Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 36250 K - Wijziging begroting Defensiematerieelbegrotingsfonds 2022 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden |
---|---|
Documentdatum | 09-12-2022 |
Publicatiedatum | 09-12-2022 |
Nummer | KST36250K3 |
Kenmerk | 36250 K, nr. 3 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
36 250 K
Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 14 december 2022
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 5 december 2022 voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Defensie. Bij brief van 9 december 2022 zijn ze door de Minister en de Staatssecretaris van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
De Roon
Adjunct-griffier van de commissie,
Goorden
kst-36250-K-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Worden alle door Nederland aan Oekraïne geschonken pantser-houwitsers vervangen? Zo nee, waarom niet? Hoeveel stuks gaat Defensie dan aanschaffen? Wanneer wordt de Kamer uitgebreid geïnformeerd?
De geleverde Pantserhouwitsers zijn aan Oekraïne geschonken (Kamerstuk 2929/2022Z08514 d.d. 31 mei 2022). Voor de leveringen heeft het kabinet generale compensatie ter beschikking gesteld (Kamerstuk 22 054, nr. 372 d.d. 13 september 2022). Momenteel wordt bezien op welke wijze financiële compensatie voor de geleverde Pantserhouwitsers, samen met de beschikbare extra middelen voor vuursteun capaciteit uit de Defensienota, wordt ingezet. Voor meer detail verwijs ik u naar Kamerstuk 22 054, nr. 369 en Kamerstuk 22 054, nr. 365 over de effecten van de leveringen op de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht.
2
Kan in een overzichtelijk schema aangegeven worden welke middelen die gereserveerd zijn voor 2022 dit jaar niet meer uitgegeven worden? Kan hierbij ook aangegeven worden of het de verwachting is dat deze middelen in 2023 wel uitgegeven worden?
Op het DMF is in 2022 sprake van onderrealisatie. Zo zijn in 2022 de budgetten reeds met 567 miljoen euro verlaagd en middels kasschuiven aan het DMF in latere begrotingsjaren toegevoegd. Dit bedrag wordt geschoven naar de jaren 2023 tot en met 2027, zoals ook nader toegelicht in de Ontwerpbegroting voor het DMF voor 2023 in tabel 1 (Belangrijkste beleidsmatige mutaties, pagina 16).
Daarnaast is sprake van onderrealisatie op verschillende artikelen van het DMF. In totaal bedraagt deze onderrealisatie 651 miljoen euro. In de tweede suppletoire DMF-begroting is de uitgavenraming hiervoor in 2022 verlaagd. Bij Slotwet wordt de definitieve realisatie voor 2022 vastgesteld; pas bij Slotwet wordt zodoende de definitieve omvang van de mogelijke onderrealisatie over 2022 bekend. Omdat het DMF een fondsbegroting betreft, die in de Rijksbegroting is opgenomen onder het investerings-plafond, geldt geen maximum voor de eindejaarsmarge. Alle uitgaven in het DMF zijn belegd en komen alleen in latere jaren tot realisatie. De onderrealisatie in 2022 wordt op het DMF volledig doorgeschoven. Dit bedrag wordt met de Voorjaarsnota 2023 weer toegevoegd aan het budget van het DMF. Naar verwachting zullen de onderliggende redenen voor de huidige onderrealisatie, waaronder de overspannen arbeidsmarkt, de verstoorde logistieke ketens en toegenomen vraag naar wapensystemen en munitie ook in 2023 niet verdwenen zijn.
3
Wat wordt er verstaan onder «herfasering» van projecten?
Herfasering is het veranderen van de fasering van een kasreeks van een project, met als doel een project weer in het juiste kasritme te zetten, conform het verwachte uitgavenbeloop.
4
Waarom worden er minder ESSM Block 2 missiles aangekocht dan begroot?
Zoals de Kamer eerder via de DMP B-brief ESSM Block2 is geïnformeerd worden niet vier, maar twee fregatten uitgerust met de nieuwe missiles (Kamerstuk 27 830 nr. 355). Dit is besloten omdat het uitrusten van de fregatten met de missiles lang duurt. Daarna resteert een inzetperiode van twee jaar voordat de schepen in 2032 en 2033 uit de vaart worden genomen. Dit is niet doelmatig en heeft bovendien als nadeel dat twee keer een LC-fregat een jaar niet inzetbaar is. De doorschuif in de begroting staat hier deels los van, en is een gevolg van nadere projectplanning, waarmee het project is herfaseerd (zie ook vraag 3) om het in lijn te brengen met het Defensie Lifecycle Plan voor 2023 en verder.
5
Hoe verklaart u de discrepantie tussen het eerder informeren van de Tweede Kamer dat de levering van de extra MQ-9 Reapers niet worden vertraagd en de neerwaartse bijbestelling van € 71 miljoen voor Male UAV's, waar vermeld wordt dat de toestellen «(voorlopig) niet naar Nederland komen» in de wijziging begrotingsstaten van het defensiematerieelfonds?
De neerwaartse bijstelling van € 71 miljoen heeft betrekking op de eerste vier MQ-9 toestellen en niet op de extra toestellen. Defensie heeft ervoor gekozen de levering van deze toestellen te laten plaatsvinden op Curagao, waar de operationele training en evaluatiefase met de toestellen wordt uitgevoerd. Daardoor komen de toestellen niet in 2022 naar Nederland en vindt er in 2022 geen btw-afdracht plaats over deze toestellen. Dit verklaart de neerwaartse bijstelling. Er is geen relatie met de extra toestellen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 250 K, nr. 3 3