Wet van 28 september 2022 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met aanpassing van de regeling voor waardeoverdracht en afkoop klein pensioen en invoering van afkoop klein nettopensioen en nettolijfrente - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 11-10-2022 |
---|---|
Publicatiedatum | 11-10-2022 |
Kenmerk | Stb. 2022, 387 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Wet van 28 september 2022 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met aanpassing van de regeling voor waardeoverdracht en afkoop klein pensioen en invoering van afkoop klein nettopensioen en nettolijfrente
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling voor waardeoverdracht en afkoop van kleine pensioenaanspraken aan te passen en afkoop van kleine nettopensioenen en kleine nettolijfrenten mogelijk te maken;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt in de definitie van buitenlandse instelling «een van de Europese Gemeenschappen» vervangen door «een lidstaat van de Europese Unie».
Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
-
-
Artikel 67, vierde lid, en artikel 68, vierde lid, komen te luiden:
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
-
-
In artikel 70a wordt, onder vernummering van het tweede tot en met zesde lid tot het derde tot en met zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
-
Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 176, eerste lid, wordt «66, derde tot en met zesde, negende en elfde lid» vervangen door «66, vierde tot en met zesde, achtste en tiende lid» en wordt «69, derde, vierde en zevende lid, 70a, tweede, derde, vierde en zesde lid» vervangen door «69, vierde, vijfde en achtste lid, 70a, derde, vierde, vijfde en zevende lid».
Artikel 220b wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL II
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, wordt in de definitie van buitenlandse instelling «een van de Europese Gemeenschappen» vervangen door «een lidstaat van de Europese Unie».
Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:
-
-
Artikel 79, vierde lid, en artikel 80, vierde lid, komen te luiden:
Artikel 80a wordt als volgt gewijzigd:
-
-
In artikel 81a wordt, onder vernummering van het tweede tot en met zesde lid tot het derde tot en met zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
-
Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 171, eerste lid, wordt «78, derde tot en met zesde, negende en elfde lid» vervangen door «78, vierde tot en met zesde, achtste en tiende lid» en wordt «80a, derde, vierde en zevende lid, 81a, tweede, derde, vierde en zesde lid» vervangen door «80a, vierde, vijfde en achtste lid, 81a, derde, vierde, vijfde en zevende lid».
Artikel 214a wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL III
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5.16, tweede lid, onderdeel b, vervalt «, en artikel 3.126a, vijfde lid, niet van toepassing is».
In artikel 5.16c wordt, onder vernummering van het vijfde tot en met achtste lid tot zesde tot en met negende lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
-
-
Het eerste lid is mede niet van toepassing op een afkoop van een aanspraak op een nettolijfrente waarvan nog geen termijnen zijn vervallen ingeval de waarde in het economische verkeer van die aanspraak op het onmiddellijk aan het tijdstip van afkoop voorafgaande tijdstip niet meer bedraagt dan het bedrag, genoemd in artikel 3.133, tweede lid, onderdeel d.
-
Aan artikel 5.17e, vijfde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL IV
In de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021 vervalt artikel XII, onderdeel 5.
ARTIKEL V
Indien deze wet eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdelen Q, onder 1, en HH, onder 1, CCC en VVV, van de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021 wordt de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers als volgt gewijzigd:
In de artikelen 13i, tweede lid, 28a, tweede lid, 74a, tweede lid, en 151a, tweede lid, wordt «Artikel 66, negende lid» steeds vervangen door «Artikel 66, zevende lid».
In de artikelen 13i, tweede lid, 28a, tweede lid, 74a, tweede lid, en 151a, tweede lid, wordt «Artikel 66, zevende lid» steeds vervangen door «Artikel 66, achtste lid».
ARTIKEL VI
Indien artikel I, onderdelen Q, onder 1, en HH, onder 1, CCC en VVV, van de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021 eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, wordt de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers als volgt gewijzigd:
In de artikelen 13i, tweede lid, 28a, tweede lid, 74a, tweede lid, en 151a, tweede lid, zoals die bepalingen luidden voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Q, onder 1, en HH, onder 1, CCC en VVV, van de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021 wordt «Artikel 66, negende lid» steeds vervangen door «Artikel 66, zevende lid».
In de artikelen 13i, derde lid, en 28a, derde lid, zoals die bepalingen luidden na de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Q, onder 1, en HH, onder 1, CCC en VVV, van de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021, wordt «Artikel 66, zevende lid» steeds vervangen door «Artikel 66, achtste lid».
ARTIKEL VII
Indien artikel I, onderdeel DDDD, van de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021 eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, wordt in artikel VI van deze wet voor «Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers» gelezen «Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers».
ARTIKEL VIII
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 28 september 2022
Willem-Alexander
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij
Uitgegeven de elfde oktober 2022
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 36 004