Brief regering; Reactie op het afschrift brief aan de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed inzake “De archivering van chatberichten bij het ministerie van Algemene Zaken” - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2023 - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 36200 III - Vaststelling begroting Algemene Zaken, Kabinet van de Koning en Commissie van Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2023.

Officiële titel	Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2023; Brief regering; Reactie op het afschrift brief aan de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed inzake “De archivering van chatberichten bij het ministerie van Algemene Zaken”
Document­datum	04-10-2022
Publicatie­datum	05-10-2022
Nummer	KST36200III4
Kenmerk	36200 III, nr. 4
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022-

2023

36 200 III

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2023

Nr. 4

BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 oktober 2022

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zoals toegezegd in de brief van 29 juni jl. (Kamerstuk 35 925 III, nr. 33) een afschrift aan van het rapport van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed «De archivering van chatberichten bij Algemene Zaken». Als bijlage is de reactie op de aanbevelingen van de Inspectie aan de Minister van Algemene Zaken opgenomen.

Wij zijn de Inspectie erkentelijk voor het onderzoek en de aanbevelingen. De aanbevelingen van de inspectie aan de Minister van Algemene Zaken worden geheel overgenomen. Een aantal van deze aanbevelingen is doorgevoerd of is op dit moment in uitvoering. De overige aanbevelingen worden spoedig opgepakt. Waar nodig wordt hierbij afstemming en aansluiting gezocht bij andere ministeries bij rijksbreed beleid en rijksbrede regelgeving.

De Inspectie komt voorts tot het oordeel dat de huidige rijksbrede instructie bewaren chatberichten niet voldoet aan de Archiefwet en beveelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan deze daarmee in lijn te brengen en er voor te zorgen dat bij het maken van nadere instructies die gerelateerd zijn aan de Archiefwet een goede toets te doen aan deze wet. De regeringscommissaris informatiehuishouding als ook het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding buigen zich over dezelfde materie waarbij het Adviescollege door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gevraagd om alle onderzoeken in samenhang te bezien. Dat advies wordt voor het einde van het jaar verwacht waarna het kabinet op de kortst mogelijke termijn hier nader op zal reageren.

kst-36200-III-4 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

In afwachting daarvan wordt onderzocht op welke wijze de chatinstructie aanpassing vergt. In deze tussenfase worden de chatberichten van de Minister-President bewaard ten behoeve van veiligstelling en archivering. In deze fase worden de chatberichten van de andere leden van het kabinet bij hun ministeries eveneens bewaard ten behoeve van veiligstelling en archivering.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft op korte termijn een reactie op aanbevelingen die gaan over de Archiefwet.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

• M. 

  Rutte

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200 III, nr. 4 2