Brief regering; Reactie op verzoek commissie op petitie "Vergoed alle spraakcomputers: iedereen een stem" van ISAAC-NF d.d. 24 januari 2023 - Herziening Zorgstelsel - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1181 toegevoegd aan dossier 29689 - Herziening Zorgstelsel.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Herziening Zorgstelsel; Brief regering; Reactie op verzoek commissie op petitie "Vergoed alle spraakcomputers: iedereen een stem" van ISAAC-NF d.d. 24 januari 2023 |
---|---|
Documentdatum | 17-03-2023 |
Publicatiedatum | 17-03-2023 |
Nummer | KST296891181 |
Kenmerk | 29689, nr. 1181 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
29 689
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 maart 2023
Bij brief van 2 februari 2023 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij gevraagd te reageren op de aan de commissie gestuurde brief van ISAAC-NF. Het betreft de petitie met naam «Vergoed alle spraakcomputers: iedereen een stem» d.d. 24 januari 2023. Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, mijn reactie.
Met dit schrijven biedt ISAAC-NF de petitie aan waarmee aandacht wordt gevraagd voor de vergoeding van spraakcomputers. Er wordt in de begeleidende brief benadrukt dat communicatie voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn, zonder onredelijke voorwaarden. Zo ook voor mensen die een hulpmiddel nodig hebben om hun stem te laten horen. In haar brief noemt ISAAC-NF verder enkele redenen waarom de vergoeding van bepaalde spraakhulpmiddelen onterecht afgewezen zou zijn.
Allereerst onderschrijf ik het belang van het hebben en kunnen laten horen van een stem. Spraakhulpmiddelen spelen een grote rol hierin voor mensen met een spraakbeperking, hiervoor moeten passende hulpmiddelen beschikbaar en toegankelijk zijn.
Vergoeding spraakcomputers vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw)
Hulpmiddelen kunnen in beginsel vergoed worden vanuit het basispakket indien daar behoefte aan is1 en de verzekerde er redelijkerwijs op is aangewezen. Bijvoorbeeld in het geval van hulpmiddelen gerelateerd aan en ter compensatie van beperkingen in het spreken2. Bij beoordeling of een verzekerde aanspraak heeft op een specifiek hulpmiddel moeten er
1 Art. 10, onder d, Zorgverzekeringswet (Zvw) en art. 2.9, eerste lid, Besluit zorgverzekeringen (Bzv).
2 Art. 2.6, onderdeel s van de Regeling zorgverzekering (Rzv).
kst-29689-1181 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
specifieke functionaliteiten zijn waarover het hulpmiddel beschikt die gerelateerd zijn aan de functiestoornis. De onredelijke voorwaarden met betrekking tot de vergoeding van spraakcomputers die ISAAC-NF noemt in haar brief zijn mij niet bekend. Uiteraard is het niet de bedoeling dat voorwaarden aan vergoeding worden gesteld die niet te voldoen zijn.
Wel herken ik het signaal uit de brief over het wél vergoeden van software (het spraakprogramma), maar niet van de hardware waarop dit programma kan draaien.
Bekostiging spraakcomputers vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz)
Wlz-cliënten die verblijf en behandeling van dezelfde instelling ontvangen, krijgen spraakcomputers (hardware en software) vanuit de Wlz3. Hierbij geldt momenteel dat de aanschaf vanuit het instellingsbudget wordt gefinancierd, waarbij de zorgkantoren een deel van de kosten vergoeden. Wanneer de noodzaak voor het gebruik van dit communicatiemiddel is aangetoond, vergoeden de zorgkantoren 50% van de aanschafkosten tot een maximum van € 5.000 eens in de vijf jaar. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) onderzoekt momenteel, in overleg met ActiZ en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), of het wenselijk is deze financiering te wijzigen. Voor Wlz-cliënten die elders verblijven geldt dat zij voor een mogelijke vergoeding voor een spraakcomputer aangewezen zijn op de Zvw.
Het is niet aan mij om te oordelen over vergoedingen in individuele situaties. Dit neemt niet weg dat ik de signalen die zijn aangegeven in de brief serieus neem en hierover in gesprek gaan met Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en zorgverzekeraars. Ik koppel hierover voor de zomer terug.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
3 Deze hulpmiddelen vallen voor deze Wlz-cliënten onder de aanspraak op «hulpmiddelen die verband houden met de door de instelling gegeven zorg»; artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel d, onder 4°, van de Wlz.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 29 689, nr. 1181 2