Amendement Den Haan over een andere verdeling - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 135 toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Amendement; Amendement van het lid Den Haan over een andere verdeling |
---|---|
Documentdatum | 15-12-2022 |
Publicatiedatum | 15-12-2022 |
Nummer | KST36067135 |
Kenmerk | 36067, nr. 135 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 067 |
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) |
Nr. 135 |
AMENDEMENT VAN HET LID DEN HAAN Ontvangen 15 december 2022 De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: I |
In artikel I, onderdeel QQQ, komt artikel 150d, tweede lid, onderdeel d, te luiden:
II In artikel I, onderdeel QQQ, komt artikel 150k, te luiden: Artikel 150k. Afspraken uitvoeringsovereenkomst
|
kst-36067-135 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 135 1 |
-
b.tenminste dezelfde koopkrachtontwikkeling te realiseren conform de mediane consumentenprijsindex bij koopkrachtontwikkeling voor minimaal de komende 20 jaar als voor wijziging van de pensioenovereen-komst.
-
3.Als niet aan het tweede lid, onderdeel a en b, wordt voldaan door een te laag resterend vermogen, wordt eerst de koopkrachtontwikkeling, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, voor alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden evenredig verlaagd en, indien dit onvoldoende is, wordt de nominale uitkering voor alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden evenredig verlaagd.
-
4.In de uitvoeringsovereenkomst wordt een regeling opgenomen op grond waarvan:
-
a.pensioengerechtigden en gewezen deelnemers het recht krijgen een deel van het pensioenvermogen aan te wenden om een vaste stijging van de pensioenuitkering te ontvangen; en
-
b.deelnemers het recht krijgen een deel van het pensioenvermogen aan te wenden voor toekomstige verhogingen of compensatie.
-
5.In de uitvoeringsovereenkomst wordt een regeling opgenomen voor de situatie dat een solidariteitsreserve of risicodelingsreserve door toevoeging van rendement meer zou gaan bedragen dan 15% waarbij het meerdere wordt aangewend voor financiering van incidentele toeslagver-lening wegens voor de wijziging van de pensioenovereenkomst niet toegekende toeslag.
III
In artikel VII, onderdeel MMM, komt artikel 145c, tweede lid, onderdeel d, te luiden:
-
d.de voor deelnemers, gewezen deelnemers of pensioengerechtigden gemaakte afspraken over compensatie voor de niet toegekende voorwaardelijke toeslagverlening tot het moment van de wijziging van de beroepspensioenregeling en het vervallen van de in het pensioenreglement opgenomen voorwaardelijke toeslagverlening door de wijziging van de beroepspensioenregeling en, voor deelnemers, voor het afschaffen van de doorsneesystematiek;.
IV
In artikel VII, onderdeel MMM, komt artikel 145j, te luiden:
Artikel 145j. Afspraken uitvoeringsovereenkomst
-
1.In aanvulling op artikel 35 wordt in de uitvoeringsovereenkomst een regeling opgenomen met betrekking tot de wijze waarop het vermogen van een beroepspensioenfonds dat resteert na afzondering van het minimaal vereist eigen vermogen of vulling van een solidariteitsreserve of risicodelingsreserve, bij een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 145l op evenwichtige wijze wordt verdeeld onder deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden.
-
2.Bij de regeling, bedoeld in het eerste lid, geldt dat het resterend vermogen wordt gebruikt om:
-
a.de verwachte en ingegane nominale pensioenen gelijk te houden voor en na de collectieve waardeoverdracht; en
-
b.tenminste dezelfde koopkrachtontwikkeling te realiseren conform de mediane consumentenprijsindex bij koopkrachtontwikkeling voor minimaal de komende 20 jaar als voor wijziging van de pensioenovereenkomst.
-
3.Als niet aan het tweede lid, onderdeel a en b, wordt voldaan door een te laag resterend vermogen, wordt eerst de koopkrachtontwikkeling, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, voor alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden evenredig verlaagd en, indien dit onvoldoende is, wordt de nominale uitkering voor alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden evenredig verlaagd.
-
4.In de uitvoeringsovereenkomst wordt een regeling opgenomen op grond waarvan:
-
a.pensioengerechtigden en gewezen deelnemers het recht krijgen een deel van het pensioenvermogen aan te wenden om een vaste stijging van de pensioenuitkering te ontvangen; en
-
b.deelnemers het recht krijgen een deel van het pensioenvermogen aan te wenden voor toekomstige verhogingen of compensatie.
-
5.In de uitvoeringsovereenkomst wordt een regeling opgenomen voor de situatie dat een solidariteitsreserve of risicodelingsreserve door toevoeging van rendement meer zou gaan bedragen dan 15% waarbij het meerdere wordt aangewend voor financiering van incidentele toeslagver-lening wegens voor de wijziging van de beroepspensioenregeling niet toegekende toeslag.
Met dit amendement wordt een eerlijke verdeling van het eigen vermogen beoogt en tevens recht te doen aan het voorwaardelijk recht uit het FTK op koopkrachtbehoud, indien het vermogen dit toelaat. Deelnemers hebben verschillende behoeften. Zo kunnen de gepensioneerden en slapers het resterende eigen vermogen aanwenden voor koopkracht behoud en inhalen van achterstallige koopkracht en actieven voor een toekomstige verhoging of compensatie van de afschaffing van de doorsneesystematiek.
Den Haan
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 135 3