Motie Michon-Derkzen/Van der Werf over verduidelijking van de wettelijke grondslag voor de inzet van undercoverinfiltratie - Politie - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 1059 toegevoegd aan dossier 29628 - Politie.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Politie; Motie; Motie van de leden Michon-Derkzen en Van der Werf over verduidelijking van de wettelijke grondslag voor de inzet van undercoverinfiltratie |
---|---|
Documentdatum | 08-02-2022 |
Publicatiedatum | 09-02-2022 |
Nummer | KST296281059 |
Kenmerk | 29628, nr. 1059 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
MOTIE VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN VAN DER WERF
Voorgesteld 8 februari 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de inzet van undercoverbevoegdheden een belangrijke bijdrage kan leveren bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit en het oplossen van cold cases;
overwegende dat infiltratie de zwaarste undercovervariant is met veel risico's en gevaren voor undercoveragenten;
overwegende dat de wetgever extra waarborgen heeft ingebouwd voordat de bevoegdheid tot infiltratie kan worden ingezet, waaronder toestemming van het College van procureurs-generaal en een voorafgaand advies door de Centrale Toetsingscommissie;
overwegende dat de criteria waar de CTC aan toetst en haar adviezen op baseert waren opgenomen in de OM-aanwijzing Opsporingsbevoegdheden, maar dat deze criteria sinds 2014 niet meer zijn opgenomen in deze aanwijzing;
overwegende dat het essentieel is dat de procedure voorafgaand aan en gedurende de infiltratie zorgvuldig wordt uitgevoerd en dat de proportionaliteit, subsidiariteit en afbreukrisico's nauwkeurig moeten worden getoetst;
verzoekt de regering de wettelijke grondslag voor de inzet van undercove-rinfiltratie te verduidelijken in artikel 126h, zodat bij algemene maatregel van bestuur de toetsingscriteria van de CTC kunnen worden vastgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Michon-Derkzen Van der Werf
kst-29628-1059 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 29 628, nr. 1059