Amendement Pouw-Verweij c.s. over de mogelijkheid van individueel bezwaar tegen het invaren - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 84 toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Amendement; Amendement van het lid Pouw-Verweij c.s. over de mogelijkheid van individueel bezwaar tegen het invaren |
---|---|
Documentdatum | 10-11-2022 |
Publicatiedatum | 10-11-2022 |
Nummer | KST3606784 |
Kenmerk | 36067, nr. 84 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 067 |
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) |
Nr. 84 |
AMENDEMENT VAN HET LID POUW-VERWEIJ C.S. Ontvangen 10 november 2022 De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: I |
In artikel I, onderdeel QQQ, wordt in artikel 150m na het achtste lid een lid ingevoegd, luidende: 8a. De collectieve waardeoverdracht betreft de pensioenaanspraken of pensioenrechten van deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of pensioengerechtigden die geen bezwaren jegens het pensioenfonds kenbaar hebben gemaakt tegen de waardeoverdracht nadat zij over het voornemen schriftelijk zijn geïnformeerd. II In artikel I, onderdeel SSS, wordt «artikel 150m, tweede tot en met achtste en tiende lid» vervangen door «artikel 150m, tweede tot en met lid 8a en tiende lid». III In artikel VII, onderdeel MMM, wordt in artikel 145l na het zevende lid een lid ingevoegd, luidende: 7a. De collectieve waardeoverdracht betreft de pensioenaanspraken of pensioenrechten van deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of pensioengerechtigden die geen bezwaren jegens het beroepspensioenfonds kenbaar hebben gemaakt tegen de waardeoverdracht nadat zij over het voornemen schriftelijk zijn geïnformeerd. IV In artikel VII, onderdeel OOO, wordt «artikel 145l, tweede tot en met zevende en negende lid» vervangen door «artikel 145l, tweede tot en met lid 7a en negende lid». |
kst-36067-84 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 84 1 |
Toelichting
Over een ingrijpende stelselwijziging leven per definitie vragen en twijfels. Volstrekte eensgezindheid is niet haalbaar. Deze constatering laat onverlet dat een brede basis van vertrouwen wenselijk en nodig is. Ten aanzien van de Wet toekomst pensioenen ontbreekt deze brede basis ten enenmale. De voorgenomen ingrijpende stelselwijziging wordt zeer verdeeld ontvangen in de samenleving. Ook de inzichten van deskundigen lopen sterk uiteen. Juist bij een ingrijpende stelselwijziging waarin vertrouwen een zo zware rol speelt, is een vrije keus over waardeoverdracht aan te bevelen. In de versterkte collectieve waarborgen rond het voorgenomen invaren van pensioenfondsen komt het respecteren van deze individuele afweging niet tot uiting. Het getuigt van vertrouwen om (gewezen) deelnemers aan pensioenfondsen en pensioengerechtigden zelf de keuze te laten over deelname aan het nieuwe stelsel. Dit is ook mogelijk. Dit amendement waarborgt een vrijwillige waardeoverdracht van pensioenaanspraken of pensioenrechten. Voor wie bezwaar maakt tegen invaren blijft feitelijk de oude regeling gelden.
Pouw-Verweij Ephraim Den Haan
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 84