Derde nota van wijziging - Voorstel van wet van de leden Gijs van Dijk en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon) - Hoofdinhoud

Deze nota van wijziging is onder nr. 14 toegevoegd aan wetsvoorstel 35335 - Initiatiefvoorstel wet invoering minimumuurloon i.

Officiële titel	Voorstel van wet van de leden Gijs van Dijk en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon); Nota van wijziging; Derde nota van wijziging
Document­datum	09-11-2021
Publicatie­datum	09-11-2021
Nummer	KST3533514
Kenmerk	35335, nr. 14
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021

2022

35 335

Nr. 14

Voorstel van wet van de leden Gijs van Dijk en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon)

DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 november 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel XXXII wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  De aanhef komt te luiden: Artikel 3.3, eerste lid, onderdeel b, van de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:.

• 2. 

  Onderdeel A, de aanduiding «B» en de aanhef van onderdeel B vervallen.

Toelichting

De bedragen die thans zijn opgenomen in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) zijn de zogeheten bandbreedtebedragen voor de aanspraak op het lage-inkomensvoordeel. Deze bedragen worden berekend aan de hand van een bandbreedte van 100-125% van het wettelijk minimumloon (Kamerstukken II 2015/16, 34 528, nr. 3, p. 32). Met deze nota van wijziging blijven de bedragen zoals genoemd in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wtl ongewijzigd. Om tot deze bedragen te komen wordt derhalve de bandbreedte aangepast naar 100-112% van het wettelijk minimum-uurloon. Met de aanpassing van deze procentuele bandbreedte blijft de werkgever voor dezelfde doelgroep recht hebben op lage-inkomensvoordeel als thans het geval is. De absolute bedragen blijven derhalve hetzelfde als de thans geldende bedragen die zijn opgenomen in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkoming loondomein, met dien verstande dat er bij de berekening van deze bedragen uit is gegaan van een voltijds werkweek van 36 uren, in aansluiting op de invoering van het minimumuurloon.

Gijs van Dijk Maatoug

kst-35335-14 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 335, nr. 14