Brief regering; Stand van zaken aanvullend onderzoek inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen juli 2022 - Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 142 toegevoegd aan dossier 32805 - Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg; Brief regering; Stand van zaken aanvullend onderzoek inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen juli 2022 |
---|---|
Documentdatum | 05-07-2022 |
Publicatiedatum | 06-07-2022 |
Nummer | KST32805142 |
Kenmerk | 32805, nr. 142 |
Commissie(s) | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
32 805
Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg
Nr. 142 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2022
Op 13 mei jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over het bericht van Deloitte Forensic and Dispute Services B.V. (hierna: het onderzoeksbureau) dat een betrokken partij mogelijk gebruik wil maken van een verlengde termijn voor het hoor- en wederhoorproces1. Via deze brief informeer ik u over de voortgang van dit proces. Daarnaast geef ik een toelichting op de kosten die het onderzoeksbureau tot nu toe heeft gemaakt voor het volledige onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Tot slot ga ik in op de keuze voor een tweede onderzoeksbureau en licht ik de voortgang toe rondom de kwestie tussen het Ministerie van VWS en Bunzl.
Verlengde termijn wederhoor
In mijn bovengenoemde brief van 13 mei jongstleden heb ik u bericht dat een betrokken partij mogelijk meer tijd nodig heeft voor het hoor- en wederhoorproces. Het onderzoeksbureau heeft mij geïnformeerd dat inmiddels is gebleken dat meerdere betrokkenen gebruik zullen maken van een verlengde termijn voor wederhoor. Ik verwijs u naar bijgevoegde brief van 27 juni jongstleden van het onderzoeksbureau waarin het de verschillende achterliggende factoren beschrijft. Het onderzoeksbureau zal medio september aanstaande het rapport aan mij aanleveren. Daarmee kan ik niet kan voldoen aan de in de brief van 13 mei jongstleden geschetste mogelijkheid om het eerste deelrapport - dat ziet op de overeenkomst met Relief Goods Alliance B.V. (RGA) - in het zomerreces aan uw Kamer te doen toekomen.
Ik betreur deze latere oplevering uiteraard ten zeerste. Daarom ben ik op 29 juni jongstleden hier met het onderzoeksbureau over in gesprek getreden. Het onderzoeksbureau heeft op mijn verzoek in aanvulling op dit gesprek een nadere toelichting gegeven op de genoemde achterliggende factoren in bovengenoemde brief.
1 Kamerstuk 32 805, nr. 141.
kst-32805-142 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Hieruit blijkt dat verschillende betrokkenen aanzienlijk meer tijd voor wederhoor nodig hebben vanwege de omvang van het rapport: documentatie wordt nauwgezet en gedetailleerd gelezen en betrokkenen nemen gemiddeld meer tijd dan was verwacht. Daarnaast geeft het onderzoeksbureau aan dat op verzoek van betrokkenen meerdere wederhoorsessies noodzakelijk zijn vanwege ontvangen commentaar van andere geïnterviewden en aangeleverde aanvullende documentatie die bij hen is teruggelegd. Ook speelt de grote omvang van voor wederhoor uitgenodigde personen en organisaties een rol. De beschikbaarheid van betrokkenen in de zomer is tot slot van invloed op de gewenste doorlooptijd in dit proces van hoor en wederhoor.
Net als uw Kamer hecht ik veel waarde aan een zo snel mogelijke afronding van het onderzoek. Zoals ik al vaker heb benadrukt, vind ik het echter ook van belang dat zorgvuldigheid en volledigheid voorop blijven staan.
Kosten activiteiten onderzoeksbureau
Transparantie en openheid over het proces van het onderzoek vind ik van groot belang. Daarom licht ik u toe welke kosten er tot nu toe door het onderzoeksbureau zijn gemaakt. Ik wil benadrukken dat het hier gaat om kosten voor activiteiten door het onderzoeksbureau die betrekking hebben op alle fasen van het hele onderzoek naar de verschillende overeenkomsten van de inkoop van PBM. Het gaat hier dus niet alleen om het onderzoek naar de overeenkomst met RGA. Het bedrag voor de in kaart gebrachte kosten door het onderzoeksbureau voor deze werkzaamheden over de periode juni 2021 tot en met mei 2022 betreft ruim € 4,7 mln. exclusief btw. Er zullen nog meer kosten volgen, aangezien het onderzoek nog niet klaar is en het nog twee aanvullende deelonderzoeken behelst.
Inzet tweede onderzoeksbureau
Conform eerdere toezegging in de Kamerbrief van 16 december 2021 door de toenmalig Staatssecretaris van VWS2 informeer ik u over de bevestiging van de opdracht voor het tweede onderzoeksbureau. Het gaat hier om het deel van het onderzoek dat Deloitte vanwege een «conflict of interest check» niet kan uitvoeren. Hierdoor kan het een aantal inkoop-transacties zelf niet onderzoeken.
Hierbij bericht ik u dat onderzoeks- en adviesbureau EBBEN Partners B.V. op 30 mei jl. na een meervoudig onderhandse procedure de opdracht heeft gekregen om dit aanvullend deelonderzoek uit te voeren.
Onregelmatigheid Bunzl
In bovengenoemde Kamerbrief van 16 december '21 is uw Kamer geïnformeerd over de door VWS vastgestelde onregelmatigheid betreffende heimelijk bedongen commissies door toedoen van medewerkers van Bunzl bij een overeenkomst voor de aankopen van PBM door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH).
Sinds het dossier door de toenmalig Staatssecretaris van VWS is overgedragen aan de landsadvocaat is deze overgegaan tot het opstellen
2 Kamerstuk 32 805, nr. 129.
van een dagvaarding. Deze dagvaarding wordt op dit moment afgerond. Na afronding van de dagvaarding zal de rechtbank de kwestie in behandeling nemen.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
-
C.Helder
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 32 805, nr. 142 3