Brief regering; Omgang met demonstraties bij abortusklinieken in Frankrijk - Zorg rond zwangerschap en geboorte - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 237 toegevoegd aan dossier 29614 - Grondrechten in een pluriforme samenleving en dossier 32279 - Zorg rond zwangerschap en geboorte.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Zorg rond zwangerschap en geboorte; Brief regering; Omgang met demonstraties bij abortusklinieken in Frankrijk |
---|---|
Documentdatum | 13-12-2022 |
Publicatiedatum | 13-12-2022 |
Nummer | KST32279237 |
Kenmerk | 32279; 29614, nr. 237 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2023
Vergaderjaar 2022-
32 279 29 614
Nr. 237
Zorg rond zwangerschap en geboorte Grondrechten in een pluriforme samenleving
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 december 2022
Met enige regelmaat zijn anti-abortus demonstraties rond abortusklinieken in het nieuws. Voor bezoekers en werknemers van klinieken kunnen deze demonstraties vervelend en ingrijpend zijn. Laat ik vooropstellen, zoals ik ook eerder aan uw Kamer heb laten weten, dat het onwenselijk is dat vrouwen bij hun bezoek aan een abortuskliniek hinder kunnen ondervinden van anti-abortusdemonstranten. Vrouwen hebben het recht op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Ik sta echter ook voor het recht om te demonstreren. In bepaalde gevallen kunnen deze rechten botsen. Het is primair aan de burgemeester van de gemeente waar een kliniek gevestigd is om in concrete situaties te beoordelen of er voorwaarden of beperkingen aan een demonstratie moeten worden verbonden.
Op 11 juli jl. sprak ik een brede vertegenwoordiging van abortusklinieken, onder andere over de ervaren problematiek rond demonstraties. Uit dat overleg, en ook uit een eerdere uitvraag die ik heb gedaan bij gemeenten, kwam een gemengd beeld. Bij sommige klinieken worden geen of weinig problemen ervaren met demonstraties, met name dankzij goede afspraken met de gemeente en handhaving. Echter, in dit overleg is mij ook verteld dat enkele klinieken een toename ervaren van het aantal demonstraties en een verharding van de wijze waarop gedemonstreerd wordt. In augustus 2022 is daarom een nieuwe uitvraag bij abortusklinieken gedaan, waaruit opnieuw een gemengd beeld naar voren kwam.
Op 6 december jl. ontving ik een brief van bestuurders van abortusklinieken waarin zij wederom hun zorgen uitten over demonstraties. De bestuurders stellen dat het demonstratierecht te veel botst met de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van bezoekers van abortusklinieken.
In het commissiedebat medische ethiek en orgaandonatie (2 juni 2022) (Kamerstukken 34 990 en 28 140, nr. 12) is door Kamerlid Arib naar voren gebracht dat in Frankrijk een verbod zou gelden op demonstraties waarbij kst-32279-237 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
vrouwen worden geïntimideerd. Daarop heb ik toegezegd om in overleg met de Minister van BZK en de Minister van JenV uit te zoeken hoe dat verbod op intimidatie tijdens demonstraties in Frankrijk eruit ziet.
Het wettelijk kader van demonstraties bij abortusklinieken in Frankrijk
In Frankrijk wordt naast het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer - net als in Nederland - het recht om vreedzaam te demonstreren beschouwd als een fundamenteel recht. Zo is het land lid van het EVRM en heeft dus op basis van artikel 11 EVRM de plicht om het recht op betoging te respecteren. Daarom mag in Frankrijk het demonstratierecht alleen onder voorwaarden worden beperkt. Demonstraties mogen worden verboden als de openbare orde dreigt te worden verstoord. Organisatoren van demonstraties zijn verplicht deze minimaal 3 dagen van tevoren aan te melden. Net als in Nederland, is demonstreren in Frankrijk geen vrijbrief voor het plegen van strafbare feiten.
Frankrijk kent een specifieke wetsbepaling die het verhinderen van abortus strafbaar stelt met een maximumstraf van twee jaar gevangenisstraf of 30.000 Euro boete. Deze strafbepaling is een reactie op de zogenaamde «commandos anti-IVG» rond de jaren '90. De acties van deze groepering waren gericht op het fysiek verhinderen van toegang tot abortusklinieken. Daarbij drongen ze klinieken binnen, intimideerden ze het personeel en bezoekers en beschadigden ze apparatuur. Om dit tegen te gaan heeft Frankrijk in 1993 een wet aangenomen die het verhinderen (of het pogen daartoe) van abortus strafbaar stelt. Onder het verhinderen van abortus valt zowel het fysiek verhinderen van toegang tot een kliniek als het bedreigen en intimideren van personeel of bezoekers van de kliniek. Later is een verbod op het uitoefenen van morele of psychologische druk toegevoegd aan de bestaande strafbepaling. Ook is de reikwijdte uitgebreid tot mensen die een abortuskliniek bezoeken om zich te informeren.
Het wettelijk kader van demonstraties bij abortusklinieken in Nederland
Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het demonstratierecht zijn beide fundamenteel en dienen beide beschermd te worden. De overheid moet zich inspannen om demonstraties zoveel mogelijk te faciliteren. Op basis van de Wet openbare manifestaties is het aan het lokale gezag om een demonstratie in goede banen te leiden. Een burgemeester kan op grond van een kennisgeving van een demonstratie eventueel voorschriften en beperkingen stellen om een demonstratie ordelijk en vreedzaam te laten verlopen, ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en om wanordelijkheden te bestrijden of te voorkomen. In dat kader kan de burgemeester ook tijdens een demonstratie aanwijzingen geven aan demonstranten. Zoals eerder aangehaald: een demonstratie is geen vrijbrief voor het plegen van strafbare feiten en het strafrecht kan worden ingezet wanneer sprake is van strafbare gedragingen.
Nederland kent anders dan Frankrijk geen specifieke strafbepaling die betrekking heeft op intimidatie bij abortusklinieken of het verhinderen van abortus. Maar in Nederland is wel het belemmeren van een ander in de vrijheid van beweging, het zich aan iemand opdringen terwijl degene duidelijk heeft aangegeven dit niet te willen of het hinderlijk volgen van iemand op de openbare weg strafbaar op grond van artikel 426bis van het Wetboek van Strafrecht. En als er sprake is van bijvoorbeeld belaging, bedreiging, belediging, mishandeling of dwang, dan is dit uiteraard ook strafbaar.
Tot slot is het wederrechtelijk binnendringen van een abortuskliniek, en het wederrechtelijk daar verblijven en niet vertrekken op verzoek van de rechthebbende strafbaar op grond van artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht.
Een strafrechtelijke bepaling zoals in Frankrijk, waarin allerlei vormen van het verhinderen van een abortus worden verboden, is te verklaren vanuit de hevigheid van de anti-abortusprotesten aldaar. De Nederlandse situatie is wat dat betreft niet geheel vergelijkbaar. Vanuit de gedachte dat bij het beperken van het demonstratierecht terughoudendheid gepast is, en vanuit de gedachte dat het strafrecht een ultimum remedium is dat reeds in voldoende mate in bescherming voorziet, zien wij geen aanleiding ons te richten op aanpassing van wetgeving.
De in deze brief omschreven signalen vanuit abortusklinieken zijn niet nieuw. Uw Kamer is hier ook eerder over geïnformeerd. Echter, juist omdat de thematiek hardnekkig is blijft het belangrijk om klinieken en gemeenten waar mogelijk te ondersteunen. In 2021 is daarom nog een expertmeeting georganiseerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), waarna een factsheet is gepubliceerd. Ik volg de rechtszaken over lokale demonstraties bij abortusklinieken die worden gevoerd, met interesse. Ook zal ik in gesprek blijven met de ministers van BZK en JenV, om te kijken hoe we gemeenten verder kunnen helpen in de omgang met en het reguleren van demonstraties bij abortusklinieken. Door het Ministerie van BZK wordt bezien hoe kennis en informatie over het demonstratierecht beter kan worden ontsloten.
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 32 279, nr. 237 3