Brief van het Adviescollege ICT-toetsing over het tussentijds advies over het indringend testen van de DSO-keten - Omgevingsrecht - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. EQ toegevoegd aan dossier 33118 - Omgevingsrecht en wetsvoorstel 34986 - Invoeringswet Omgevingswet i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Omgevingsrecht; Brief van het Adviescollege ICT-toetsing over het tussentijds advies over het indringend testen van de DSO-keten |
---|---|
Documentdatum | 02-12-2022 |
Publicatiedatum | 02-12-2022 |
Nummer | KST1062914 |
Kenmerk | 33118; 34986, nr. EQ |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022 - 2023
33 118
Omgevingsrecht
34 986
Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)
EQ1
BRIEF VAN HET ADVIESCOLLEGE ICT-TOETSING
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 december 2022
Hierbij bied ik u ter informatie een afschrift van de brief die vandaag is verzonden aan de minister voor Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening.
De brief is een reactie op het verzoek van de minister aan het Adviescollege van 28 november 2022 (kenmerk 2022-0000650933) om een tussentijds advies uit te brengen over de maatregelen die zijn genomen of gepland naar aanleiding van ons advies aan de Eerste Kamer van 10 oktober 2022 (kenmerk 2022-0000555343).
prof. dr. J.P.J. Verkruijsse RE RA Voorzitter
drs. S.J. van Amerongen Secretaris-directeur
1 De letters EQ hebben alleen betrekking op 33 118.
BRIEF VAN HET ADVIESCOLLEGE ICT-TOETSING
Aan de minister voor Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening Den Haag, 1 december 2022
Dank voor uw verzoek om een tussentijds advies uit te brengen over de maatregelen die zijn genomen of gepland naar aanleiding van ons advies aan de Eerste Kamer van 10 oktober 2022 (kenmerk 2022-0000555343). Uw verzoek betreft met name het indringend testen van de DSO-keten. Wij zullen nog dit jaar een onderzoek uitvoeren om vast te stellen in hoeverre ons advies op dit punt is opgevolgd. Daarbij richten we ons op de inhoud van het plan van aanpak IKT3 en alle andere bronnen waarin wij de gerealiseerde en voorgenomen opvolging kunnen vaststellen.
Ter voorkoming van misverstanden willen wij onze rol op twee punten aanscherpen. Wat ons betreft gelden onverkort de condities die u cursief hebt weergegeven in uw brief. Dat geldt met nadruk voor de passage: "Uw advies over de voorgestelde aanpak en de voorgenomen uitvoering staat volledig los van een eventueel later advies over de feitelijke uitvoering van de voorgestelde IKT-aanpak." Deze conditie verdraagt zich echter niet met de door u in uw brief voorgestelde interactieve ('ex durante') wijze van adviseren gedurende de uitvoering van IKT fase 3. We hebben deze opvatting al eerder op ambtelijk niveau kenbaar gemaakt.
In de tweede plaats benadrukken we dat we onmogelijk de door u centraal gestelde vraag of de testaanpak voldoende zekerheid gaat geven, kunnen beantwoorden. Daarvoor is immers nodig dat we ook de testuitkomsten en de verwerking daarvan beoordelen; die zijn in dit onderzoek buiten scope. Wij kunnen dus op basis van dit tussenonderzoek niet de conclusie trekken dat de risico's die wij eerder signaleerden bij inwerkingtreding voldoende zijn gemitigeerd. Zoals eerder gesteld houden wij de mogelijkheid open om 'ex post' wel vast te stellen of de stevige kwaliteitsimpuls aan het indringend ketentesten die wij adviseerden het gewenste resultaat heeft opgeleverd.
Gegeven de urgentie die dit 'ex ante' tussenonderzoek heeft, streven wij ernaar om dit nog voor de kerst af te ronden. Deze deadline veronderstelt wel dat we uiterlijk 7 december 2022 alle relevante documentatie in ons bezit hebben en dat de belangrijkste interviews ingepland kunnen worden in de periode van 5 tot en met 13 december 2022.
We hebben hierover inmiddels ambtelijk contact. In dat contact zullen we ook een afspraak maken over een pragmatische invulling van hoor en wederhoor die past in dit tijdpad.
Voor de goede orde melden we u dat een afschrift van deze brief gelijktijdig is aangeboden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
prof. dr. J.P.J. Verkruijsse RE RA Voorzitter drs. S.J. van Amerongen Secretaris-directeur
2