Brief van de voorzitter van de commissie EUZA bij het verslag van de rapporteur EU-werkwijze en informatievoorziening - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. ? toegevoegd aan dossier 22112 - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Brief van de voorzitter van de commissie EUZA bij het verslag van de rapporteur EU-werkwijze en informatievoorziening |
---|---|
Documentdatum | 14-04-2022 |
Publicatiedatum | 14-04-2022 |
Kenmerk | 22112, nr. ? |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer
Commissie EUZA
DER STATEN-GENERAAL
Aan de vaste commissies van de Tweede Kamer
Plaats en datum:
Betreft:
Ons kenmerk:
Den Haag, 14 april 2022
verslag van de rapporteur EU-werkwijze en informatievoorziening
22-EU-B-012
Geachte collega's,
Namens de vaste commissie voor Europese Zaken bied ik u graag een verslag aan van de rapporteur EU-werkwijze en informatievoorziening, het lid Kamminga.1 Haar verslag bevat aanbevelingen aan de vaste Kamercommissies om de behandeling van EU-dossiers te versterken en is tot stand gekomen op basis van o.a. een aantal gesprekken met commissies over hun ervaringen met de huidige EU-werkwijze. In deze brief informeer ik u over de aanbevelingen van de rapporteur inzake de EU-werkwijze van de commissies en over de uitkomsten van het commissiedebat over EU-informatievoorziening van 10 februari 2022.
Aanbevelingen aan commissies rondom EU-werkwijze
De rapporteur constateert dat er behoefte is aan beter inzicht in hoe beïnvloedingskansen effectief benut kunnen worden. Het gaat dan zowel om de juiste timing als het geschikte instrument voor beïnvloeding. Daarnaast komt uit haar gesprekken met Kamerleden naar voren dat commissies een gebrek aan informatie en betrokkenheid ervaren tijdens een aantal fases van het Brusselse proces.
Naast een aanbeveling om de bestaande informatieafspraken met het kabinet te evalueren (zie ook volgende paragraaf), beveelt de rapporteur aan gerichter en beter gebruik te maken van de bestaande instrumenten, zoals het rapporteursschap, behandelvoorbehoud en contacten met Europese gesprekspartners. Ten tweede worden commissies in overweging gegeven om op prioritaire dossiers al actief te worden ruim voor publicatie van een voorstel. Verder beveelt de rapporteur commissies aan om op belangrijke Europese dossiers gerichte informatie-afspraken te maken met het kabinet, bijvoorbeeld in het kader van een behandelvoorbehoudprocedure.
Uitkomsten commissiedebat EU-informatievoorziening
Het rapporteursverslag is besproken in een commissiedebat met de minister van Buitenlandse Zaken op 10 februari 2022 over EU-informatievoorziening. De minister heeft tijdens het debat de volgende Kamerbrede toezeggingen gedaan, ten einde de informatiepositie van de vaste commissies te versterken:
1 Kamerstuk 22112, nr. 3271, raadpleegbaar op www.tweedekamer.nl Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
-
T.070-3182211
-
•De minister zegt toe aan het kabinet terug te koppelen, daar waar het kan, om non-papers vooraf te delen met de Kamer.
-
•De minister zegt toe het belang van het krachtenveld in de EU in kabinetsbrieven bij het kabinet te benadrukken.
-
•De minister zegt toe daar waar het qua onderwerp nauw luistert de Kamer vertrouwelijk te informeren.
-
•De minister zegt toe in de verslagen van EU-raden terug te koppelen over de voortgang van non-papers.
-
•De minister zegt toe, waar het onderwerp zich daarvoor leent, proactief technische briefings aan de Kamer aan te bieden.
-
•De minister zegt toe bij grote en politiek gevoelige onderwerpen de Kamer expliciet en proactief in geannoteerde agenda's en verslagen EU-raden te informeren.
-
•De minister zegt toe zich in te zetten om daar waar mogelijk de limité-documenten zoveel mogelijk openbaar te maken.
-
•De minister zegt toe met like-minded landen en met de Kamer zich te blijven inspannen om meer transparantie in de Europese besluitvorming te bewerkstelligen.
Verder heeft de minister, in lijn met een recente onafhankelijke evaluatie van de EU-coördinatie binnen de rijksoverheid (Kamerstuk 2022Z01610), de Kamer uitgenodigd om gezamenlijk de bestaande EU-informatieafspraken te evalueren, inclusief de vraag welke informatie-afspraken mogelijk nog maar van beperkte waarde zijn. De vaste commissie voor Europese Zaken zal dit verzoek oppakken, mede gelet op de in het coalitieakkoord aangekondigde 'Europawet'. De commissie zal, mede op basis van eerder opgehaalde input bij de EU-intensieve vaste commissies werken richting een breed gedragen standpunt.
De commissie Europese Zaken hoopt dat u door bovenstaande toezeggingen een betere informatiepositie ervaart en zal de uitvoering van de toezeggingen in het komende jaar monitoren. De commissie Europese Zaken verzoekt u de aanbevelingen van de rapporteur in overweging te nemen en geeft u als suggestie de eigen commissiestaf, in het bijzonder de EU-adviseur, te vragen een voorstel voor te doen voor de uitwerking ervan.
Hoogachtend,
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken
Brom et
Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
-
T.070-3182211