Brief regering; Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 23 mei 2023 te Brussel - Defensieraad

Deze brief is onder nr. 253 toegevoegd aan dossier 21501-28 - Defensieraad i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Defensieraad; Brief regering; Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 23 mei 2023 te Brussel
Document­datum 10-05-2023
Publicatie­datum 10-05-2023
Nummer KST2150128253
Kenmerk 21501-28, nr. 253
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022-

2023

21 501-28

Defensieraad

Nr. 253

BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 10 mei 2023

Inleiding

Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van de Ministers van Defensie, die op 23 mei a.s. in Brussel zal plaatsvinden. Voorafgaand aan de RBZ zal de bestuursraad van het Europees defensieagentschap (EDA) bijeenkomen. Ik ben voornemens aan deze bijeenkomsten deel te nemen. De definitieve agenda's zijn op moment van schrijven nog niet bekend. Naar verwachting zal de RBZ spreken over actuele zaken, EU-steun aan Oekraïne en PESCO. Er is een lunchbespreking voorzien met SG NAVO Stoltenberg.

Tevens maak ik van deze gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de succesvol afgeronde inzet van twee Nederlandse experts in het Cyber Rapid Response Team (CRRT) ter ondersteuning van de EU trainingsmissie (EUTM) Mozambique. Nederland is deelnemer in dit door Litouwen geleide EU Permanent Structured Cooperation (PESCO)-project voor snel inzetbare, multinationale cyberteams. Het CRRT was door de EU verzocht de cyberveiligheidsrisico's in kaart te brengen bij de EUTM Mozambique. Nederland heeft twee experts geleverd aan het team dat in maart gedurende één week in de hoofdstad Maputo was. Zij hebben daar onder meer advies verleend met betrekking tot netwerkbeveiliging en bredere cyberveiligheid van EUTM Mozambique.

Verder heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd over de voorziene Nederlandse bijdrage aan de EU Battle Group (EUBG) in 20251. Deze EUBG vormt dat jaar voor het eerst de kern van de snel inzetbare capaciteit (Rapid Deployment Capacity - RDC) van de EU.2 Duitsland zal in 2025 de EUBG leiden en Nederland sluit hierbij aan. De samenstelling van de Nederlandse bijdrage aan de RDC is enigszins aangepast ten opzichte van de eerder verstrekte informatie. In plaats van de eerder genoemde Boxer

1    Kamerstuk 21 501-28, nr. 241.

2    Kamerstuk 35 925 X, nr. 60.

kst-21501-28-253 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

compagnie zal de Nederlandse bijdrage bestaan uit een compagnie van de luchtmobiele brigade uitgerust met lichte terreinvoertuigen. Hier is voor gekozen vanwege interoperabiliteit met de Duitse eenheden, de geschiktheid van deze Nederlandse compagnie voor de operationele scenario's van de RDC en de wens om de eerder toegewezen Boxer compagnie voor andere activiteiten gereed te stellen. Verder zal Nederland nog steeds een role 1 medische faciliteit (mobiele post voor het verlenen van de meest acute zorg) bijdragen. Het gaat in totaal, en zoals eerder gepland, om een bijdrage van ongeveer 150 militairen.

  • 1. 
    Actuele zaken

Onder «actuele zaken» zal de Hoge Vertegenwoordiger (HV) naar verwachting kort stil staan bij de situatie in Soedan. Lidstaten krijgen daarbij de mogelijkheid hun geleerde lessen t.a.v. evacuatie van burgers uit Soedan te delen. Deze geleerde lessen kunnen worden meegenomen in de operationalisering van de RDC. Eén van de operationele inzetscena-rio's gaat namelijk over evacuaties.

Nederlandse positie

Nederland acht het van belang dat de geleerde lessen t.a.v. de evacuatie van burgers uit Soedan in kaart worden gebracht, ook ten aanzien van de ontwikkeling van de RDC. De situatie toont het belang aan van het versterken van de operationele capaciteiten van de EU en specifiek het Military Planning and Conduct Capability (MPCC) om te reageren op crises, in lijn met doelstellingen van het Strategisch Kompas.

  • 2. 
    EU-steun aan Oekraïne

Tijdens de jumbo Raad Buitenlandse Zaken van 20 maart jl. is een politiek akkoord bereikt over drie sporen om de levering van munitie aan Oekraïne op te schroeven. Zowel voor spoor I (de levering van munitie uit eigen voorraad en lopende bestellingen) als voor spoor II (de gezamenlijke aanschaf van munitie bij de industrie) is 1 miljard euro vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) gealloceerd. Daarnaast wordt naar verwachting tijdens de RBZ met de Ministers van Buitenlandse Zaken van 22 mei a.s. een nieuwe tranche steun van EUR 500 mln. aangenomen voor de levering van militair materieel aan Oekraïne. Hiermee is het EPF budget vrijwel uitgeput. Om de steun aan Oekraïne voort te zetten en ruimte te houden voor andere prioriteiten, zoals de financiering van de militaire EU-missies en -operaties, zal de komende periode het EPF-plafond voor de tweede keer opgehoogd moeten worden. Nederland steunt de mogelijke ophoging van € 3,5 mld.1

De Europese Commissie heeft op 3 mei jl. een voorstel gepubliceerd om invulling te geven aan het derde spoor dat ziet op maatregelen voor het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie. De verordening «Act in Support of Ammunition Production» (ASAP)2 beoogt door middel van financiële steun aan de industrie de productiecapaciteit uit te breiden en met behulp van nieuwe regelgeving knelpunten aan te pakken. Het voorstel wordt in de komende periode behandeld door de Raad en het Europees Parlement. De Commissie beoogt de onderhandelingen deze zomer af te ronden.

De Europese Commissie stelt voor € 500 mln. van het EU-budget in te zetten voor o.a. het verbeteren, moderniseren of opzetten van nieuwe productiecapaciteit. Ook is budget beschikbaar voor het (om)scholen van personeel. Door middel van regelgeving moet herprioritering van productie mogelijk worden gemaakt en kan een uitzonderingen worden bedongen op de aanbestedingsrichtlijn voor Defensie (2009/81), waardoor het bijvoorbeeld mogelijk wordt dat lidstaten aansluiten bij reeds bestaande contracten. Deze voorstellen zullen tijdens de RBZ worden toegelicht en besproken.

Ook zal naar verwachting en mede op verzoek van Nederland en Frankrijk een informele bespreking plaatsvinden met CEO's van de Europese defensie-industrie.

Naast de materiele steun zullen ook de trainingen aan de Oekraïense strijdkrachten via de EU Military Assistance Mission (EUMAM) Oekraïne aan de orde komen. Er vinden sinds de lancering van de missie grootschalige trainingen plaats in Duitsland en Polen. Daarnaast biedt een groot aantal lidstaten modules aan om Oekraïense militairen op te leiden, bijvoorbeeld voor het gebruik van specifieke voertuigen en wapensystemen. Het doel van EUMAM is om dit jaar 30.000 Oekraïense militairen te trainen.

Nederlandse positie

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zal Nederland via spoor II met 130 mln. euro bijdragen aan het EDA-project voor de gemeenschappelijke aanschaf van 155 mm munitie voor Oekraïne en met 130 mln. euro aan het Duitse initiatief om met Nederland en Denemarken gezamenlijk 155 mm munitie aan te schaffen voor Oekraïne.3 Het totale bedrag van 260 mln. euro zal worden gedeclareerd bij de EPF, waarvan de verwachting is dat ongeveer de helft zal worden gecompenseerd.

Om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar munitie acht Nederland het van belang dat de productiecapaciteit van de industrie z.s.m. wordt opgeschaald. Nederland verwelkomt dan ook in algemene zin het voorstel van de Europese Commissie om dit te bewerkstelligen. Met de significante stijging van de defensiebudgetten van de lidstaten is er de komende periode een duidelijke vraag naar wapensystemen en munitie. Het is nu ook zaak om de aanbodzijde, d.w.z. de defensie industrie aan te sporen tot opschalen van productiecapaciteit en daarbij knelpunten door middel van het ASAP-voorstel weg te nemen. Nederland acht het noodzakelijk om te werken aan toegang tot financiering voor de industrie om de nodige hervorming door te voeren. Het Commissievoorstel draagt hier aan bij.

Uw Kamer zal nader worden geïnformeerd over deze voorstellen en de positie van Nederland door middel van een BNC-fiche.

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld draagt Nederland op verschillende manieren bij aan EUMAM.4 Het gaat om stafofficieren op de hoofdkwartieren van de missie, materieel gerelateerde en specialistische trainingen (bijvoorbeeld op medisch gebied) en collectieve trainingen in Duitsland. Zo heeft Nederland van eind maart tot eind april met vijftig militairen bijgedragen aan een opleiding van een Oekraïense infanteriebataljon die via EUMAM in Duitsland werd gegeven. Deze opleiding is succesvol afgerond. Momenteel zijn er dertig Nederlandse militairen in Duitsland voor het geven van een bataljons- en brigadestaftraining. Tevens gaan er in de periode augustus-september nog eens 200 militairen naar Duitsland voor het geven van een bataljonstraining. Naast het reageren op de meest urgente behoeften van Oekraïne, acht Nederland het ook van belang te bezien wat Oekraïne op de langere termijn nodig zal hebben voor het duurzaam opbouwen van de krijgsmacht en welke rol de EU-missie hierin kan spelen.

  • 3. 
    PESCO

Tijdens de RBZ zullen naar verwachting 11 nieuwe PESCO-projecten worden aangenomen. Het totaal aantal PESCO-projecten komt daarmee op 71. De projecten zijn onder andere gericht op de ontwikkeling van onbemande grondsystemen en een anti-torpedo torpedo. De volledige lijst van projectvoorstellen en voorgenomen deelname is voor uw Kamer inzichtelijk via delegates portal.5

Daarnaast zal tijdens de RBZ besluitvorming plaatsvinden over de toetreding van Denemarken tot PESCO. Denemarken heeft zijn uitzonde-ringsregeling op het EU defensiebeleid opgeheven, nadat bij een referendum daarover in Denemarken op 1 juni 2022 een meerderheid werd behaald.

Nederlandse positie

Nederland is voorstander van het goedkeuren van de nieuwe PESCO-projecten, omdat deze bijdragen aan nadere Europese samenwerking en capaciteitsprioriteiten van de EU adresseren. Nederland is voornemens deel te nemen aan drie nieuwe projecten die door andere lidstaten worden opgestart. Het gaat daarbij om projecten op het gebied van onbemande grondsystemen, anti-artillerie systemen en een anti-torpedo torpedo. Nederland wordt daarnaast waarnemer in vier projecten, op het gebied van training voor luchttransportpiloten, geïntegreerde lucht- en raketverdediging, ontwikkeling van sensoren en communicatiemiddelen geschikt voor het opereren in arctische condities, en een vernieuwende aanpak van netwerk infrastructuur gericht op mobiliteit van ingezette eenheden.

Nederland is voorstander van deelname van Denemarken aan PESCO en zal hiermee instemmen.

  • 4. 
    Raadsconclusies EU cyber verdediging

Naar verwachting zullen er Raadsconclusies worden aangenomen over het EU beleid t.a.v. cyber verdediging. Deze Raadsconclusies volgen op de op 10 november jl. gepubliceerde EU Cyber Defence policy en EU Cyber Solidarity Act van de Europese Commissie en de HV.6 In de concept Raadsconclusies wordt ingegaan op het belang van civiel-militaire coördinatie en samenwerking op het gebied van cyber. Preventie, detectie, afschrikking en reactievermogen zijn daarbij sleutelbegrippen om de weerbaarheid van de Unie te vergroten. Speciale nadruk ligt op het toenemende belang dat cyber heeft bij het uitvoeren van EU missies en -operaties en op de rol van de industrie.

Nederlandse positie

Zowel in de Defensienota7 als in de Nederlandse Cybersecuritystrategie8 heeft Nederland de ambitie uitgesproken meer internationaal samen te willen werken en complementariteit met NAVO te bereiken t.a.v. het cyberdomein. De Raadsconclusies zijn in lijn met deze ambitie.

  • 5. 
    EDA Bestuursraad

Tijdens de EDA bestuursraad zullen de Ministers van Defensie van gedachten wisselen over implicaties van de oorlog in Oekraïne op de planning voor toekomstige defensiecapaciteiten. Deze discussie vindt plaats in het kader van de herziening van het EU Capability Development Plan (CDP), dat in november 2023 wordt afgerond.

Nederlandse positie

Nederland acht het van belang dat de geleerde lessen uit de oorlog in Oekraïne worden meegenomen in de herziening van het CDP. Nederland zal tijdens de bestuursraad het belang onderstrepen van onder andere militaire mobiliteit, geïntegreerde command & control systemen, (zware) artillerie, geïntegreerde lucht- en raketverdediging en inlichtingencapaciteit. Daarnaast zal Nederland aandacht vragen voor het sneller opschaalbaar maken van de productiecapaciteit van de defensie-industrie en het tegengaan van fragmentatie. Nederland zal ook steun uitspreken voor de inzet van het EDA op de gezamenlijke aanschaf van munitie.

De Minister van Defensie,

K.H. Ollongren

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 21 501-28, nr. 253 5

1

   Kamerstuk 21 501-02, nr. 2639.

2

   https://defence-industry-space.ec.europa.eu/eu-defence-industry/act-support-ammunition-production-asap_en.

3

   Kamerbrief over levering Leopard 2 tanks en 155mm artilleriemunitie aan Oekraïne (Kamerstukken 36 045 en 22 054, nr. 157).

4

   Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 7 en 8 maart 2023 te Stockholm, Kamerstuk 21 501-28, nr. 252, d.d. 21 maart 2023; Terug- en vooruitblik na een jaar Russische oorlog in Oekraïne, Kamerstuk 36 045, nr. 151, d.d. 20 februari 2023.

5

   Delegates portal documentnummer ST 8036 2023 ADD 2.

6

   https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_22_6642.

7

   Kamerstuk 36 124, nr. 1.

8

   Kamerstuk 26 643, nr. 925.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.