Nader gewijzigd amendement Omtzigt ter vervanging van nr. 86 over risicodekking in de Ziektewet - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Dit nader gewijzigd amendement i is onder nr. 171 toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Amendement; Nader gewijzigd amendement van het lid Omtzigt ter vervanging van nr. 86 over risicodekking in de Ziektewet
Document­datum 19-12-2022
Publicatie­datum 19-12-2022
Nummer KST36067171
Kenmerk 36067, nr. 171
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022-2023

 

36 067

Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 171

NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 86

Ontvangen 19 december 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

 

Artikel I, onderdeel GG, vierde onderdeel, komt te luiden:

  • 4. 
    Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:
  • 4. 
    Indien de pensioenovereenkomst voorziet in een nabestaandenpensioen op risicobasis wordt de dekking uit hoofde van het nabestaandenpensioen voortgezet, waarbij voor de hoogte van de dekking wordt uitgegaan van de situatie op de dag voor beëindiging van de deelneming:
  • a. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of een werkloosheidsuitkering van zijn woonland en de uitkering ontvangt, waarbij voor de hoogte van de dekking rekening wordt gehouden met de omvang van de werkloosheid;
  • b. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct aansluitend op de voortzetting van het nabestaandenpensioen op grond van onderdeel a recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet en deze uitkering ontvangt;
  • c. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct aansluitend op de voortzetting van het nabestaandenpensioen op grond van onderdeel b recht heeft op een uitkering als bedoeld in onderdeel a en de uitkering ontvangt, waarbij voor de hoogte van de dekking rekening wordt gehouden met de omvang van de werkloosheid;
  • d. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct na de beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet en de uitkering ontvangt; of
  • e. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct aansluitend op de voortzetting van het nabestaandenpensioen op grond van onderdeel d recht heeft op een uitkering als bedoeld in onderdeel a en deze uitkering ontvangt, waarbij voor de hoogte van de dekking rekening wordt gehouden met de omvang van de werkloosheid; dan wel

kst-36067-171

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 171    1

  • f. 
    gedurende een periode van drie maanden rechtstreeks na beëindiging van de deelneming indien er geen sprake is van een aansluitend dienstverband of een uitkering als bedoeld in onderdeel a, b, c, d of e doch uiterlijk tot het moment dat sprake is van een nieuw dienstverband dan wel de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.

II

Artikel VII, onderdeel GG, vierde onderdeel, komt te luiden:

  • 4. 
    Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:
  • 4. 
    Indien de beroepspensioenregeling voorziet in een nabestaandenpensioen op risicobasis wordt de dekking uit hoofde van het nabestaandenpensioen voortgezet, waarbij voor de hoogte van de dekking wordt uitgegaan van de situatie op de dag voor beëindiging van de deelneming:
  • a. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of een werkloosheidsuitkering van zijn woonland en de uitkering ontvangt, waarbij voor de hoogte van de dekking rekening wordt gehouden met de omvang van de werkloosheid;
  • b. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct aansluitend op de voortzetting van het nabestaandenpensioen op grond van onderdeel a recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet en deze uitkering ontvangt;
  • c. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct aansluitend op de voortzetting van het nabestaandenpensioen op grond van onderdeel b recht heeft op een uitkering als bedoeld in onderdeel a en de uitkering ontvangt, waarbij voor de hoogte van de dekking rekening wordt gehouden met de omvang van de werkloosheid;
  • d. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct na de beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet en de uitkering ontvangt; of
  • e. 
    gedurende de periode dat de gewezen deelnemer direct aansluitend op de voortzetting van het nabestaandenpensioen op grond van onderdeel d recht heeft op een uitkering als bedoeld in onderdeel a en deze uitkering ontvangt, waarbij voor de hoogte van de dekking rekening wordt gehouden met de omvang van de werkloosheid; dan wel
  • f. 
    gedurende een periode van drie maanden rechtstreeks na beëindiging van de deelneming indien er geen sprake is van een aansluitend dienstverband of een uitkering als bedoeld in onderdeel a, b, c, d of e doch uiterlijk tot het moment dat sprake is van een nieuw dienstverband dan wel de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.

Toelichting

Dit amendement regelt dat ook gedurende de periode dat een gewezen deelnemer direct na beëindiging van de deelneming of na (13 weken ziekte in) de Werkloosheidswet recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet en die uitkering ook ontvangt, de risicodekking voor het nabestaandenpensioen doorloopt. Tevens is geregeld dat indien de (gewezen) deelnemer aansluitend op de Ziektewet (wederom) recht heeft op een WW-uitkering en deze ontvang, de risicodekking voortgezet blijft. Op dit moment kent de wet op dit punt een leemte: de (risico)dekking van het nabestaandenpensioen loopt wel door als de gewezen deelnemer na einde deelneming in de Werkloosheidswet belandt, maar niet als de gewezen deelnemer na einde deelneming vanwege ziekte niet in de Werkloosheidswet maar in de Ziektewet belandt of als de gewezen deelnemer (na 13 weken ziekte) vanuit de Werkloosheidswet in de

Ziektewet terecht komt (of vice versa). Dit amendement neemt deze leemte weg door te regelen dat ook in die situaties de risicodekking van het nabestaandenpensioen, op kosten van het collectief, wordt voortgezet.

Omtzigt

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 171 3


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.