Brief regering; Handreiking ‘Privaatrechtelijke samenwerking door decentrale overheden: Handreiking voor decentrale volksvertegenwoordigers’ - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 157 toegevoegd aan wetsvoorstel 36200 VII - Vaststelling begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023; Brief regering; Handreiking ‘Privaatrechtelijke samenwerking door decentrale overheden: Handreiking voor decentrale volksvertegenwoordigers’ |
---|---|
Documentdatum | 22-03-2023 |
Publicatiedatum | 22-03-2023 |
Nummer | KST36200VII157 |
Kenmerk | 36200 VII, nr. 157 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 22 maart 2023
Bijgaand stuur ik u de handreiking «Privaatrechtelijke samenwerking door decentrale overheden: Handreiking voor decentrale volksvertegenwoordigers» toe. Met deze handreiking biedt mijn ministerie een praktisch toepasbaar kader ten behoeve van de democratische controle op privaatrechtelijke samenwerkingen. Het doel daarvan is om decentrale volksvertegenwoordigers meer grip te laten hebben en houden op uiteenlopende vormen van privaatrechtelijke samenwerkingen door decentrale overheden. Met het vervaardigen van deze handreiking is tevens uitvoering gegeven aan de motie van het lid Bromet.1
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
1 Kamerstuk 35 513, nr. 11.
kst-36200-VII-157 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200 VII, nr. 157