Motie Maatoug over ambtshalve kwijtschelding van restschuld als er geen sprake is van aantoonbare opzet of grove schuld - Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 18 toegevoegd aan wetsvoorstel 35897 - Verzamelwet SZW 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022); Motie; Motie van het lid Maatoug over ambtshalve kwijtschelding van restschuld als er geen sprake is van aantoonbare opzet of grove schuld |
---|---|
Documentdatum | 11-11-2021 |
Publicatiedatum | 11-11-2021 |
Nummer | KST3589718 |
Kenmerk | 35897, nr. 18 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022)
Voorgesteld 11 november 2021 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat gemeenten, UWV en SVB tot voor kort gedurende tien jaar niet mochten instemmen met een schuldregeling tegen finale kwijting, wanneer sprake was van schending van de inlichtingenplicht;
constaterende dat daardoor vele mensen na een schuldregeling van drie jaar alsnog een openstaande schuld moesten aflossen;
constaterende dat een jaar geleden een amendement is aangenomen dat dit verbod beperkt tot vorderingen waarbij sprake is van aantoonbare opzet of grove schuld;
van mening dat de mensen die nu na een schuldregeling nog een restschuld hebben, waarbij geen sprake was van aantoonbare opzet of grove schuld, óók kwijtschelding verdienen en niet opnieuw een schuldregeling zouden moeten aanvragen;
verzoekt de regering er bij de uitvoeringsorganisaties erop aan te dringen dat in deze gevallen ambtshalve kwijtschelding wordt verleend,
en gaat over tot de orde van de dag.
Maatoug
kst-35897-18 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 897, nr. 18