land? Ref. reactie Koopmans
We moeten proberen te voorkomen dat migranten de levensgevaarlijke routes afleggen. Daar zet het kabinet zich voor in. Daarom ondersteunen we partnerlanden in Noord-Afrika bij asielprocedures, opvang terugkeer en tegengaan mensensmokkel. De motie van JA21 gaat over een specifieke vorm daarvan; het verplaatsen van asielopvang en -procedures naar partnerlanden (Kamerstuk 32 317, nr. 813).
De motie interpreteren wij als kabinet op zo'n manier dat we bij de uitvoering ervan binnen de internationale verdragen en EU-recht blijven. Het uitbesteden van asielprocedures- en opvang brengt risico's en complexe uitdagingen met zich mee, ook op juridisch gebied. Zo is de EU-wetgeving hier nu niet op geschreven.
Nederland zet zich er tijdens huidige onderhandelingen wel voor in dat het zogeheten banden criterium, de voorwaarde dat een afgewezen asielzoeker een band moet hebben met het betreffende veilig geachte derde land, wordt versoepeld. Eveneens is er een verschil tussen Denemarken en Nederland. Zo is Denemarken niet aan dezelfde EU-regels gebonden als wij. We praten intensief over dit onderwerp met Denemarken. En trekken samen op binnen de EU waar dat kan.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
-
E.van der Burg
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 19 637, nr. 3107 6