Brief regering; Reactie op het amendement Leijten over het verduurzamen van woningen met een laag energielabel - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 98 toegevoegd aan wetsvoorstel 35925 VII - Vaststelling begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2022 i.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022; Brief regering; Reactie op het amendement van het lid Leijten over het verduurzamen van woningen met een laag energielabel |
|---|---|
| Documentdatum | 03-12-2021 |
| Publicatiedatum | 06-12-2021 |
| Nummer | KST35925VII98 |
| Kenmerk | 35925 VII, nr. 98 |
| Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 december 2021
Op 26 november jl. is, na de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022, achteraf een amendement ingediend van het lid Leijten (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 96). Betreft het inzetten van de middelen voor de stimulering van nul-emissievoertuigen voor een ander doel: naar het verduurzamen van woningen met een laag energielabel (E/F/G).
Aangezien het amendement na de begrotingsbehandeling is ingediend, wil ik middels deze brief aan uw Kamer kenbaar maken dat ik het amendement ontraad.
Ten eerste staat het amendement haaks op het reeds door de Tweede Kamer geaccordeerde belastingplan 2022 (Kamerstuk 35 927). De accordering van het amendement zou dus expliciet aanpassing van het door uw Kamer geaccordeerde belastingplan 2022 betekenen. Daarnaast heeft het kabinet middels een brief van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan uw kamer dit pakket aan maatregelen expliciet toegelicht1.
Deze brief werd zowel bij de behandeling van het belastingplan als ook bij de begrotingsbehandeling van IenW besproken in uw Kamer. In het kader van het belastingplan2 werd een motie van gelijke strekking van de heer Omtzigt daarbij niet aangenomen.
In de brief is aangegeven dat de klimaat- en stikstofopgave groot blijft en er ook nog werk aan de winkel is om de kabinetsambitie van 100% emissievrij nieuwverkoop van auto's in 2030 te bereiken. Daarom heeft het kabinet besloten extra geld vrij te maken voor de (fiscale) stimulering van
1 Kamerstuk 32 813, nr. 843
2 Kamerstuk 32 813, nr. 815
kst-35925-VII-98 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
elektrische personenauto's en om tegelijkertijd extra in te zetten op het aantrekkelijk maken van elektrisch rijden voor particulieren en voor ondernemers door aanschafsubsidies. Deze maatregelen leiden tot een CO2-reductie in de komende jaren van 1,2 Mton en 1,5 kton NOx-reductie.
Daarnaast merk ik op dat het beleid met betrekking tot slecht geïsoleerde woningen al is ingezet op mijn begroting.
Het kabinet heeft daartoe inmiddels in de begroting van BZK voor het jaar 2022 € 1,3 miljard vrijgemaakt voor de verduurzaming van woningen en gebouwen, waarvan € 514 miljoen is bestemd voor een nationaal isolatieprogramma in de periode 2022 t/m 2024. Het nationaal isolatieprogramma richt zich op het beter isoleren van nu nog slecht geïsoleerde woningen. De hoofdlijnen zijn beschreven in een recente Kamerbrief1.
Ook, zoals aangekondigd in de Kamerbrief2, wil ik in overleg met de woningcoöperatiesector maatregelen afspreken die zien op het doorvoeren van verduurzamingsmaatregelen in slecht geïsoleerde woningen.
Tenslotte wijs ik u erop dat het bedrag dat aan de uitgavenkant beschikbaar is gesteld voor de stimulering van Elektrisch Vervoer veel lager is dan de € 614 mln. Het gaat om € 118 mln. De rest is derving aan de inkomstenkant.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 925 VII, nr. 98 2
Kamerstuk 30 196, nr. 770
Kamerstuk 29 453, nr. 545