Brief regering; Kabinetsreactie BIT-advies AERIUS - Informatie- en communicatietechnologie (ICT) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1000 toegevoegd aan dossier 26643 - Informatie- en communicatietechnologie (ICT) en dossier 35334 - Problematiek rondom stikstof en PFAS.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Informatie- en communicatietechnologie (ICT); Brief regering; Kabinetsreactie BIT-advies AERIUS |
---|---|
Documentdatum | 29-03-2023 |
Publicatiedatum | 29-03-2023 |
Nummer | KST266431000 |
Kenmerk | 26643; 35334, nr. 1000 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2023
Vergaderjaar 2022-
26 643 35 334
Nr. 1000
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Problematiek rondom stikstof en PFAS
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 29 maart 2023
Het Adviescollege ICT-toetsing adviseert de regering en het parlement over verbetering van de beheersing van ICT-projecten en informatiesystemen. Mijn ambtsvoorganger heeft hen verzocht een advies uit te brengen over de risico's en slaagkans van het programma AERIUS 2021-2024.
Op 27 februari jl. heeft het Adviescollege haar BIT-advies over het programma AERIUS vastgesteld. Met deze brief bied ik u dit advies aan, samen met een kabinetsreactie op de bevindingen van het Adviescollege.
Conclusie AERIUS en centrale informatievoorziening
De voornaamste conclusie van het adviescollege is dat AERIUS een systeem is dat van toegevoegde waarde is voor de stikstofaanpak, maar dat er nog in onvoldoende mate invulling wordt gegeven aan de centrale informatievoorziening voor het gehele dossier.
Het belang van een dergelijke centrale informatievoorziening is helder. Provincies staan voor de grote opgave om op korte termijn gebedsprogramma's op te stellen. Hiervoor is veel specifieke informatie benodigd dat meer omvat dan alleen stikstof. AERIUS heeft een belangrijke rol in deze informatievoorziening, maar is primair bedoeld ter ondersteuning van toestemmingverlening en bevat alleen informatie over stikstof.
Gehoor gevend aan de aanbevelingen van het Adviescollege ga ik de gehele informatiebehoefte binnen het natuur- en stikstofdossier in kaart brengen, met het doel om toe te werken naar een centrale informatievoorziening voor de gebiedsprocessen en de aanpak in het algemeen. Op basis van de informatiebehoeften zal vervolgens worden bekeken in hoeverre een doorontwikkeling van AERIUS kan bijdragen aan deze bredere ondersteuning.
Het Adviescollege geeft aansluitend op de conclusie een aantal waarde-volle bevindingen die het gehele instrumentarium verder kunnen kst-26643-1000 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
versterken en waarmee vooral ook richting de toekomst de rol van het programma als geheel kan worden verbeterd.
Opvolging aanbevelingen Adviescollege
Het Adviescollege geeft in haar advies naast de bevindingen een aantal concrete aanbevelingen. Per aanbeveling is hierna uitgewerkt op welke manier ik deze punten opvolg.
De eerste aanbeveling van het Adviescollege betreft de ondersteuning bij en de verantwoording van AERIUS-berekeningen. Het Adviescollege relateert dit aan de verantwoorde inzet van AERIUS-berekeningen en de rol die AERIUS hiermee inneemt in de verschillende processen.
Ik wil hierbij benadrukken dat een AERIUS-berekening altijd alleen ondersteunend is bij vergunningverlening of beleidsvorming. Bij vergunningverlening neemt het bevoegd gezag bijvoorbeeld de kwaliteit van de natuur in een betreffend gebied mee, waarbij meer factoren worden betrokken dan enkel een AERIUS-berekening. Dit neemt niet weg dat er extra aandacht besteed moet worden aan de verantwoorde inzet van AERIUS-berekeningen.
Ik ga deze aanbeveling van het Adviescollege direct opvolgen door voor de zomer de rol en positionering van AERIUS in het proces van toestem-mingverlening en beleidsvorming uit te werken, onderbouwd met een externe technische en juridische toetsing. Tijdens het debat van 23 februari jl. heeft de heer Omtzigt een vergelijkbare motie ingediend, ten aanzien van het gebruik van AERIUS en de juridische borging hiervan. In de uitwerking zal ik deze sporen met elkaar verbinden.
Verder beveelt het Adviescollege aan te werken aan het leveren van een samenhangende dienstverlening voor gebruikers. Dit hangt samen met de manier waarop gebruikers worden ondersteund bij het gebruik van AERIUS en de interpretatie van de uitkomsten. Ik onderschrijf het belang van een dergelijke ondersteuning en zal de aanbevelingen hierover opvolgen.
Voor een deel van deze aanbevelingen zijn de afgelopen tijd al acties in gang gezet. Zo is de uitvoering van de gebruikersondersteuning recent hernieuwd en volledig belegd bij BIJ121. Hiermee wordt in uitbreiding op de bestaande «Landelijk Informatiepunt Stikstof & Natura 2000» meer aandacht gegeven aan het leveren van een samenhangende dienstverlening aan alle gebruikers. Via dit traject worden gebruikers intensiever betrokken bij de doorontwikkeling van het instrumentarium, bijvoorbeeld als het gaat om het uitwerken van nieuwe functionaliteiten. Ook wordt in dit kader gewerkt aan meer omvattende opleidingsmodules.
Ten aanzien van de verantwoording suggereert het Adviescollege om AERIUS op te nemen in het recent opgerichte nationale Algoritmeregister. Hierbij wil ik specifiek aangeven dat AERIUS, hoewel technisch complex, volledig transparant en voorspelbaar is door het gebruik van «open source» en uitgebreide modelbeschrijvingen. De samenhang van deze documentatie verdient echter nog wel aandacht, zodat het voor een breder publiek toegankelijk wordt en het mogelijk wordt om de berekeningen eenvoudig te controleren.
1 BIJ12 ondersteunt provincies bij de uitvoering van wettelijke taken en met kennis, informatie en data over het landelijk gebied en de fysieke leefomgeving.
Ik zal deze aanbeveling samen met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bestuderen en betrekken bij de doorontwik-keling van het programma en het instrumentarium als geheel.
De tweede aanbeveling betreft de introductie van nieuwe functionaliteit en de doorontwikkeling van het programma.
De ontwikkeling van nieuwe functionaliteiten binnen AERIUS gaan in de aansturing via portfoliomanagement, waarbinnen ieder kwartaal de wensen voor doorontwikkeling worden geprioriteerd en gekoppeld aan de beschikbare capaciteit van het ontwikkelteam. Het meerjarig programmaplan heeft een belangrijke rol in het richting geven en inzichtelijk maken van de ontwikkelbehoefte op lange termijn.
Deze zorgvuldige manier van het prioriteren van ontwikkelingen is het afgelopen jaar uitgerold, waarmee een goede stap is gezet in de opvolging van deze aanbevelingen.
Ten aanzien van de concrete doorontwikkeling van AERIUS adviseert het Adviescollege om aan de slag te gaan met de technische vernieuwing van AERIUS Register, het registratiesysteem voor stikstofruimte dat nu toegankelijk is voor bevoegde gezagen. Het belang van een gedegen registratiesysteem onderschrijf ik. In de Kamerbrief van 25 november jl. heb ik aangegeven in te zetten op een bredere registratie (Kamerstukken 34 682 en 35 334, nr. 108).
Dit najaar zal de eerste versie van een volledig nieuw opgebouwd AERIUS Register beschikbaar komen. Hiermee geef ik invulling aan de bredere registratiebehoefte en ik zal daarbij ook de aanbevelingen van het Adviescollege betrekken.
Ik hecht er hierbij aan om te benadrukken dat een register, hoe goed ook, niet de oplossing is om toestemmingverlening van het slot te krijgen. Vanwege de huidige staat van de natuur is er op dit moment weinig ruimte voor nieuwe activiteiten. Een ICT-systeem speelt daar geen leidende rol in.
Als laatste aanbeveling geeft het Adviescollege aan dat het programma een bredere verantwoordelijkheid kan nemen, zodat daarmee de samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen verbetert. Deze aanbeveling is gerelateerd aan de inhoudelijke rol van AERIUS waar het eerste gedeelte van deze brief op reflecteert.
Om de regievoering vanuit het programma verder te verstevigen neem ik de aanbevelingen over. Dit doe ik via het hierboven, onder aanbeveling twee beschreven portfoliomanagement en de governance daaromheen. Hierin wordt bijvoorbeeld gekeken naar een rijksbrede herinrichting van de aansturing en uitvoering van het programma.
Tot slot wil ik het Adviescollege bedanken voor alle inzet dat heeft geleid tot deze waardevolle aanbevelingen om het programma verder te verbeteren.
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 26 643, nr. 1000 3