Brief regering; Inzet Internationale Arbeidsconferentie 2022 - ILO-verdragen - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 123 toegevoegd aan dossier 29427 - ILO-verdragen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | ILO-verdragen; Brief regering; Inzet Internationale Arbeidsconferentie 2022 |
---|---|
Documentdatum | 25-05-2022 |
Publicatiedatum | 31-05-2022 |
Nummer | KST29427123 |
Kenmerk | 29427, nr. 123 |
Commissie(s) | Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
29 427
Nr. 123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN
WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 mei 2022
Hierbij informeer ik u op hoofdlijnen over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de 110e Internationale Arbeidsconferentie (IAC) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
De missie van de IAO is het bevorderen van sociale rechtvaardigheid in de wereld van werk. Hiervan afgeleide hoofddoelstellingen zijn de bevordering van werkgelegenheid, het waarborgen van gezonde en veilige werkomstandigheden, de verbetering van sociale bescherming, de versterking van de sociale dialoog en de bevordering van (de naleving van) arbeidsnormen. De IAO is ook in belangrijke mate een normstellende organisatie die kaders schept waarin landen de wereld van werk vormgeven.
De IAC is het belangrijkste orgaan van de IAO. Het is de wetgevende vergadering van de organisatie en komt jaarlijks in juni bijeen. Dit jaar komt de IAC in een hybride vorm bijeen, dat wil zeggen deels met fysieke participatie in Genève en deels met deelname via een virtueel platform.
De IAC vindt plaats van 27 mei tot en met 11 juni. Ik zal dit jaar bij mijn toespraak tot de plenaire vergadering van de IAC ingaan op de uitdagingen voor de IAO in de veranderende wereld van werk, de rol die de nieuwe Directeur-Generaal van de IAO kan nemen in het adresseren van deze uitdagingen en op de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne voor het werk van de IAO.
Tot slot informeer ik u in deze brief over het voornemen van het Kabinet om over te gaan tot bekrachtiging van IAO-verdrag 190 inzake het uitbannen van geweld en intimidatie op de werkvloer.
Algemeen
Het Koninkrijk der Nederlanden is nauw betrokken bij de werkzaamheden van de IAO en steunt de missie en de doelstellingen van de organisatie. Het Koninkrijk en de andere lidstaten van de IAO hebben baat bij het opstellen en handhaven van wereldwijde minimumnormen op het gebied van sociaal beleid en het wereldwijde gelijke speelveld dat daaruit kst-29427-123 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
voortvloeit. Een goed werkende sociale dialoog, zowel in de IAO als in het nationale domein, is een vereiste om dat te bewerkstelligen.
Door de tripartiete samenstelling van de IAO biedt de organisatie een geschikt platform voor onderwerpen als de toekomst van werk, een leven lang ontwikkelen of veiligheid en gezondheid op de werkvloer.
Het Koninkrijk ziet het supervisiemechanisme van de IAO, waarmee wordt toegezien op de naleving van internationale arbeidsnormen, als een essentieel onderdeel van het functioneren van de organisatie.
De IAO biedt ook een platform om Nederlandse ideeën en inzichten te delen met andere landen en internationale sociale partners. De kennis, kunde en mogelijke technische assistentie van de IAO kunnen bijdragen aan oplossingen in de Nederlandse wereld van werk. Binnen het Koninkrijk der Nederlanden geldt dit niet alleen voor Nederland maar ook voor de Caribische landen.
Belangrijke onderwerpen op de agenda van de 110e IAC
-
1)Informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen;
-
2)Normstelling op het gebied van stages en traineeships;
-
3)Werkgelegenheidsdoelstellingen;
-
4)Fatsoenlijk werk en de sociale en solidaire economie;
-
5)Opname van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden in het IAO-kader van fundamentele arbeidsrechten.
Ad 1) Informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen
Ten behoeve van het Conferentiecomité inzake de toepassing en naleving van arbeidsnormen (CAS) wordt ieder jaar een achtergrondrapport gepubliceerd met daarin de observaties van de commissie van experts van de IAO met betrekking tot de rapportages over geratificeerde verdragen1.
In het achtergrondrapport worden in eerste instantie landen geïdentificeerd die ernstige inbreuken plegen op bestaande verdragen en aanbevelingen en waarvan de commissie van experts van de IAO aanbeveelt dat ze tijdens de IAC worden besproken. Het gaat dit keer om Azerbeidzjan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, China, Malawi en Myanmar. De overige zogenoemde landenzaken die worden behandeld tijdens het CAS worden gekozen uit een voorlopige lijst van zaken die door de werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers is opgesteld.
Er wordt bij de uiteindelijke selectie door de internationale sociale partners gelet op de geografische spreiding (uit elke regio worden landen gekozen) en op de ernst van de inbreuk, waarbij een inbreuk op een fundamenteel IAO-verdrag het zwaarst telt. Op dit moment is nog niet bekend welke overige landen in het CAS zullen worden besproken. De bespreking in het CAS dient ertoe de overheid in kwestie aan te moedigen nadere stappen te nemen om de naleving van een specifiek verdrag in de praktijk te garanderen. De inbreng bij de besprekingen in het CAS zal zoveel mogelijk via het EU-voorzitterschap verlopen, waarbij het Koninkrijk zich sterk zal maken voor de effectieve implementatie van IAO-verdragsverplichtingen, in het bijzonder waar het de fundamentele verdragen betreft.
Zoals ieder jaar vindt er binnen het CAS een algemene discussie plaats over een thema, met als doel vast te stellen of er mogelijk hiaten zijn in de standaarden en hoe de betreffende verdragen beter geratificeerd en geïmplementeerd kunnen worden. Dit jaar wordt deze discussie gevoerd op basis van een rapport van de IAO over fatsoenlijk werk voor zorgver-lenend (huishoudelijk) personeel.
De inbreng vanuit het Koninkrijk zal via het EU-voorzitterschap worden ingebracht met als insteek dat er momenteel geen hiaten in IAO-standaarden op dit terrein worden gezien.
Ad 2) Een discussie over normstelling op het gebied van stages en traineeships;
Het onderwerp van normstelling voor stages en traineeships is door de Beheersraad van de IAO op de agenda van de IAC geplaatst vanwege het belang van de overgang van school naar werk, de betekenis voor de kwaliteit van de opleidingen, voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie en de noodzaak van een goede aansluiting bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Aan de agendering ging een uitgebreide vragenlijst aan de lidstaten en de sociale partners vooraf2.
Het Koninkrijk staat positief tegenover de ontwikkeling van een instrument voor stages en traineeships, zolang dit aansluit bij het EU-kwaliteitskader, maar onderkent ook dat zowel de aanpak als het niveau van stages en traineeships wereldwijd in grote mate verschilt. Voor wat betreft de te kiezen vorm van het instrument heeft het Koninkrijk een voorkeur voor een aanbeveling, omdat dit het beste aansluit bij het bestaande beleid en de regelgeving op dit gebied. De meerwaarde van een aanbeveling is gelegen in het geven van een gedeelde richting.
Ad 3) Een discussie over de werkgelegenheidsdoelstellingen;
Tijdens deze zitting van de IAC zal een derde discussie gehouden worden over «the strategic objective of employment». Deze discussie vindt plaats aan de hand van een rapport van het IAO-bureau waarin een analyse wordt gegeven van de impact van de Covid-19 pandemie op de arbeidsmarkt en van de lange termijn-vooruitzichten. Arbeidsmarkten in de wereld maken enorme transities door, onder meer door klimaatverandering, demografische ontwikkelingen en technologische veranderingen. Dat biedt grote uitdagingen, maar schept ook kansen voor arbeidsmarkten die in staat zijn zich adequaat aan te passen.
Geconcludeerd wordt dat instrumenten op het gebied van werkgelegenheidsbeleid in de loop van de tijd geëvolueerd zijn om te reageren op nieuwe uitdagingen. Dit is ook nodig om te zorgen voor een mensgericht, inclusief, duurzaam en veerkrachtig herstelproces. Daarnaast is het ook noodzakelijk om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een klimaatneutrale economie zoals bedoeld in het Klimaatakkoord van Parijs, waaraan ook de IAO zich heeft verbonden. Daarnaast wordt ook specifieke aandacht gevraagd voor het belang van jeugdwerkgelegenheid en personen werkzaam in de informele economie.
Het Koninkrijk onderstreept het belang van een toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid. Dat betekent onder meer continue aandacht voor het belang van een leven lang ontwikkelen en voor zowel de kansen als bedreigingen van technologische ontwikkelingen, zoals in de platformeco-nomie.
Ad 4) Een discussie omtrent fatsoenlijk werk en de sociale en solidaire economie;
De sociale en solidaire economie (SSE) is een term die recentelijk met enige regelmaat terugkomt in het beleidsdebat in de IAO, maar waar nog geen breed geaccepteerde definitie van de term is overeengekomen. Deze term wordt in Nederland vaak geassocieerd met de non-profit sector en sociaal ondernemerschap of er wordt verwezen naar terminologie die raakvlakken vertoont met de circulaire economie, vanwege de invloed die bijvoorbeeld het streven naar duurzaam grondstoffen- en materiaalgebruik heeft op de internationale arbeidsverdeling en -verhoudingen. Het doel van deze algemene discussie tijdens de IAC is onder meer het overeenkomen van een breed geaccepteerde definitie van de SSE en de bijbehorende principes en waardes. Over deze waardes is consensus groeiende, en deze waarden onderscheiden de SSE van andere delen van de economie. Dit betreft zorg voor mens en planeet, gelijkwaardigheid, onderlinge afhankelijkheid, integriteit en zelfbestuur. De invulling die hieraan wordt gegeven is regionaal verschillend.
Daarnaast zal gesproken worden over de bijdrage van de SSE aan het zorg dragen voor fatsoenlijk werk en aan het opstellen van handvatten voor lidstaten om de SSE in hun nationale context te promoten.
Fatsoenlijk werk, als onderdeel van SDG 8, betekent in IAO-verband onder meer dat aandacht wordt gegeven aan productieve werkgelegenheid, socialezekerheidsrechten, gelijke behandeling en adequate beloning. Deze kernwaarden van de IAO worden door het Koninkrijk onderschreven.
Als apart onderdeel van de economie is de rol van de SSE is in het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden relatief beperkt, aangezien binnen de bestaande kaders al ruimte is voor sociaal ondernemerschap of de circulaire economie. De grootste relevantie van SSE is in gebieden waar het vormen van deze samenwerkingsverbanden niet alleen een economisch voordeel heeft, maar ook zorg draagt voor informele sociale vangnetten en gemeenschapszin. Het Koninkrijk vindt het nuttig dat in IAO-verband aandacht is voor de betekenis van de SSE in en voor de wereld van werk en onderschrijft dat het van belang is dat gewerkt wordt aan de totstandkoming van een brede definitie van de «sociale en solidaire economie» waarmee het begrip enerzijds wordt afgebakend en er anderzijds voldoende ruimte blijft bestaan voor regionale of sectorspecifieke invulling daarvan.
Ad 5) Opname van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden in het IAO-kader van fundamentele arbeidsrechten
Zoals ik u eerder informeerde is op deze IAC besluitvorming geagendeerd over het opnemen van het recht op gezonde en veilige werkomstandigheden in het IAO-kader van fundamentele arbeidsrechten3. De IAO kent momenteel vier zogeheten fundamentele arbeidsrechten, die zien op het afschaffen van kinderarbeid, het verbod op discriminatie, het verbod op dwangarbeid en op eerbiediging van het recht op vereniging en collectief onderhandelen. Tijdens de IAC van 2019 is een resolutie aangenomen waarin werd opgeroepen voorstellen in overweging te nemen om dit kader uit te breiden en daaraan het recht op gezonde en veilige arbeidsomstandigheden toe te voegen.
Een dergelijk besluit zal het belang onderstrepen dat in de wereld van werk moet worden gehecht aan een werkomgeving met adequate aandacht voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden en dit nieuwe fundamentele arbeidsrecht aan het bestaande kader toevoegen.
Op de komende IAC ligt een resolutie voor waarin de IAO formeel dit besluit neemt. De verwachting is dat dit besluit brede steun zal genieten in de IAO. Ook het Koninkrijk steunt deze uitbreiding van het IAO-kader van fundamentele arbeidsrechten.
Naar verwachting betekent toevoeging van het recht op gezonde en veilige arbeidsomstandigheden tot het IAO-kader van fundamentele arbeidsrechten tevens dat één of twee bestaande IAO-verdragen op het arboterrein worden aangewezen die een uitwerking vormen van dit recht. Uit discussies in de Beheersraad van de IAO en daarop volgende consultaties komt steeds sterker een voorkeur naar voren voor twee verdragen die daarvoor in aanmerking komen, namelijk het Verdrag betreffende arbeidsveiligheid, gezondheid en het arbeidsmilieu, Genève,
22 juni 1981 (Trb. 1981, nr. 243) (hierna: C155) en Verdrag betreffende een promotioneel kader voor veiligheid en gezondheid op het werk, Genève,
15 juni 2006 (Trb. 2011, nr. 229) (hierna: C187). Het Koninkrijk heeft verdrag C155 reeds geratificeerd (voor het Europese deel van Nederland). Onlangs heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen om tevens verdrag C187 te gaan ratificeren. In EU-verband bestaat een duidelijke voorkeur om deze beide verdragen aan te wijzen als de verdragen die de uitwerking vormen van het recht op gezonde en veilige arbeidsomstandigheden als fundamenteel arbeidsrecht. Het Koninkrijk zet hier ook op in.
Bekrachtiging IAO-verdrag 190
Het kabinet is voornemens om het op 21 juni 2019 te Genève aangenomen IAO-verdrag 190 inzake het uitbannen van geweld en intimidatie op de werkvloer voor het Europese deel van Nederland te bekrachtigen.
De Caribische landen beraden zich nog op de wenselijkheid van medegelding van het verdrag voor hun landen. Het kabinet zal hierover in gesprek gaan met de Caribische landen. Het kabinet streeft er naar om in het vierde kwartaal van dit jaar de goedkeuringsprocedure te starten. Het wetsvoorstel zal voor uitdrukkelijke goedkeuring aan het parlement worden aangeboden. Deze stap is in aanvulling op verdere maatregelen van het kabinet die worden genomen ter voorkoming van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, zoals de benoeming van de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en het opstellen en uitvoeren van het Nationaal actieplan Aanpak Seksueel grensoverschrijdend gedrag en Seksueel geweld. Uw Kamer wordt hierover nog voor de zomer separaat geïnformeerd. Ten aanzien van de besprekingen in EU-verband inzake de te verlenen machtiging door de Europese Unie aan de lidstaten om het IAO-verdrag in het belang van de Unie goed te keuren voor zover het Uniebevoegdheden betreft, heb ik bij het Franse voorzitterschap aangedrongen op spoedige afronding van de besprekingen hiervan. Vooruitlopend daarop bereidt het kabinet evenwel reeds de parlementaire goedkeuringsprocedure voor.
Tot slot
Bijgevoegd treft u aan de lijst van verdragen van de IAO waarvan de mogelijkheid tot opzegging door Nederland zich in de komende drie jaar voordoet, conform de motie van het lid Van Middelkoop (Kamerstuk
23 900 XV, nr. 44).
Gelet op het gegeven dat deze verdragsinformatie tegenwoordig veel beter vindbaar is dan ten tijde van de indiening van deze motie, verwijs ik in het vervolg naar de website van de IAO en zal deze informatie niet meer worden opgenomen in de jaarlijkse brief met de inzet van het Koninkrijk in de IAC4.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 29 427, nr. 123 5
Brief van de Minister van SZW d.d. 25 april 2022 (Kamerstuk 29 427, nr. 122).
https://www.ilo.org/dyn/normlex/en/ f?p=NORMLEXPUB:11200:0::NO::P11200_COUNTRY_ID:102768