Position paper PZO t.b.v. rondetafelgesprek Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (36067): solidariteit d.d. 10 mei 2022 - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Position paper PZO t.b.v. rondetafelgesprek Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (36067) - solidariteit d.d. 10 mei 2022
Document­datum 02-05-2022
Publicatie­datum 02-05-2022
Commissie(s) Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Hervorming pensioenstelsel - solidariteit

Position paper PZO (mede namens het Netwerk Zelfstandige Ondernemers) ten behoeve van het Rondetafelgesprek vaste kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 10 mei 2022

Inleiding

Inmiddels stelt iedereen vast dat de huidige arbeidsmarkt niet meer de arbeidsmarkt van 50 jaar geleden is. Onder meer onder invloed van digitalisering en globalisering is werk veranderd, zijn organisaties veranderd, zijn werkgevers veranderd en is de samenleving veranderd. Door dan te blijven doen wat we 50 jaar geleden deden, komen we er niet. Doordat mensen al lang niet meer hun hele leven hetzelfde werk in dezelfde sector met dezelfde arbeidsrelatie doen, vraagt dit ook om een andere invulling van solidariteit dan in het verleden.

Solidariteit in ons pensioenstelsel is voor het afdekken van risico's logisch. Een groep is beter in staat om risico's te nemen en te delen. Deelnemers van een groep moeten zich wel solidair voelen met het doel en het middel en zich verbonden voelen met de uitkomst.

Wet toekomst pensioenen

In het Pensioenakkoord is afgesproken dat er geen verplicht pensioen komt voor zelfstandig ondernemers. Wel zijn er in dit akkoord andere afspraken gemaakt over het meer stimuleren van de pensioenopbouw door zelfstandigen.

In de Wet toekomst pensioenen is de 3e pijler verruimd en is er meer fiscale ruimte om pensioen op te bouwen. Als in eerdere jaren fiscale ruimte onbenut is gebleven, is het mogelijk om deze ruimer en op een eenvoudiger wijze te gebruiken. Hierdoor wordt de 3e pijler vergelijkbaar met de 2e pijler en kan door zelfstandig ondernemers op een goede en afdoende manier pensioen worden opgebouwd. Voor zelfstandig ondernemers is de 3e pijler de pijler die hen de broodnodige flexibiliteit geeft zowel in de opbouwfase als in de uitkeringsfase, bijvoorbeeld met de tijdelijke lijfrentes.

Uit onderzoek blijkt dat de complexiteit van het opbouwen van pensioen een drempel is voor zelfstandig ondernemers.1 Het berekenen van de fiscale jaarruimte is één van die lastige dingen. Ook het feit dat het geld dat in een pensioenvoorziening zit en niet meer liquide te maken is, vinden ondernemers lastig omdat ze wel eens voor situaties komen te staan waarvoor voldoende liquiditeit essentieel is. De behoefte aan flexibele opname mogelijkheden, bijvoorbeeld voor investeringen, hypotheek en om tijdelijk een laag inkomen te compenseren, is voor zelfstandig ondernemers dan ook significant groter dan voor werknemers. Het wegnemen van dit soort barrières zal pensioenopbouw door zelfstandigen vereenvoudigen en daarmee aantrekkelijker maken.

De 2e pijler is gelet op het bovenstaande veelal minder passend voor zelfstandig ondernemers. De benodigde flexibiliteit ontbreekt in grote mate en daarbij komt dat deze afspraken tot stand zijn gekomen in een arbeidsvoorwaardenoverleg waar zelfstandig ondernemers geen onderdeel van zijn. Dit roept daardoor de vraag op of deze pensioenregeling wel passend is en of een

pensioenuitvoerder in de 2e pijler ook geen invulling moet geven aan een vorm van zorgplicht om te bezien of de pensioenregeling van een bepaalde sector wel passend is. Waar een 2e pijlerpensioen voor een reguliere werknemer een arbeidsvoorwaarde is, is deze voor een zelfstandige ondernemer immer een financieel product. Daarnaast is de sectorale indeling een belemmerende factor. Veel zelfstandigen zijn niet te scharen onder een bepaalde sector en zij wisselen in sommige gevallen regelmatig van sector of zijn in meerdere sectoren tegelijkertijd actief.

Vrijwillige voortzetting

Voor werknemers die op latere leeftijd er voor kiezen om als zelfstandig ondernemer te werken, is de vrijwillige voortzetting bij het fonds waar zij langere tijd pensioen hebben opgebouwd, wenselijk. De huidige Pensioenwet kent de mogelijkheid om bij het einde van het dienstverband de pensioenregeling vrijwillig en voor eigen rekening voort te zetten. Pensioenfondsen zijn momenteel vrij om al dan niet de mogelijkheid van vrijwillige voortzetting aan te bieden aan mensen die uit dienst treden en als zelfstandig ondernemer gaan werken. Pensioenfondsen kunnen ook nog zelf voorwaarden aan deze vrijwillige voortzetting stellen.

De mogelijkheid van vrijwillige voortzetting is volgens de huidige wetgeving beperkt in duur en ook andere voorwaarden, die pensioenfondsen zelf stellen, zijn divers. In de huidige vrijwillige voortzetting zit te weinig flexibiliteit en heeft dermate hoge premiekosten dat zelfstandig ondernemers hier summier gebruik van maken. Doordat in het nieuwe pensioenstelsel de pensioenpremie die wordt ingelegd ook daadwerkelijk (grotendeels) ten goede komt aan het eigen pensioenvermogen, maakt dit de pensioenopbouw in de 2e pijler voor deze groep aantrekkelijker.

In de Stichting van de Arbeid wordt momenteel bekeken of verruiming van de vrijwillige voortzetting mogelijk is.2 Het is echter voor het Wetsvoorstel toekomst pensioenen een gemiste kans om de mogelijkheden van de vrijwillige voortzetting niet in te zetten en deze verder te verruimen naar de behoefte van zelfstandig ondernemers.

Solidariteit

Momenteel wordt ingezet op het aantrekkelijker maken van pensioenopbouw voor zelfstandigen binnen de huidige institutionele kaders. Zoals hierboven geschetst, zien wij mogelijkheden binnen de 2e en 3e pijler om pensioenopbouw van zelfstandigen verder te stimuleren. Meer fundamenteel kan echter ook de vraag worden gesteld of er voor de lange termijn niet een meer generieke invulling gekozen moet worden voor een algemene oudedagsvoorziening die los staat van het type arbeidsrelatie of sectorale indeling.

De grote vraag van vandaag is hoe wij alle werkenden van nu kunnen voorzien van goede sociale zekerheid en een goede oudedagsvoorziening die past bij de huidige arbeidsmarkt, maar ook bij de arbeidsmarkt van de toekomst. Wij zijn groot voorstander, net als inmiddels vele anderen, van een basisvoorziening waar elke werkende aan bijdraagt en ook voor elke werkende beschikbaar is. Dit betekent wel dat de arbeidsovereenkomst niet langer leidend kan zijn en dat het uitgangspunt

arbeidsvormneutraliteit zou moeten zijn. Het NDC pensioen is in deze een interessante mogelijkheid om verder te onderzoeken.3

Wij realiseren ons ook dat een en ander niet van de één op de andere dag is gerealiseerd. Elke stap die we zetten, moet er echter wel één zijn in die richting.

1

Koopmans, Knoef en Van Lent (2021), De vraag naar pensioenproducten: de rol van flexibele opname en administratieve lasten, Netspar Design paper 197

2

PZO is direct bij deze werkgroep betrokken, net als FNV Zelfstandigen

3

Van Ewijk en Meijdam (2020), Lage rente en de balans tussen omslagfinanciering en kapitaaldekking van pensioenen, Occasional paper 2


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.