Motie Sylvana Simons over mensen met een medische urenbeperking tenminste het wettelijk minimumloon per maand laten verdienen wanneer zij naar vermogen werken - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 80 toegevoegd aan wetsvoorstel 36200 XV - Vaststelling begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2023 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023; Motie; Motie van het lid Sylvana Simons over mensen met een medische urenbeperking tenminste het wettelijk minimumloon per maand laten verdienen wanneer zij naar vermogen werken |
---|---|
Documentdatum | 01-12-2022 |
Publicatiedatum | 01-12-2022 |
Nummer | KST36200XV80 |
Kenmerk | 36200 XV, nr. 80 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023
MOTIE VAN HET LID SYLVANA SIMONS
Voorgesteld 1 december 2022 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat mensen met beperkingen zoals chronische pijn en spierziekten vaak een arbeidsvermogen van lager dan 30 uur per week hebben, en dat voor deze groep momenteel een advies medische urenbeperking kan worden vastgesteld door een verzekeringsarts;
constaterende dat deze groep niet de mogelijkheid heeft om meer uren te werken en dat hun maximaal haalbare inkomen daardoor lager is dan het wettelijk minimumloon per maand;
van mening dat het minimumloon voor iedereen van toepassing moet zijn;
verzoekt de regering om maatregelen te treffen waardoor mensen met een medische urenbeperking tenminste het wettelijk minimumloon per maand verdienen wanneer zij naar vermogen werken, en dit vanuit de overheid te subsidiëren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sylvana Simons
kst-36200-XV-80 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200 XV, nr. 80