Brief regering; Reactie op verzoek commissie over de brede relatie met Marokko - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 61 toegevoegd aan wetsvoorstel 35925 V - Vaststelling begroting Buitenlandse Zaken 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over de brede relatie met Marokko |
---|---|
Documentdatum | 14-12-2021 |
Publicatiedatum | 27-12-2021 |
Nummer | KST35925V61 |
Kenmerk | 35925 V, nr. 61 |
Commissie(s) | Buitenlandse Zaken (BUZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 december 2021
In reactie op de toezegging aan de Kamercommissie Buitenlandse Zaken stuur ik u hierbij een brief over de brede relatie met Marokko. Ik ga daarbij conform uw verzoek ook in op mensenrechten en de Hirak-activisten.
De regio Noord-Afrika staat voor grote uitdagingen zoals de gevolgen van klimaatverandering, hoge jeugdwerkloosheid en economische onzekerheid, ook vanwege COVID-19. In verschillende landen in de regio is in de afgelopen jaren de politieke en economische onrust (verder) toegenomen. Het risico van irreguliere migratie blijft groot, mede vanwege de instabiliteit en demografische groei in de (sub-)Sahelregio, wat gepaard gaat met groei van criminele en smokkel-netwerken, en de aanwezigheid van terroristische groeperingen. Gezien de nabijheid hebben de ontwikkelingen in Noord-Afrika potentieel een grote impact op Europa en op Nederland. De regio is daarmee van wezenlijk belang voor onze veiligheid en stabiliteit.
Marokko is een stabiele factor in deze woelige regio. Nederland ziet, net als de Europese Unie, Marokko als een essentiële en strategische partner, met een belangrijke brugfunctie tussen Afrika en Europa. Nederland heeft tevens een nauwe bilaterale verwevenheid met Marokko. Onze diplomatieke betrekkingen zijn meer dan 400 jaar oud en via arbeidsmigratie zijn onze samenlevingen sociaal en cultureel aan elkaar verbonden. Door deze verbintenis heeft Nederland diverse belangen in Marokko en Marokko in Nederland. Om die te behartigen hebben beide landen baat bij goede samenwerking. Er zijn bovendien kansen in de relatie op het gebied van handel, economische samenwerking en op het thema duurzaamheid.
Een brede relatie biedt kansen, maar kan ook complex zijn en vraagt om een voortdurende weging van belangen. Om de relatie te verstevigen en te verdiepen zijn Marokko en Nederland op 8 juli van dit jaar op hoog ambtelijk niveau een bilateraal actieplan overeengekomen dat gebaseerd
kst-35925-V-61 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
is op wederzijds respect en aandacht voor eikaars belangen. Hierin zijn afspraken vastgelegd om de dialoog en samenwerking te verstevigen op onderwerpen van wederzijds belang: veiligheid, politie en justitie, migratie, sociale zekerheid, handel en investeringen, klimaat, en culturele samenwerking. Om de samenwerking vorm te geven op de verschillende thema's zullen allereerst gesprekken plaatsvinden tussen experts en wordt vervolgens ook op hoog ambtelijk en politiek niveau de samenwerking besproken en de voortgang gemonitord. Een eerste bespreking op hoog ambtelijk niveau vond 16 november jl. plaats. De hoofdlijnen van de afspraken uit het actieplan licht ik graag kort toe middels deze brief.
Op het terrein van migratie is afgesproken om een gemengd comité op te zetten waarin de hele migratie-agenda besproken zal worden. Ook is overeengekomen om de samenwerking op terugkeer te verbeteren, evenals het beter benutten van bestaande mogelijkheden voor legale migratie. Voor de samenwerking op het terrein van veiligheid en justitie is de inzet om het juridisch kader te versterken, waaronder de samenwerking op rechtshulp en op verzoek van Marokko de mogelijkheid te verkennen voor een uitleveringsverdrag. Ook streven beide landen naar voortzetting van de multilaterale contraterrorisme samenwerking via het Global Counterterrorism Forum (GCTF) en wordt gestreefd naar versterking van de politiesamenwerking. Voor sociale zekerheid ligt de nadruk op de naleving van het bilaterale sociale zekerheidsakkoord.
In het actieplan zijn ook afspraken gemaakt over projectfinanciering. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de Marokkaanse generieke eis van concertation prealable (Kamerstuk 34 952, nr. 102). In de periode sinds de betreffende Kamerbrief zijn met Marokko nadere gesprekken gevoerd om hierover afspraken te maken. In het actieplan is overeengekomen elkaar vooraf te informeren over de voorgenomen financiering aan maatschappelijke partners, met respect voor elkaars juridisch raamwerk. Het gaat hierbij niet om instemming vooraf en het betreft een wederzijdse afspraak. Ook Nederland hecht aan transparantie en informatie over mogelijke financiering vanuit Marokko die in Nederland plaatsvindt.
Verder is afgesproken om ons gezamenlijk in te spannen voor de versterking van de economische samenwerking op thema's zoals duurzame energie, water en landbouw. Ook op dit terrein wordt bezien of een overlegstructuur kan worden opgezet om deze samenwerking te bevorderen. In dit domein liggen ook kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven zoals op het terrein van e-mobility, waterstof, climate smart agricultuur en modernisering van de kastuinbouw. Tot slot zijn er verschillende opties voor nauwere culturele samenwerking die gezamenlijk uitgewerkt kunnen worden. Waaronder expertise-uitwisseling tussen musea en de creatieve industrie in beide landen.
Mensenrechten zijn onderdeel van de dialoog. Daarbij staat de effectiviteit van de inzet voorop. Nederland werkt ook met Marokko samen op het gebied van mensenrechten. Een goed voorbeeld is de Marokkaanse co-sponsoring van een door Nederland ingediende resolutie over de bestrijding van kind-huwelijken tijdens de meest recente Mensenrech-tenraad. En gedurende de recente Orange the World campagne werd door de Nederlandse ambassade in Rabat opgetrokken met Marokkaanse autoriteiten en maatschappelijke organisaties bij de organisatie van een themasessie over het veiliger maken van publieke ruimtes voor vrouwen en meisjes.
In Marokko is ook een belangrijk rol weggelegd voor de Marokkaanse Nationale Raad voor de Mensenrechten (CNDH). De ambassade heeft regelmatig contact met de CNDH over ontwikkelingen op het terrein van mensrechten in Marokko. Deze Raad deed onder meer onderzoek naar het overheidsoptreden ten tijde van de Hirak in 2016. In de afgelopen jaren heeft een aantal gedetineerden gratie gekregen. Op dit moment zijn er nog 7 personen gedetineerd voor hun deelname aan de beweging, waaronder de heer Nasser Zefzafi. Inmiddels is de cassatie procedure afgerond waarbij voor hen de eerder opgelegde straffen zijn gehandhaafd.
Ten aanzien van de casus van Omar Radi verwijs ik naar de recente kamerbrief hierover (Kamerstuk 30 010, nr. 51). Nederland heeft deze kwestie opnieuw aan de orde gesteld tijdens de hoog ambtelijke consultaties van 16 november waarbij ongenoegen is geuit over de aantijgingen van spionage die we nadrukkelijk verwerpen.
De coördinatie voor de uitvoering van het actieplan ligt bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarbij nauw wordt samengewerkt met alle betrokken departementen. Een sterke relatie is gebaat bij regelmatig en intensief contact. Daar spant het kabinet zich voor in. Zo sprak Minister President Rutte recent met zijn Marokkaanse counterpart regeringsleider dhr. Akhannouch. Het boeken van resultaten zal op sommige onderwerpen een proces van de langere adem zijn. Het vereist over de volle breedte van de agenda een aanhoudende inzet op het onderhouden van goede betrekkingen. Mogelijk kan in 2022 de Covid-situatie in beide landen impact hebben op de uitvoering. De ambitie blijft echter onverminderd hoog om het actieplan uit te voeren en tot concrete resultaten te komen die van belang zijn voor Nederland en Marokko.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 925 V, nr. 61 3