Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35925 K - Vaststelling begroting Defensiematerieelbegrotingsfonds 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 21-09-2021 |
Publicatiedatum | 21-09-2021 |
Nummer | KST35925K2 |
Kenmerk | 35925 K, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2022
INHOUDSOPGAVE
Geraamde uitgaven en ontvangsten 2
2.1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties 15
3.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel 18
3.2 Artikel 2: Maritiem materieel 26
3.3. Artikel 3: Land materieel 33
3.4. Artikel 4: Lucht materieel 40
3.5. Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed 47
3.7. Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk 59
Bijlage 1: Instandhouding Vastgoed 61
Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk 64
Bijlage 3: Lijst met afkortingen 75
GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
Geraamde uitgaven begrotingshoofdstuk K 2022 (bedragen x € 1.000). Totaal € 5.065.362
Defensiebreed materieel
Maritiem materieel
Land materieel
Lucht materieel
Infrastructuur en Vastgoed
IT
0 200.000 400.000 600.000 800.000 1.000.000 1.200.000 1.400.000
Geraamde ontvangsten begrotingshoofdstuk K 2022 (bedragen x € 1.000). Totaal € 5.065.362
Defensiebreed materieel 62.198
Maritiem materieel
Land materieel
Lucht materieel
25.599
Infrastructuur en Vastgoed
IT
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Defensie,
F.B.J. Grapperhaus
Het Ministerie van Defensie heeft twee begrotingen:
-
1.De reguliere defensiebegroting (Hoofdstuk X van de Rijksbegroting);
-
2.De fondsbegroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) (Hoofdstuk K van de Rijksbegroting).
Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel wordt beter voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT-middelen van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbe-stendige begroting.
Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit begroting Hoofdstuk X.
De opzet en de structuur van de begroting van het Defensiematerieelbe-grotingsfonds (DMF) zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Het DMF is als volgt opgebouwd:
-
-De begrotingsstaat voor het DMF voor het jaar 2022 is opgenomen.
-
-De Defensiematerieelagenda behandelt de prioritaire projecten, waarbij zoveel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen uit de Defensiebegroting is aangegeven.
-
-De begroting van het fonds kent zeven artikelen. Deze worden onderstaand nader toegelicht.
-
-Het DMF sluit af met drie bijlagen:
-
•Instandhoudingsbijlage vastgoed
-
•Verdiepingshoofdstuk
-
•Afkortingenlijst
Om het inzicht in de investeringsplanning te vergroten, worden per artikel in de tabel "budgettairegevolgen van beleid"de verplichtingen, uitgaven en eventuele ontvangsten met betrekking tot investeringen en instandhouding voor een periode van vijftien jaar gepresenteerd.
Instandhoudingsuitgaven zijn de uitgaven die nodig zijn om materieel operationeel te houden. De instandhoudingsuitgaven in de begrotingsartikelen zijn de instandhoudingsuitgaven die door een Defensieonderdeel gedaan worden. Deze uitgaven kunnen ook uitgaven ten behoeve van andere Defensieonderdelen bevatten, als gevolg van het assortiments-gewijs werken (AGW). Het AGW beoogt de logistieke keten van een aantal artikelen centraal te beleggen, dus bij één Defensieonderdeel. Dat Defensieonderdeel wordt dan ook budgettair belast met de uitgaven van voor andere Defensieonderdelen verworven artikelen.
Om meer inzicht te geven in de instandhoudingsuitgaven van grote wapensystemen worden deze uitgaven in de toelichtingen van de verschillende artikelen weergegeven. Deze informatie is - met de komst van het DMF in 2021 - nieuw ten opzichte van voorgaande reguliere begrotingen. Daarnaast zal het DMF 2022 voor het eerst een instandhoudingsbijlage vastgoed kennen, zie hiervoor de Groeiparagraaf.
Personele uitgaven verbonden aan de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, infrastructuur en vastgoed en IT vallen ook binnen de reikwijdte van het fonds (wetsvoorstel DMF, artikel 5). Op 22 april 2020 is de motie (Motie Diks, Kamerstuk 35 280, nr. 11) aangenomen, met het verzoek om uiterlijk in 2022 personele uitgaven (vallend binnen de reikwijdte van het DMF) op te nemen. Opname van relevante personele uitgaven sluit aan bij de doelstellingen van het DMF om te komen tot een meer schokbestendige en voorspelbare begroting. Daarnaast maakt het een meer integrale afweging tussen inbesteden en uitbesteden mogelijk. Het opnemen van personele uitgaven is echter een grote en ingewikkelde operatie. Zo moeten budgetten ontvlochten worden in de administratie en dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering van alle defensieonderdelen. Om de gevolgen van de ontvlechting goed in te kunnen schatten, wordt in 2021 en 2022 proefgedraaid. Het proefdraaien geeft de mogelijkheid te bezien wat de gevolgen van het opnemen van personele uitgaven in het DMF zijn voor bijvoorbeeld het herschikken van budgetten. Daarnaast kunnen eventuele onbedoelde effecten op tijdig worden waargenomen en kan bepaald worden wat de meest voor de hand liggende mogelijkheid is om deze uitgaven in het DMF te presenteren. Deze werkwijze maakt het mogelijk in de eerste helft van 2023 een goed onderbouwd besluit te nemen over het opnemen van de personele uitgaven in het DMF
De reguliere Defensiebegroting (hoofdstuk X) bevat het voorgenomen Defensiebeleid. De begroting van het DMF bevat de uitwerking van dat beleid in concrete projecten en de instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT en heeft daardoor een meer uitvoerend karakter. In het DMF worden alle investeringsprojecten benoemd met een project-budget van meer dan € 100 miljoen, per categorie onderverdeeld naar voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het Defensieprojectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die de afgelopen jaren in de reguliere begroting is gehanteerd, maar de toelichtingen zijn uitge-breider:
-
-Voor projecten in voorbereiding worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd:
€ 100 - € 250 miljoen, € 250 miljoen - € 1 miljard,
€ 1 miljard - € 2,5 miljard en meer dan € 2,5 miljard.
-
-Bij projecten in onderzoeksfase wordt per project de bandbreedte en de planning van de DMP-brieven gepresenteerd.
-
-Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. In dat geval wordt de bandbreedte weergegeven.
Informatie over investeringsprojecten die jaarlijks in het DPO wordt gepubliceerd, is op hoofdlijnen geïntegreerd in het DMF De Kamer ontvangt het DPO - gelijktijdig met het DMF - op Prinsjesdag. Het DPO omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.
De ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op projectvertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren. Om die reden worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Naar aanleiding van de voorjaarsbesluitvorming is in overleg met het ministerie van Financiën afgesproken dat in gezamenlijkheid de doelmatigheid en omvang van de overprogrammering wordt onderzocht. Indien de uitkomsten van deze analyse aanleiding geven tot wijzigingen wordt dit verwerkt in de komende begrotingsproducten. Vooruitlopend op de afronding van dit onderzoek is met het ministerie van Financiën afgesproken op dit moment een maximum van dertig procent aan overprogrammering te hanteren voor de komende begrotingsjaren. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.
Vorig jaar heeft de Kamer (Kamerstuk 35 280, nr. 7) geïnformeerd naar de mogelijkheid om - conform het Mobiliteitsfonds - een instandhoudings-bijlage in het DMF op te nemen. Dit om eventuele tekorten zichtbaar te maken. Immers, de instandhoudingsbudgetten voor zowel het materieel, voor de infrastructuur en de IT zijn alle onvoldoende voor de instandhouding van het Defensieapparaat. Ten eerste wordt voor de ernstigste knelpunten investeringsbudget ingezet. Dit gaat ten koste van onze investeringsmogelijkheden in de toekomst. Ten tweede worden incidentele meevallers ingezet voor incidentele reparaties van het budget. Ten derde worden prioriteiten gesteld voor zowel de instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT Als gevolg daarvan is de continuïteit van de Defensieorganisatie verstoord. In overleg met de Kamer is in DMF 2022 voor het eerst een instandhoudingsbijlage vastgoed opgenomen.
Omdat dit het tweede jaar is dat het DMF aan de Kamer wordt aangeboden, is het verdiepingshoofdstuk als bijlage opgenomen. Het verdiepings-hoofdstuk geeft, in tabelvorm, per beleidsartikel en niet-beleidsartikel de opbouw van de begrotingsstanden vanaf de vorige ontwerpbegroting aan. De belangrijkste nieuwe mutaties worden van een toelichting voorzien.
Veiligheid is het fundament onder een bloeiende en vrije samenleving, Defensie draagt bij aan de bescherming van dit fundament. In een wereld die aan verandering onderhevig is neemt de dreiging om ons heen toe. Om bescherming te kunnen bieden tegen oude en nieuwe dreiging past Defensie zich voortdurend aan. Op weg naar een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 hebben we de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken. Dit realiseert Defensie binnen een schokbestendige begroting. Om deze schok-bestendigheid mogelijk te maken en te vergroten is het DMF ingericht. Sinds het instellen van dit fonds is het de tweede keer dat deze begroting aangeboden wordt. Het investeringsprogramma bij het begrotingsfonds bestaat voor een belangrijk deel uit materieel. Defensie is deze kabinetsperiode tientallen projecten gestart. Sinds 2018 is het aantal projecten boven de 25 miljoen euro gestegen van 88 naar 109. Deze nieuwe projecten dragen voor een groot deel bij aan het herstel van de krijgsmacht. Met het oog op een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 verwacht Defensie dat het aantal projecten in uitvoering zal blijven toenemen. Dat is hard nodig voor de operationele inzet en veiligheid van onze mensen. Maar het verwerven van defensiematerieel blijft complex en daarom gaat Defensie zorgvuldig te werk. Voordat contracten tot zichtbare realisaties komen, worden veel stappen door onze mensen gezet, zoals marktverkenning, contractvorming, productie, afname en testen. Daarom hebben projecten veelal een looptijd van meerdere jaren. Inmiddels zijn bij steeds meer projecten de contracten gesloten. Dit is indicatief voor het toegenomen realisatievermogen van Defensie. Realisatie op investeringen bedroeg in 2017 nog € 1.441 miljoen. Ten tijde van de Defensienota 2018 heeft Defensie extra middelen ontvangen. In deze relatief korte tijd heeft zich dit vertaald naar een realisatie op investeringen van € 2.716 miljoen: een stijging in drie jaar tijd van bijna 90%. Dit gestegen realisatievermogen is, ondanks incidentele verstoringen, waaronder vertragingen door COVID-19, bij dit budget structureel van aard. De mogelijkheden die het begrotingsfonds biedt dragen hier aan bij.
Om het materieel, infrastructuur, vastgoed en de IT van Defensie te herstellen en te moderniseren worden in 2022 meerdere nieuwe projecten gestart. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging van het middelzwaar landingsvaartuig en het operationeel catering systeem, de midlife update van het Bushmaster wielvoertuig, evenals de verwerving van tactische en strategische lucht-grond bewapening voor de F-35. Ook wordt in 2022 volop verder gewerkt aan de talrijke projecten die nu deel uitmaken van het investeringsprogramma. Zo wordt verder gewerkt aan de vervanging van de onderzeebootcapaciteit waarvoor Defensie momenteel in dialoog is met drie kandidaat-werven, wordt de B-brief voor het Defensiebrede programma Wissellaadsystemen, Trekkeropleggercombinaties en Wielber-gingsvoertuigen verwacht en bevindt het programma Grensverleggende IT (GrIT) zich in de realisatiefase.
Verwerven van materieel, infrastructuur, vastgoed en IT voor Defensie is vaak specialistisch werk dat veel inspanning van onze mensen vraagt. Conform plan wordt in 2022 nieuw materieel geleverd; te denken valt aan:
-
-Verdere deelleveringen nieuwe Scania Gryphus vrachtwagens;
-
-Overdracht van gemodificeerde Chinook transporthelikopters;
-
-Levering van F-35 vliegtuigen, die doorloopt tot en met 2024;
-
-Uitlevering van nieuwe SMART-L radars voor de LC-fregatten.
-
-Nieuwe kleding en uitrusting, waarvoor de deelleveringen ondanks COVID-19 op gang zijn gekomen en de eerste verstrekkingen van de nieuwe gevechtsuitrusting en helmen reeds hebben plaatsgevonden. Ook is het contract voor het keuzeconcept gevechtslaarzen getekend.
Naast deze grote materieelprojecten zet Defensie verdere stappen om de inzetvoorraden voor hoofdtaak 2 op norm te brengen, de urgente vastgoed-knelpunten aan te pakken en werkt het, conform de uitgangspunten in de Defensievisie 2035, toe naar een informatiegestuurde en duurzame organisatie. De mismatch die op dit moment bestaat tussen de behoefte in de exploitatie, bijvoorbeeld voor trainingsmunitie en voor de instandhouding van vastgoed en materieel en het budget, zijn in 2022 en verder een knelpunt.
Defensie is deze kabinetsperiode gestart met het aanvullen van inzetvoorraden, uiteenlopend van munitie tot en met operationele infrastructuur. In het verleden is er ingeteerd op bestaande voorraden en is er bij de behoef-testelling geen doorkijk geweest naar de beschikbare budgettaire ruimte in relatie tot het gewenste verbruik zoals dat in het verleden is gehanteerd. Het betreft zowel achterstanden in de inzetvoorraden benodigd voor de ondersteuning van onze missies en operaties, als de gereedstellingsvoor-raden, waaronder reservedelen, die voor de instandhouding benodigd zijn. In 2022 worden verdere stappen gezet om de inzetvoorraden voor de tweede hoofdtaak aan te vullen, waaronder de operationele assortimenten munitie, geneeskundig en reservedelen. Het Beleidskader Inzetvoorraden (2009) is vooral gericht op de tweede hoofdtaak: internationale missies. Financiering is beschikbaar om de voorraden van alle assortimenten voor deze tweede hoofdtaak op norm te brengen. Voor de verdere doorgroei van de inzetvoorraden gedimensioneerd op een hoger verbruik bij de eigen en boodge-nootschappelijke verdediging -de eerste hoofdtaak- ontbreken de benodigde financiële middelen nog. Uit de Defensievisie 2035 blijkt dat ook op de eerste hoofdtaak een inhaalslag noodzakelijk is: Defensie heeft hiervoor onvoldoende (munitie-)voorraden. Daarom wordt het beleidskader inzetvoorraden (BKI) herzien. Op basis van het beleidskader, en waar nodig ook met de lessen van COVID-19 in gedachten, start dit jaar de uitwerking en planvorming voor versterking van de voorraden. Voor het munitie-domein is hiertoe met de Kamerbrief «Stand van zaken defensiemunitie» (Kamerstuk 27 830 nr. 337) een eerste inzicht gegeven.
De investeringen in infrastructuur en vastgoed zijn sinds de Defensienota 2018 structureel opgehoogd (Kamerstuk 34919, nr. 55). Echter, er is sprake van een grote onderhoudsachterstand bij het Defensievastgoed. Deze achterstand is de afgelopen decennia opgebouwd. Door de bestaande disbalans tussen het beschikbare budget en de kosten van het onderhoud neemt de behoefte aan onderhoud de komende jaren verder toe. Zonder ingrijpen nemen de exploitatiekosten verder toe en gaat de kwaliteit van het vastgoed verder achteruit.
In 2020 is gestart met het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar het Defensievastgoed (Kamerstuk 34 919 nr. 77). Hier is onderzocht hoe Defensie tot een doelmatige, toekomstvaste, duurzame vastgoedporte-feuille kan komen die voldoet aan wet en regelgeving. Het IBO haalt aan dat met het Strategisch Vastgoedplan (SVP) uit 2019 op hoofdlijnen een eerste stap is gezet richting verbetering, maar constateert tevens dat dit niet genoeg is en dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Het IBO doet aanbevelingen langs drie sporen. Ten eerste wordt aanbevolen de noodzakelijke randvoorwaarden in te vullen, zoals het doorvertalen van de Defensievisie naar een strategisch werkbare vastgoedopgave met een slagkrachtige besturing en het structureren van de informatiehuishouding over de technische staat van het vastgoed en de benutting daarvan. Ten tweede concludeert het IBO dat de vastgoedportefeuille ingrijpend moet worden teruggebracht om de balans te herstellen. Het IBO heeft berekend dat hiervoor een reductie van 35 tot 40 procent van (kosten van) de portefeuille nodig is. Ten derde raadt het IBO aan het vastgoed van Defensie onder te brengen in een (eigen) stelsel in het rijkshuisvestingsstelsel om een toekomstvast en stabiel stelsel te krijgen. Naar aanleiding van het IBO naar Defensievastgoed is gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Deze verkenning is gestart omdat de situatie vanwege de oplopende exploitatiekosten dermate urgent is, dat niet ingrijpen geen optie meer is. Zonder ingrijpende maatregelen stijgen de jaarlijkse exploitatielasten van het defensievastgoed verder. De budgettaire consequenties en kansen voor andere maatschappelijke opgaven van dit kabinet zoals versnellen woningbouw, huisvesting van aandachtsgroepen, locaties voor hernieuwbare energie en transitie van landbouw naar groen/water/natuur in verband met vermindering stikstofuitstoot.
Naast de verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed zullen in 2022 de normen ten aanzien van het vastgoed worden herzien en wordt naar aanleiding van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer verder gewerkt aan het vereist inzicht in de staat van het vastgoed en de aansturing van het vastgoedmanagement.
Met de pilot op de Bernhardkazerne is de start gemaakt met de revitalisering van het vastgoed zoals eerder beschreven in het SVP. Voor de pilot zijn financiële middelen beschikbaar gesteld en is de voorbereiding in volle gang. Voor het tweede te revitaliseren object, de Johannes Postkazerne in Havelte, is budget gereserveerd en zijn de voorbereidingen gestart. Tot slot is het exploitatiebudget opgehoogd om verdere achteruitgang van het vastgoed te beperken. Net als in voorgaande jaren wordt in 2022 en 2023 een deel van het investeringsbudget aangewend om de meest urgente knelpunten aan te kunnen pakken. In 2022 leidt dit bijvoorbeeld tot afronding van Fase 1 Verbetering Legering.
Waar de maatschappij steeds verder digitaliseert, geldt dit bij uitstek voor Defensie. IT wordt belangrijker en reikt tot in de haarvaten van de organisatie. De IT-ontwikkelingen gaan razendsnel en de kosten ervan nemen toe. Deze ontwikkeling is onderkend door Defensie, zoals verwoord in het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (Kamerstuk 31 125, Nr. 118). Daarin is de impact van de digitalisering onderzocht en is duidelijk geworden dat Defensie kampt met een mismatch tussen behoefte en budget in de IT-keten. Wel zijn de eerste maatregelen opgenomen die Defensie kan nemen om de uitdagingen het hoofd te gaan bieden. Informatietechnologie is ondersteunend aan alle hoofdwapensystemen en wordt zelf ook gezien als wapensysteem. De waarneembare trend is dat wapensystemen in toenemende mate ook tot de digitale wereld toetreden. Moderne wapensystemen vragen onder meer om moderne dataplatformen en goede cyber-en analyse-instrumenten om een effectieve operationele inzet, gebruik en bescherming van deze systemen mogelijk te maken. Op grond van het huidige en toekomstige dreigingsbeeld moet Defensie daarom de omslag maken naar een informatiegestuurde organisatie (IGO). In de Defensievisie 2035 zijn daarom twee inrichtingsprincipes opgenomen die de doelstellingen aangaande IGO verder beschrijven: inrichtingsprincipe 5: gezaghebbende informatie en inrichtingsprincipe 6: multidomein en geïntegreerd optreden. Deze inrichtingsprincipes worden verder uitgewerkt.
Naast informatie als doel voor inlichtingen en informatie als middel voor de besluitvorming, neemt ook de rol van de informatieomgeving en het cyberdomein als deel van de operationele omgeving aan belang toe. De rol van de informatieomgeving en het cyberdomein als deel van de operationele omgeving neemt aan belang toe. Dit leidt tot veranderingen in het optreden van Defensie en de wijze waarop Defensie het gevecht voert. Als onderdeel van IGO wordt het cyberdomein verder in het bestaande optreden en de afgeleide materieelprojecten geïntegreerd.
Defensie zet met het programma GrIT de eerste randvoorwaardelijke stap naar een robuuste IT-infrastructuur voor het nationale, statische en mobiele domein. Ook zal worden gestart met het eerste deelproject (zogenoemde spiral) van het programma FOXTROT/TEN waarmee een eerste stap naar verbeterde connectiviteit in het mobiel-tactische domein wordt gerealiseerd. IGO en de noodzaak tot verdere digitalisering beperkt zich echter niet tot nieuwe projecten, ook de lopende projecten en de (wapen)systemen die Defensie reeds in gebruik heeft worden hierdoor geraakt. Deze digitale inhaalslag zal 'met terugwerkende kracht' ook voor huidige systemen gemaakt moeten worden. Het betreft dan onder andere een toegenomen behoefte aan netwerk- en satellietcapaciteit, cybersecurity van platformge-bonden (IT-) systemen en versleutelen van informatie en verbindingen voor de (wapen)systemen die Defensie reeds in gebruik heeft. Daar waar dit voor projecten in uitvoering additionele financiële consequenties heeft, zal dit in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) gemeld worden. Om de omslag naar IGO en verdere digitalisering mogelijk te maken zal Defensie moeten kunnen investeren in het juiste materieel, maar ook in haar mensen. Het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (Kamerstuk 31 125, Nr. 118) verwoordt dat in toenemende mate sprake is van een negatieve afwijking tussen het beroep op de inzet, noodzakelijke vernieuwing en ambitie op het gebied van IT enerzijds en de benodigde middelen en mensen anderzijds. Met de huidige financiële middelen kan Defensie een start maken met de transitie naar een informatiegestuurde organisatie, maar is zij niet in staat volledig in lijn met de IGO-doelen uit de Defensievisie 2035 te innoveren en zal zij eveneens moeite hebben de benodigde personele groei te realiseren. Zoals ook in het rapport DDD is vermeld, worden voor diverse prangende aandachtsgebieden, zoals datamanagement en cyber separate «roadmaps» (plannen) uitgewerkt.
Naast het overwegend positieve beeld dat zowel het vijfjaarsgemiddelde van de investeringsquote (24,2%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek) als het aantal grote projecten deze kabinetsperiode gestegen zijn, houdt Defensie op materieelgebied nog uitdagingen. De instandhoudingsbudgetten van de marine, landmacht en luchtmacht kennen een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Door de groei van het investeringsbudget in de afgelopen jaren en de hoge levensduur van de wapensystemen neemt de behoefte aan materiele instandhouding toe, waardoor tekorten in de voorraad reserve-delen voortduren, evenals de knelpunten bij het onderhoud van de wapensystemen. Defensie voelt nog altijd de gevolgen van achterstanden vanuit het verleden in huidige materiële situatie, niet alleen voor de inzet-voorraden, maar zeker bij de instandhoudingsvoorraden, waaronder reser-vedelen. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit een van de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (Kamerstuk 32359, nr. 4): extra stappen in het kader van herstel op het gebied van instandhouding van wapensystemen zijn in de toekomst nodig. Wanneer materieel als gevolg van latere vervanging langer door vaart, vliegt of rijdt, dan zal het verbruik van reser-vedelen sterker toenemen. Dit leidt tot een significant tekort in de instandhouding van de krijgsmachtdelen, waardoor verder ingeteerd zal worden op de beschikbare voorraad reservedelen en herstelbare componenten.
Het uitstellen van onderhoud leidt tot hogere instandhoudingskosten, waarmee de vicieuze cirkel van stijgende instandhoudingskosten niet doorbroken wordt. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen echter niet alle instandhoudingsknelpunten onmiddellijk aangepakt worden.
Figuur 1 Instandhoudingsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
2.000
2.000 I
0
¦ Defensiebreed
¦ Maritiem ¦ Land ¦ Lucht IT ¦ Vastgoed — Budgettair kader — Verplichtingen
Het achterliggende jaar was de impact van de COVID-19-uitbraak nog beperkt op de realisatie van de grote materieel- en IT-projecten. Nu de crisis al meer dan een jaar duurt, ontkomt Defensie niet aan negatieve effecten op projecten. Reisbeperkingen hebben grote invloed op de wijze waarop programma's van eisen en complexe engineeringsvraagstukken samen met de industrie tot stand komen. Over de breedte hebben contractonderhandelingen 'op afstand' in 2021 meer tijd in beslag genomen en verliepen ze moeizamer. Bij de leveranciers en partners leiden de langdurige maatregelen tot het sluiten van fabrieken en lokale COVID-19 uitbraken zorgen voor beperkingen in de productie: de leverzekerheid neemt hierdoor af. Ook heeft een aanzienlijk aantal Nederlandse en buitenlandse bedrijven reeds beroep gedaan, dan wel heeft gemeld dit te gaan doen, op de overmacht clausule (force majeure) uit de contracten. Voor meerdere projecten leidt dit derhalve tot 'vertraging door overmacht'. Omdat het na verlichting van de COVID-19-maatregelen nog tijd kost om terug te komen op het oorspronkelijke niveau, wordt het inlopen van de opgelopen achterstanden geen eenvoudige opgave. Naast vertraging zijn schaarste bij verkrijgbaarheid en hogere prijzen van grondstoffen eveneens neveneffecten van de pandemie. Steeds vaker leidt dit tot negatieve effecten op productie en op de distributieketen. Het betreft onder andere gestegen prijzen van staal en bouwmaterialen, maar ook verminderde beschikbaarheid van specifieke grondstoffen voor ballistische beschermingsarti-kelen, waaronder de benodigde grondstoffen voor productie van de nieuwe helmen. Dit onderstreept het belang van het materieelbegrotingsfonds: financiële «schokken» door externe omstandigheden zoals COVID-19 kunnen binnen de mogelijkheden van het DMF in latere jaren opgevangen worden. Desondanks heeft Defensie in overleg met haar partners ook mogelijkheden gezien om projecten te versnellen; dit betreft met name kleinere vastgoedprojecten. In het kader van thematische revitalisering heeft versnelling plaatsgevonden voor Fase 1 Verbetering Legering waardoor deze in 2022 kan worden afgerond en de volgende fase kan worden gestart.
Figuur 2 Investeringsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
6.000
6.000 I
4.500
¦ 1. Defensiebreed ¦ 2. Maritiem ¦ 3. Land ¦ 4. Lucht ¦ 5. Vastgoed
-
6.IT “ Budgettair kader — Verplichtingen
In bovenstaand figuur wordt het totale investeringsprogramma van € 45 miljard in de periode 2021 tot en met 2036 weergegeven. In de grafiek is het investeringsprogramma onderverdeeld naar de artikelen in dit begrotingsfonds. De artikelen geven de actuele verdeling van de investeringen over de domeinen defensiebreed, land, lucht, zee, vastgoed en infrastructur en IT Deze verdeling staat niet vast, maar wisselt in de loop van de tijd. Zo hebben projecten als de verwerving van de F-35, vervanging van de onderzeeboten en de pantservoertuigen grote invloed op de verdeling van investeringsmiddelen tussen de verschillende artikelen. De verdeling van het investeringsprogramma berust op een integrale afweging.
De roze lijn is het totale investeringsbudget, wat geldt als het budgettaire uitgavenplafond: Defensie kan niet meer uitgaven doen in een jaar dan beschikbaar is onder dit uitgavenplafond. De grafiek maakt zichtbaar dat in de eerste jaren het investeringsprogramma optelt tot een hoger bedrag dan het daadwerkelijke budget (de staven komen boven de roze lijn uit); er is sprake van overprogrammering in de eerste jaren. Investeringsopdrachten kunnen dus niet zomaar naar voren worden gehaald. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget (de staven komen onder de roze lijn uit); er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. De gele lijn laat de reeds aangegane verplichtingen zien. Deze toont aan dat, ondanks de overprogrammering, er geen risico is op overschrijding van het beschikbare budget.
Figuur 3 Investeringsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
6.000
6.000 I
¦ Projecten in realisatie ¦ Projecten in onderzoeksfase ¦ Projecten in voorbereidingsfase
— Budgettair kader — Verplichtingen
Bovenstaand figuur geeft inzicht in de mate van flexibiliteit van het totale investeringsprogramma. De investeringsprojecten zijn onderverdeeld naar de volgende fasen:
-
-Projecten in voorbereidingsfase (groen): voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen juridisch of bestuurlijk bindende afspraken gemaakt. Voor de DMP-plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden. In het gelijktijdig aangeboden Defensie Projectenoverzicht (DPO) is een tabel opgenomen met de planning van de te versturen DMP-brieven.
-
-Projecten in onderzoeksfase (paars): voor deze projecten geldt dat de behoeftestelling is vastgesteld, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
-
-Projecten in realisatiefase (blauw): dit betekent dat de realisatiefase is gestart. De opdracht voor verwerving is aan de uitvoeringsorganisaties gegeven. In de grafiek worden daarnaast de uitgaven aan projecten kleiner dan € 25 miljoen ook als in realisatie weergegeven, omdat deze (als ware het projecten in realisatie) zijn belegd bij de uitvoerende defen-sieonderdelen.
Het volledige budget is benodigd en het investeringsprogramma is volgepland met projecten voor het herstellen en moderniseren van de krijgsmacht. Investeringsopdrachten zijn dus niet zomaar naar voren te halen. Elk project kent wel een vooraf bepaalde reservering voor risico's. De mogelijkheid om gedurende een project wijzigingen door te voeren is afhankelijk van de fase waarin een project zich bevindt. Logischerwijs is de flexibiliteit groter bij projecten in voorbereidingsfase dan bij een project in realisatiefase, waar in veel gevallen het contract al is getekend.
Een moderne krijgsmacht moet voldoende investeringsruimte hebben om haar inzetbaarheid op langere termijn te garanderen en haar materieel te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor is de investeringsquote. Defensie streeft er naar op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Als gevolg van het benodigde herstel na de lange periode van bezuiniging en schaarste in het verleden, zal deze investeringsquote ook de komende periode boven deze norm liggen. Voor het bepalen van de (gewenste) investeringsquote voor de begrotingspe-riode wordt gebruik gemaakt van een voortschrijdend vijfjaars gemiddelde. Voor het jaar 2022 is dit naar verwachting 24,2%.
De volgende figuur toont de gerealiseerde investeringsquote van 2010 tot en met 2020 en het verwachte vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2021.
Kennis en technologie zijn essentieel voor Defensie om materieel, vastgoed en IT te kunnen realiseren dat inspeelt op bedreigingen en kansen een veranderende wereld. Defensie hanteert hierbij de norm van het Europees
Defensie Agentschap (EDA) dat ten minste twee procent van haar uitgavenbudget wordt besteed aan kennis en technologie. Voor het jaar 2022 is dit naar verwachting 1,2%. De uitgaven van Defensie aan kennis en innovatie vallen deels, namelijk waar het investeringen betreft, binnen het DMF
Het DPO wordt jaarlijks tegelijkertijd, maar separaat van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds aan de Kamer aangeboden. Het geeft meer gedetailleerde informatie over projecten van meer dan € 25 miljoen die Defensie uitvoert voor de verwerving van materieel, IT-middelen en vastgoed. Het DPO sluit daarmee aan bij deze begroting en ook bij het «Voorstel integrale rapportage en kritieke prestatie indicatoren (kpi's)» (Kamerstuk 35000, nr. 68). Met het DPO beoogt Defensie de Kamer completer en met meer overzicht van informatie te voorzien.
Valutaschommelingen hebben invloed op het begrotings- en verwervingsproces binnen Defensie. Budgetten worden geraakt door zowel mee- als tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld in het ene jaar bezuinigd moet worden als gevolg van tegenvallers in de wisselkoersen en een jaar later juist sprake kan zijn van meevallers als gevolg van de ontwikkeling van de wisselkoersen. Dit brengt onrust met zich mee in het planproces van de investeringsportefeuille, vertraagt de uitvoering van projecten en draagt niet bij aan een voorspelbare begrotingsuitvoering en rust in het begrotingsproces. Om de verstorende werking van valutaschommelingen op de defensiebegroting tegen te gaan, heeft het kabinet in 2020 de afspraak gemaakt dat mee- en tegenvallers als gevolg van valutaontwikkelingen niet langer als niet-plafon-drelevante mutaties worden verwerkt, maar dat deze direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo komen. Het betrof uitsluitend mutaties die op artikel 6 van de Defensiebegroting (hoofdstuk X) werden geboekt. Vanaf de begroting 2021 zijn deze uitgaven onderdeel van het DMF Met deze afspraak wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord waarin is opgenomen dat het kabinet komt met voorstellen voor het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de materieelbegroting, zoals een specifieke prijsindex of een structurele oplossing voor valutaschommelingen. In 2021 zijn de ministeries van Defensie en Financiën overeengekomen dat ook instandhoudingsprojecten, waarvan vaststaat dat die in vreemde valuta worden betaald, onder deze afspraak vallen. De tweede helft van 2021 wordt benut om nadere afspraken te maken tussen Defensie en Financiën over de administratieve verwerking van deze afspraak. Hierover wordt het parlement op een later tijdstip geïnformeerd.
2.1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties
Tabel 1 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1 miljoen)
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Standen ontwerpbegroting 2021 |
4.610,3 |
4.946,6 |
4.773,7 |
4.827,6 |
4.416,8 |
4.406,2 |
Belangrijkste mutaties |
||||||
|
340,9 |
69,1 |
48,6 |
88,2 |
78,7 |
79,2 |
1.b Prijsbijstelling |
104,9 |
113,5 |
109,5 |
110,7 |
101,1 |
100,8 |
1.b Eindejaarsmarge DMF |
166,5 |
|||||
1.c Digitale veiligheid |
45,0 |
|||||
1.g Valuta |
|
|
|
|
|
|
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
1.e Digitale veiligheid |
45,0 |
|||||
1.f Incidentele nood- en steunmaatregelen covid-19 |
6,7 |
|||||
1.g Dubbele btw-heffing op reserveonderdelen F-35 |
2,2 |
3,8 |
5,0 |
6,0 |
6,8 |
6,8 |
1.h Overige mutaties 1e supp.begroting |
1,6 |
18,1 |
15,3 |
15,2 |
30,3 |
15,7 |
Mutaties begroting 2022 |
121,2 |
49,6 |
49,4 |
|
312,1 |
111,6 |
|
2,9 |
3,7 |
|
|
|
0,5 |
|
2,7 |
1,6 |
1,2 |
|
|
|
|
20,0 |
|||||
|
16,6 |
|||||
|
15,0 |
|||||
|
|
200,0 |
||||
|
28,3 |
28,3 |
||||
21.1 |
2,2 |
4,9 |
8,7 |
18,7 |
8,7 |
8,7 |
|
60,0 |
60,0 |
60,0 |
60,0 |
60,0 |
60,0 |
Overige mutaties begroting 2022 |
1,8 |
|
|
17,4 |
18,5 |
15,2 |
Standen ontwerpbegroting 2022 |
5.072,4 |
5.065,4 |
4.871,8 |
4.808,9 |
4.807,6 |
4.597,0 |
-
1.Mutaties 1e suppletoire begroting 2021
Met de 1e suppletoire begroting 2021 zijn o.a. de prijsbijstelling en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan het DMF.
-
2.Interdepartementale budgetoverhevelingen
Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 3,7 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in de verdiepings-bijlage opgenomen.
-
3.Bijstellen valuta berekeningsmethode
De generale bijstelling vanuit het Ministerie van Financien voor de koersgevoeligheid van de contracten in vreemde valuta is aangepast omdat bij de initiële uitdeling uitgegaan is van een verouderde berekeningsmethode.
-
4.Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten
De instandhoudingsbudgetten materieel van de drie operationele commando's staan onder zware druk en om interen op de voorraden te voorkomen is intern Defensie besloten om de budgetten te verhogen met € 60 miljoen. Dit betreft een eenmalige herschikking als gevolg van vertraagde betalingen bij de instandhouding van munitie en KPU. Deze herschikking wordt gefinancierd vanuit artikel 12 Nog onverdeeld van de defensiebegroting (€ 20 miljoen) en door een herschikking vanuit instandhouding munitie en KPU (€ 40 miljoen). Per saldo stijgt de begroting van het DMF hierdoor met € 20 miljoen.
-
5.Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed
Vanwege een tekort op het budget instandhouding infrastructuur wordt € 16,6 miljoen vanuit artikel 8 DOSCO van de defensiebegroting overgeheveld.
-
6.Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding materieel marine
De verwachte hogere overige ontvangsten worden aangewend voor de instandhouding matereel marine 7 Kasschuif i.v.m. over-en onderprogrammering
Als gevolg van de huidige afspraken om tot een realistische en gecontroleerde overprogrammering te komen is er een kasschuif verwerkt op de begroting van het DMF. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de gehele looptijd van het fonds op nul. Nadere informatie over de afspraken zijn opgenomen in het DMF zelf.
-
8.Afbouw personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35
Door de transitie van de F-16 naar de F-35 vindt er een personeelsreductie plaats per 2025. De vrijgevallen budgetten worden toegevoegd aan het instandhoudingsbudget van de F-35. Deze middelen worden vanuit de Defensiebegroting naar het DMF overgeheveld. Overboekingen naar het DMF lopen worden op het voedingsartikel op de reguliere begroting geboekt, en worden via het ontvangstenartikel toegevoegd aan het DMF. Vanuit de ontvangsten worden deze verdeeld naar de betreffende uitgavenartikelen waar deze betrekking op heeft.
-
9.Bijstellen ontvangsten DLP 21.1
Extra verwachte ontvangsten voor de dienst gezondheidszorg, bestuursovereenkomst Carib en royalties boxer werken door op het uitgavenkader.
-
10.Budget ten behoeve van munitie, opleiding en training
Voor de tekorten munitie, opleiding en training wordt structureel € 60 miljoen toegevoegd aan de defensiebegroting.
3.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het defensiebrede materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Daarnaast vallen de defensiebrede materieel ontvangsten, over- en onderprogrammering, onzekerheidsreservering en uitgaven aan kennis en innovatie onder dit artikel.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Verplichtingen |
0 |
1.273.330 |
922.760 |
1.151.248 |
1.005.099 |
1.101.161 |
974.848 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
954.058 |
983.034 |
917.895 |
847.753 |
856.704 |
846.033 |
waarvan juridisch verplicht |
65,7% |
||||||
Verwerving |
|||||||
Opdrachten |
0 |
720.010 |
791.035 |
728.940 |
617.833 |
657.622 |
646.752 |
Verwerving: voorbereidingsfase |
0 |
20.774 |
52.116 |
130.300 |
92.222 |
92.272 |
134.646 |
Verwerving: onderzoeksfase |
0 |
3.185 |
0 |
0 |
14.010 |
70.232 |
93.679 |
Verwerving: realisatie |
0 |
696.051 |
738.919 |
598.640 |
511.601 |
495.118 |
418.427 |
Instandhouding |
|||||||
Opdrachten |
0 |
378.353 |
399.167 |
399.281 |
368.797 |
359.528 |
355.346 |
Instandhouding materieel |
0 |
378.353 |
399.167 |
399.281 |
368.797 |
359.528 |
355.346 |
Kennis en Innovatie |
|||||||
Bekostiging |
0 |
37.314 |
32.794 |
32.710 |
32.735 |
32.735 |
32.835 |
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten |
0 |
2.898 |
2.521 |
2.521 |
2.521 |
2.521 |
2.521 |
Technologieontwikkeling |
0 |
21.490 |
23.716 |
23.566 |
23.491 |
23.491 |
23.491 |
Kennisgebruik |
0 |
7.068 |
3.072 |
3.072 |
3.172 |
3.172 |
3.272 |
Kort Cyclische Innovatie |
0 |
5.858 |
3.485 |
3.551 |
3.551 |
3.551 |
3.551 |
Onzekerheidsreservering |
0 |
3.336 |
3.735 |
12.505 |
1.772 |
2.236 |
5.835 |
Over-/ onderprogrammering |
0 |
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten |
0 |
72.346 |
62.198 |
101.438 |
111.438 |
101.438 |
101.438 |
Overige ontvangsten materieel |
0 |
72.346 |
62.198 |
101.438 |
111.438 |
101.438 |
101.438 |
Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)
2036 |
029063 |
o |
o |
822.541 |
||
2035 |
921.666 |
o |
o |
802.876 |
||
2034 |
CM O cd 15 |
o |
o |
770.072 |
||
2033 |
701.353 |
o |
o |
806.117 |
||
2032 |
612.649 |
o |
o |
815.671 |
||
2031 |
551.490 |
o |
o |
673.391 |
||
2030 |
553.015 |
o |
o |
710.017 |
||
2029 |
475.858 |
o |
o |
664.040 |
||
00 CM O CM |
455.804 |
o |
o |
605.316 |
||
2027 |
757.471 |
o |
o |
800.677 |
||
Verplichtingen |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
Uitgaven |
waarvan juridisch verplicht |
co ld |
co co |
52 |
|
<£> o 00 |
ö co |
||
LD CO 00 |
5- |
52 |
|
6 LD CM |
|||
LD 00 |
'sf |
52 |
|
6 CM |
|||
CO 00 |
00 LD CM |
52 |
|
't o CM |
CM |
||
CO r*. |
co o |
52 |
|
co |
'sf 0D |
||
LD CM |
LD OD |
52 |
|
CM |
CD o |
||
LD CD CM |
LD CO CM |
52 |
|
CM |
'St O |
||
00 OO CD |
O) CD LD |
52 |
|
6 CM CM |
CD 00 |
||
CO CT> CO |
'tf C1 CO |
52 |
|
od <71 |
00 O |
||
<71 |
O 5 |
O) CD |
|
ai co |
cd O) |
||
CD if) CU tö co c TJ '0 0 -Q O O > |
0 in TO in 0 0 N 0 T3 C O |
||
Verwerving |
Opdrachten |
c 0 1 |
01 c ¦fc 0 5 1 |
215.512 |
357.530 |
357.530 |
|
178.592 |
353.140 |
353.140 |
|
109.679 |
353.140 |
353.140 |
|
132.054 |
353.140 |
353.140 |
|
100.645 |
353.130 |
353.130 |
|
104.398 |
352.298 |
352.298 |
|
109.978 |
352.511 |
352.511 |
|
CM O 'sf co |
354.448 |
354.448 |
|
85.452 |
354.712 |
354.712 |
|
o co 00 o co CM |
354.365 |
354.365 |
|
#0 0 co "cü 0 |
Instandhouding |
Instandhouding materieel |
|
01 c 0 § 1 |
Opdrachten |
32.835 |
1.984 |
23.491 |
CM CM cd |
00 00 o 'St |
o |
125.718 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
o |
166.516 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
5.425 |
137.827 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
o o 6 |
205.738 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
85.670 |
159.305 |
32.836 |
CM LD C\i |
23.492 |
CM CM cd |
LD LD cd |
LD OO «o |
76.377 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
LD O 00 |
o 6 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
LD O 00 |
55.819 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
LD O 00 |
23.566 |
32.835 |
CM LD C\i |
23.491 |
CM CM cd |
LD LD cd |
LD O 00 |
|
Bekostiging |
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten |
Technologieontwikkeling |
Kennisgebruik |
Kort Cyclische Innovatie |
Onzekerheidsreservering |
Over-/ onderprogrammering |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
00 CM LD CO |
00 CM LD 00 |
89.058 |
00 LD O Cl 00 |
101.438 |
OO 00 'sT o |
101.438 |
OO 00 'st; o "0 0 0 0 E c 0 0 01 c 0 a c o 0 01 0 > o |
Ontvangsten |
Toelichting op de instrumenten
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 70,0% van het uitgavenbudget.
Aan te gane verplichtingen
De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen zowel verplichtingen voor de verwerving als voor de instandhouding van defensiebreed materieel. Verplichtingen leiden tot uitgaven. Bij instandhouding is dat doorgaans in het jaar waarin de verplichting wordt aangegaan. Bij verwervingsprojecten is dat vooral in de jaren volgend op het aangaan van de verplichting. In 2021 is Defensie een verplichting van meer dan € 250 miljoen aangegaan voor de Mid-life Update van het infanteriegevechtsvoertuig CV-90. Deze verplichting leidt in de periode 2021 en verder tot uitgaven.
De raming van de verplichtingen is (deels) gebaseerd op het geplande moment dat voor een verwervingsproject een contract getekend wordt.
Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.
Een onderdeel van de instandhoudingsuitgaven in dit artikel zijn de uitgaven voor munitie. De gereedheid van de Krijgsmacht zal zonder voldoende munitie voor oefening en training ernstig worden beperkt. Daarom is voor 2021, 2022 en 2023 budget vrijgemaakt uit de investeringsbudgetten, door voorraadonttrekking en door prioritering in verbruik van munitie, om verdere beperkingen te voorkomen. Daarnaast voegt het Kabinet met ingang van 2021 structureel € 60 miljoen aan de defensiebegroting toe voor de tekorten ten aanzien van munitie, opleiding en training.
Verwerving Defensiebreed materieel
De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van materieel dat door alle operationele commando's wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden. Het betreft bijvoorbeeld kleding, klein-kaliberwapens, munitie en gevechtssimulatoren als het Mobile Combat Training Centre (MCTC). Ook betreft het de uitgaven aan de Kustwacht Nederland en Kustwacht Caribisch gebied.
Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
Verwerving defensiebreed materieel - voorbereidingsfase
Tabel 2 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)
Projecten in voorbereiding |
Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Vervanging Amarok |
100-250 |
A-Brief |
B-brief |
D-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-De vervanging van de Amarok is vanuit de voorbereidingsfase voor land materieel verplaatst naar de voorbereidingsfase voor defensiebreed materieel, aangezien dit project in verbinding staat met DVOW.
Tabel 3 Toelichting projecten in voorbereidingsfase
Projecten in voorbereiding Toelichting
Vervanging Amarok In het project wordt de huidige vloot aan Amaroks vervangen. De Amarok is een civiel terreinvoertuig bedoeld voor personenvervoer en vervoer van persoonlijke uitrusting en vracht in de vredesbedrijfsvoering, tijdens oefeningen en voor nationale inzet.
Verwerving defensiebreed materieel - onderzoeksfase
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en de planning van Kamer-brieven weergegeven van de defensiebrede verwervingsprojecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Tabel 4 Projecten in onderzoeksfase (in mi |
ljoenen euro) |
Projecten in onderzoek |
Projectbudget 2021 2022 2023 2024 2025 2026 |
Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) |
250-1.000 B-Brief D-Brief |
Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden . |
|
Tabel 5 Toelichting projecten in onderzoeksfase |
|
Projecten in onderzoek |
Toelichting |
Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) |
Het programma Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) voorziet in de defensiebrede vervanging van deze operationele wielvoertuigen en gerelateerd materieel zoals aanhangwagens, opslag-, overslag- en distributiemiddelen. |
Verwerving defensiebreed materieel - realisatiefase
De volgende defensiebrede projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Tabel 6 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro) |
|||||
Projecten in realisatie Projectbudget t/m 2020 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 e.v. |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) |
145,5 |
126,3 |
11,4 |
4,9 |
2,9 |
|||
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) |
233 |
35,0 |
40,5 |
89,6 |
52,9 |
15 |
- |
- |
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) |
250-1.000 |
Commercieel vertrouwelijk |
||||||
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) |
342,8 |
135,3 |
56,3 |
51,3 |
55,0 |
31,2 |
13,7 |
- |
Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) |
1624,3 |
192,6 |
197,9 |
276,1 |
194,3 |
192,6 |
179,5 |
391,3 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:
-
-Het project «munitie ten behoeve van inzetvoorraden» is afgerond en daarom - in tegenstelling tot vorig jaar - niet meer zichtbaar in de realisatiefase.
-
-DVOW is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.
Tabel 7 Toelichting projecten in realisatiefase
Projecten in realisatie Toelichting
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
Doel van het project MILSATCOM is het voorzien in de behoefte van de krijgsmacht aan satellietcommunicatiecapaciteit voor militair gebruik. Het project betreft de gegarandeerde beschikbaarheid van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) in verschillende frequentiebanden, het realiseren van grondstations in Nederland en Curagao (het statische grondsegment) en het verwerven van land- en scheepsterminals (het mobiele grondsegment). Het deelproject MILSATCOM voorziet in de zogenaamde AEHF-satellietcommunicatiecapaciteit met de bijbehorende AEHF-terminals.
Het project DBBS voorziet in de vervanging van de huidige bewakings- en beveiligingssystemen, teneinde de continuïteit van de ondersteuning binnen de bewakings-en beveiligingsoperatie te waarborgen, te verbeteren en hierbij kosten te besparen. Onder het bewakingssysteem vallen elektronische toegang, indringerdetectie en de meldkamersystemen. Het project DBBS is randvoorwaardelijk om toekomstvast en structureel betaalbaar de fysieke beveiliging uit te kunnen voeren van Defensielocaties. Het project Defensie Operationeel Kledingsysteem betreft de invoering van nieuwe gevechtskleding voor de krijgsmacht. Het project dient om individuele militairen en eenheden beter te beschermen. De kleding is bestemd voor wereldwijd gebruik, in alle delen van het geweldsspectrum. Invoering van het Defensie Operationeel Kledingsysteem draagt bij tot een meer effectieve inzet van Nederlandse militairen. De defensiebrede invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem leidt tot stroomlijning van de uitrustingspakketten en vereenvoudiging van de bevoorrading en instandhouding.
Het project VOSS past in het streven om te voorzien in betere bescherming van ingezette eenheden en het vermogen op te treden in netwerken (Network Enabled Capabilities) verder te vergroten. Met VOSS worden de operationele capaciteit van de individuele militair, maar ook van de lagere eenheden vergroot.
Defensiebrede Vanvanging Operationele Wielvoertuigen De defensiebrede behoefte betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van (DVOW) Defensie die voor het merendeel zijn ingevoerd tussen 1980 en 2000. Deze wielvoertuigen vormen de basismobiliteit van nagenoeg alle expeditionaire, nationale, opleidings- en overige eenheden van alle operationele commando's. Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type vrachtauto.
Instandhouding defensiebreed materieel
De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrus-tingbedrijf (KPU-bedrijf) en het Defensie Munitiebedrijf (DMunB). Daarnaast is onder de instandhouding van defensiebreed materieel ook de bijdrage aan de NAVO opgenomen. De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF
De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door DMO aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudings-budgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.
Tabel 8 Instandhoudingsuitgaven Defensiebreed materieel (bedragen x € 1 miljoen)
Wapensysteem |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Klein kaliber wapens |
74,6 |
58,9 |
63,8 |
63,8 |
63,8 |
63,8 |
63,8 |
Kleding- en persoonlijke uitrusting |
64,5 |
49,5 |
75,5 |
76,6 |
93,9 |
94,2 |
94,4 |
MILSATCOM |
12,5 |
11,7 |
11,5 |
11,7 |
11,5 |
11,3 |
11,3 |
De bekostiging van kennis en innovatie bestaat uit middelen voor de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten, technologie-ontwikkeling, kennis-gebruik en kort-cyclische innovatie. Deze uitgaven vallen binnen de investeringen en daarmee binnen het DMF Daarnaast zijn er uitgaven aan kennis en innovatie in de reguliere defensiebegroting, zoals de algemene defen-siebijdrage aan TNO, NLR en MARIN (onderdeel van artikel 9).
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten
Defensie draagt met deze middelen specifiek bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.
Technologie ontwikkeling
Het budget voor technologie-ontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie (inclusief het nationale midden-en kleinbedrijf (MKB)) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31125, nr. 92) en het rijksbrede topsec-torenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (met de NAVO en het European Defence Agency (EDA)) afgestemd en ingebed.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale MKB. Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty's over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty's toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,5 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 2,8 miljoen.
CODEMO (per 1 juni 2021) |
|
Ingediende voorstellen |
92 |
Gehonoreerde voorstellen |
27 |
Afgewezen voorstellen |
65 |
Afgeronde voorstellen |
21 |
De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven, waarvan één MKB-bedrijf twee voorstellen gehoneerd heeft gekregen.
Kennisgebruik
De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonder-delen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.
Kort-cyclische innovatie
Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.
Onzekerheidsreservering defensiebreed materieel
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. De onzekerheidsreserveringen betreffen het gehele portfolio groot materieel en beslaan daarmee artikel 1 t/m 4. Met de onzekerheidsreservering worden risico's afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico's bij internationale samenwerking. Deze risico's kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico's.
Over-/onderprogrammering defensiebreed materieel
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.
Figuur 4 Defensiebreed materieel 1.000
800
600
400
200
0 -1-
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
-
-BEHOEFTE - BUDGET
Ontvangsten defensiebreed materieel
De ontvangsten bestaan uit de verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten. De in 2022 geraamde ontvangsten bestaan onder meer uit de verkoopopbrengsten van de voorgenomen verkoop van 12 F-16's aan het Amerikaanse 'Draken International' dat de toestellen gaat gebruiken in de rol van oefenvijand voor de Amerikaanse strijdkrachten. 'Draken International' heeft een optie op de koop van nog 28 F-16's. Verder worden hier de opbrengsten die voortkomen uit de planmatige periodieke vernieuwing van de niet-operationele dienstvoertuigen verantwoord, in 2022 € 12,3 miljoen. Voorts bestaat het geraamde begrotingsbedrag uit betalingen voor in het verleden verkochte wapensystemen, zoals F-16's en Cheetah's die zijn verkocht aan Jordanië en de ramingen voor af te stoten materieel waarvoor nog geen koper gevonden is of nog geen contract gesloten is. Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:
-
-Pantserrupsvoertuigen (YPR) en diverse wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van gevechtsvoertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
-
-Overtollige voorraden zoals diverse soorten materieel en onderdelen daarvan: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
3.2 Artikel 2: Maritiem materieel
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het maritiem materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instanhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 2 (Koninklijke Marine) van de Begroting Hoofdstuk X.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Verplichtingen |
0 |
4.239.867 |
439.731 |
512.046 |
633.778 |
607.824 |
389.674 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
573.570 |
576.381 |
611.850 |
848.711 |
905.974 |
1.178.118 |
waarvan juridisch verplicht |
65,1% |
||||||
Verwerving |
|||||||
Opdrachten |
0 |
539.391 |
621.452 |
699.348 |
987.258 |
1.090.963 |
1.488.835 |
Verwerving: voorbereidingsfase |
0 |
13.485 |
45.611 |
88.027 |
199.950 |
224.365 |
193.982 |
Verwerving: onderzoeksfase |
0 |
23.446 |
68.701 |
173.420 |
352.351 |
357.625 |
945.080 |
Verwerving: realisatie |
0 |
502.460 |
507.140 |
437901 |
434.957 |
508.973 |
349.773 |
Instandhouding |
|||||||
Opdrachten |
172.737 |
138.525 |
138.481 |
138.508 |
139.198 |
137.567 |
|
Instandhouding materieel |
0 |
172.737 |
138.525 |
138.481 |
138.508 |
139.198 |
137.567 |
Over-/ onderprogrammering |
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten |
0 |
19.600 |
9.684 |
9.684 |
9.684 |
9.684 |
9.684 |
Overige ontvangsten materieel |
0 |
19.600 |
9.684 |
9.684 |
9.684 |
9.684 |
9.684 |
Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)
CO co o CM |
1.157.982 |
O |
o |
1.217.513 |
756.964 |
659.894 |
7.535 |
89.535 |
137.112 |
137.112 |
323.437 |
9.684 |
9.684 |
||||||
LO CO O CM |
CM 00 00 co r> |
o |
o |
r> 't co b co 07 |
co o o N 07 't |
o LO o od 00 00 |
LO 00 LO r< |
CM ¦si; LO |
CM N 07 |
CM r< 00 |
07 CM LO d 07 07 |
't co «0 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
'St co O CM |
LO 00 <d co LO |
o |
o |
o r> cd co 07 |
CM co LO 07 O LO |
co 00 r< |
LO 00 LO r< |
o OD b OD |
CM N 07 |
CM r< 00 |
r> 0 0 d 07 CM |
CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
CO co o CM |
LO Ó «O |
o |
o |
r> co d CM 07 |
LO r*. cd |
oo 'St 00 od 'St OO |
LO 00 LO r< |
07 O r< LO |
CM N 07 |
CM r< 00 |
0 07 CM 07 r*. 07 |
't CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
CM CO O CM |
r> co CT> «O CO |
o |
o |
r> LO LO |
co co c\i CM r> |
LO 00 co od CM 00 |
co 'si' CM co 00 |
CM 00 00 oö |
O N 07 |
O r< 00 |
0 07 c\i 07 CM |
't CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
oö O CM |
CM <o r*. CT> <o co |
o |
o |
CM o> 07 N 07 CM |
o LO b co co |
o CN 00 CM oö |
co LO o oö |
5 LO |
«O O N 07 |
co 0 r< 00 |
<0 07 «d 07 't |
't CO (O 07 |
'tf 00 co d |
||||||
O co o CM |
o r*. CM c\i o |
o |
o |
07 O O c\i 07 CM |
LO r*. r> CM co r> |
'St O o CM |
CM o CM b 'St 'St |
07 co OD o |
07 r*. CM N 07 |
07 CM 00 |
LO LO 07 07 07 |
't CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
CO CM O CM |
«o co cd o |
o |
o |
LO co 07 r*. |
co 6 r*. o |
CM 00 r< 'St CM |
OO co 0-; b co co |
co 'tf 00 od LO |
07 CM r> N 07 |
07 CM r< 00 |
LO 07 d r*. CM |
't CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
00 CM O CM |
co co o d o o |
o |
o |
co co r> LO LO |
07 co CM 07 CM CM |
CM oo b CM CM |
5 ¦sl ed o 00 |
co o 07 d o CM |
07 't N 07 |
00 ¦sl- 00 |
0 07 |
't CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
CM o CM |
«o co c\i o LO |
o |
o |
co 07 CM N 07 CO |
CO 6 co |
o CM 00 |
LO o ö 07 07 |
o 'tf 00 r< o oo |
<D 07 r> N 07 |
co 00 00 |
't LO LO d r> 1 |
't CO (O 07 |
¦!t 00 co d |
||||||
c 0 01 c +¦> .c o O. 1 |
"oi c co (0 03 Q. CD O c co > c CD T0 c c CD CO c i: o ¦Q. CD > 0 c co co co c § co 1 |
"oi c ’co co co Q. CD o c co > c CD b c c CD 0) c -C o "o. > CD .01 > o c § co 1 |
i: o ¦Q. 0 > -C o co b .0 c § co 1 |
0 0 0 tö 01 c b b 0 -Q o o > |
0 0 0 0 Jsi 0 O N 0 T3 c o |
#0 0 co "0 0 |
01 c b 0 O .c ¦0 c 0 +¦> V) c |
0 0 0 0 E 05 C b 0 0 "0 c 0 0 c |
o) c 0 E E 0 o) 0 Q. 0 "0 c 0 0 > 0 |
C 0 4-> V) 0) c 0 > 4-> c 0 |
0 0 0 0 E c 0 0 01 c 0 a c 0 0 01 0 > 0 |
||||||||
c 0 > 0 01 +¦> b |
01 c E 0 5 |
c 0 +¦> .C O 0 ¦G CL O |
01 c ¦fc 0 5 1 |
01 c ¦fc 0 5 1 |
01 c ¦fc 0 1 |
c 0 +¦> .C O 0 ¦0 CL O |
Toelichting op de instrumenten
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 65,1% van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in maritieme wapensystemen: de Luchtverdedigings- en Commandofregatten, M-fregatten, patrouilleschepen, Landing Platform Docks (LPD's), het Joint Support Ship (JSS), de onderzeeboten, mijnenbestrijdingsvaar-tuigen en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het project-volume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
Verwerving maritiem materieel - voorbereidingsfase
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.
Tabel 9 Projecten in voorbereidingsfase (in |
miljoenen euro) |
|||||
Projecten in voorbereiding |
Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS) |
100-250 |
A-Brief |
B-Brief |
D-Brief |
||
Vervanging MK 48 Torpedo |
100-250 |
A-Brief |
B-Brief |
|||
Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP) |
100-250 A-Brief |
B-Brief |
D-Brief |
|||
Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) |
100-250 |
A-Brief |
||||
Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA) |
100-250 |
A-Brief |
B-brief |
D-brief |
||
Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1) |
250-1.000 |
A-Brief |
B-Brief |
D-Brief |
||
Vervanging Future Air Defender (FuAD) |
1.000-2.500 |
A-brief |
||||
Vervanging Zr.Ms. Johan de Witt (LPD-2) |
250-1.000 |
A-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-De behoeftestelling Midlife Update OPV (A-brief) is 18 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 75). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
-
-De vervanging van de LC-Fregatten is nieuw in de voorbeidingsfase.
-
-De vervanging van de Johan de Wit is nieuw in de voorbereidingsfase.
Tabel 10 Toelichting projecten in voorbereidingsfase
Projecten in voorbereiding Toelichting
Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Dit betreft de Midlife Update van het Joint Support Ship om het schip in de tweede fase Ship, JSS) van haar levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.
Vervanging MK 48 Torpedo Dit betreft de vervanging van de «heavy weight» torpedo die door onderzeeboten kan worden gelanceerd.
Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP) Dit betreft de vervanging van het Middelzware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers.
Het LCVP (Landing Craft Vehicle & Personnel) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU (Landing Craft Utility) en is in de eerste plaats bedoeld voor het verplaatsen van personeel.
Het vaartuig kan eventueel ook twee landrover-terreinwagens of een BV-206 rupsvoertuig vervoeren. Het landingsvaartuig kan vanuit zogenaamde davit (hijstakels) ingezet worden vanaf verschillende typen schepen.
Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU)
Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA) Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1) Vervanging Future Air Defender (FuAD)
Vervanging Zr.Ms. Johan de Witt (LPD-2)
Dit betreft de vervanging van het Zware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het Landing Craft Utility is bestemd voor het vervoer van (zwaar) materieel vanaf de amfibische transportschepen. Het kan ook personeel vervoeren.
Dit project betreft de vervanging van de Standard Missile 2 Block IIIA voor de luchtverdediging op grote afstand.
Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Rotterdam, een Landing Platform Dock (LPD).
Betreft vervanging van de Zeven Provinciën-klasse Luchtverdedigings- en Commandofregatten.
Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Zr.Ms. Johan de Witt, een Landing Platform Dock (LPD). Het project is vergelijkbaar met het project vervanging Zr.Ms. Rotterdam (LPD-1). Het streven is om beide projecten te combineren in één A-brief.
Verwerving maritiem materieel - onderzoeksfase
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Tabel 11 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)
Projecten in onderzoek |
Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV) ESSM Block 2: Verwerving en Integratie Vervanging Hulpvaartuigen Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem |
100-250 250-1.000 B-brief 250-1.000 100-250 |
D-brief B-Brief |
D-Brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-De behoeftestelling Midlife Update OPV (A-brief) is 18 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 75). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
-
-Het project vervanging Close-in-Weapon System is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
-
-Het project FLATM BV is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
Tabel 12 Toelichting projecten in onderzoeksfase
Projecten in onderzoek Toelichting
Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV) Dit betreft de Midlife Update van de Oceangoing Patrol Vessel om de schepen in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.
ESSM Block 2: Verwerving en Integratie Het betreft het verwerven en integreren van nieuwe luchtverdedigingsraketten voor de
Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) en Multipurpose fregatten (M-fregatten). Dit is van belang voor de ondersteuning en de beïnvloeding van landoperaties vanuit zee en voor operaties in en nabij maritieme knooppunten en transportroutes.
Vervanging Hulpvaartuigen Dit betreft de vervanging van het torpedowerkschip, de beide Hydrografische
Opnemingsvaartuigen, het transport- en ondersteuningsschip in het Caribische Gebied, vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse en het duikopleidingsvaartuig, waarbij gestreefd wordt naar een gemeenschappelijk ontwerp en familievorming waar dat doelmatig is. De technische haalbaarheid en financiële consequenties om deze vaartuigen (gedeeltelijk) emissievrij te maken, worden in de onderzoeksfase nader worden onderzocht. Zoals aangekondigd in de Defensie Energie- en Omgeving Strategie (DEOS) wil Defensie zoveel mogelijk aansluiten bij en gebruik maken van rijksbreed beschikbaar gestelde middelen voor het realiseren van klimaatdoelen. Op basis van de resultaten van de onderzoeksfase (inclusief de technische en financiële mogelijkheden) zal worden bezien of het (gedeeltelijk) emissievrij maken van de hulpvaartuigen kan worden meegenomen in het project. Defensie is rijksbreed in gesprek voor additionele middelen om deze vaartuigen (gedeeltelijk) emissievrij te maken.
Projecten in onderzoek |
Toelichting |
Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem |
Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo's is daarom noodzakelijk. |
Verwerving maritiem materieel - realisatiefase
De volgende maritiem materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Tabel 13 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)
Projecten in realisatie |
Projectbudget |
t/m 2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 e.v. |
Vervanging maritiem surface-to-surface missile |
100-250 |
Commercieel vertrouwelijk |
||||||
Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten |
131,7 |
18,2 |
12,3 |
15,0 |
28,1 |
23,2 |
20,1 |
14,9 |
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) |
145,1 |
126,7 |
13,4 |
1,8 |
3,1 |
- |
- |
- |
Verbetering MK48 Torpedo |
208,4 |
116,8 |
7,5 |
20,4 |
18,7 |
22,1 |
17,9 |
5,1 |
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings-en Commandofregatten (IP-LCF) |
195,2 |
134,8 |
31,7 |
18,8 |
6,7 |
3,2 |
||
Vervanging MK46 Lightweight Torpedo |
227,9 |
9,5 |
15,5 |
23,9 |
35,0 |
35,0 |
27,8 |
81,3 |
Verwerving Combat Support Ship (CSS) |
380,4 |
48,0 |
120,6 |
107,3 |
58,6 |
22,2 |
23,7 |
- |
Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM) |
946,3 |
38,9 |
26,0 |
75,0 |
101,5 |
141,8 |
157,7 |
405,4 |
Commercieel vertrouwelijk Commercieel vertrouwelijk Commercieel vertrouwelijk Commercieel vertrouwelijk
Vervanging M-fregatten 1.000-2.500
Vervanging Onderzeeboten > 2.500
Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper) 100-250
Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV) 250-1.000
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:
-
-Voor de vervanging Close-in-Weapon System (kamerstuknr. 27 830, nr. 329) is op 14 januari 2021 de B-brief met het resultaat van de onderzoeksfase verstuurd. Het project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
-
-In het project FLATM BV worden Military Off The Shelf (van de plank) voertuigen verworven waardoor de risico's laag zijn en geen noodzaak is voor een onderzoeksfase (B-fase), daarom is dit project naar de realisatiefase verplaatst.
Tabel 14 Toelichting projecten in realisatiefase
Projecten in realisatie Toelichting
Vervanging maritiem surface-to-surface missile
Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)
Verbetering MK48 Torpedo
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF)
Vanwege de operationele veroudering van het huidige systeem is het nodig dat Defensie haar fregatten met een vervangende SSM-capaciteit uit te rusten om vijandelijke oppervlakteschepen te kunnen bestrijden en andere missies met een hoog geweldsniveau te kunnen uitvoeren.
De LC-fregatten zijn uitgerust met gelaagde sensor-, wapen- en commandosystemen voor de inzet op de korte, middellange en lange afstand. Het huidige 127 mm kanon vormt hiervan een integraal onderdeel maar is sterk verouderd waardoor vervanging noodzakelijk is.
Door de modificatie van de SMART-L radar op de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) levert Nederland een belangrijke bijdrage aan de Europese en bondgenootschappelijke raketverdediging.
Het torpedowapensysteem voor onderzeeboten kan zowel tegen oppervlakte-eenheden als tegen onderzeeboten worden ingezet. Met deze verbeterde torpedo kan beter in ondiep water worden opgetreden.
Met dit instandhoudingsprogramma kan Defensie de Luchtverdedigings- en Commandofregatten in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant houden.
Projecten in realisatie |
Toelichting |
Vervanging MK46 Lightweight Torpedo |
Het betreft het verwerven van nieuwe Lightweight Torpedo's. De Lightweight Torpedo kan door fregatten en NH-90 maritieme helikopters tegen onderzeeboten worden ingezet voor zelfverdediging of juist offensief. De Lightweight Torpedo die Nederland momenteel gebruikt is operationeel verouderd en de onderhoudbaarheid staat onder druk. |
Verwerving Combat Support Ship (CSS) |
Bevoorradingsschepen ondersteunen marineschepen tijdens hun inzet en vergroten daarmee hun effectiviteit. Nederland beschikt momenteel over één schip dat de bevoorradingstaak op zee kan uitvoeren, het Joint Support Ship (JSS) Zr.Ms. Karel Doorman. Om de effectiviteit van de inzet van marineschepen van het Commando Zeestrijdkrachten te vergroten heeft Defensie behoefte aan een tweede bevoorradingsschip. |
Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM) |
Bewegingsvrijheid op zee is van belang, maar kan worden bedreigd door zeemijnen en ongesprongen explosieven. Defensie zal zes mijnenbestrijdingsvaartuigen met onbemande mijnenbestrijdingssystemen verwerven. Dit gebeurt in de vorm van internationale samenwerking met België. |
Vervanging M-fregatten |
M-fregatten vormen in combinatie met onderzeeboten en geëmbarkeerde maritieme gevechtshelikopters (NH-90) een belangrijke capaciteit tegen de dreiging van onderzeeboten en van oppervlakteschepen. |
Vervanging Onderzeeboten |
Zowel het garanderen van de vrije doorgang op zee als de bondgenootschappelijke verdediging vereisen het beschermen van de maritieme aan- en afvoerlijnen van Nederland. Maritieme capaciteiten tot op het hoogste geweldsniveau zijn daarvoor van belang en |
onderzeeboten nemen hierbij een belangrijke plaats in.
Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper) Dit betreft een wapensysteem om tijdens operaties op open zee en in kustwateren op relatief korte afstand luchtdoelen en oppervlaktedoelen te kunnen bestrijden, ook bij een hoge
Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV) |
dreiging. Dit betreft de vervanging van het Over-Snow en All Terrain voertuig van het Korps Mariniers. |
Instandhouding maritiem materieel De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Maritieme Instandhouding gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF De instandhoudingsuitgaven van de grootste maritieme wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de marine doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden. Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de marine aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie. Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudings-budgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig. |
Tabel 15 Instandhoudingsuitgaven |
maritiem materieel (bedragen x € 1 |
miljoen) |
|||||
Wapensysteem |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Luchtverdedidings- en Commandofregatten (LCF) |
48,2 |
34,5 |
39,2 |
28,6 |
29,9 |
27,1 |
31,2 |
M-fregatten |
14,7 |
11,3 |
9,2 |
8,7 |
13,1 |
11,1 |
7,7 |
Patrouilleschepen |
16,9 |
10,7 |
12,6 |
14,2 |
13,6 |
11,6 |
10,2 |
Landing Platform Docks |
18,0 |
12,7 |
20,8 |
11,1 |
23,0 |
9,4 |
13,3 |
Joint Support Ship/Combat Support Ship |
13,4 |
6,4 |
7,0 |
9,9 |
8,1 |
26,6 |
8,3 |
Onderzeeboten |
25,4 |
25,1 |
26,2 |
23,8 |
22,3 |
23,2 |
22,6 |
Mijnenbestrijdingsvaartuigen |
17,0 |
12,0 |
11,8 |
12,6 |
11,7 |
8,4 |
6,9 |
Over-/onderprogrammering maritiem materieel
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.
1.750 -
1.500 -
1.250 -
1.000 -
750 -
500 -
250
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
-
-BEHOEFTE - BUDGET
3.3. Artikel 3: Land materieel
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het land materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 3 (Koninklijke Landmacht) van de Begroting Hoofdstuk X.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 3 Land materieel (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Verplichtingen |
0 |
1.186.233 |
546.506 |
552.121 |
870.157 |
941.137 |
736.488 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
617.402 |
666.136 |
668.438 |
832.616 |
827.379 |
652.482 |
waarvan juridisch verplicht |
55,8% |
||||||
Verwerving |
|||||||
Opdrachten |
0 |
469.296 |
587.824 |
628.910 |
810.293 |
828.650 |
575.805 |
Verwerving: voorbereidingsfase |
0 |
9.528 |
5.689 |
67.069 |
196.866 |
120.060 |
61.730 |
Verwerving: onderzoeksfase |
0 |
1 |
11.052 |
30.633 |
101.430 |
94.543 |
25.387 |
Verwerving: realisatie |
0 |
459.767 |
571.083 |
531.208 |
511.997 |
614.047 |
488.688 |
Instandhouding |
|||||||
Opdrachten |
0 |
268.658 |
251.974 |
242.747 |
249.716 |
246.703 |
250.050 |
Instandhouding materieel |
0 |
268.658 |
251.974 |
242.747 |
249.716 |
246.703 |
250.050 |
Over-/ onderprogrammering |
0 |
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten |
0 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
Overige ontvangsten materieel |
0 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
Artikel 3 Land materieel (bedragen x € 1.000)
CO co o CM |
735.284 |
o |
o |
961.287 |
495.926 |
369.040 |
4.090 |
96LZZI |
253.461 |
253.461 |
211.900 |
2.500 |
2.500 |
||||||
LO CO O CM |
iQ o LT> o r> |
o |
o |
co 't b CM O |
CM CO CT> cd co |
o CM CO cd o co |
00 o o C\i |
'St O co LO LO |
co r*. <£> LO CM |
00 r-- co LO CM |
00 co LO cd 0 co |
0 0 LO c\i |
0 0 LO C\i |
||||||
'St co O CM |
CM co CM OO <o |
o |
o |
LO 't r> b r> r> |
co LO CM cd co co |
LO 00 CM CM |
o co ai |
LO 'si' r-- b a> |
co r*. r> ö LO CM |
00 r-- d LO CM |
r> b a> |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
CO co o CM |
iQ o co 6 LO |
o |
o |
't co LO CO |
CM co r> co |
LO O CO b |
O) co O C\i |
00 00 co LO co |
co r*. r> ö LO CM |
00 r-- d LO CM |
't LO a> c\i co |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
CM CO O CM |
co co b co |
o |
o |
co LO LO co co |
co co co O) CM |
o co CM |
o co o C\i |
o CM 'sl- |
co r*. r> b LO CM |
00 r-- d LO CM |
't b r*. CM |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
cö O CM |
LO r> c\i <o |
o |
o |
o co b co co |
r> co cd co |
00 CM r< o co |
o co o C\i |
o o o b 00 |
co r*. r> ö LO CM |
00 r-- d LO CM |
<0 0 CM b LO |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
O co o CM |
r> «o co LO |
o |
o |
CM r> ai co r> |
LO co r> c\i co |
00 co LO co CM |
o co o C\i |
00 LO co b o |
co CM co b LO CM |
CO CM 00 d LO CM |
co b r*. |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
CO CM O CM |
r*. r*. «o 6 |
o |
o |
o> o> CM cd co co |
o> co ai CM co |
LO CM r< co CM |
o co o C\i |
LO CM o cd o |
co CM co b LO CM |
CO CM 00 d LO CM |
CM co CM cd co |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
00 CM O CM |
CM o co co co |
o |
o |
co c\i *fr |
o o o r> |
co co o |
o co o C\i |
LO co 00 r< CM |
co CM 00 b LO CM |
CO CM 00 d LO CM |
co co r> b CM |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
CM o CM |
o co co LO |
o "o> c co (0 03 Q. CD o c co > c CD TO c c CD CO c i: o ¦Q. CD > 0 c co co co c § co 1 |
o "co c ’co co co Q. CD o c co > c CD b c c CD CO c -C o "o. > CD o) > O c § co 1 |
CM CT> CM LO |
LO a> r> b CM co |
o 'St r-- b LO |
co 03 co cd co |
CM co co b 'St CM |
CO CM 00 b LO CM |
CO CM 00 d LO CM |
co co b co 1 |
0 0 LO c\i |
O O LO C\i |
||||||
c 0 o> c +¦> .c o O. 1 |
o "o. > -C o co b p c § co 1 |
co 0 cö co c b b 0 -Q o o > |
0 w 0 C/3 -34 0 o N 0 T3 c o |
#0 0 (/) "0 0 |
O) c b 3 0 .c ¦G c 0 +¦> V) c |
0 0 0 0 E O) c b O 0 -C TJ c 0 C/3 c |
O) c 0 E E 0 O) O Q. 0 ¦G C O 0 > 0 |
c 0 4-> V) O) c 0 > +¦> c 0 |
0 0 0 0 E c 0 0 01 c 0 a c 0 0 _G) 0 > O |
||||||||||
c 0 > 0 co +¦> b |
co c E 0 5 |
c 0 +¦> .c o 0 ¦G CL O |
O) c £ 0 5 1 |
O) c £ 0 5 1 |
O) c £: 0 1 |
c 0 +¦> .c 0 0 ¦G CL O |
Toelichting op de instrumenten
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 55,8% procent van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven aan verwerving van land materieel betreffen uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die op het land worden ingezet, zoals de CV90, Fennek, Boxer, Bushmaster, grondgebonden lucht-verdedingssystemen, de Leopard II bergings- en brugleggende tanks en de Kodiak, de Pantserhouwitser, UAV's en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
Verwerving land materieel - voorbereidingsfase
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de land materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Indien van toepassing wordt ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is in de tabel opgenomen.
Tabel 16 Projecten in voorbereidingsfase (in |
miljoenen euro) |
|||||
Projecten in voorbereiding |
Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD) MLU Boxer Vervanging Medium Range Anti Tank (MRAT) |
100-250 A-Brief 250-1.000 250-1.000 |
B-Brief |
D-Brief |
A-brief |
A-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:
-
-De vervanging van de Amarok is verplaatst vanuit de voorberedingsfase voor land materieel naar de voorbereidingsfase voor defensiebreed materieel, aangezien dit project in verbinding staat met DVOW.
-
-De vervanging van de Medium Range Anti-Tank is nieuw in de voorbereidingsfase.
Tabel 17 Toelichting projecten in voorbereidingsfase
Projecten in voorbereiding Toelichting
Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD) In dit project is een modernisering van de Very Short Range Air Defence capaciteit voorzien.
MLU Boxer Dit betreft de Midlife Update van het groot pantserwielvoertuig Boxer om dit voertuig in de tweede fase van de levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.
Vervanging Medium Range Anti Tank (MRAT) Dit project betreft de vervanging van de grondgebonden anti-tank capaciteit voor de middellange afstand.
Verwerving land materieel - onderzoeksfase
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de land materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Tabel 18 Projecten in onderzoeksfase (in |
miljoenen euro) |
|||||
Projecten in onderzoek |
Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit) |
250-1.000 |
B-brief |
D-brief |
Er is een wijziging ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-Het projectbudget van de Medium-Range Air Defence (MRAD) (intercep-tiecapaciteit) is gewijzigd van € 100-250 miljoen naar € 250-1.000 miljoen, omdat - vanwege operationele en doelmatigheidsredenen - de projecten MRAD en Army Ground Based Air Defense (AGBADS) in 2021 zijn samengevoegd. Met ingang van het DMF 2022 wordt dus enkel nog gerapporteerd over MRAD. Een uitgebreidere toelichting is terug te vinden in de 'Afwijkingsrap- portage ten opzichte van het Defensie Projecten Overzicht 2020', die op 19 mei 2021 aan de Kamer is aangeboden.
Tabel 19 Toelichting projecten in onderzoeksfase |
|
Projecten in onderzoek |
Toelichting |
Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit) |
Dit project betreft de vervanging van interceptiecapaciteit van de luchtverdediging op middellange afstand om eenheden, vitale objecten en gebieden te beschermen tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote Unmanned Aircraft Systems (UAS) en Cruise Missiles. |
Verwerving land materieel - realisatiefase
De volgende land materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Tabel 20 Projecten in realisatiefase (in |
miljoenen euro) |
|||||||
Projecten in realisatie |
Projectbudget t/m 2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 e.v. |
|
Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten |
228,6 |
- |
3,2 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
89,1 |
136,3 |
Verlenging levensduur Patriot |
146,6 |
42,8 |
21,3 |
29,9 |
27,4 |
17,5 |
7,7 |
- |
C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit |
153,3 |
72,2 |
26,9 |
26,4 |
16,2 |
11,5 |
||
Midlife Update Fennek |
422,6 |
- |
8,3 |
14,6 |
40,4 |
78,4 |
107,2 |
180,8 |
Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL |
773,2 |
28,7 |
91,0 |
34,7 |
42,4 |
157,6 |
148,8 |
270,0 |
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie |
837,5 |
791,1 |
15,6 |
20,0 |
5,0 |
5,8 |
- |
- |
Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL) |
100-250 |
Commercieel vertrouwelijk |
||||||
Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT) |
100-250 |
Commercieel vertrouwelijk |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden in het volgende project:
-
-In juli 2021 is met de Amerikaanse overheid de overeenkomst van de «aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten» ondertekend. Daarmee is dit project niet langer commercieel vertrouwelijk.
-
-Het project Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) is -vanwege operationele en doelmatigheidsredenen - samengevoegd met de MRAD en daarom - in tegenstelling tot vorig jaar - niet meer zichbaar als project in realisatie. Met ingang van het DMF 2022 wordt dus enkel nog gerapporteerd over MRAD. Een uitgebreidere toelichting hierover is terug te vinden in de 'Afwijkingsrap- portage ten opzichte van het Defensie Projecten Overzicht 2020', die op 19 mei 2021 aan de Kamer is aangeboden.
-
-De bracket van de MLU Pantserhouwitser is gewijzigd van
€ 25-100 miljoen naar € 100-250 miljoen, omdat het aantal Pantserhou-witsers dat een MLU zal ondergaan met tien stuks is verhoogd naar een totaal van vijfendertig. Waar vorig jaar dit project enkel zichtbaar was in het DPO, is het door de bracketverhoging (groter 100 miljoen) vanaf dit jaar dus ook zichtbaar in het DMF.
-
-De Midlife Update Fennek is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.
-
-De Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.
Tabel 21 Toelichting projecten in realisatiefase
Projecten in realisatie Toelichting
Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten Verlenging levensduur Patriot
C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit
Midlife Update Fennek
Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie
Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL)
Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)
Dit project betreft het aanvullen van de voorraad PAC-3 Patriotraketten tot het niveau dat benodigd is voor de tweede hoofdtaak van Defensie.
Het project betreft de vernieuwing en instandhouding van componenten van de Patriot en de aan het wapen verbonden apparatuur. Hierdoor zal het Patriot-systeem tenminste tot 2040 operationeel kunnen worden ingezet voor lucht- en raketverdediging. Dit project versterkt de effectieve inzet, veiligheid en bescherming en hoogwaardige commandovoering.
Nederlandse militaire eenheden worden steeds vaker geconfronteerd met de dreiging van aanvallen met Rockets, Artillery and Mortars (RAM). Vooral de geïmproviseerde varianten van deze wapens zijn eenvoudig te verkrijgen, gemakkelijk te bedienen en vormen een significante bedreiging voor Nederlandse eenheden. Ook is er een toenemende dreiging van kleine onbemande vliegtuigen (Class 1 UAV of drones). Gestreefd wordt naar de introductie van multi-missie-sensoren die naast de dreigingen van RAM en Class 1 UAV ook de dreiging van Air Breathing Threats (vliegtuigen en helikopters) en Cruise Missies aankunnen. Dreigingen zijn complexer geworden en daarbij is het belang van het snel verzamelen, verwerken en analyseren van informatie vergroot. De Fennek levert aan informatievergaring een belangrijke bijdrage. Het doel van de Midlife Update is de Fennek technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden tijdens de resterende levensduur. De Midlife Update omvat een breed scala aan maatregelen voor verbetering van de functionaliteiten bescherming, vuurkracht, mobiliteit, waarneming, commandovoering, training en instandhouding.
De Midlife Update dient om het wapensysteem technisch inzetbaar te houden tot aan het einde van de levensduur en de operationele relevantie te waarborgen binnen de huidige veiligheidscontext en dreiging. Met de Midlife Update blijven ook de instandhoudingskosten van de CV90 beheersbaar. Daarnaast wordt de bescherming van de CV90 verhoogd.
Dit project betreft de internationale ontwikkeling van een nieuw pantserwielvoertuig, de Boxer. Het betreft de ontwikkeling van een gemeenschappelijk basisvoertuig en specifieke landgebonden missiemodulen. Voor Nederland worden momenteel voor operationeel gebruik vier versies voorzien: commandopost, ambulance, vracht, en genie.
Dit project is een binationale samenwerking met Duitsland. De werkzaamheden omvatten onder andere het moderniseren van het elektronicaconcept en het vervangen van het interne ventilatiesysteem. Dit moet de beschikbaarheid van het systeem verbeteren. Daarnaast wordt het laadsysteem aangepast, zodat het mogelijk wordt de reguliere vuursnelheid ook met de lange dracht projectielen te behalen. Ten slotte wordt de bepantsering gemoderniseerd en wordt het zicht bij verplaatsingen bij duisternis verbeterd door aanpassingen van de nachtzichtapparatuur.
Defensie beschikt over niet-voertuig gebonden anti-tank wapensystemen, waarmee vijandelijke pantservoertuigen en tanks kunnen worden bestreden. Om technische en operationele veroudering te voorkomen worden de huidige Very Short Range Anti-Tank (VSRAT) systemen en de Short Range Anti-Tank (SRAT) systemen vervangen.
De instandhouding van het land materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek
Commando gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF
De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de volgende tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Landmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortiments-gewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat er sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Landmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudings-budgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.
Tabel 22 Instandhoudingsuitgaven Land materieel (bedragen x € 1 miljoen)
Wapensysteem |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
CV9035NL Infanterie Gevechtsvoertuigen |
57,1 |
44,7 |
47,0 |
38,0 |
33,7 |
32,7 |
32,7 |
Pantserwielvoertuigen |
13,0 |
31,6 |
31,7 |
31,2 |
30,5 |
30,3 |
33,3 |
Grondgebonden Luchtverdediging |
36,0 |
40,9 |
52,3 |
64,6 |
50,5 |
50,4 |
45,7 |
Wissellaadsystemen en trekkeropleggercombinaties |
17,6 |
13,0 |
15,5 |
15,5 |
15,5 |
15,5 |
15,5 |
Ondersteunende tanks |
17,7 |
12,6 |
15,6 |
14,9 |
14,9 |
14,9 |
14,9 |
Artillerie |
29,1 |
27,0 |
26,7 |
26,7 |
26,2 |
28,2 |
28,2 |
Unmanned Aerial Vehicles |
5,1 |
5,8 |
24,6 |
24,7 |
24,5 |
24,5 |
24,5 |
Vrachtwagens |
16,9 |
13,5 |
17,5 |
15,3 |
14,4 |
13,4 |
12,8 |
Over-/onderprogrammering land materieel
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering.
Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onder-programmering in latere jaren.
2021
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
-
-BEHOEFTE - BUDGET
2032 2033 2034 2035 2036
3.4. Artikel 4: Lucht materieel
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het lucht materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 4 (Koninklijke Luchtmacht) van de Begroting Hoofdstuk X.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 4 Lucht materieel (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Verplichtingen |
0 |
649.025 |
636.913 |
1.220.762 |
849.210 |
1.204.329 |
945.741 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
1.321.130 |
1.196.398 |
1.089.750 |
1.136.912 |
1.084.409 |
855.897 |
waarvan juridisch verplicht |
82,7% |
||||||
Verwerving |
|||||||
Opdrachten |
0 |
1.418.534 |
1.359.903 |
1.244.563 |
1.228.174 |
1.120.616 |
791.750 |
Verwerving: voorbereidingsfase |
0 |
333 |
13.117 |
10.454 |
148.150 |
345.077 |
295.914 |
Verwerving: onderzoeksfase |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verwerving: realisatie |
0 |
1.418.201 |
1.346.786 |
1.234.109 |
1.080.024 |
775.539 |
495.836 |
Instandhouding |
|||||||
Opdrachten |
0 |
266.987 |
238.253 |
247.341 |
253.402 |
296.792 |
302.540 |
Instandhouding materieel |
0 |
266.987 |
238.253 |
247.341 |
253.402 |
296.792 |
302.540 |
Over-/ onderprogrammering |
0 |
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
100 |
400 |
600 |
600 |
Overige ontvangsten materieel |
0 |
0 |
0 |
100 |
400 |
600 |
600 |
Artikel 4 Lucht materieel (bedragen x € 1.000)
CO co o CM |
O CM N 00 |
o |
O |
433.897 |
92.921 |
co CN 1 |
O |
119.698 |
301.273 |
co CN 0 co |
39.703 |
0 0 q |
0 0 q |
||||||
LO CO O CM |
00 LO 6 CM LO |
o |
O |
03 00 LO LO LO |
03 CM CM LO |
00 03 00 co 00 |
o |
oö o co |
03 CO CO O 00 |
03 03 co 0 co |
r> co 0 |
0 0 q |
0 0 q |
||||||
'St co O CM |
r> co o N O LO |
o |
O |
LO CM LO LO LO |
LO O LO |
LO CN 00 d LO |
o |
o 00 LO o |
03 CO 't O 00 |
03 03 'St 0 co |
r> LO 00 c\i 03 |
0 0 q |
0 0 q |
||||||
CO co o CM |
r> o CM LO |
o |
o |
't 03 CM cd LO LO |
co co LO CM 00 |
LO O LO 5 |
o |
OO 00 CN |
03 CO LD O 00 |
03 03 co 0 co |
r> 03 cd 00 |
0 0 03 |
0 0 03 |
||||||
CM CO O CM |
r> c\i o co |
o |
o |
r> LO |
O CM cd CM |
CN CN O |
o |
00 03 03 CN |
03 CO r> 0 co |
03 03 0 co |
CM 0 00 LO |
0 0 03 |
O O 03 |
||||||
cö O CM |
r*. co CM CT> co |
o |
o |
co LO r*. LO LO |
CO r*. LO cd LO |
LO 00 CN CN |
o |
OO 00 00 LO |
LO LO CO O 00 |
LO LO co 0 co |
LO co 00 d LO |
0 0 00 |
O O 03 |
||||||
O co o CM |
co co LO LD |
o |
o |
LO CO LO 6 CM LO |
o 6 CM |
OO CO LO CN CO |
o |
'St LO '«t |
O LO LO c\i 0 co |
0 co LO CN 0 co |
LO LO 03 N 0 |
0 0 co |
O O 03 |
||||||
CO CM O CM |
LD LO r> cd co LO |
o |
o |
co LO co 't r> r> |
o co CM LO r*. co |
00 03 CN 03 00 |
o |
CN 00 03 cd 00 CN |
LO cd 0 co |
10 ¦st ¦sl ed 0 co |
co 00 d 03 |
0 0 r> |
O O |
||||||
00 CM O CM |
CM CM 6 co o |
o |
o |
co co 03 't CO 03 |
o 't cd LO LO |
00 00 id 00 CN |
o |
OO o 00 r< CN |
03 00 cd 0 co |
03 ¦sh co cd 0 co |
0- cd LO |
0 0 LO |
0 0 co |
||||||
CM o CM |
o o o cd o |
o 'oj c L0 LO 03 Q. CD O C LO > C CD TO C c CD CO c i: o ¦Q. CD > 0 c 2 03 CO C § 03 1 |
o 'oj c ’co co 03 Q. CD O c 03 > c CD b C c CD 03 c -C o Q. O > CD 03 O > O c § 03 1 |
r> 03 LO 03 r> |
O 't CM 03 LO LO |
LO b CN CN |
o |
LO CN d 00 OO |
LO 03 c\i 0 co |
LO 03 CN 0 co |
03 LO LO LO 1 |
0 0 LO |
0 0 co |
||||||
c 0 03 c +¦> .c o O. 1 |
o "o. > -C o C/3 b p c § cc 1 |
L/3 0 O) 03 C b b 0 .o o o > |
0 1/3 0 C/3 -34 0 o N 0 T3 c O |
#0 0 C/3 "0 0 |
03 C b 0 0 .c ¦0 c 0 +¦> V) c |
0 0 0 0 E 03 c b 0 0 -C ¦0 c 0 C/3 c |
03 c 0 E E 0 o) 0 Q. 0 "0 c 0 0 > 0 |
c 0 +¦> L/3 03 c 0 > +¦> c 0 |
0 0 0 0 E c 0 0 03 c 0 a c 0 0 03 0 > O |
||||||||||
c 0 > 0 03 +¦> b |
Ö3 c E 0 5 |
c 0 +¦> .c o 0 ¦G CL O |
03 C £ 0 5 1 |
03 C £ 0 5 1 |
03 C 0 £ 1 |
c 0 +¦> .c 0 0 ¦0 CL 0 |
Toelichting op de instrumenten
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 82,7% van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven betreffen de uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die in de lucht worden ingezet, zoals de jachtvliegtuigen (F-16 en F-35), helikopters (Apache, Chinook, Cougar en NH-90) en tank- en transportvliegtuigen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudings-budget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
Verwerving lucht materieel - voorbereidingsfase
In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.
Tabel 23 Projecten in voo |
rbereidingsfase (in miljoenen euro) |
|||
Projecten in voorbereiding |
Projectbudget 2021 2022 |
2023 2024 |
2025 |
2026 |
Block upgrade NH-90 |
100-250 A-Brief |
B/D-Brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-De behoeftestelling van het project Vervanging initiële vliegeroplei-dingscapaciteit (A-brief) is 16 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 325). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
Tabel 24 Toelichting projecten in voorbereidingsfase
Projecten in voorbereiding Toelichting
Block upgrade NH-90 Het doel is om samen met de andere Europese NH-90 NATO Frigate Helicopter (NFH)-gebruikers in het internationale samenwerkingsverband zeker te stellen dat het wapensysteem tot de geplande End Life of Type (ELOT) (2040-2045) operationeel relevant en inzetbaar blijft en interoperabiliteit met andere eenheden gegarandeerd is.
Verwerving lucht materieel - onderzoeksfase
In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.
Tabel 25 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro) |
|||||
Projecten in onderzoek Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit 100-250 Vervanging tactische luchttransport capaciteit 250-1.000 B-brief |
B-brief |
D-brief D-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-De behoeftestelling van het project Vervanging initiële vliegeroplei-dingscapaciteit (A-brief) is 16 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 325). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
-
-De behoeftestelling van het project tactische luchttransport capaciteit (A-brief) is 12 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk Kamerstuk 27 830, nr. 317). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
Tabel 26 Toelichting projecten in onderzoeksfase
Projecten in onderzoek Toelichting
Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit Dit betreft de vervanging van de PC-7 opleidingsvliegtuigen in verband met het geplande einde van de levensduur in 2026.
Vervanging tactische luchttransport capaciteit Dit betreft de vervanging van de C-130 transportvliegtuigen. Einde levensduur stond in verband met een MLU gepland in 2030. Nu de MLU vervalt, wordt de C-130 eerder vervangen.
Verwerving lucht materieel - realisatiefase
De volgende lucht materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit project-budget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Tabel 27 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro) |
||||||||
Projecten in realisatie |
Project- budget |
t/m 2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 e.v. |
AH-64D block II upgrade |
118,3 |
79,9 |
6,1 |
16,4 |
16,0 |
- |
- |
- |
F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket |
127,7 |
5,2 |
4,8 |
19,4 |
5,6 |
0,8 |
49,5 |
42,3 |
Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) |
194,3 |
81,1 |
50,0 |
50,0 |
8,0 |
5,2 |
- |
- |
Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT)) |
250-1.000 |
Commercieel vertrouwelijk |
||||||
Apache Remanufacture |
952,5 |
33,9 |
44,8 |
142,8 |
165,2 |
261,8 |
179,1 |
125,0 |
Chinook Vervanging en Modernisering |
1012,8 |
620,6 |
262,9 |
58,2 |
27,7 |
43,3 |
- |
- |
NH-90 |
1226,0 |
1080,2 |
5,3 |
27,0 |
56,5 |
40,0 |
17,0 |
- |
Verwerving F-35 |
5928,1 |
2863,5 |
678,5 |
696,1 |
548,5 |
361,9 |
189,1 |
590,6 |
Bouw en inrichting F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) |
103,6 |
73,1 |
13,1 |
6,2 |
6,2 |
4,9 |
- |
- |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:
-
-AH-64D zelfbescherming (ASE) is dit jaar niet meer opgenomen in het DMF, omdat het project een financiële omvang onder de 100 miljoen kent. Het DPO, dat gelijktijdig met het DMF op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden, omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.
-
-De reeks voor de verwerving van de F-35 is niet langer commercieel vertrouwelijk en om die reden in deze begroting openbaar. Meer informatie over dit project is terug te vinden in de 'Voortgangsrapportage project Verwerving F-35', die jaarlijks gelijktijdig met de defensiebegrotingen op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden.
-
-Eind 2020 is het project 'bouw en inrichten F135 motorenonderhouds-faciliteit (F-35) uitgebreid om invulling te geven aan de verdere doorgroei van het F135 motoronderhoud in de komende jaren tot eind 2024. Daarom is dit project dit jaar voor het eerst zichtbaar in het DMF
Tabel 28 Toelichting projecten in realisatiefase
Projecten in realisatie |
Toelichting |
AH-64D block II upgrade |
De huidige versie van de Nederlandse Apache, de block I-versie, heeft de grenzen van haar operationele capaciteiten bereikt. De enige andere gebruiker van deze versie van de Apache, de Amerikaanse landmacht, is in hoog tempo zijn toestellen aan het moderniseren. Door de block II upgrade houdt Nederland operationele en logistieke aansluiting met de Verenigde |
Staten.
F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket Het project betreft de behoefte aan een lucht middellange- tot lange afstandsraket voor de F-35.
Voor het jachtvliegtuig is een middellange tot lange afstandsraket een onmisbare capaciteit
Verwerving Medium Altitude Long Endurance |
voor het scheppen en behouden van het luchtoverwicht en zelfverdediging. Dit betreft de verwerving en introductie van een MALE UAV-systeem, bestaande uit vier MALE |
Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) UAV-toestellen met sensoren en grondstations van waaruit de toestellen worden bediend.
Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Doel van dit internationale project onder de vlag van het Europees Defensie Agentschap is Role Tanker Transport (MRTT)) de gezamenlijke verwerving van Air-to-Air refueling- en lucht-transportcapaciteit (Multi Role
Apache Remanufacture |
Tanker Transport vliegtuigen) (MRTT). Het gaat hierbij om een reductie van de tekortkoming van een belangrijke strategische capaciteit in Europa. Naast het gebruik voor Air-to-Air refueling en luchttransport wordt inzet van de vliegtuigen voorzien voor humanitaire noodhulp en (medische) evacuaties. De inzet van de AH-64D (Apache) wordt gaandeweg bemoeilijkt door technische en operationele factoren. De US Army, de belangrijkste gebruiker, biedt een Remanufacture programma aan waarmee de helikopter gemoderniseerd wordt naar de nieuwe E-standaard. Door deel te nemen aan het Remanufacture programma beschikt Defensie vanaf begin 2025 over een operationeel relevante, kosteneffectieve en toekomstbestendige Apachevloot en loopt daarmee gelijk op met de laatste standaard van de US Army, de AH-64E. |
Chinook Vervanging en Modernisering |
Dit betreft de verwerving van veertien nieuwe CH-47F MYII CAAS Chinook helikopters voor de vervanging van de elf oudere CH-47D toestellen en de uitbreiding van de vloot, alsmede de standaardisatie van de Chinookvloot door de modernisering van de huidige zes CH-47F(NL). |
NH-90 |
Dit project betreft het verwerven van twaalf helikopters voor diverse maritieme taken en acht helikopters in een transportconfiguratie, die geschikt zijn gemaakt voor tactische transporttaken vanaf het land en vanaf schepen. Defensie neemt daarom deel aan het helikopterproject NH-90, een internationaal programma met België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Helikopters zijn inmiddels geleverd. Er vinden nog werkzaamheden plaats om de reeks geleverde producten op de afgesproken configuratie te brengen. |
Verwerving F-35 |
Het project Verwerving F-35 heeft tot doel te voorzien in de aanschaf en invoering van de F-35 ter vervanging van het F-16 gevechtsvliegtuig. Defensie wil over 46 F-35 toestellen beschikken die in 2024 volledig operationeel inzetbaar zijn. Het project is er op gericht dat doel, het bereiken van de status Full Operational Capability (FOC), tijdig en binnen het investeringsbudget te halen. |
Bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit Het project bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) heeft tot doel het tijdig
(F-35) |
bouwen en inrichten van een nieuwe F-35 motorenonderhoudsfaciliteit op locatie Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW). |
Instandhouding lucht materieel De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de luchtmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden. |
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de luchtmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudings-budgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.
Tabel 29 Instandhoudingsuitgaven Lucht materieel (bedragen x € 1 miljoen)
Wapensysteem |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Jachtvliegtuigen F-16 |
50,7 |
40,6 |
36,6 |
26,9 |
20,0 |
7,5 |
4,0 |
Jachtvliegtuigen F-35 |
63,3 |
99,3 |
124,8 |
154,0 |
198,5 |
242,6 |
242,4 |
Tankvliegtuigen KDC-10 |
11,0 |
7,1 |
4,0 |
3,2 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
Multi Role Tanker Transport (MRTT) |
4,2 |
7,4 |
18,4 |
21,2 |
22,4 |
22,4 |
22,5 |
Transportvliegtuigen C-130 |
12,1 |
14,5 |
13,7 |
13,5 |
13,9 |
13,3 |
13,3 |
Gevechtshelikopters AH-64 Apache |
32,5 |
38,5 |
30,4 |
30,4 |
30,9 |
30,1 |
30,1 |
Transporthelikopters CH-47 Chinook |
23,8 |
25,4 |
26,4 |
26,3 |
26,8 |
25,9 |
25,9 |
Transporthelikopters AS-532 Cougar |
29,9 |
23,9 |
16,6 |
13,0 |
13,2 |
13,5 |
13,5 |
Maritieme helikopers NH-90 |
44,1 |
42,9 |
50,6 |
50,8 |
51,4 |
51,5 |
51,5 |
Over-/onderprogrammering lucht materieel
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2028 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
-
-BEHOEFTE - BUDGET
3.5. Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 8 (Defensie Ondersteuningscommando) van de Begroting Hoofdstuk X.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 5 Infrastuctuur en vastgoed (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Verplichtingen |
0 |
740.127 |
812.035 |
793.068 |
588.068 |
579.038 |
524.772 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
781.878 |
851.402 |
826.380 |
622.464 |
616.757 |
564.761 |
waarvan juridisch verplicht |
18,8% |
||||||
Verwerving |
|||||||
Opdrachten |
0 |
404.136 |
576.337 |
607.067 |
536.410 |
539.234 |
469.974 |
Verwerving: voorbereidingsfase |
0 |
108.341 |
208.478 |
220.053 |
204.524 |
261.713 |
239.006 |
Verwerving: onderzoeksfase |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verwerving: realisatie |
0 |
295.795 |
367.859 |
387014 |
331.886 |
277.521 |
230.968 |
Instandhouding |
|||||||
Opdrachten |
0 |
420.169 |
401.083 |
403.542 |
261.760 |
254.540 |
252.249 |
Instandhouding infrastructuur |
0 |
420.169 |
401.083 |
403.542 |
261.760 |
254.540 |
252.249 |
Onzekerheidsreservering |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Over-/ onderprogrammering |
0 |
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten |
0 |
25.199 |
25.599 |
27.899 |
27.899 |
27.899 |
27.899 |
Overige ontvangsten infrastructuur |
0 |
25.199 |
25.599 |
27.899 |
27.899 |
27.899 |
27.899 |
Artikel 5 Infrastuctuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
2036 |
548.637 |
o |
o |
548.637 |
132.210 |
17.482 |
o |
00 CM 'sf |
256.847 |
256.847 |
159.580 |
27.899 |
27.899 |
|||||||
2035 |
597.612 |
o |
o |
597.612 |
140.609 |
o 00 OÖ |
o |
122.429 |
256.872 |
256.872 |
200.131 |
CT> CT> 00 N CM |
co o 00 r< CM |
|||||||
2034 |
559.870 |
o |
o |
599.037 |
165.708 |
O 00 00 |
o |
147528 |
256.681 |
256.681 |
00 co o CM' |
174.615 |
CT> CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
||||||
2033 |
559.878 |
o |
o |
599.046 |
184.436 |
36.909 |
o |
147.527 |
256.681 |
256.681 |
42.188 |
115.741 |
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
||||||
2032 |
560.628 |
o |
o |
599.371 |
165.650 |
o 00 00 |
o |
147470 |
257.006 |
257.006 |
176.715 |
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
|||||||
2031 |
556.594 |
o |
o |
595.354 |
165.667 |
o 00 00 |
o |
147.487 |
252.989 |
252.989 |
176.698 |
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
|||||||
2030 |
555.838 |
o |
o |
594.495 |
181.198 |
o 00 00 |
o |
00 o 00 co |
252.130 |
252.130 |
161.167 |
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
|||||||
2029 |
485.483 |
o |
o |
521.233 |
320.969 |
o C\i CM |
o |
198.958 |
256.349 |
256.349 |
|
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
|||||||
00 CM O CM |
488.768 |
o |
o |
522.930 |
406.911 |
CM co |
o |
235.239 |
258.047 |
258.047 |
co CM O c\i 1 |
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
|||||||
2027 |
499.337 |
o |
o |
538.404 |
437.285 |
'St CO 'St co CM |
o |
220.851 |
253.142 |
253.142 |
|
o CT> 00 N CM |
o o 00 r< CM |
|||||||
Verplichtingen |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
waarvan juridisch verplicht |
0 C/5 CU tö co c TJ '0 0 -Q O O > |
0 w 0 C/5 0 o N 0 c o |
#0 0 to "cö 0 |
Instandhouding |
Instandhouding infrastructuur |
Onzekerheidsreservering |
Over-/ onderprogrammering |
Ontvangsten |
Overige ontvangsten infrastructuur |
||||||||
Uitgaven |
Verwerving |
Opdrachten |
CO c 0 1 |
CO c 0 1 |
CO c 0 1 |
Opdrachten |
Toelichting op de instrumenten
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het op 1 januari 2022 naar verwachting om 18,8% van het uitgavenbudget. Dit percentage is exclusief de jaarovereen-komst tussen het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Defensie en om die reden relatief laag, omdat de jaarovereenkomst tussen het RVB en Defensie begin januari 2022 tot stand komt en dan verplicht wordt. Naar verwachting wordt op basis van de jaarovereenkomst in januari 2022 61,4% van het jaarbudget verplicht.
Verwerving infrastructuur en vastgoed
De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van infrastructuur en vastgoed, inclusief de bijbehorende apparaatskosten RVB en de inrichtingskosten. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget.
Met de Kamerbrief over het Strategisch Vastgoedplan ((SVP), Kamerstuk 33763, nr. 151) is de Kamer geïnformeerd over de ambitie van Defensie om de vastgoedportefeuille op lange termijn weer gezond te krijgen. Zoals ook uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) blijkt, is de omvang van de Defensieportefeuille niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Voor de voorbereiding en uitwerking van het SVP is een eerste bedrag van € 700 miljoen gereserveerd voor de komende tien jaar. Binnen dit beschikbare budget kunnen nu, naast het bestaande bouw- en onderhoudsprogramma, twee revitaliseringspro-gramma's ontwikkeld worden. Daarnaast zijn de middelen ingezet om reguliere investeringsachterstanden in te lopen, enkele locaties open te houden die niet conform planning konden worden afgestoten en voor dringende thematische problematiek, waarvoor op korte termijn moest worden ingegrepen vanwege (voedsel)veiligheid, wet- en regelgeving en prioriteiten ten behoeve van het personeel, zoals legering.
Verwerving infrastructuur en vastgoed - voorbereidingsfase
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.
Tabel 30 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)
Projecten in voorbereiding Projectbudget 2021 2022 2023 2024 2025 2026
Revitalisering Johannes Postkazerne 100-250 A-brief
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:
-
-Het project revitalisering Johannes Postkazerne is nieuw toegevoegd aan de voorbereidingsfase.
-
-De behoeftestelling Revitalisering Bernhardkazerne (A-brief) is 2 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 70). Dit project is daarmee naar de realisatiefase verschoven.
Tabel 31 Toelichting projecten in voorbereidingsfase
Projecten in voorbereiding Toelichting
Revitalisering Johannes Postkazerne Dit is de tweede kazerne die in het revitaliseringsplan is opgenomen, waarbij integraal het hele object doelmatig gereed gemaakt wordt voor de toekomst en weer op technische kwaliteit gebracht wordt.
Verwerving infrastructuur en vastgoed - onderzoeksfase
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Tabel 32 Projecten in onderzoeksfase |
(in miljoenen euro) |
|||||
Projecten in onderzoek |
Projectbudget 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD |
250-1.000 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:
-
-Op 20 januari 2021 is de A-brief voor de herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342). Dit project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.
Tabel 33 Toelichting projecten in onderzoeksfase
Projecten in onderzoek Toelichting
Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD Dit project voorziet in de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Met de kamerbrief van
4 juni 2021 (Kamerstuk 30 977, nr. 342) is de Kamer over de laatste stand van zaken inzake de gezamenlijke huisvesting voor de AIVD en MIVD geinformeerd.
Verwerving infrastructuur en vastgoed - realisatiefase
De volgende infrastructuur en vastgoed projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Tabel 34 Projecten in realisatiefase (in |
miljoenen euro) |
|||||||
Projecten in realisatie |
Project- budget |
t/m 2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 e.v. |
DBFMO Nationaal Militair Museum |
118,4 |
25,80 |
5,43 |
5,34 |
5,10 |
5,34 |
5,87 |
65,6 |
Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1) |
165,0 |
5,4 |
75,1 |
63,0 |
21,4 |
- |
- |
- |
Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid |
156,4 |
123,9 |
17,8 |
14,8 |
- |
- |
- |
- |
Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) |
100-250 |
Commercieel vertrouwelijk |
||||||
Aanpassing Vastgoed Defensie |
313,6 |
58,1 |
45,4 |
57,8 |
39,3 |
30,4 |
29,9 |
52,7 |
DBFMO Kromhoutkazerne |
621,6 |
169,6 |
33,5 |
31,8 |
28,2 |
29,1 |
31,9 |
297,6 |
Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) |
250-1.000 |
Commercieel vertrouwelijk |
||||||
Revitalisering Bernhardkazerne |
250-1.000 |
Commercieel vertrouwelijk |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:
-
-Op 20 januari 2021 is de A-brief voor de herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342). Dit project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.
-
-De behoeftestelling Revitalisering Bernhardkazerne (A-brief) is 2 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 70). Dit project is daarmee naar de realisatiefase verschoven.
Tabel 35 Toelichting projecten in realisatiefase
Projecten in realisatie Toelichting
DBFMO Nationaal Militair Museum De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie integraal aanbesteed. Om deze reden is dit geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van het gebouw, is het Design, Build en Finance deel van het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels is het gebouw in gebruik genomen.
Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1) Het programma Legering Defensiebreed is gestart naar aanleiding van de bevindingen van de vastgoedinventarisatie in 2019. Dit project betreft het eerste deel van het programma, fase 1, waarvan de uitvoering is gepland van 2020 tot en met 2022. Binnen fase 1 wordt voor 68 gebouwen groot onderhoud gepleegd en interieur vervangen. In 2022 wordt gestart met de voorbereiding van fase 2 Verbetering Legering.
Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid Dit project betreft het op veiligheidsniveau aanpassen van de legeringsgebouwen in Nederland,
Duitsland en het Caribisch gebied en is in uitvoering. Waar nodig worden interim-maatregelen getroffen voor de legering. De Kamer is hierover op 25 april 2019 en 22 mei 2020 geïnformeerd met de brieven Stand van zaken vastgoed Defensie (Kamerstukken 2018-2019, 34919, nr. 35 en 2019-2020, 34919, nr. 55) en de afwijkingsrapportage Defensie Projectenoverzicht op 20 mei 2020 (Kamerstuk 2019-2020, 27830, nr. 306). In 2022 wordt het programma naar verwachting afgerond.
Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) De huidige zeer gedateerde en niet meer passende huisvesting van MatlogCo, Afdeling Techniek wordt vervangen door nieuwe en toekomstbestendige huisvesting in het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL). Het TCL wordt het Centrum voor technologische activiteiten in het grondgebonden domein. Defensie krijgt met de bouw) van het TCL een moderne faciliteit voor technisch hoogwaardige, betrouwbare en innovatieve instandhouding, modificaties en beproevingen van grondgebonden systemen en voor concept development & experimentation ICD&E).
Aanpassing Vastgoed Defensie Dit project betreft het aanpassen van bestaande infrastructuur aan nieuwe en aangescherpte wet en regelgeving en bestaat uit zeven deelprojecten: o.a. vervanging HCFKs, op norm brengen van drinkwaterinstallaties, verwijderen van asbest, vervangen brandmeldinstallaties, inventarisatie onderhoudsstaat monumenten, middelgrote stookinstallaties en brandveilig maken van overige gebouwen niet zijnde legering.
DBFMO Kromhoutkazerne De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie integraal aanbesteed. Om deze reden is dit geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van deze gebouwen, is het Design, Build en Finance deel van het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels zijn de gebouwen in gebruik genomen.
Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) Op 14 februari 2020 heeft het Kabinet het voorgenomen besluit genomen om de marinierskazerne op Kamp Nieuw Milligen (KNM) in Apeldoorn te realiseren (Kamerbrief 33 358, nr. 15). Dit is op 14 juli 2020 omgezet in een definitief besluit waarover de Kamer is geïnformeerd met de Kamerbrief «definitief besluit verhuizing Korps Mariniers». Op 20 januari 2021 is de A-brief van dit project aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342) .
Revitalisering Bernhardkazerne Dit is het eerste project in het revitaliseringsplan voor het Defensievastgoed. De Bernhardkazerne vormt een pilot waarbij wordt gekozen voor een integrale aanpak vanuit een objectbenadering in plaats van de huidige gebouwbenadering, om zo een object in samenhang weer op technische kwaliteit te brengen.
De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld over totaal 464 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 350 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag. Zoals aangegeven in de leeswijzer onder de opzet DMF wordt naar aanleiding van de toezegging van de Minister (Kamerstuk 35 280, nr. 7) vanaf dit jaar de instandhoudings-bijlage vastgoed opgenomen in de begroting van het DMF
Daarnaast kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie - zoals ook in de materieelagenda aangegeven - een mismatch met de behoefte. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhousingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.
Over-/onderprogrammering infrastructuur en vastgoed
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2029 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.
Figuur 8 Infrastuctuur en vastgoed
800 I
600
400
200
-
-BEHOEFTE - BUDGET
De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico's afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico's bij internationale samenwerking. Deze risico's kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico's. Voor vastgoedprojecten met een financiële omvang in het Defensie Lifecycle Plan (DLP) van meer dan € 50 miljoen en waarvoor door het RVB nog geen financiële verplichting is aangegaan met een marktpartij wordt één keer per jaar beoordeeld of de gehanteerde kostenkengetallen nog actueel zijn.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van de IT van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is nauw gerelateerd aan beleidsartikel 7 (Defensie Materieel Organisatie) van de begroting Hoofdstuk X.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 6 IT (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Verplichtingen |
0 |
824.387 |
689.361 |
757.491 |
520.428 |
516.386 |
499.688 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
824.387 |
792.011 |
757.491 |
520.428 |
516.386 |
499.688 |
waarvan juridisch verplicht |
39,7% |
||||||
Verwerving |
|||||||
Opdrachten |
0 |
663.264 |
773.237 |
627.935 |
516.329 |
429.903 |
335.242 |
Verwerving: voorbereidingsfase |
0 |
225.994 |
425.475 |
369.808 |
346.176 |
330.031 |
255.883 |
Verwerving: onderzoeksfase |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verwerving: realisatie |
0 |
437.270 |
347.762 |
258.127 |
170.153 |
99.872 |
79.359 |
Instandhouding |
|||||||
Opdrachten |
0 |
308.453 |
303.866 |
302.702 |
250.621 |
251.229 |
249.219 |
Instandhouding infrastructuur |
0 |
308.453 |
303.866 |
302.702 |
250.621 |
251.229 |
249.219 |
Onzekerheidsreservering |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Over-/ onderprogrammering |
0 |
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten |
0 |
15.181 |
16.769 |
16.769 |
16.769 |
16.769 |
16.769 |
Overige ontvangsten infrastructuur |
0 |
15.181 |
16.769 |
16.769 |
16.769 |
16.769 |
16.769 |
Artikel 6 IT (bedragen x € 1.000)
CO co o CM |
443.172 |
O |
o |
440.172 |
117.610 |
O O O od '«t |
o |
69.610 |
't CM cd co CM |
238.124 |
o |
84.438 |
16.769 |
16.769 |
||||||
LO CO o CM |
00 o> co <o |
o |
o |
co o> cd co |
't CM c\i CM |
00 '«t CM cd LO |
o |
co co Cl od co |
o r- 00 N co CM |
Cl 00 r< 00 CM |
o |
o CM CO cd o |
o co r*. cd |
Cl co cd |
||||||
'St CO o CM |
co CM N co r> |
o |
o |
co 't CM N co r> |
CO O CO cd CM |
5 cd LO |
o |
00 CM cd |
O O 00 Cl CO CM |
Cl o 00 ci oo CM |
o |
CD co o b CM |
o co r> cd |
Cl co cd |
||||||
CO co o CM |
LO r*. co co o co |
o |
o |
LO r*. co cd o co |
cd CM |
00 co o LO LO |
o |
oo cd |
CM LO O N CO CM |
CM LO O r< 00 CM |
o |
CM CO «O 6 |
o co r*. cd |
Cl co cd |
||||||
CM CO o CM |
LO AI co |
o |
o |
't LO O) CO |
co N CM |
00 co co LO LO |
o |
oo CM |
CM O O N CO CM |
CM o o r< 00 CM |
o |
r> c> b CM |
o co r> cd |
Cl co cd |
||||||
cö O CM |
co co «o N CO |
o |
o |
CO co co N co |
CM O) CM |
00 co o LO LO |
o |
oo LO cd |
co co N co CM |
co co 'St r< 00 CM |
o |
LO o o |
o co r*. cd |
Cl co cd |
||||||
O co o CM |
CO r- (D cd |
o |
o |
co r*. co cd |
O) CO N CM CO |
LO Cl LO CM |
o |
'St 'St co LO |
CO 00 N CO CM |
oo 00 r< 00 CM |
o |
o CM «d 1 |
o co r> cd |
Cl co cd |
||||||
CO CM O CM |
o co «o N O LO |
o |
o |
o co co N O LO |
CO s cd O) |
'St 00 co cd CM |
o |
CM co o LO |
00 O N CO CM |
00 o r< 00 CM |
o |
«o o> r> |
o co r*. cd |
Cl co cd |
||||||
00 CM O CM |
o CM r> 't co |
o |
o |
O CM r> 't co |
o r*. co cd co CM |
LO O cd LO |
o |
LO LO co cd 00 |
't N CO CM |
'si' r< 00 CM |
o |
't CD CO cd co 1 |
o co r> cd |
Cl co cd |
||||||
CM o CM |
r> o 6 r> |
o |
o |
r> a> 6 r> |
O O O) co o co |
co co co cd CM CM |
o |
oo 'St CM CM 00 |
O N CO CM |
o r< 00 CM |
o |
o co o LO r> 1 |
o co r*. cd |
Cl co cd |
||||||
c 0 01 c +¦> .c o O. 1 |
"oi c co (0 03 Q. CD O c CO > c CD TO c c CD CO c i: o O. CD > 0 c co co co c § co 1 |
"oi c ’co co co Q. CD o c co > c CD b c c CD 0) c -C o "o. > CD .01 > o c § co 1 |
i: o ¦Q. 0 > -C o co b p c § co 1 |
0 0 0 tö 01 c b b 0 -Q o o > |
0 0 0 0 Jsi 0 O N 0 T3 C O |
#0 0 0 "cö 0 |
01 c b 0 o .c ¦0 c 0 +¦> 0 c |
0 0 o 0 0 0 c 05 c b 0 o -C ¦0 c 0 0 c |
0) c 0 £ 0 0 0 0 ¦0 ‘0 .c 1 0 N c o |
o) c 0 £ £ 0 o) o o. 0 "0 c o 0 > O |
c 0 +¦> V) O) c 0 > +¦> c O |
0 0 o 0 0 0 c c £ 0 01 c 0 a c o 0 01 0 > o |
||||||||
c 0 > 0 01 +¦> b |
01 c E 0 5 |
c 0 +¦> .c o 0 ¦G CL O |
01 c £ 0 5 1 |
01 c £ 0 5 1 |
01 c £ 0 1 |
c 0 +¦> .c o 0 ¦0 CL O |
Toelichting op de instrumenten
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 39,7% van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in IT. Onderstaande tabellen tonen de IT-projecten voor de komende vijftien jaar die groter zijn dan € 100 miljoen, onderverdeeld naar voorbereidingsfase, onderzoeksfase en realisatiefase. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het project-volume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget. Aangezien Defensie een nog meer informatiegestuurde organisatie wil worden zal een groter deel van het investeringsbudget binnen de Defensiebegroting, nu en in de toekomst, bestemd worden voor IT uitgaven. Momenteel wordt gewerkt aan een analyse van de concrete investeringsbehoefte voor IT.
Verwerving IT - voorbereidingsfase
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de IT projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.
Tabel 36 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)
Projecten in voorbereiding |
Projectbudget |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Joint EOV: Electronic attack SAP4HANA |
100-250 100-250 |
A-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
-
-Het project Joint EOV: Electronic attack is toegevoegd aan de voorbereidingsfase.
Tabel 37 Toelichting projecten in voorbereidingsfase
Projecten in voorbereiding Toelichting
Joint EOV: Electronic attack Het project Joint EOV: Electronic attack voorziet in capaciteit om cyber- en elektromagnetische activiteiten te beïnvloeden.
SAP4HANA Dit project betreft het invoeren van een nieuw Enterprise Resource System, ter vervanging van het huidige verouderende SAP, bedoeld om de defensiebrede bedrijfsvoering, materiele gereedheid en besturing doelmatig te ondersteunen op het gebied van materieellogistiek en financiën. Als zodanig is het essentieel voor het ondersteunen van operationele activiteiten.
Verwerving IT - onderzoeksfase
Er zijn dit jaar geen IT verwervingsprojecten boven de € 100 miljoen die zich in de onderzoeksfase bevinden.
Verwerving IT - realisatiefase
Tabel 38 Projecten in realisatiefase (in |
miljoenen euro) |
||||
Projecten in realisatie |
Programmabudget |
t/m 2020 2021 |
2022 2023 2024 |
2025 |
2026 e.v. |
GrIT |
250-1.000 |
Commercieel vertrouwelijk |
Er is een wijziging ten opzichte van de begroting 2021 bij het volgende programma:
-
-Het programma GrIT is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.
Tabel 39 Toelichting projecten in realisatiefase
Projecten in realisatie GrIT |
Toelichting De IT-infrastructuur binnen Defensie dient te worden vervangen, om voor de langere termijn de continuïteit te waarborgen. Het belang en invloed van IT op zowel de operationele inzet als de bedrijfsvoering is groot. Vernieuwing van de IT-infrastructuur is nodig om invulling te kunnen geven aan de ambities van Defensie zoals verwoord in de Defensienota 2018. Met GrIT legt Defensie hiervoor de basis. De doelstelling van GrIT is het samen met de markt realiseren van het fundament voor de nieuwe IT van Defensie en het migreren van de bijbehorende huidige applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT Het programma GrIT heeft daarmee de opdracht om in samenwerking met de markt een technisch en organisatorisch IT-platform voor de IT vernieuwing van Defensie te realiseren. |
Instandhouding IT De geraamde uitgaven dienen voor instandhouding van de IT van Defensie. De instandhoudingsbudgetten van Defensie zijn te laag. Dat geldt ook voor de instandhouding IT Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten bij de IT aangepakt worden. Onderzoek door een extern bureau heeft aangegeven dat de mismatch tussen behoefte en budget in de instandhouding IT tenminste € 100 miljoen per jaar is. Hierdoor zal de IT bij Defensie nu en in de toekomst niet volledig kunnen bijdragen aan de inzet en de bedrijfsvoering. Voor 2022 en 2023 is reeds € 50 miljoen per jaar vrijgemaakt uit de investeringen en toegevoegd aan het budget voor IT-exploitatie. Over-/en onderprogrammering IT In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2031 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren. |
1.000 -|
800
600
400
200
-
-BEHOEFTE - BUDGET
Dit zijn de ontvangsten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan IT, bijvoorbeeld als het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) van Defensie diensten levert aan derden.
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico's afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico's bij internationale samenwerking. Deze risico's kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico's.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die vanuit de reguliere Defensiebegroting (Hoofdstuk X) overgeheveld worden naar het DMF De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn daarom terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X; artikel 13: Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 7 Bijdragen andere begrotingen rijk (bedragen x € 1.000)
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
|
Ontvangsten |
0 |
4.937.599 |
4.948.612 |
4.713.414 |
4.640.194 |
4.648.719 |
4.438.089 |
Subtotaal |
0 |
4.937.599 |
4.948.612 |
4.713.414 |
4.640.194 |
4.648.719 |
4.438.089 |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
0 |
4.937.599 |
4.948.612 |
4.713.414 |
4.640.194 |
4.648.719 |
4.438.089 |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
0 |
4.937.599 |
4.948.612 |
4.713.414 |
4.640.194 |
4.648.719 |
4.438.089 |
CD CO o CM |
4.280.977 |
4.280.977 |
o |
4.280.977 |
o |
4.280.977 |
|
LD CO O CM |
4.265.310 |
4.265.310 |
o |
4.265.310 |
o |
4.265.310 |
|
'St co O CM |
4.279.989 |
4.279.989 |
o |
4.279.989 |
o |
4.279.989 |
|
CO co o CM |
4.279.643 |
4.279.643 |
o |
4.279.643 |
o |
4.279.643 |
|
CM CO O CM |
4.272.952 |
4.272.952 |
o |
4.272.952 |
o |
4.272.952 |
|
CO O CM |
4.291.569 |
4.291.569 |
o |
4.291.569 |
o |
4.291.569 |
|
O co o CM |
4.292.684 |
4.292.684 |
o |
4.292.684 |
o |
4.292.684 |
|
O) CM O CM |
4.463.985 |
4.463.985 |
o |
4.463.985 |
o |
4.463.985 |
|
(OOO'l 2 |
00 CM O CM |
4.297.403 |
4.297403 |
o |
4.297403 |
o |
4.297403 |
CM o CM |
4.385.249 |
4.385.249 |
o |
4.385.249 |
o |
4.385.249 |
|
X c |
|||||||
CD 03 CD |
|||||||
"O CD _Q ' s— |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1) |
||||||
Bijdragen andere begrotingen |
Ontvangsten |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) |
|||||
"Ö3 '-I—1 < |
Subtotaal |
Totaal |
Totaal |
Bijlage 1: Instandhouding Vastgoed
In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op de instandhouding van het vastgoed van Defensie.1
Scope van instandhouding
Onder instandhouding vallen alle activiteiten op het vlak van het onderhouden van het vastgoed in eigendom, de huur van vastgoed en de inrichting van ruimten. Daarnaast vallen ook de Commandanten Voorzieningen (COVO) voor kleine aanpassingen binnen de scope, net als adviesuren van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Aanpassingen aan nieuwe wetgeving en verduurzaming van vastgoed vallen onder investeringen, tenzij deze bij onderhoud gelijk mee te nemen zijn. Door de ruimere definitie van instandhouding is de budgetreeks in onderstaande tabel groter dan die opgenomen in het strategisch vastgoedplan.
Aanpak instandhouding
Voor het onderhoud van het vastgoed wordt onderscheid gemaakt tussen planbaar en niet-planbaar onderhoud. Planbaar onderhoud (PO) wordt gepland op basis van inspecties die worden verzorgd door het RVB. Niet-planbaar onderhoud (NPO) vindt plaats op moment dat storingen optreden. Periodiek worden gebouwen geïnspecteerd om de staat van het vastgoed vast te stellen. Het streven is om gemiddeld genomen een gebouw een keer in de zes jaar te inspecteren. Op dit moment loopt bij het RVB de aanbesteding van een onderhoudsmanagementsysteem (OMS) waardoor frequenter, near realtime inzicht gaat ontstaan in de staat van het vastgoed.
De bevindingen uit de inspecties worden afgezet ten opzichte van het gevraagde kwaliteitsniveau en worden daarna via het Meerjarig Onderhoudsplan (MJOP) geprioriteerd en afgestemd met de Defensieonderdelen. Hierbij wordt gekeken naar criteria zoals veiligheid, wettelijke verplichting en operationele noodzaak. NPO betreft de herstelwerkzaamheden en reparaties die niet zijn voorzien en niet kunnen wachten om opgenomen te worden in het MJOP. Ook het opheffen van manco's naar aanleiding van keuringen wordt vanuit het NPO betaald. Voor een gezonde portefeuille zou een verhouding tussen PO en NPO van 80 / 20 verwacht worden. In werkelijkheid is door de achterstanden in onderhoud die verhouding 40 / 60.
Binnen instandhouding kan onderscheid gemaakt worden in de volgende activiteiten die het RVB voor Defensie uitvoert:
-
-Instandhouding Gebouwen
-
-Instandhouding Start & Rolbanen
-
-Instandhouding ECT (ondergrondse infra, wegen, havens)
-
-Instandhouding Schietbanen
-
-Cyclisch Terrein Technisch onderhoud (bos- en groenvoorziening)
-
-Vastgoedinformatie
-
-Juridisch- en omgevingsbeheer
-
-Keuringen
Instandhouding van Beveiligingssystemen wordt op dit moment door RVB uitgevoerd, maar gaat met de implementatie van DBBS over naar Defensie. Ook de instandhouding van vastgoed buiten Nederland voert Defensie zelf uit, net als de storingen via de Servicedienst Vastgoed Defensie.
Prioritering van werkzaamheden is noodzakelijk. Zoals ook uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) blijkt is de omvang van de Defensieportefeuille niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Er is onvoldoende budget beschikbaar om de bestaande onderhoudsachterstand van het vastgoed weg te werken en deze op de afgesproken kwaliteitsniveaus te krijgen en te behouden. Prioriteit wordt gegeven aan veiligheid en wettelijke verplichtingen.
Met het RVB worden in een jaaropdracht afspraken gemaakt over de te leveren prestaties en de hiervoor beschikbare middelen. Het RVB is verantwoordelijk voor de uitvoering van de daarbij horende beheer- en onder-houdsregimes. De prestaties van vastgoed en infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De indicatoren leggen de verbinding tussen de sturing op en verantwoording over de prestaties.
Kengetallen
Defensie heeft met het RVB een afspraak gemaakt over de hoeveelheid te beheren vastgoed en om tenminste 90 procent van de wettelijke keuringen voor installaties tijdig goedgekeurd te hebben. Defensie is met het RVB in overleg over het verbeteren van de informatievoorziening, rapportagesys-tematiek en meetindicatoren, zoals hersteltijd storingen, projecttevre-denheid, inspecties en doelmatigheid. De noodzaak en urgentie hiertoe sluiten aan op de bevindingen van de Algemene Rekenkamer die hebben geleid tot de ernstige onvolkomenheid voor vastgoedmanagement (Kamerstuk 35830-X, nr. 2).
Tabel 40 Kengetallen |
||
Gebied |
Indicator |
Hoeveelheid |
Bruto Vloer Oppervlakte (x 1.000) |
Aantal m2 kantoren/ lesgebouwen |
1.584 |
Aantal m2 legering |
804 |
|
Aantal m2 hangars/ stallingen |
500 |
|
Aantal m2 bunkers/shelters |
158 |
|
Aantal m2 werkplaatsen/ magazijnen |
1.801 |
|
Aantal m2 overige gebouwen |
1.148 |
|
Aantal m2 totaal |
5.995 |
|
Keuringen |
% installaties |
90% |
Onderstaand worden de beschikbare budgetten en de budgetbehoefte tot en met 2036 in een overzicht samengebracht. De behoefteraming vindt plaats op basis van normering van instandhoudingskosten per locatie op basis van pxq (m2 per type terrein of gebouw x tarief). Hoe hoger het kwaliteitsniveau, hoe hoger de instandhoudingskosten. Ten aanzien van de instandhoudingsbehoefte wordt uitgegaan dat de komende jaren extra budget nodig is. Net als eerder voor 2020 en 2021 is hiertoe voor 2022 en 2023 € 140 miljoen per jaar vrijgemaakt uit de investeringen en toegevoegd aan het onderhoudsbudget. Het tekort is groot, waarbij de verwachting is dat met € 140 miljoen extra geen achterstanden worden ingelopen, maar nog wel sprake is van een beheerste realisatie. Zoals uit het Strategisch vastgoedplan (Kamerstuk 33 763, nr. 151) en het IBO blijkt, is een grote inspanning nodig om de vastgoedportefeuille in evenwicht te krijgen. Doordat in de feitelijke situatie de komende jaren nog sprake is van achterstanden is de daadwerkelijke behoefte door niet-gepland onderhoud hoger. Zonder ingrijpen is het de verwachting dat de instandhoudingsbehoefte en het potentiële tekort verder oplopen. Vanwege de urgente situatie is eind 2020 alvast gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen van concentratie, verduurzaming en vernieuwing om de financiering van het vastgoed niet langer ten koste te laten gaan van andere prioriteiten binnen de Defensieorganisatie, zoals IT, munitie, personeel en materieel. Deze interne verkenning vormt één van de elementen die kan worden gebruikt bij de inhoudelijke appreciatie van alle aanbevelingen uit het IBO.
Tabel 41 Behoefte en budget
Artikelonderdeel |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
DMF 5.2 |
Instandhouding |
|||||||||
Behoefte/raming |
0 |
420.169 |
401.083 |
403.542 |
401.760 |
394.540 |
392.249 |
393.142 |
398.047 |
|
Budget |
0 |
420.169 |
401.083 |
403.542 |
261.760 |
254.540 |
252.249 |
253.142 |
258.047 |
|
Potentiele disbalans |
|
|
|
|
|
|||||
Artikelonderdeel |
2029 |
2030 |
2031 |
2032 |
2033 |
2034 |
2035 |
2036 |
||
DMF 5.2 |
Instandhouding |
|||||||||
Behoefte/raming |
396.349 |
392.130 |
392.989 |
397.006 |
396.681 |
396.681 |
396.872 |
396.847 |
||
Budget |
256.349 |
252.130 |
252.989 |
257.006 |
256.681 |
256.681 |
256.872 |
256.847 |
||
Potentiele |
|
|
|
|
|
|
|
|
Defensie heeft een aantal instandhoudingsprogramma's opgenomen in de investeringen, met name op het gebied van Keukens en Legering. Het betreft vervangingsinvesteringen en zijn daarom geen onderdeel van het instandhoudingsbudget, maar dragen wel gericht bij aan het wegwerken van achterstanden en het verbeteren van het leefklimaat.
Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk
In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2021 kort toegelicht.
-
1.Interdepartementale overboekingen
Vanuit diverse ministeries is budget naar het DMF overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 3,7 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is hieronder toegevoegd.
Tabel 42 Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)
No. |
Omschrijving |
beleidsartikel |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2.a |
Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten |
1 |
|
|||||
2.b |
Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize |
1 |
|
|||||
2.c |
Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL |
1 |
318 |
|||||
2.d |
Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL |
1 |
159 |
|||||
2.e |
Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid |
3 |
4.243 |
4.276 |
1.177 |
30 |
||
2.f |
Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement |
6 |
|
|
|
|
|
513 |
2.g |
Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid |
6 |
98 |
103 |
77 |
|||
2.h |
Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid |
6 |
172 |
295 |
303 |
437 |
||
Totaal |
2.867 |
3.746 |
|
|
|
543 |
-
2.Overige mutaties
De financiële instrumenten, zoals instandhouding en verwerving zijn bijgesteld. Dit o.a. naar aanleiding van het herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.
Artikel 1: Defensiebreed materieel
CD 09 O CM |
o o '«t |
o o o ö CD |
750 |
o 00 'St i |
1.310 |
O O LD i |
795.828 |
207 |
7.495 |
||||||||||||||||||||
LD CO O CM |
O o 'St |
O O o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
o 09 |
CD CD 00 LD |
599.802 |
o CM |
LD 09 "St r< |
||||||||||||||||||||
'St co o CM |
578.866 |
r> co co cd 00 |
617.703 |
O o ¦St |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM LD r< |
o CM |
LD 09 "St r< |
||||||||||||||||||
CO co o CM |
690.016 |
r> co cd o- 1 |
646.669 |
o o ¦St |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM ra 'St 00 |
o CM |
LD 09 "St r< |
||||||||||||||||||
CM CO O CM |
763.032 |
r*. CM co CM |
790.859 |
o o ¦St |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM CO 'St 00 |
o CM |
LD 09 "St r< |
||||||||||||||||||
09 O CM |
620.903 |
r*. CM co N CM |
648.730 |
o o ¦St |
O O o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM ra 'St 00 |
o CM |
|||||||||||||||||||
O CO o CM |
655.832 |
r> co co N CM |
683.669 |
o o ¦St |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM ra o 00 |
o CM |
|||||||||||||||||||
09 CM O CM |
681.867 |
r> CT> 09 LD CM |
707.864 |
o 'St CM LD |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM ra o 00 |
o CM |
|||||||||||||||||||
00 CM O CM |
651.759 |
co CM CO c\i CM |
674.087 |
O CM od |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
CM 'St 00 |
o CM |
|||||||||||||||||||
CM o CM |
709.996 |
co o CM N CM |
737.204 |
o CM od |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
O CD |
o CM |
|||||||||||||||||||
CD CM O CM |
617.581 |
LD O r> «d CM |
644.286 |
o CM od |
O O o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
'St 09 'St od CM i |
o CM |
|||||||||||||||||||
LD CM O CM |
558.270 |
LD 09 CO 6 o- |
399869 |
o CM od |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
'St 09 d CM i |
o CM |
|||||||||||||||||||
'St CM O CM |
571.538 |
LD LD S CO |
£30609 |
o CM od |
O o o ö CD |
o LD |
o 00 'St i |
O 09 |
'St 09 09 CM 09 i |
o CM |
|||||||||||||||||||
CO CM O CM |
491.898 |
09 co r> *t |
536.687 |
o CM od |
09 CM |
O o o ö CD |
O O o d LD i |
o o o o i |
i o o o o 'St |
o o o CD i |
o LD |
o o o o CM i |
o 00 'St i |
O 09 |
'St 09 09 CD 09 i |
o CM |
|||||||||||||
|
CM CM O CM |
796.997 |
co *t o cd co |
885.045 |
09 LD |
o 00 00 'St |
CD LD |
O o o ö CD |
O O o o LD i |
o o o o i |
i o o o o 'St |
o o o CD i |
o LD |
o o o o i |
o 00 'St i |
O 09 |
LD 09 O C\i CM i |
o 00 'St 1 |
09 |
||||||||||
CM O CM |
Stand ontwerpbegroting 2021 669.194 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 80.314 |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 749.508 |
Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten - 630 |
Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 318 |
Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL |
Bijstellen ontvangsten DLP 21.1 2.240 |
LD 'St |
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten - 40.000 |
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training 60.000 |
Instandhouding vastgoed |
Doorlichting Matlogketen |
Hard ballistic plating t.b.v. i-701 schietbeleid |
Plan van aanpak veiligheid |
Budgetoverheveling vanuit DMO t.b.v. supportcontract met industrie - 480 |
00 CD ra "St i |
Fase inspectie Tucsonvloot - 1.000 |
Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD |
Herschikken van inhuurbudget van DMO 2.371 |
Herschikking binnen bekostigingsuitgaven van kennis en innovatie |
Herschikking budget maritieme grensversterking 2.226 |
Herschikking budget militaire uitrusting |
Herschikking budget t.b.v. aanschaf warmtebeeldkijkers - 1.750 |
||||||
Tabel 43 Artikel 1 |
Nieuwe mutaties |
Bijstellen valuta berekeningsmethode |
IT-exploitatie |
Bewaken en Beveiligen |
Conversie kustwachten |
DLP 21.0 beleidsrijk |
Extrapolatie 2035/2036 |
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
i |
|
245 |
T— |
822.541 |
||||||||
i |
co o 'St O 03 |
245 |
|
802.876 |
||||||||
i |
81.475 |
245 |
|
ZLO'OLL |
||||||||
i |
11.707 |
245 |
|
806.117 |
||||||||
i |
i co co ö 03 |
245 |
co i |
ï== |
815.671 |
|||||||
i |
i 03 CM 03 03 CM |
245 |
|
T_ |
673.391 |
|||||||
i |
i 03 O cq CM |
245 |
co 03 |
co CM 03 03 |
LIO'OIL |
|||||||
i |
192.216 |
245 |
597 |
|
664.040 |
|||||||
i |
i CM 03 cd CM CM |
245 |
2.178 |
759 |
T_ |
605.316 |
||||||
i |
CO 03 id 03 1 |
245 |
O CM |
587 |
800.677 |
|||||||
i |
2.655 |
155.673 |
245 |
co i |
1.107 |
846.033 |
||||||
i |
2.655 |
03 co 03 |
244 |
i |
|
2.192 |
T_ |
33.914 |
856.704 |
|||
i |
3.115 |
co 'St cd 00 CM |
244 |
i |
|
CM CM |
|
847.753 |
||||
i |
605.233 |
243 |
i |
|
|
917.895 |
||||||
i |
CM 03 O 03 00 03 |
249 |
CM |
|
|
983.034 |
||||||
80 |
707 |
O 'St 00 |
|
|
co CM 03 03 |
|
954.058 |
|||||
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto |
Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF |
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding |
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding |
Herschikking onder- en overprogrammering |
Herschikking prijsbijstelling naar DMF |
Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget |
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken |
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 |
Implementatie breed offensief tegen de ondermijnende capaciteit |
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering |
Overboeking defensie naar TNO voor Avatar |
Stand ontwerpbegroting 2022 |
CD 09 O CM |
CD CO CM 00 |
401.097 |
o o o r< l |
CO LD N CNJ |
||||||||||||||||||||
LD CO O CM |
CD CM i |
o CD i |
|
1.052.104 |
|
o o o r< l |
r> «o (O 09 |
|||||||||||||||||
'St co o CM |
921.7571.003.6771.055.836 |
28.901 |
950.5621.032.4301.084.737 |
00 CM i |
O CM CO i |
cö CD i |
i CD cd co |
o o o r< l |
936.701 |
|||||||||||||||
CO co o CM |
28.753 |
00 CM i |
|
|
o co CM i |
o o o r< l |
929.817 |
|||||||||||||||||
CM CO O CM |
28.805 |
CM i |
00 co co co i |
|
ra CM CO CM |
o o o r< l |
905.9741.178.118 1.397.2981.515.7831.479.4851.292.0091.297.9921.151.457 |
|||||||||||||||||
CO O CM |
860.0011.126.3101.124.504 1.307.309 1.487.2301.416.3241.289.0131.069.5141.030.954 |
28.796 |
871.6281.145.2551.137.1511.331.3511.515.6231.444.9341.318.871 1.097.8091.059.750 |
CD CM i |
co 00 co co i |
|
00 '«t CD od co CM |
o o o r< l |
||||||||||||||||
O CO o CM |
28.295 |
CD CM i |
LD CM "sf i |
|
219.074 |
o o o r< l |
||||||||||||||||||
09 CM O CM |
29.858 |
CD CM i |
co 'St LD i |
|
182.780 |
o o o r< l |
||||||||||||||||||
00 CM O CM |
o co cd CM |
CD CM i |
CD O co i |
|
95.178 |
o o o r< l |
||||||||||||||||||
CM o CM |
28.393 |
CD CM i |
ra o '«t i |
|
|
o o o r< l |
||||||||||||||||||
CD CM O CM |
CM O CM |
LD CM LD |
146.758 |
o o o r< l |
||||||||||||||||||||
LD CM O CM |
12.647 |
00 o |
i I-" "sT 09 CM |
54.192 |
o o o r< l |
|||||||||||||||||||
'St CM O CM |
18.945 |
5 'St |
235.740 |
|
co co i |
o o o r< l |
LD i |
CM CM i |
848.711 |
|||||||||||||||
CO CM O CM |
11.627 |
co 'sf |
252.986 |
'St 00 i |
o o o r< l |
5 i |
'St 00 i |
611.850 |
||||||||||||||||
aritiem materieel |
CM CM O CM |
863.319 |
r> 09 |
865.290 |
CD 00 LD |
i o ra o CM ra CM |
O LD i |
'St 00 i |
o o o r< l |
5 i |
'St 00 i |
CD CO i |
576.381 |
|||||||||||
CM O CM |
Stand ontwerpbegroting 2021 631.224 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 - 42.223 |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 589.001 |
CM O 00 |
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 |
o o o ö CM |
Herschikking budget maritieme grensversterking - 2.226 |
Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie - 38 |
o CM CM 09 CO i |
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken - 200 |
o LD CD |
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 - 2.200 |
Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine 15.000 |
Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van de Marine - 50 |
co o 00 r< l m |
CD 'St i |
Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie - 64 |
Verlenging plaatsing reservist - 36 |
Stand ontwerpbegroting 2022 573.570 |
|||||
Tabel 44 Artikel 2: M |
Nieuwe mutaties |
Bijstellen valuta berekeningsmethode |
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten |
DLP 21.0 beleidsrijk |
Extrapolatie 2035/2036 |
Herschikking onder- en overprogrammering |
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten |
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering |
Toedelen taakstelling Marin |
Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit |
CD 09 O CM |
927.844 |
33.656 |
CO CM i |
961.287 |
|||||||||||||||
LD CO O CM |
o 00 i |
co LD cd i |
LD LD 00 OÖ CM i |
o CM od 00 o |
CM 'sf cö i |
CO CM i |
774.7451.024.143 |
||||||||||||
'St co o CM |
727.861 |
CD CO r> LD |
743.647 |
o i |
o LD CM CM i |
09 09 i |
co CM '«t cd "sf" |
CO CM i |
|||||||||||
CO co o CM |
611.532 |
o co co CD |
628.362 |
co i |
09 CO "sT i |
co o CM C\i 'St i |
LD CO o ö co |
CO CM i |
615.464 |
||||||||||
CM CO O CM |
904.893 |
co cd |
921.734 |
co CD i |
co "sT i |
CO o CM C\i 'St i |
LD LD CM Ö CD i |
CO CM i |
818.558 |
||||||||||
CO O CM |
847.0171.001.982 |
00 cd |
co CM 00 cd o co co o 't co co |
CO CO CM i |
co co "sf i |
CO o CM C\i 'St i |
CO 'St 'St 09 i |
CO CM i |
o co 00 co |
||||||||||
O CO o CM |
r> o |
CD CD i |
CM i |
CO o '«t 'St i |
5 CD 09 "sf" i |
CO CM i |
769.724 |
||||||||||||
09 CM O CM |
co co o o co |
CM 09 cd |
819.959 |
'sf i |
"sf i |
CO o '«t 'St i |
|
CO CM i |
663.299 |
||||||||||
00 CM O CM |
470.228 |
09 LD c\i CM |
492.819 |
'St CD i |
"sT i |
CO O '«t 'St i |
'St CM LD LD i |
CO CM i |
442.611 |
||||||||||
CM o CM |
566.644 |
o N |
584.084 |
CD CD i |
CD CD LD i |
CO o '«t 'St i |
CD LD 'St CM |
CO CM i |
541.292 |
||||||||||
CD CM O CM |
615.400 |
09 co |
657.249 |
09 CD 09 |
CO CM LD CD i |
CO CM i |
652.482 |
||||||||||||
LD CM O CM |
713.549 |
39.940 |
753.489 |
LD O O CM |
O CM CD r< CM |
co 'St 'St |
CO CM i |
827.379 |
|||||||||||
'St CM O CM |
774.749 |
29.962 |
804.711 |
o o o o |
LD CD 'St |
cö 5 |
00 'St 'St 'St i |
CO CM i |
832.616 |
||||||||||
CO CM O CM |
731.966 |
CD O LD |
732.472 |
CM |
'St CM LD CD i |
"sf CM i |
668.438 |
||||||||||||
CM CM O CM |
643.123 |
r> 09 CM LD 1 |
627.826 |
co co |
CD CM 'sf |
CO 09 '«t 'St CO |
09 i |
666.136 |
|||||||||||
|
CM O CM |
Stand ontwerpbegroting 2021 605.553 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 28.541 |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 634.094 |
Bijstellen ontvangsten DLP 21.1 |
'St LD 'St |
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 |
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000 |
Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten 4.243 |
Herschikking budget t.b.v. aanschaf warmtebeeldkijkers 1.750 |
CD O o 'St i |
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken - 133 |
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering |
Risicoreservering en delta exploitatie naar realisatie |
Vervanging hekwerk Nassaukazerne voor de Landmacht door het DOSCO |
Stand ontwerpbegroting 2022 617.402 |
|||
Tabel 45 Artikel 3 |
Nieuwe mutaties |
Bijstellen valuta berekeningsmethode |
DLP 21.0 beleidsrijk |
Extrapolatie 2035/2036 |
Herschikking onder- en overprogrammering |
CD 09 O CM |
CM co CM |
480 |
CM o 00 |
396.239 |
09 CM |
|||||||||||||||||
LD CO O CM |
CM cd CM |
o co CD CD i |
co o CM i |
o 00 'St |
|
538.320 |
co |
o CM co cd |
09 CM |
|||||||||||||
'St co o CM |
501.860 |
24.193 |
526.053 |
CM cd CM |
O CO CO CD i |
O cq CM i |
O 00 'St |
'St 00 r-- i |
co |
09 CM |
09 CM |
|||||||||||
CO co o CM |
624.169 |
23.512 |
647.681 |
CM cd CM |
O CO CO CD i |
CO 00 cd i |
O 00 'St |
CM od CM i |
co |
00 00 09 cd 09 |
09 CM |
|||||||||||
CM CO O CM |
563.624 |
o CM o LD CM |
589.044 |
CM cd CM |
O CO CO CD i |
LD "sf" i |
O 00 'St |
CM CO od CM i |
co |
CO co 00 cd 'St i |
09 CM |
|||||||||||
09 O CM |
554.798 |
23.577 |
578.375 |
CM cd CM |
O CO CO CD i |
co 'sf CM i |
O 00 'St |
CM cö od CM i |
co |
|
09 CM |
|||||||||||
O CO o CM |
654.602 |
23.210 |
677.812 |
CM cd CM |
O CO CD CD i |
09 co cd i |
O 00 'St |
CM cö od CM i |
co |
LD O 00 r< "sf i |
09 CM |
|||||||||||
09 CM O CM |
638.986 |
23.441 |
CM 'St CM CD CD |
CM od CM |
O CO CO CD i |
O) 09 CM i |
O 00 'St |
CM cö od CM i |
co |
CM o 'St CM |
09 CM |
|||||||||||
00 CM O CM |
866S08 |
r> LD |
821.115 |
CM cd CM |
O CO CO cd i |
00 o 'St r< i |
O 00 'St |
CM 09 od CM i |
co |
137.218 |
09 CM |
|||||||||||
CM o CM |
629.983 |
co r*. co co |
646.356 |
CM cd CM |
00 'St CM cd i |
o co CM LD i |
O 00 'St |
CM 09 od CM i |
co |
169.951 |
09 CM |
|||||||||||
CD CM O CM |
848.550 |
|
832.953 |
CM cd CM |
'St co cd i |
O 00 'St |
co |
CM 09 09 CM i |
09 CM |
|||||||||||||
LD CM O CM |
939.931 |
co co r> O) 1 |
920.198 |
CM cd CM |
'sf CM LD i |
O 00 'St |
co |
73.089 |
co r< co |
09 CM |
||||||||||||
'St CM O CM |
Stand ontwerpbegroting 2021 1.420.2321.314.0451.409.7281.275.133 |
CM CO c\i 1 |
Stand 1« suppletoire begroting 2021 1.394.0551.281.2441.375.5491262.951 |
'sf "sf" cd i |
O 00 'St |
co |
|
co r< co i |
09 CM |
|||||||||||||
CO CM O CM |
|
"sf" |
O 00 'St |
co |
286.523 |
"sf CM |
||||||||||||||||
CM CM O CM |
o co c\i co 1 |
CO LD |
O 00 'St |
co |
|
|||||||||||||||||
|
CM O CM |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 - 26.177 |
Aanvullende opdrachten commandantenvoorziening - 1.000 |
Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35 |
LD O CO |
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 |
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000 |
Budget t.b.v. de aanleg van gebouwbekabeling in Gilze Rijen - 25 |
Budgetoverheveling vanuit DMO t.b.v. supportcontract met industrie 480 |
Herschikking budget naar militaire uitrusting |
Herschikking materiële exploitatie luchtmacht naar instandhouding 306 |
Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten - 1.000 |
|
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken - 165 |
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten - 1.912 |
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering |
Risicoreservering en delta exploitatie naar realisatie |
|||||
Tabel 46 Artikel 4 |
Nieuwe mutaties |
Bijstellen valuta berekeningsmethode |
DLP 21.0 beleidsrijk |
Extrapolatie 2035/2036 |
Herschikking onder- en overprogrammering |
Stand ontwerpbegroting 2022 1.321.1301.196.3981.089.7501.136.9121.084.409 855.897 795.497 934.933 774.858 620.636 515.763 541.711 668.294 555.261 555.189 433.897
Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed
CD O0 O CM |
o o 00 |
545.232 |
CD 1 |
2.225 |
co 00 oo |
||||||||||||||||||
LD CO O CM |
o o 00 |
593.003 |
CD 1 |
'St O CM |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||||
'St co o CM |
583.773 |
10.627 |
594.400 |
o o 00 |
CD 1 |
CM OO CM |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||
CO co o CM |
583.777 |
10.627 |
594.404 |
o o 00 |
CD 1 |
oo CM |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||
CM CO O CM |
584.102 |
10.627 |
594.729 |
o o 00 |
CD 1 |
oo CM |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||
00 O CM |
S8008S |
10.627 |
590.712 |
o o 00 |
CD 1 |
oo CM |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||
O CO o CM |
579.388 |
10.465 |
589.853 |
o o 00 |
CD 1 |
oo CM |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||
09 CM O CM |
507.589 |
10.783 |
518.372 |
o o 00 |
CD 1 |
'St LD 1 |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||||
00 CM O CM |
508.320 |
10.783 |
519.103 |
o o 00 |
CD 1 |
co co |
o o oo |
LD '«t LD 1 |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||
CM o CM |
508.961 |
10.783 |
519.744 |
o o 00 |
CM o r-; 'sT |
CD 1 |
co co |
o o oo |
"sf 1 |
2.225 |
co 00 oo |
||||||||||||
CD CM O CM |
525.672 |
10.783 |
536.455 |
o o 00 |
23.934 |
CD 1 |
co co |
o o oo |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||
LD CM O CM |
576.481 |
11.970 |
588.451 |
o o 00 |
23.934 |
CD 1 |
co CD |
o o oo |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||
'St CM O CM |
582.084 |
12.074 |
594.158 |
o o 00 |
23.934 |
CD 1 |
co co |
o o oo |
2.225 |
co 00 oo |
|||||||||||||
r en Vastgoed |
CO CM O CM |
611.140 |
12.934 |
624.074 |
o o 00 |
o o o d 'sl- |
23.934 |
CD 1 |
co co |
o o oo |
o o o 'St OO |
2.225 |
co 00 oo |
||||||||||
CM CM O CM |
617.788 |
18.388 |
636.176 |
o o 00 |
o o o o 'sl- |
17.095 |
CD 1 |
co co |
o o oo |
09 LD |
52.500 |
2.225 |
o 00 oo |
||||||||||
CM O CM |
684.927 |
75.281 |
760.208 |
o o o |
00 CD 00 |
o o CD CD |
o co 'St |
CO 00 oo |
o 00 |
oo o 'St |
o LD |
o o '«t LD 1 |
o o o LD |
||||||||||
|
Instandhouding vastgoed |
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto |
Herschikking materieel naar instandhouding infra |
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding |
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding |
Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget |
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken |
Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven |
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten - |
Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel |
Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit |
||||||||||||
Stand ontwerpbegroting 2021 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 |
Aanvullende opdrachten commandantenvoorziening |
Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed |
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 |
Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen |
|||||||||||||||||
LO |
Extrapolatie 2035/2036 |
||||||||||||||||||||||
Tabel 47 Artikel |
Nieuwe mutaties |
Omgevingswet |
DLP 21.0 beleidsrijk |
Toedelen taakstelling Marine 1.343
Vervanging hekwerk Nassaukazerne voor de Landmacht door DOSCO 1.197
Stand ontwerpbegroting 2022 781.878 851.402 826.380 622.464 616.757 564.761 538.404 522.930 521.233 594.495 595.354 599.371 599.046 599.037 597.612 548.637
Tabel 48 Artikel 6: IT
1 1X3 3 |
4.500 |
o 'St |
o o LO |
o 09 09 09 09 'St |
o o o 09 1 |
09 co co 1 |
CM |
440.172 |
||||||||||||||||||||||
2035 |
o o LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O LO od LO 'St |
O O O 09 1 |
09 co co 1 |
09 o 1 |
l^s CM |
co o> od «0 |
|||||||||||||||||||||
'St OO O CM |
O 09 't c\i co r> |
00 09 LO |
co co o s r> |
o o LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O O O 09 1 |
09 co co 1 |
09 cö cd |
l^s CM |
09 't CM S 00 r> |
|||||||||||||||||||
09 09 O CM |
o 09 't N 09 CO |
CM 00 r-- C\i 09 |
CM o*. CM 6 09 r> |
O O LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
5 cd |
l^s CM |
LO r*. co cd 0 co |
|||||||||||||||||||
CM 09 O CM |
O 09 r> |
00 09 LO |
co co r> CM co |
O O LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
co 1 |
l^s CM |
't LO 03 co 't |
|||||||||||||||||||
09 O CM |
o 00 6 LO |
00 09 LO |
co o*. r> co |
O O LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
CM OD 09 1 |
CM |
00 co «0 «0 |
|||||||||||||||||||
O 09 O CM |
CM 00 09 LO CO |
00 09 LO |
o co 09 cd |
O O LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O O O 09 1 |
09 co co 1 |
09 CM 09 1 |
co CM OD 09 1 |
l^s CM |
03 r> «0 cd 't |
||||||||||||||||||
09 CM O CM |
09 r- o 09 co |
09 CM 0-; |
CM o co 6 o LO |
O o LO 'St |
O 'St |
o o LO |
O O O 09 1 |
09 co co 1 |
09 LO 1 |
09 OD |
l^s CM |
0 co «0 S 0 LO |
||||||||||||||||||
00 CM O CM |
r> co c\i CM |
09 CM 0-; |
o r- q co |
O O LO 'St |
O 'St |
o o q |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
09 00 cq l |
09 LO 1 |
l^s CM |
0 CM r> 't 09 't |
||||||||||||||||||
CM o CM |
09 CO LO N LO 't |
09 CM 0-; |
CM CO 09 CO |
O O LO 'St |
O 'St |
o o 09 |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
co 09 1 |
OD LO 1 |
l^s CM |
r> 03 d r> |
||||||||||||||||||
co CM O CM |
CO r> 09 |
CM co od 1 |
't o cd co |
O O LO 'St |
O o LO |
O 'St |
o o LO 'St |
09 '«t LO |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
co |
o 1 |
CM |
00 co «0 03 03 't |
||||||||||||||||
2025 |
00 LO o o LO |
'St CM LO cd l |
co LO N 09 't |
'sf r*-» 1 |
09 |
O O LO 'St |
O o o LO |
O 'St |
o o OD LO |
LO |
O O O 09 1 |
09 co co 1 |
LO 1 |
O O LO |
CM 09 C\i 1 |
l^s CM |
CO CO 09 <d LO |
|||||||||||||
'St CM O CM |
co co r> N 09 |
09 'St 00 |
r> co 09 09 't |
'sf r*-» 1 |
09 |
O o LO 'St |
o o LO 09 |
O 'St |
O O O 09 |
09 O 09 |
O O O 09 1 |
09 co co 1 |
LO 1 |
O o LO |
CM CM 0-; 1 |
l^s CM |
CO CM d CM LO |
|||||||||||||
09 CM O CM |
o o 09 co co |
09 LO 09 C\i |
co co q co co |
cq 1 |
09 |
CM 1 |
O O LO 'St |
O O o CD LO |
o o o LO |
O 'St |
O O '«t C\i |
co 09 09 |
O O o 09 1 |
09 co co 1 |
LO 1 |
o o LO |
09 'St o C\i 1 |
l^s CM |
03 't LO r> |
|||||||||||
CM CM O CM |
CM LO co r> |
00 CM 00 od |
o co 6 CM r> |
09 LO 09 1 |
09 |
o LO |
09 co |
O O LO 'St |
O O o CD LO |
o o o LO |
O 'St |
O o o LO |
O CM |
O O o 09 1 |
'sf CM 1 |
LO CN 1 |
1 |
o LO co |
LO 'sl' CD |
CM |
0 c\i 03 r> |
|||||||||
CM O CM |
09 co 09 09 LO |
co LO CM CM |
o LO co CM co |
LO '«t OD 1 |
'St co |
o o CM |
09 |
LO CM |
o o 09 09 |
o o LO 1 |
o o 1 |
OD |
1 |
co O |
o o LO |
CM o CM |
co CM LO 1 |
I^S LO l^s |
O CO 09 1 |
r*. co 03 't CM co |
||||||||||
CM o CM Ui c +¦> o Ui 0 Si Q. O s +¦> c o T3 c 03 +¦> co |
CM O CM Ui c +¦> o Ui 0 Si 0) ö +¦> 0 CL CL u V) 09 +¦> 0 +¦> u s |
CM o CM Ui c +¦> o Ui 0 Si 0 ö +¦> 0 Q. CL u V) ~u c 0 +¦> ui |
V) 0 +¦> 0 +¦> u £ 0 5 o 0 2 |
G) C Js4 0 Sl ^ O 0 § E
CL £ C 0 0 c 0 0 ~ m 0 £ 09 ¦o ,2 in o |
09 c — Js4 0 :=*
t 0 l! f, 0 s £ % .2 E -5 T9 c/9 S > —1 si 0 +J 03 r-0 £ »- 0 ^3 in ^ |
O C 0 0 ’o c Ij !_ 0 O CL O X > 0 S O 0 0 11 51 0 — ra.» ¦5 1 m ü |
0 T9 O S 0 0 3 E 0 0 > 09 c — 0 C = 0 0 to E 0 m Si |
0 O Q. X S 0 Li 0 0 E 0 Si o Q. \± |
.E 0 o Q. X 0 \± |
0 T9 O E cc X 09 c 0 £ 0 09 0 CC |
0 V) 09 c > 0 09 £ o |
C .0 £ C 0 0 N _0 C ra °> 0 .E 0 0 T9 SI < 0 > Js4 Sl O Si ra 1 09 O T9 Sl O 0 m en |
0 T9 0 0 Sl O CM CL _l Q |
co 09 O CM LO 09 O CM 0 0 O CL 0 X Lü |
0 ¦g 0 0 co 0 CM T9 '0 S _G9 '0 > C 0 1 1 c o 0 0 >- a= O 0 |
H 0 O > !>! T3 ^ D ^ -Q ^ C 0 0 -CZ 0 3 E ¦s ® 0 Sl 0 2 X D. |
0 s. c ^ C 09 ë 5 0 CM 09 0 Sl c e c 0 £ 0 £ 09
0 2 x E |
!± D D Sl \± -IA T9
09 TJ E §| S 0 ¦§ "c O 0 cc o 0 0^ X 0 |
!± D D Sl IA T9 3 09 -Q C 09 T9 - i §1 S 0 ¦§ "c O 0 cc o 0 0 £ X 0 |
.E 0 'ö X C 0 ~ £ D
'O s 0 T9 il c 0 09 O c L4 0 4*: 0 s o O 10 0 0 ^ X ^ |
> 09 0 09 C 0 Ui ^ I# 'O D Q. -Q 09 C C ¦0 Ui Ë ~ 's 0 o D E t3 0 D X |
c > 0 09 -Jf ™ 0 11 1 iE co E .w 0 :i r- 113 E 09 £ £ 0 c 0 H -x X ^ O ¦- 0 « ™ 0 0 Sl > |
> 09 i § 0 if 0 E T9 > 11 O £. 0 c ë i 0 0 +-¦ Ö9 09 C/9 O c S 0 ^ E -O 1H o t; 0 o 0 0 X 0 |
c 0 0 09 0 ¦§ ^ n C 0 0 09 > c 09 T9 c D ^ o s Z -o O O 0 0 0 0 x .E |
CM CL _l Q 0 s c 0 c c !D c 0 09 c z o 0 0 X |
0 O > 0 '0 O S .E, -o 0 c ?ï — :E E3 0 .E ü-0 0 0 0 0 si 'p T9 § ° c ± O iS S C/5 0 0O |
Q. O ¦g 0 0 0 0 Sl 0 09 3 09 D 1 | 09 g'Ë Z 2 O ra |
0 c 0 09 c 0 0 L4 0 0 c 0 0 T9 0 £ |
CM CM 0 CM Ui c '+J 0 Ui 0 J2 Q. 0 g -t-1 c 0 T9 C 0 -*-> Ui |
CD 09 O CM |
CM cd CM |
||||||||||||
LD CO O CM |
CM cd CM |
CD CD CD i |
|||||||||||
'St co o CM |
4.511.3434.854.4984.643.817 4.697.3564.286.3674.275.8174.229.9774.144.5504.285.9464.120.009 4.117.1764.086.7724.088.8354.088.760 |
127.358 |
CO cd CM co o o LD CM CO o co LD O CM *t (O CO cd co CM O 09 LD CO CM 't LD CO O 't O *t 00 cd LD CM 't CO CO O) co co 't 00 co co CM LD CO 't CO r*. 't CM co co 't LD CO 09 c\i co r> 't co co 00 09 CO CO 't LD O CM 09 't r> co co 09 CM CO |
CM cd CM |
CO LD CD i |
||||||||
CO co o CM |
126.573 |
CM cd CM |
CO co CD i |
||||||||||
CM CO O CM |
118.534 |
CM cd CM |
LD LD CD i |
||||||||||
09 O CM |
116.685 |
CM cd CM |
09 09 CD i |
||||||||||
O CO o CM |
115.892 |
CM cd CM |
CM LD CD i |
||||||||||
09 CM O CM |
118.139 |
CM od CM |
o co CD i |
||||||||||
00 CM O CM |
108.568 |
CM cd CM |
o LD CD i |
||||||||||
CM o CM |
109.336 |
CM cd CM |
o "St CO CD i |
||||||||||
CD CM O CM |
r> LD co r> |
CM cd CM |
O LD i |
||||||||||
LD CM O CM |
cd r> |
CM cd CM |
'St r». i |
co |
5 CM i |
||||||||
Tabel 49 Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk |
'St CM O CM CO CM O CM CM CM O CM |
66.553 46.046 85.579 |
|
co co co |
o LD |
09 LD |
1.602 1.174 - 1.548 |
||||||
CM O CM |
318.044 |
o co CD i |
LD '«t 00 i |
'St CD |
O O CM |
00 cö |
co 'St CM |
||||||
Stand ontwerpbegroting 2021 |
CM O CM O) C +¦> O O) 0 -Q 0 Ö +¦> 0 CL CL G V) |
CM O CM O) c +¦> o O) 0 -Q 0 Ö +¦> 0 Q. CL G V) |
Nieuwe mutaties |
Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35 |
Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten |
Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement |
Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk |
Bijdrage Landmacht voor IT project kennis, innovatie en experimenten |
Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL |
Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL |
Bijstellen valuta berekeningsmethode |
||
0 +¦> 0 +¦> G S |
¦o c 0 +¦> co |
o o o ö co |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
4.205.139 4.202.312 |
o o o 09 i |
CM CO 'St |
||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O O 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O O 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö CD |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
o o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O O 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
O o LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O O 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
O O LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö CD |
O O LD 'St |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
|||||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
O O LD 'St |
O O LD |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
09 'St LD |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
|||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
O O LD 'St |
O O O LD |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
'St LD |
O O O 09 i |
CM CO 'St |
|||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
O O LD 'St |
O O LD cd |
o 'St 00 |
o LD |
O 09 |
09 O 09 |
O O O 09 i |
CM CO 'St |
|||||
i |
|||||||||||||
o o o ö co |
O O LD 'St |
o o o LD |
o 'St 00 |
o o o ö 1 |
o o o CD i |
o LD |
O O o d CM | |
O 09 |
LD LD |
O O o 09 i |
CM CO 'St |
||
i |
|||||||||||||
o o o ö CD |
O O LD 'St |
O o o LD |
o 'St 00 |
o o o ö 1 |
o o o CD i |
o LD |
O O o o 1 |
O 09 |
O 0D 'St |
CD 'St LD 'St |
O O o 09 i |
CM |
|
i |
i |
||||||||||||
o o o ö co |
O O o i |
09 'St CM 'St |
|||||||||||
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training |
*0 0 O Q. X S 0 0 0 E 0 O Q. \± |
"0 T9 O E cc X ö) c 0 £ 0 C/5 0 cc |
0 to 09 c > 0 09 E o |
c 0 09 0 > 0 -Q c 0 c 0 2*: § 0 00 |
0 2* 0 w 09 0 "0 0 0 0 E 09 c -C o 4= c o 0 2. 0 Q 2* |
o > od H 09 C 0 CL O IG T9 .<2 © 0 ® oo ¦£ -o | 0 o X C/5 |
T9 0 -C 09 0 > 2*1 0 CL c 0 0 c 0 > c 0 CL |
C 0 -C O 0 | to o 2*: 0 * to 0 > c o o |
CD 09 O CM LD 09 O CM 0 0 O CL 0 X LU |
o o > c o C/5 o f2 0 o 0 CL (/) c 0 (/) 0 LL |
0 ¦g 0 0 0 CM T9 '0 .C _09 '0 > C 0 1 1 c o 0 0 »- a= O 0 |
H 0 O > T3 i> G ^ -Q ^ C 0 0 '-P -X 0 •g E ¦s ® 05 _Q 0 2 X Q. |
>§ 0 Cl 6 ^ C C99 ë 5 ©
-Q c c c 0 ® 2*: 0 7* G) 0 o d w 0 0 55 x E |
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
7.495 |
i |
|
245 |
2.225 |
397 |
271 |
||||||||||||||||
7.511 |
i |
17.160 |
LO 'sl' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
7.511 |
i |
17.160 |
LO 'si' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
7.511 |
i |
17.160 |
LO 'si' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
7.511 |
i |
17.160 |
LO 'sl' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
co |
i |
17.160 |
LO 'si' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
co |
i |
17.160 |
LO 'si' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
co |
i |
17.160 |
LO 'sl' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||||
co |
i |
co co |
o o oo |
17.160 |
LO 'si' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||
co |
i |
co co |
o o oo |
17.160 - |
LO 'si' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
||||||||||||||
co |
i |
2.655 |
co co |
o o oo |
17.160 - |
LO 'sl' CN |
2.225 |
o oo |
CN |
|||||||||||||
co |
i |
LO i |
2.655 |
co co |
o o oo |
17.160 |
'St 'St CN |
2.225 |
o oo |
CN |
o o o cd o |
|||||||||||
co |
i |
LO i |
3.115 |
co co |
o o oo |
17.160 |
'St 'St CN |
2.225 |
o oo |
CN |
i o o o cd o CN |
|||||||||||
co |
i |
LO i |
co co |
o o oo |
17.160 |
OO 'St CN |
2.225 |
o oo |
CN |
|||||||||||||
co |
i |
LO CN i |
co co |
o o oo |
17.160 - |
CO 'St CN |
2.225 |
400 |
CN |
|||||||||||||
2.371 |
|
o o co cd |
00 oo i |
o |
o o i |
o 00 |
1.175 |
co o oo |
o o o i |
i |
1.057 |
OO O 'St |
o o o LO |
o o o LO |
||||||||
Herschikken van inhuurbudget van DMO |
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten |
Herschikking budget naar militaire uitrusting |
Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed |
Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie |
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto |
Herschikking formatiebudget voor instandhouding IT |
Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF |
Herschikking materieel naar instandhouding infra |
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding |
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding |
Herschikking materiële exploitatie Luchtmacht naar instandhouding |
Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten |
Herschikking ontvangsten tussen defensie en DMF |
Herschikking prijsbijstelling naar DMf |
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken |
Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven |
Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel |
Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine |
Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit |
Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO |
Kasschuif i.v.m. onder-overprogrammering |
Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen |
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
o
o
r<
r>
r>
O)
't
o
co
't
co
o
't
N
O)
co co
'St
00
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
o
o
r<
o
CM
oo cd
LO
co
'St
't
O)
r>
cd
't
co
cd
r>
CD X
•p co
m <
CD
c
co
ö)
c
0
CO
0
c
0
0
~ö
0
£
'0
'Ö
0
Q.
0
ü
to
CO
c
ij
ö)
c
¦H
O
G)
0
-Q
Q.
0
g
¦H1
C
O
¦G
C
0
¦H1
c/)
Bijlage 3: Lijst met afkortingen
Afkorting |
Omschrijving |
AAR |
After Action Review |
AGBADS |
Army Ground Based Air Defence System |
AGW |
Assortimentsgewijs werken |
AH-64D |
Gevechtshelikopter |
AIVD |
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
ASE |
AH-64D zelfbescherming |
AWACS |
radarvliegtuig |
BKI |
BeleidsKader Inzetvoorraden |
Boxer |
Pansterwielvoertuig |
C-130 |
transportvliegtuig |
CODEMA |
Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel |
CODEMO |
Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling |
COVO |
Commandanten Voorzieningen |
C-RAM |
Counter Rockters, Artillery & Mortars |
CSS |
Combat Support Ship |
CV-90 |
Infanterie Gevechtsvoertuig |
DBBS |
Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem |
DBFMO |
Design, Build, Finance, Maintain and Operate |
DIS |
Defensie Industrie Strategie |
DLP |
Defensie Lifecycle Plan |
DMF |
DefensieMaterieelbegrotingsFonds |
DMO |
Defensie Materieel Organisatie |
DMP |
Defensie Materieel Proces |
DmunB |
Defensie Munitiebedrijf |
DOKS |
Defensie Operationeel Kledingsysteem |
DOSCO |
Defensie OndersteuningsCommando |
DPO |
Defensieprojectenoverzicht |
DVOW |
Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen |
EDA |
European Defence Agency |
ELOT |
End Life of Type |
EOV |
Elektronische Oorlogsvoering |
EZK |
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
F-16 |
Jachtvliegtuig |
F-35 |
Vijfde generatie jachtvliegtuig |
FIN |
Ministerie van Financiën |
FLATM |
Future Littoral All Terrain Mobility |
FOC |
Full Operational Capability |
FOXTROT |
Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen |
FRONT |
Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking |
GPW |
Groot Pantserwielvoertuig |
GrIT |
Grensverleggende Informatie Technologie |
HCFK |
Chloorfluorkoolstofverbinding |
HR |
Human Resources |
IBO |
Interdepartementaal Beleidsonderzoek |
ICD&E |
International Concept Development and Experimentation |
IGO |
Informatie Gestuurd Optreden |
IGV |
Infanterie Gevechtsvoertuig |
IT |
Informatietechnologie (incl communicatie) |
JenV |
Ministerie van Justitie Veiligheid |
JSS |
Joint Support Ship |
KMar |
Koninklijke Marechaussee |
KNM |
Kamp Nieuw Milligen |
Afkorting |
Omschrijving |
KORV |
Kader Overname Rijksvastgoed |
KPU |
Kleding en Persoonlijke Uitrusting |
KWNL |
Kustwacht Nederland |
LCF |
Luchtverdedigings- en Commandofregatten |
LCU |
Zwaar Landingsvoertuig |
LCVP |
Middelzwaar Landingsvaartuig |
LPD |
Landing Platform Dock |
MALE UAV |
Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle |
MARIN |
Maritime Research Institute Netherlands |
MBMD |
Maritime Ballistic Missile Defence |
MCM |
Mijnenbestrijdingscapaciteit |
MCTC |
Mobile Combat Training Centre |
MJOP |
Meerjarig Onderhoudsplan |
MILSATCOM |
Militaire Satelliet Communicatie |
MIVD |
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
MK46 |
torpedo |
MK48 |
torpedo |
MKB |
Midden- en KleinBedrijf |
MLU |
Midlife Update |
MPO |
Materieelprojectenoverzicht |
MQ-9 |
MALE UAV |
MRAT/SRAT |
Medium en Short Range Anti-Tank |
MRTT |
Multi Role Tanker-Transporttoestel |
NATO |
North Atlantic Treaty Organization |
NAVO |
Noord Atlantische VerdragsOrganisatie |
NH-90 |
Helikopter |
NLR |
Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum |
NPO |
Niet-planbaar onderhoud |
OMS |
Onderhoudsmanagementsysteem |
OPV |
Oceangoing Patrol Vessel |
PAC |
Patriot Advanced Capability |
PC-7 |
Lesvliegtuig |
RVB |
Rijksvastgoedbedrijf |
SM2-IIIA |
Standard Missile 2 Block IIIA |
SMART-L radar |
Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange |
SVP |
Strategisch Vastgoedplan |
TCL |
Technology Center Land |
TEN |
Tactical Edge Networking |
TNO |
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek |
UAV |
Unmanned Aerial Vehicle |
US |
United States |
VOSS |
Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat |
VSHORAD |
Very Short Range Air Defence |
WTB |
Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 925 K, nr. 2 76
De Minister heeft toegezegd (Kamerstuk 35 280, nr. 7) in de eerste begroting van het DMF terug te komen over de wijze waarop de Kamer nader geïnformeerd kan worden over instandhouding ten aanzien van vastgoed. Om zo goed mogelijk invulling te geven aan deze toezegging is uitgezocht of het mogelijk is een dergelijke bijlage te maken en besloten deze in het DMF van 2022 op te nemen.