Gewijzigd amendement Nijboer/Maatoug ter vervanging van nr. 59 over de verlaging van de startleeftijd - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) - Hoofdinhoud
Dit gewijzigd amendement i is onder nr. 168 toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Amendement; Gewijzigd amendement van de leden Nijboer en Maatoug ter vervanging van nr. 59 over de verlaging van de startleeftijd |
---|---|
Documentdatum | 15-12-2022 |
Publicatiedatum | 16-12-2022 |
Nummer | KST36067168 |
Kenmerk | 36067, nr. 168 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 067 |
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) |
Nr. 168 |
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN NIJBOER EN MAATOUG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 59 Ontvangen 15 december 2022 De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: I |
In artikel I wordt na onderdeel C, een nieuw onderdeel ingevoegd luidende: Ca In artikel 8, vijfde lid, onderdeel a, wordt «21 jaar» vervangen door «18 jaar». II Artikel I, onderdeel H, komt te luiden: H Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
|
kst-36067-168 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 168 1 |
In artikel I, onderdeel UUU, wordt voor artikel 220d een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 220ca. Overgangsrecht toetredingsleeftijd
Werknemers van 18 jaar of ouder die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Ca en H, eerste onderdeel, van de Wet toekomst pensioenen niet in de pensioenregeling van hun werkgever deelnemen, omdat zij jonger zijn dan de op basis van de pensioenregeling gehanteerde toetredingsleeftijd, verwerven pensioenaanspraken vanaf het tijdstip waarop de Wet toekomst pensioenen inwerking treedt.
IV
In artikel VII wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa
In artikel 22, tweede lid, wordt «eenentwintig» vervangen door «achttien».
V
In artikel VII, onderdeel QQQ, wordt na artikel 214c, een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 214ca. Overgangsrecht toetredingsleeftijd
Beroepsgenoten van 18 jaar of ouder die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel VII, onderdeel Fa, van de Wet toekomst pensioenen niet in de beroepspensioenregeling deelnemen, omdat zij jonger zijn dan de op basis van de pensioenregeling gehanteerde toetredingsleeftijd, verwerven pensioenaanspraken vanaf het tijdstip waarop de Wet toekomst pensioenen inwerking treedt.
VI
In artikel XV wordt aan het slot ingevoegd «en met dien verstande dat artikel I, onderdelen Ca en H, eerste onderdeel, en artikel VII, onderdeel Fa, in werking treden met ingang van 1 januari 2024».
Toelichting
Dit amendement regelt dat de startleeftijd voor pensioenopbouw per 1 januari 2024 wordt verlaagd naar 18 jaar. Werken en pensioenopbouw horen hand in hand te gaan. Omdat de maximale startleeftijd voor pensioenopbouw momenteel 21 jaar is, lopen jongeren echter pensioenopbouw mis. Dit geldt met name voor (vaak praktisch opgeleiden) jongeren die op 18-jarige leeftijd een volwaardige baan hebben. De afschaffing van de doorsneesystematiek versterkt het belang van vroege pensioenopbouw. Ondanks een relatief lage inleg op jonge leeftijd, kan wegens de lange beleggingshorizon een significante bijdrage worden geleverd aan een goed pensioen. De indieners zijn van mening dat een startleeftijd van 18 jaar zowel aansluit bij het streven om zo veel mogelijk werkenden pensioen te laten opbouwen, als de afspraken in het SER MLT over een gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket voor alle werkenden.
Nijboer
Maatoug
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 168 3