Brief regering; OvV-rapport ‘Mortierongeval Mali 2016, heropening onderzoek 2022’ - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 92 toegevoegd aan wetsvoorstel 35925 X - Vaststelling begroting Defensie 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022; Brief regering; OvV-rapport ‘Mortierongeval Mali 2016, heropening onderzoek 2022’ |
---|---|
Documentdatum | 31-08-2022 |
Publicatiedatum | 01-09-2022 |
Nummer | KST35925X92 |
Kenmerk | 35925 X, nr. 92 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 31 augustus 2022
Op 14 januari 2022 heb ik u geïnformeerd dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) het eigen onderzoek naar dit ongeval heeft heropend (Kamerstuk 35 925 X, nr. 53). Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, het rapport «Mortierongeval Mali 2016, heropening onderzoek 2022» van de (OvV) aan. In dit aanvullende rapport bevestigt de OvV de conclusies uit zijn eerste onderzoeksrapport over het mortierongeval uit 2017 (Kamerstuk 34 775 X, nr. 7). Ik ben van mening dat dit aanvullende rapport van groot belang is en dat het een bijdrage levert aan het veilig houden en veiliger maken van Defensie.
Het mortierongeval in Mali heeft diepe sporen nagelaten bij de nabestaanden, de geliefden, de vrienden en de familie van de overleden en gewonde militairen. Ook binnen onze organisatie is dat het geval. Ik realiseer mij dat het verschijnen van het OvV-rapport en deze reactie daarop voor de betrokkenen een extra last betekent in het dragen van hun verlies en het verwerken van deze ingrijpende gebeurtenissen.
Conclusies OvV-rapport
In het aanvullende rapport bevestigt de OvV zijn eerdere conclusie dat het ongeval het gevolg was van koperazide kristalvorming in de ontsteker van de mortiergranaat. Dit werd veroorzaakt door een chemische reactie waar de wijze van opslag van de granaat in Mali aan heeft bijgedragen. Ik onderschrijf de conclusies van de OvV over de oorzaak van het ongeval.
Ook deel ik de pijnlijke constatering van de OvV dat Defensie eerder meer informatie met de OvV had moeten delen. De OvV had in 2019, toen het rapport van het Kenniscentrum Wapensystemen & Munitie (KCW&M) aan de OvV werd aangeboden, alle bevindingen van dit interne onderzoek moeten ontvangen. Zoals ik uw Kamer heb toegezegd in mijn brief van
kst-35925-X-92 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
14 januari 2022 heeft Defensie tijdens het heropende onderzoek de gevraagde medewerking aan de OvV verleend.
De OvV constateert dat medewerkers van het KCW&M op enkele punten van de voorgeschreven werkwijze zijn afgeweken bij het ontmantelen van 1138 mortiergranaten in Mali. Hierdoor zijn veiligheidsrisico's ontstaan. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden is een risicoanalyse uitgevoerd en een werkinstructie opgesteld. Bij het opstellen van de werkinstructie had besloten moeten worden om eventuele waterstofazide te meten. Daarnaast hebben de medewerkers niet volledig volgens de werkinstructie gewerkt door de voorgeschreven wachttijd na het demonteren van de ontstekers en schokversterkers niet te volgen. Ik deel de conclusie van de OvV dat het afwijken van de werkinstructie voor aanvullende risico's heeft gezorgd.
Demilitarisatie
Momenteel ligt nog een voorraad mortiergranaten van hetzelfde type opgeslagen als de ongevalsgranaat. Deze granaten mogen niet meer worden gebruikt en moeten gedemilitariseerd (onschadelijk gemaakt) worden. In 2019 bent u geïnformeerd dat voor de veiligheid bij deze demilitarisatie met alle toen geconstateerde gebreken rekening zou worden gehouden (Kamerstuk 35 000 X, nr. 150).
In april 2021 is de voorbereiding van het demilitarisatieproces stilgelegd door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Deze inspectie constateerde toen dat er bij de voorgenomen werkzaamheden sprake zou zijn van ernstig gevaar voor het personeel. Op dit moment worden de verschillende mogelijkheden voor demilitarisatie bezien. Hiertoe wordt voor elke mogelijkheid een risicoanalyse opgesteld. Dit gebeurt op een zorgvuldige manier om zo veilig mogelijk tot demilitarisatie over te gaan.
De OvV heeft in zijn vervolgonderzoek kennis genomen van een rapport van een onafhankelijk expert dat is opgesteld in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM heeft van dit expertrapport gebruik gemaakt voor haar vervolg feitenonderzoek. Nadat de OvV in zijn vervolgonderzoek kennis had genomen van dit rapport, heeft hij in het voorjaar van 2022 Defensie geadviseerd dit expertrapport op te vragen bij het OM. Dit deed hij omdat het rapport mogelijk relevante informatie bevat voor de veiligheid bij Defensie en in het bijzonder voor het te ontwikkelen demilitarisatieproces. De bevindingen van het rapport worden door experts van Defensie betrokken bij de voorbereidingen van de demilitarisatie.
Vervolg
De OvV draagt met dit rapport bij aan de verdere verbetering van de veiligheid bij Defensie. Zoals aangegeven in de Defensienota (Bijlage bij Kamerstuk 36 124, nr. 1) zet Defensie de komende jaren verdere stappen om de fysieke en sociale veiligheid te verbeteren.
De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de stand van zaken van het munitiedomein en meer specifiek van het proces van demilitarisatie. Uw Kamer ontvangt deze brief voorafgaand aan het commissiedebat veiligheid en integriteit van 20 oktober 2022.
De voorzitter van de Raad heeft mij op 31 augustus tevens bijgevoegde brief toegezonden. In deze brief beschrijft hij een mortierongeval op Aruba in 1961. Daarbij geeft de voorzitter in overweging om, met de kennis van nu, dit ongeval opnieuw te laten bezien door een voor historisch onderzoek geschikte instantie.
Uw Kamer wordt later geïnformeerd over de wijze waarop Defensie invulling kan geven aan deze overweging.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 925 X, nr. 92 3