Brief regering; Aanpak van rechtsextremisme en -terrorisme en andere vormen van extremisme in Nederland - Terrorismebestrijding - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 654 toegevoegd aan dossier 29754 - Terrorismebestrijding.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Terrorismebestrijding; Brief regering; Aanpak van rechtsextremisme en -terrorisme en andere vormen van extremisme in Nederland |
---|---|
Documentdatum | 07-11-2022 |
Publicatiedatum | 07-11-2022 |
Nummer | KST29754654 |
Kenmerk | 29754, nr. 654 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
29 754
Nr. 654
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 november 2022
Aanslagen, zoals de aanslag vorige maand in Bratislava1 waarbij twee mensen om het leven kwamen, en de aanslagen in Oslo (2019, een dodelijk slachtoffer) en Halle (2019, twee dodelijke slachtoffers) illustreren op indringende wijze de zorgelijke ontwikkelingen binnen het rechtsextremisme en -terrorisme in Europa. De 19-jarige alleenhandelende dader uit Slowakije radicaliseerde naar eigen zeggen via rechts-extremistische internetfora en zijn aanslag en manifest worden op accelerationistische en neonazistische kanalen gedeeld en geprezen.
Deze afschuwelijke gebeurtenissen passen in het dreigingsbeeld zoals beschreven in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 57, dat tegelijkertijd met deze brief aan uw Kamer is toegezonden. De arrestaties van vier personen in IJsland in september die mogelijk vanuit rechts-extremistisch motief een aanslag wilde beramen en de arrestaties in dezelfde maand in Antwerpen en Gent laten tevens zien dat deze dreiging niet alleen van alleenhandelende daders komt. In beide gevallen zijn veel wapens gevonden en in het geval van België is er mogelijk sprake van een vermenging van complottheorieën met extreemrechts gedachtegoed.
Hoewel het jihadisme nog steeds de voornaamste bron van terroristische dreiging voor ons land vormt, zijn ook de hierboven genoemde ontwikkelingen en de wijze waarop relatief jonge mensen buiten zicht van hun omgeving online kunnen radicaliseren zorgelijk en kunnen deze Nederland raken.2 Het kabinet vindt daarom dat - naast de blijvende inzet op de aanpak van het jihadisme - ook hier gericht en daadkrachtig tegen opgetreden moet worden. Dat geldt voor de in het DTN genoemde ontwikkelingen op het gebied van rechts-extremisme als op andere vormen van extremisme binnen Europa en Nederland, waaronder het anti-overheidsextremisme. In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 57
1 Zie de Volkskrant, Schutter doodt twee mannen bij gaybar in Slowaakse hoofdstad Bratislava, 13 oktober 2022.
2 Zie hiervoor ook Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 57 (Kamerstuk 29 754, nr. 653).
kst-29754-654 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
worden deze ontwikkelingen onder meer ten aanzien van rechtsextremisme in breder perspectief geplaatst. Tevens worden hierin ook op de ontwikkelingen rondom complottheorieën zoals de omvolkingstheorie en anti-overheidssentimenten verder uiteengezet.
In deze kamerbrief zal ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie, ingaan op de huidige inzet van het kabinet op het tegengaan van deze vormen van extremisme en -terrorisme. Tevens geef ik met deze brief uitvoering aan het verzoek van het lid Klaver (GroenLinks), zoals gedaan tijdens het debat over de aanpak van discriminatie en racisme d.d. 19 mei jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 82, item 11)
Aanpak van rechts-extremisme en -terrorisme
Het (online) rechts-extremisme en -terrorisme vormt een reële bedreiging voor de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde in Nederland. De contraterrorisme aanpak, zoals die in de afgelopen jaren vorm heeft gekregen, is breed inzetbaar en is gericht op het tegengaan en voorkomen van alle vormen van extremisme en terrorisme die Nederland bedreigen. In de brief van 26 oktober 20211 is door mijn voorganger beschreven welke stappen het kabinet zet om deze dreiging het hoofd te bieden. Zo hebben de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten beter zicht gekregen op de dreiging uitgaande van aanhangers van rechts-terroristisch gedachtegoed in Nederland en het buitenland. Dit draagt bij aan een steeds preciezer beeld van de aard en omvang van het rechts-extremisme en -terrorisme in Nederland en de mogelijkheden om waar nodig gericht in te grijpen.
Beter beeld en inzicht van de dreiging helpt om de lokale aanpak nog preciezer te richten en aan te scherpen om de extremistische en terroristische dreigingen tegen te gaan. Nederland heeft jarenlange goede ervaring met de persoonsgerichte aanpak (PGA) maar gemeenten en lokale bestuurders geven aan dat deze vormen van radicalisering, die veelal uitsluitend online plaatsvinden, lastig te signaleren zijn en er nog weinig mogelijkheden zijn om dit lokaal online tegen te gaan. Inmiddels is er verspreid over Nederland wel een aantal rechts-extremistische personen in de PGA opgenomen die via een strafrechtelijk onderzoek in beeld zijn gekomen. Deze eerste ervaringen laten zien dat eenmaal in beeld bij de lokale aanpak, de partners in gezamenlijkheid goed in staat zijn om deze casuïstiek, evenals andere vormen van extremisme, op te pakken. De bekende interventies vanuit zorg en veiligheid zijn ook voor deze doelgroep inzetbaar en bieden gemeenten voldoende handelingsper-spectief.
Daarnaast is er het afgelopen jaar geïnvesteerd in het vergroten en versterken van kennis en bewustwording van partnerorganisaties en professionals. Zo zijn er op basis van de recente dreigingsbeelden door het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering trainingen ontwikkeld die nu landelijk ingezet worden om professionals te trainen om nieuwe vormen van extremisme te herkennen en daar mee om te gaan. Hiermee zijn er al enkele honderden professionals in Nederland getraind. Het Landelijk Steunpunt Extremisme geeft advies en biedt ondersteuning aan organisaties en professionals die met extremisme te maken krijgen.
De Expertise unit Sociale Stabiliteit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid biedt gemeenten daarnaast informatie over preventie van radicalisering, waarbij ook specifiek aandacht is voor rechtsextremisme en online radicalisering.
De NCTV heeft dit jaar in samenwerking met de Nationale Politie een digitale symbolenbank ontwikkeld die (lokale) professionals kunnen gebruiken om rechts-extremistische verschijningsvormen te herkennen. Deze zit momenteel in de testfase en zal vanaf begin 2023 operationeel zijn. De Versterkingsgelden, die jaarlijks beschikbaar worden gesteld aan gemeenten om de lokale integrale aanpak in het tegengaan van radicalisering, extremisme en terrorisme verder vorm te geven en te versterken, worden sinds 2019 ook ingezet voor het onderzoeken en tegengaan van rechts-extremisme en -terrorisme.
Steeds duidelijker komt naar voren dat rechts-extremisme vaak samen gaat met een fascinatie voor wapens en beroepen waar wapens gebruikt worden. Zowel bij de politie als binnen Defensie is daardoor extra aandacht voor extremisme binnen de eigen organisatie. In 2021 heeft de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) vastgesteld dat er vanuit rechts-extremisten interesse is voor een baan bij Defensie. De MIVD kijkt naar signalen en potentiele risico's van rechts-extremisten. Ook breder binnen het Ministerie van Defensie is er aandacht voor bewustwording en signalering van rechts-extremisme binnen Defensie.
Internationale samenwerking
Met behulp van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is er de afgelopen jaren een aantal succesvolle interventies gepleegd. Zo is een aantal gekende internationale online rechts-terroristische groepen zoals The Base gedecimeerd door verstoringen en aanhoudingen, onder meer in Nederland. Daarmee zijn zeer waarschijnlijk enkele aanslagen in Europa voorkomen. Dit neemt niet weg dat de mogelijkheid van geweld blijft bestaan, zoals de aanslag in Bratislava helaas toont.
Binnen Europese samenwerkingsverbanden, zoals de EU-raadswerkgroepen op het gebied van terrorisme en extremisme en het Radicalisation Awareness Network, hebben de ontwikkelingen en de aanpak van deze vorm van extremisme sterk aan prioriteit gewonnen en zijn dit vaste onderwerpen van gesprek. Dit sluit aan bij de Nederlandse inzet dat in deze fora alle vormen van extremisme besproken wordt. Ook de Europese Coördinator voor Terrorismebestrijding onderstreept het belang van internationale samenwerking bij het tegengaan van rechtsextremisme en -terrorisme. Dit droeg hij o.a. uit tijdens de Ministeriële Vergadering en de Coordinating Committee van het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) in september jl. Binnen GCTF verband wordt o.l.v. Noorwegen en de Verenigde Staten een toolkit ontworpen die lidstaten en andere stakeholders kan helpen bij het bestrijden van dreigingen uit rechts-extremistische hoek en de uitdagingen die hiermee gepaard gaan. Zowel binnen EU- als GCTF verband wordt steeds de link gelegd tussen rechts-extremisme en de rol die het online domein speelt bij de dreiging die van deze personen uitgaat. Rechts-extremisme is ook onderwerp van gesprek in het terrorisme comité van de Raad van Europa (CDCT) en de onderliggende werkgroep nieuwe dreigingen (working group on emerging threats). Nederland neemt hier actief deel aan.
Speciale aandacht is er sinds februari voor de dreiging die uitgaat van rechts-extremisten die deel willen nemen aan de strijd in Oekraïne.
Daarbij wil ik benadrukken dat er op dit moment geen aanwijzingen zijn voor specifieke dreigingen voor Nederland die gelinkt zijn aan het conflict in Oekraïne. Tijdens het debat over de aanpak van discriminatie en racisme op 19 mei jl. werd door het lid Klaver in dit verband ook gevraagd naar de deelname van Nederlandse rechts-extremisten aan gevechtstrai-ningen in Duitsland en Polen. Door het lid Klaver werd expliciet gevraagd op welke wijze de AIVD een bijdrage levert aan een actueel dreigingsbeeld rondom dit soort mogelijke ontwikkelingen.
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten onderzoeken voortdurend de ontwikkelingen in de dreiging. Dit alles binnen de kaders van de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (Wiv 2017). Op basis hiervan geeft de AIVD uitvoering aan zijn wettelijke taak om onderzoek te verrichten met betrekking tot organisaties en personen die door de doelen die zij nastreven, dan wel door hun activiteiten, aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de nationale veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat. Indien er een aanleiding is, kan de AIVD andere instanties mogelijkheden bieden om zelf een onderzoek te starten, maatregelen te treffen of vervolgstappen te nemen op basis van de informatie van de AIVD.
Aanpak online domein
Het aandeel van de online component bij de verspreiding van extremistische content en radicalisering van personen is evident. Binnen het accelerationisme zijn het merendeels tieners en jongvolwassen die de extremistische content vinden en delen op besloten delen van het internet. Op niet gereguleerde fora en chatgroepen, zoals Telegram en Discord, en mede door geraffineerde wervingstechnieken raken veelal kwetsbare jongeren steeds verder verstrengeld in extremistische onlinegroepen en het rechts-extremistische gedachtegoed. Daar komen ze in aanraking met extreem gewelddadige content en worden extremistische ideeën gevoed en versterkt.
Niet alleen vanwege de dreiging van extremistisch en/of terroristisch geweld, maar ook voor de kansen en toekomst van deze jongeren acht ik het van groot belang om dit tegen te gaan, en liever nog te voorkomen dat meer jongeren radicaliseren binnen deze netwerken. Dat vergt een aanpak van twee kanten; het tegengaan van de online verspreiding van deze extremistische en soms zelfs terroristische content, en het vergroten van de (online) weerbaarheid van kwetsbare jongeren anderzijds.
Om de online aanpak van de extremistische dreiging te versterken is door de NCTV een verkenning gestart naar mogelijke maatregelen en bijbehorend dreigingsbeeld online. Samen met operationele partners wordt verkend welke technische en juridische (on)mogelijkheden er zijn en wat behoeften van ketenpartners zijn voor mogelijke interventies. De implementatie van de verordening terroristische online inhoud (TOI) is van belang bij het tegengaan van verspreiding van terroristisch materiaal op het open internet. In het eerste kwartaal van 2023 wordt verwacht dat de Autoriteit Online Terroristische en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM), die verantwoordelijk is voor de uitvoering, operationeel is. In Europees verband heeft Nederland samen met Duitsland het initiatief genomen om met de Ministers van gelijkgezinde EU-lidstaten te spreken over het tegengaan van de verspreiding van extremistische en terroristische uitingen online en de wijze waarop de aanpak in EU-verband kan worden versterkt.
Tegelijkertijd zijn diverse onderzoeken in gang zijn gezet die het radicalise-ringsproces en ook de werking en impact van het internet en het gebruikte algoritme in beeld moeten brengen. Medio 2023 worden daar de eerste resultaten van verwacht die meer aanknopingspunten zullen bieden om online radicalisering tegen te gaan. De inzichten daaruit zullen worden gedeeld met partners als SZW en BZK met als doel om dit ook in te kunnen zetten om de bestaande preventieprogramma's te versterken en de (digitale) weerbaarheid van Nederlands jongeren te vergroten.
Anti-overheidsextremisme en andere vormen van extremisme
Naast de ontwikkelingen binnen het rechts-extremisme en -terrorisme wordt in het laatste DTN ook geschreven over een toename van anti-overheidsextremisme. Door bedreiging, intimidatie en in enkele gevallen ook geweld, is deze vorm van extremisme de afgelopen twee jaar zichtbaarder geworden. De coronaprotesten brachten een radicale onderstroom met zich mee die zich, na het loslaten van de coronamaatre-gelen, steeds meer op andere onderwerpen is gaan richten, zoals het stikstofvraagstuk en de oorlog in Oekraïne. Het gaat hierbij niet om één samenhangende groep, maar een veelvoud aan bewegingen die elkaar overlappen en met elkaar zijn verbonden door anti-overheidssentimenten en deels door complottheorieën. Dat geldt ook voor vermenging met de dreiging van het klassieke rechts-extremistische gedachtegoed dat zich met name uit in de ondermijning van de democratische rechtsorde en in de aantasting van de rechtsstaat en de sociale cohesie in de samenleving. De normalisering van de omvolkingstheorie is daar een voorbeeld van. Rechts-extremisten dragen zulk gedachtegoed actief uit en hebben online en offline bereik.
De verspreiding en normalisering van dergelijk sentimenten en theorieën kan aanleiding vormen voor het plegen van extremistische en zelfs terroristische handelingen.2 Extremistische aanjagers hebben een bereik van vele duizenden volgers die actief anti-overheidssentimenten verspreiden en in sommige gevallen bewust aansturen op het vergroten van wantrouwen jegens instituties. Door zowel fysiek als online overheidsfunctionarissen en uitvoerders van het beleid tot tegenstanders te verklaren, hen te bedreigen en te intimideren, wordt door deze extremistische aanjagers een klimaat gecreëerd waarin de overheid en andere maatschappelijke instituties als vijand van het volk worden neergezet en waarmee de drempel voor het gebruiken van geweld wordt verkleind. Niet alleen politici en overheidspersoneel, maar ook hulpverleners en journalisten moeten het ontgelden.
Het versterken van de persoonsgerichte (lokale) aanpak van anti-overheidsextremisme gaat gelijk op met die van rechts-extremisme. Dat geldt ook voor de andere hierboven genoemde onderdelen van de aanpak van rechts-extremisme en -terrorisme, in het bijzonder van de online aanpak van de verspreiding van extremistische uitingen en van aanjagers en zij die anderen aanzetten tot geweld. Ook hier geldt zowel de strafrechtelijke aanpak van de aanjagers of daders die de wet overtreden enerzijds, als het inzetten op het vergroten van de weerbaarheid van kwetsbare individuen anderzijds. Daarnaast zal aanvullend onderzoek meer inzicht gaan geven in deze vorm van extremisme, de dreiging die hieruit voortkomt en de mogelijkheden de weerbaarheid tegen deze dreiging te vergroten. Deze inzichten zullen gebruikt worden om de aanpak nog verder aan te scherpen en te versterken.
De dreiging die uitgaat van de in de brief genoemde vormen van extremisme, kunnen naast gewelddadig en strafbaar ook niet-gewelddadig van aard zijn. Waar de dreiging van fysiek geweld evident is en aanknopingspunten biedt voor het strafrecht, kunnen ook juist op termijn de minder zichtbare vormen van extremisme een dreiging vormen voor onze nationale veiligheid. De aanpak hiervan berust minder op het strafrecht. Het gaat dan bijvoorbeeld om het doelbewust intimideren en zaaien van angst al dan niet door het verspreiden van vijandige complottheorieën en onjuiste informatie of laster en het doen van pogingen om een parallelle samenleving tot stand te brengen waarbij het gezag van de Nederlandse overheid en het rechtssysteem wordt afgewezen.
Daarnaast blijkt uit recente Dreigingsbeelden Terrorisme, dat bij verschillende protestgroepen personen actief zijn die trachten met een extremistische boodschap mensen te beïnvloeden en deze onvrede en onrust in te zetten voor gewelddadige extremistische doelen.
Ik kan niet vaak genoeg herhalen dat onze democratie gebaat is bij een open discussie en zo is ingericht dat mensen hun ongenoegen en onvrede kenbaar kunnen maken. Echter, ik constateer helaas dat dit ongenoegen niet altijd op een vreedzame manier wordt geuit. Naast de zichtbare verharding en polarisatie, zie ik ook een toename van bedreiging, intimidatie en geweld. Onze democratie moet hiertegen beschermd worden en deze vormen van ondermijning van onze rechtstaat en rechtsorde, waar wij als burgers vrij in kunnen en mogen leven, zijn onacceptabel. Naast de strafrechtelijke aanpak zet ik samen met mijn collega bewindspersonen van BZK en SZW ook in op het versterken van de weerbaarheid en veerkracht van onze samenleving en democratie. Zo beschermen we onze democratische belangen.
Afgelopen jaar is de nieuwe Nationale Contraterrorisme Strategie gelanceerd.3 Hier is gewelddadig extremisme onderdeel van. De minder zichtbare en sluimerende vormen van extremisme zijn hier niet in opgenomen. Deze laatste vorm vraagt wellicht een andere benadering dan de diepingrijpende strafrechtelijke- en persoonsgerichte maatregelen die we voor terrorismebestrijding hebben. Daarom zal de NCTV, aanvullend op de Nationale Contraterrorisme Strategie, het initiatief nemen om met de betrokken partners een strategie op te stellen die zich richt op het tegengaan van extremisme. Deze strategie wordt medio 2023 verwacht en met uw Kamer gedeeld.
Dit is geen gemakkelijke opgave en ik ben me er bewust van dat een strategie op zichzelf staand geen antwoorden biedt op deze gecompliceerde problematiek in onze maatschappij. Wel biedt het kaders waarop we, samen met (lokale) partners, investeren in een weerbare samenleving, ondermijning van onze democratische rechtsorde tegengaan en hard optreden daar waar de grenzen van onze wet worden overschreden en geweld wordt gebruikt.
Zodat we, gezamenlijk, onze nationale belangen beschermen en onze veiligheid waarborgen.
Mede namens de Minister van Defensie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
-
D.Yesilgöz-Zegerius
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 29 754, nr. 654 6
Zie ook Reactie op het verzoek van het lid Ellemeet over uitzending van ZEMBLA over rechts-extremisme (Kamerstuk 29 754, nr. 621).
Zie Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 57 (Kamerstuk 29 754, nr. 653).
Kamerstuk 29 754, nr. 641.