Motie Léon de Jong over de Wet toekomst pensioenen intrekken en het huidige stelsel waar nodig verbeteren - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 34 toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Motie; Motie van het lid Léon de Jong over de Wet toekomst pensioenen intrekken en het huidige stelsel waar nodig verbeteren |
---|---|
Documentdatum | 12-10-2022 |
Publicatiedatum | 12-10-2022 |
Nummer | KST3606734 |
Kenmerk | 36067, nr. 34 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 067 |
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) |
Nr. 34 |
MOTIE VAN HET LID LÉON DE JONG Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 oktober 2022 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de Minister stelselmatig weigert de Kamer actuele berekeningen te verstrekken over de manier waarop bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel met circa 1.500 miljard euro aan pensioenver-mogen zal worden verdeeld; overwegende dat terwijl de actuele inflatie boven de 14% uitkomt en desastreuze gevolgen heeft voor de financiële positie van Nederlanders en er geen zicht is op normalisering van inflatie, de Minister in haar onderbouwing voor het invoeren van het nieuwe pensioenstelsel achterhaalde onderzoeken aanhaalt die uitgaan van een inflatie van 2% of 3% en stelselmatig weigert actueel inzicht te geven in het effect van een langdurig hoge inflatie op het toekomstig pensioen; overwegende dat de Minister stelselmatig weigert de Kamer cijfermatig te onderbouwen of de waarborgen zoals in het wetsvoorstel beschreven voldoende zijn om onnodige achteruitgang van pensioen bij overgang naar het nieuwe pensioenstelsel op te vangen; overwegende dat de Minister stelselmatig weigert de Kamer cijfermatig actueel te onderbouwen hoe een koopkrachtig pensioen zal worden gerealiseerd; overwegende dat de Minister stelselmatig weigert de Kamer een definitie van evenwichtig invaren te doen toekomen; overwegende dat de doelstellingen rondom een begrijpelijk, transparant en eerlijk koopkrachtig pensioen in de beantwoording van de Minister niet worden waargemaakt; |
kst-36067-34 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 34 1 |
overwegende dat pensioenexperts (zowel voorstanders als tegenstanders van een overgang naar het nieuwe pensioenstelsel) veelvuldig waarschuwen voor de grote financiële risico's voor deelnemers rondom de onzorgvuldige behandeling van de Wet toekomst pensioenen en het te snel invoeren van het nieuwe pensioenstelsel;
overwegende dat er lering moet worden getrokken uit politieke dwalingen uit het verleden waardoor mensen door onnodige onzorgvuldige wetgeving ongekend onrecht is aangedaan en er derhalve alles aan moet worden gedaan om persoonlijke drama's door invoering van onzorgvuldige wetgeving te voorkomen;
overwegende dat de politiek niet mag gokken met de pensioenbelangen van miljoenen Nederlanders;
verzoekt de regering de Wet toekomst pensioenen in te trekken en met voorstellen te komen om het huidige pensioenstelsel te verbeteren waar nodig, zoals het aanpassen van de rigide rekenrente, waardoor onnodige kortingen in de toekomst kunnen worden voorkomen en indexatie sneller kan plaatsvinden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Léon de Jong
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, nr. 34