Wet van 11 mei 2022, houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2022) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 27-05-2022 |
---|---|
Publicatiedatum | 27-05-2022 |
Kenmerk | Stb. 2022, 197 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Wet van 11 mei 2022, houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2022)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bepaalde financiële ondernemingen de mogelijkheid te bieden een rekening met gescheiden vermogen aan te houden, de stabiliteit van de heffingen van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank aan onder toezicht staande personen te vergroten, alsmede enige andere wijzigingen en verbeteringen in de wetgeving op het terrein van de financiële markten aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
het agentschap, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (PbEU 2019, L 158);
elektronischecommunicatiedienst:
een dienst als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking) (PbEU 2018, L 321);
elektronischecommunicatienetwerk:
een netwerk als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking) (PbEU 2018, L 321);
-
-
-
de risico’s die behoren tot de in de bij deze wet behorende Bijlage branches genoemde branches Voertuigcasco, Brand en Natuurevenementen, Andere schaden aan zaken, Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Algemene aansprakelijkheid en diverse geldelijke verliezen, voor zover de verzekeringnemer voldoet aan ten minste twee van de vereisten, bedoeld in artikel 13, punt 27, onder c, van de richtlijn solvabiliteit II, waarbij deze vereisten, indien de verzekeringnemer deel uitmaakt van een groep waarvan de geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig de richtlijn jaarrekening wordt opgesteld, worden toegepast op basis van de geconsolideerde jaarrekening en indien de verzekeringnemer deel uitmaakt van een samenwerkingsverband, bovengenoemde vereisten gelden voor de participanten in het samenwerkingsverband gezamenlijk;
-
Artikel 1:13a, eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:
-
-
-
entiteiten met als enig doel het verrichten van securisaties of securitisatietransacties als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (herschikking) (PbEU 2013, L 297); en
-
In artikel 1:19, tweede lid, wordt na «4:87,» ingevoegd «4:87aa,».
Artikel 1:19a wordt als volgt gewijzigd:
-
In het eerste lid, onderdeel a, aanhef, wordt «als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PbEU 2009, L 211)» vervangen door «als bedoeld in artikel 2, onderdeel 35, van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PbEU 2019, L 158)».
In artikel 1:74, zesde lid, wordt «derde of vierde lid» vervangen door «vierde of vijfde lid».
Artikel 1:97 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1:102 wordt de aanduiding «7.» voor het laatste lid vervangen door «8.».
In artikel 1:103, eerste lid, wordt «artikel 3:95, eerste lid, onderdeel b of c» vervangen door «artikel 3:95, eerste lid, onderdeel c of d».
Artikel 1:107, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2:3i wordt onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel e door een puntkomma en onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel g een onderdeel ingevoegd, luidende:
In artikel 2:54h, tweede lid, onderdeel c, wordt «artikel 4:75, eerste tot en met derde lid» vervangen door «artikel 4:75, eerste en tweede lid».
Aan artikel 2:66a wordt een lid toegevoegd, luidende:
Aan artikel 2:69b wordt een lid toegevoegd, luidende:
Artikel 2:69d, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:72 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2:83, eerste lid, onderdeel g, wordt «artikel 4:75, eerste tot en met derde lid» vervangen door «artikel 4:75, eerste en tweede lid».
In artikel 2:128a, vierde lid, wordt «de richtlijn markten in financiële instrumenten 2014» vervangen door «de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014».
In artikel 3:29, eerste lid, wordt «artikel 2:10b, tweede lid» vervangen door «artikel 2:10b, derde lid».
Artikel 3:29a wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 3:29a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
-
-
-
De rekening wordt aangehouden bij een bank met zetel in Nederland die een vergunning heeft voor de uitoefening van het bedrijf van bank, verleend door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank. Uit de tenaamstelling van deze rekening blijkt dat deze door de betaalinstelling of elektronischgeldinstelling wordt aangehouden in eigen naam ten behoeve van een of meer derden, met vermelding van de hoedanigheid van de betaalinstelling of elektronischgeldinstelling.
-
-
-
-
-
-
De betaalinstelling of elektronischgeldinstelling vult een tekort in het afgescheiden vermogen terstond aan. Ingeval een tekort niet is aangevuld, keert de betaalinstelling of elektronischgeldinstelling in geval van een verzoek van een derde als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, om uitkering van zijn aandeel in het saldo van de rekening slechts zoveel uit aan deze derde als in verband met de rechten van andere in dat onderdeel bedoelde derden mogelijk is.
-
Na artikel 3:29c worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
-
-
-
-
-
De afwikkelonderneming vult een tekort in het afgescheiden vermogen terstond aan. Ingeval een tekort niet is aangevuld, keert de afwikkelonderneming in geval van een verzoek van een derde als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, om uitkering van zijn aandeel in het saldo van de rekening slechts zoveel uit aan deze derde als in verband met de rechten van andere in het vierde lid bedoelde derden mogelijk is.
-
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere categorieën financiële ondernemingen worden aangewezen als financiële ondernemingen waarop artikel 3:29aa van overeenkomstige toepassing is.
In artikel 3:72, zevende lid, wordt na «beheerder, » ingevoegd «betaalinstelling, » en wordt na «clearinginstelling, » ingevoegd «elektronischgeldinstelling, ».
Na artikel 3:99 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zal bepalen of mede bepalen of zal kunnen bepalen of mede bepalen is, gelet op zijn reputatie, geschikt.
In artikel 3A:52, vierde lid, onderdeel c, wordt na «richtlijn markten voor financiële instrumenten» ingevoegd «2014».
In artikel 4:11, eerste lid, wordt «bewaarder van een icbe» vervangen door «bewaarder».
In artikel 4:26, eerste lid, wordt na «2:3.0d, eerste lid, » ingevoegd «2:3i, » en wordt na «2:68, derde lid, » ingevoegd «2:69d, vierde lid, ».
Na artikel 4:26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
-
-
-
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan, onder vermelding van de te volgen procedures, worden bepaald welke gegevens worden verstrekt bij het melden van wijzigingen als bedoeld in het eerste lid en, indien van toepassing, onder welke voorwaarden de wijzigingen ten uitvoer mogen worden gelegd.
-
In artikel 4:37l, vijfde lid, wordt «het deel Gedragstoezicht financiële markten» vervangen door «de prospectusverordening».
De artikelen 4:37v, tweede lid, onderdeel g, en 4:37z, tweede lid, onderdeel g, komen telkens te luiden:
-
-
-
die zijn volgestort en die zijn uitgegeven door een beleggingsmaatschappij met een vast kapitaal in de zin van artikel 56, zevende lid, tweede alinea, van Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169). Artikel 56, zevende lid, derde alinea, onderdeel a, van die richtlijn is van toepassing. Deze verkrijgingen mogen niet tot gevolg hebben dat het eigen vermogen daalt beneden het bedrag van het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die volgens de wet niet mogen worden uitgekeerd.
-
-
-
-
Deze paragraaf, met uitzondering van de artikelen 4:46 tot en met 4:53, aanhef en onderdeel b, 4:59a tot en met 4:59e en 4:62, is niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of via het verrichten van diensten icbe’s met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in icbe’s met zetel in Nederland aanbieden.
-
Ten minste twee natuurlijke personen bepalen het dagelijks beleid van een beheerder van een icbe of maatschappij voor collectieve belegging in effecten.
In artikel 4:62n, onderdeel c, wordt na «instrumenten» ingevoegd «2014».
Na artikel 4:62n wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Ten minste twee natuurlijke personen bepalen het dagelijks beleid van een bewaarder of pensioenbewaarder.
In artikel 4:70, vierde lid, wordt «verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PbEG L 12),» vervangen door «Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PbEU 2012, L 351),».
Artikel 4:75 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4:76 wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 4:87a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
-
-
-
De rekening wordt aangehouden bij een bank met zetel in Nederland die een vergunning heeft voor de uitoefening van het bedrijf van bank, verleend door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank. Uit de tenaamstelling van deze rekening blijkt dat deze door de beleggingsonderneming wordt aangehouden in eigen naam ten behoeve van cliënten, met vermelding van de hoedanigheid van de beleggingsonderneming.
-
-
-
-
-
-
De beleggingsonderneming vult een tekort in het afgescheiden vermogen terstond aan. Ingeval een tekort niet is aangevuld, keert de beleggingsonderneming in geval van een verzoek van een cliënt als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, om uitkering van zijn aandeel in het saldo van de rekening slechts zoveel uit aan deze cliënt als in verband met de rechten van andere in het derde lid bedoelde cliënten mogelijk is.
-
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere categorieën financiële ondernemingen worden aangewezen als financiële ondernemingen waarop artikel 4:87aa van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 5:36, derde lid, onderdeel d, komt te luiden:
In artikel 5:89a, tweede lid, wordt «een duidelijke kwalitatieve drempel» vervangen door «een duidelijke kwantitatieve drempel».
Artikel 5:89b, eerste lid, komt te luiden:
In artikel 5:89f, vierde lid, wordt na «artikel 58, vijfde lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten» ingevoegd «2014».
In artikel 5:89i, vijfde lid, wordt «Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PbEU 2009, L 211),» vervangen door «Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (PbEU 2019, L 158),».
In artikel 6:2 vervalt het achtste lid, luidende «8. De onteigeningswet is niet van toepassing op onteigeningen krachtens het eerste lid.».
De bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden als volgt gewijzigd:
3:29aa, vierde, zevende en achtste lid
3:29d, vierde, zevende en achtste lid
4:87aa, vierde, zevende en achtste lid
De Wet bekostiging financieel toezicht 2019 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 8, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 11, eerste lid, wordt «€ 2.500.000» vervangen door «€ 4.500.000».
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12a. Spreiding exploitatiesaldo
-
-
-
Toestemming wordt alleen gegeven in geval van een exploitatiesaldo dat is ontstaan door omstandigheden met een incidenteel karakter en waarbij doorberekening van dit exploitatiesaldo in één keer tot aanzienlijke fluctuaties in de kosten voor het doorlopend toezicht voor de onder toezicht staande personen zou leiden.
-
Aan het slot van artikel 13, tweede lid, onderdeel a, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en het te spreiden deel van het exploitatiesaldo overeenkomstig artikel 12a.
Artikel 15, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
De Wet op het giraal effectenverkeer wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 49a wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 49b, eerste lid, onderdeel d, vervalt «van een beleggingsinstelling» en wordt «de beheerder van die beleggingsinstelling» vervangen door «de beheerder van de desbetreffende beleggingsinstelling of icbe».
Artikel 3.10, derde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES vervalt.
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen 118, eerste lid, aanhef, 119, eerste lid, aanhef, 119, tweede lid, aanhef, 128b en 128c wordt «titel» telkens vervangen door «afdeling».
In artikel 928, vierde lid, wordt «de artikelen 4 tot en met 6 van de Wet op de medische keuringen» vervangen door «de artikelen 3 tot en met 6 van de Wet op de medische keuringen».
De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 23b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder uiteindelijk belanghebbende: uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van deze wet.
In de artikelen 29, onderdeel a, en 30, onderdeel a, wordt «23e, eerste en tweede lid,» vervangen door «23e, eerste, tweede en derde lid,».
Artikel 32f wordt als volgt gewijzigd:
De Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
Aan artikel 10, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
In dit lid wordt verstaan onder uiteindelijk belanghebbende: uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 69, eerste zin, van de Wet toezicht accountantsorganisaties wordt na «ingevolge deze wet» ingevoegd «of artikel 5:20, derde lid, juncto artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht».
In artikel 168, vijfde lid, van de Pensioenwet wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid».
In artikel 163, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid».
Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel W, reeds houder is van een verklaring van geen bezwaar in de zin van artikel 3:95, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, wordt vermoed te voldoen aan de in artikel 3:99a van die wet opgenomen geschiktheidseis, zolang niet een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geeft tot een nieuwe beoordeling.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wijzigingswet financiële markten 2022.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 11 mei 2022
Willem-Alexander
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Uitgegeven de zevenentwintigste mei 2022
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 35 950