Brief regering; Stand van zaken van een aantal wijzigingen van het Besluit houders van dieren - Dierenwelzijn - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1212 toegevoegd aan dossier 28286 - Dierenwelzijn.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Dierenwelzijn; Brief regering; Stand van zaken van een aantal wijzigingen van het Besluit houders van dieren |
---|---|
Documentdatum | 27-08-2021 |
Publicatiedatum | 31-08-2021 |
Nummer | KST282861212 |
Kenmerk | 28286, nr. 1212 |
Commissie(s) | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
28 286
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 augustus 2021
In deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van een aantal wijzigingen van het Besluit houders van dieren. Daarnaast voorzie ik de beleidsevaluatie van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) van een appreciatie en meld ik welke afspraken er zijn gemaakt met het Dolfinarium. Ook doe ik de motie van de leden Graus en Wassenberg over een levenslang houd- en beroepsverbod voor recidiverende dierenbeulen (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 16) middels deze brief af, en informeer ik u over de uitvoering van de motie van de leden Vestering en Tjeerd de Groot over de voorbereidingen voor een tussenevaluatie Wet dieren (Kamerstuk 28 286, nr. 1187). Ik informeer uw Kamer ook over de vrijstelling van het verbod om de achterste teen bij hanen te knippen en de cursus knaagdierbestrijding.
In de verschillende levensfases van honden spelen risico's op dierenwelzijn. Om dit aan te pakken heb ik een aantal stappen gezet met als doel om te komen tot gezonde en sociale honden. Onderdeel daarvan is - zoals aangegeven in mijn brief van september 2020 (Kamerstuk 28 286, nr. 1126) - het verbod op de stroomband, de invoering van een verbeterd systeem van identificatie en registratie (I&R) van honden en de invoering van de paspoortplicht voor alle honden. De rapporten van de onderzoeken over de hondenhandel door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en over «de goede praktijken voor een adequate gedragsontwikkeling (socialiseren) bij pups» door Davalon zijn op 20 april 2021 al naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 28 286, nr. 1182).
Stand van zaken Besluit stroomband
Stroomstoten bij honden kunnen leiden tot angst, stress, agressiviteit, fobie en blijvende aantasting van de vertrouwensband tussen eigenaar en hond. Omdat het welzijn van honden voorop staat, wordt het gebruik van
kst-28286-1212 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
stroomstoten bij honden verboden. Door het gebruik van stroomstootap-paratuur te verbieden zal het welzijn van honden verbeteren. Daarvoor is een ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit houders van dieren nodig. Het ontwerpbesluit heb ik op 11 december 2020 in het kader van de voorhangprocedure aan uw beide Kamers gestuurd (Kamerstuk 28 286, nr. 1164).
Op 11 januari 2021 hebben de leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer mij een aantal vragen gesteld. Deze vragen zijn op 25 januari 2021 beantwoord (Kamerstuk 28 286, nr. 1168). Uw Kamer heeft daarna het conceptbesluit voor een VSO aangemeld welke gehouden is op 14 april 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 68, item 5). Daarna is het ontwerpbesluit aanhangig gemaakt bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Ik heb het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State ontvangen op 17 juni 2021. Het Besluit houdende wijziging van het Besluit houders van dieren vanwege een aanpassing van het verbod op het gebruik van stroomstootapparatuur is op 14 juli 2021 gepubliceerd in het Staatsblad. Mede vanwege het beleid inzake vaste verandermomenten van wet- en regelgeving, zal de inwerkingtreding zijn op 1 januari 2022.
Stand van zaken I&R hond
Om illegale hondenhandel effectiever te bestrijden, is het verbeteren van het systeem van Identificatie en Registratie (I&R) van honden van belang. Daarvoor heb ik een ontwerpbesluit I&R-hond1 opgesteld en voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd. De Raad van State heeft inmiddels advies uitgebracht op het ontwerpbesluit. Ik heb de bijbehorende ministeriële regeling in concept gereed. De uitvoerings-en handhaafbaarheidstoetsen voor dit concept zijn in behandeling.
Het nieuwe I&R-hond zorgt voor een betere controle op de hondenhandel. In het nieuwe I&R-hond worden fokkers, importeurs, dierenartsen en chippers geregistreerd. Het is straks direct duidelijk waar de hond vandaan komt en van wie de hond een chip en paspoort kreeg.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de aangewezen elektronische portalen werken hard om de systemen op tijd gereed te hebben. De bouw van de systemen kost veel tijd, waardoor de eerder toegezegde inwerkingtreding van 1 juli 2021 niet haalbaar is. De geplande datum voor inwerkingtreding van het Besluit is nu 1 november 2021. Een hond, jong of oud, kan vanaf 1 november alleen verkocht of overgedragen worden als de hond is gechipt, geregistreerd is bij RVO en voorzien is van een paspoort.
Meer informatie over de verbetering van het I&R-systeem is op de website van RVO te vinden. Daarnaast zal ik in september en oktober breed aandacht besteden aan de aanpassingen van het systeem.
Aanschaf van een dier
In Nederland hebben veel mensen de afgelopen periode een huisdier in huis genomen, voornamelijk pups maar ook andere huisdieren zoals konijnen. Een dier aanschaffen, opvoeden en verzorgen is een grote verantwoordelijkheid, waarbij baasjes zich moeten realiseren dat deze dieren vaak vele jaren deel uit maken van het gezin en dat je ze niet zomaar van de hand kunt doen. Dat vraagt dat toekomstige baasjes zich goed oriënteren en goed laten informeren als ze een dier aanschaffen. Er is voldoende informatie te vinden op onder andere de websites van de Dierenbescherming, het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG) of de Hondenbescherming. Het belang van de juiste keuze bij aanschaf van een dier en de juiste verzorging en opvoeding is groot. Zo zal een gezonde en sociale hond bijvoorbeeld voor veel minder problemen zorgen en aanzienlijk minder maatschappelijk ongewenst gedrag gaan vertonen.
Het Wetsvoorstel aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (houdverbod) is 15 juli 2021 bij uw Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk dat door de rechter een houdverbod van ten hoogste tien jaar kan worden opgelegd. Daarnaast stelt dit wetsvoorstel overtreding van het zelfstandige houdverbod strafbaar, waardoor in geval van overtreding van het houdverbod door de rechter meteen een nieuw houdverbod kan worden opgelegd. Recidiverende dierenbeulen kunnen hiermee stevig worden aangepakt.
Ook worden bijtincidenten door honden harder aangepakt door het aanhitsen van een dier als misdrijf aan te merken. Nu is dit nog strafbaar als overtreding. Het strafmaximum wordt verdubbeld van zes maanden naar één jaar.
In de motie van de leden Graus en Wassenberg wordt gevraagd om een levenslang houd- en beroepsverbod voor recidiverende dierenbeulen (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 16). Het Nederlandse strafrecht kent geen maatregelen die (op voorhand) levenslang kunnen worden opgelegd. Met de, in het genoemde wetsvoorstel vervatte, mogelijkheid om een dierenhoudverbod voor maximaal tien jaar op te leggen, alsook de mogelijkheid om bij eventuele volgende overtredingen van het houdverbod een nieuw dierenhoudverbod (van eveneens maximaal tien jaar) op te leggen, kan daadkrachtig worden opgetreden tegen recidiverende dierenbeulen. Hiermee wordt naar het oordeel van het kabinet uitvoering gegeven aan de motie.
Appreciatie beleidsevaluatie LID
Het functioneren van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) dient periodiek geëvalueerd te worden op doelmatigheid en doeltreffendheid. Aan PricewaterhouseCoopers (PwC) is de opdracht gegeven deze evaluatie uit te voeren2. De evaluatie richtte zich op in hoeverre de LID doeltreffend en doelmatig heeft gefunctioneerd en een bijdrage heeft geleverd aan de bestrijding van dierenleed in Nederland in de periode 2015-2020.
PwC concludeert dat de LID slagvaardig heeft opgetreden. Zo heeft er eind 2018 een werklastverschuiving van de politie naar de LID plaatsgevonden, namelijk de eerstelijnsfunctie voor niet-spoedeisende meldingen over verwaarlozing bij hobby- en gezelschapsdieren. De LID heeft deze taak, ondanks een tijdelijke onderbezetting, voortvarend opgepakt. Daarnaast concludeert PwC dat de LID doelmatig haar taken heeft uitgevoerd door te sturen op het bereiken van resultaten en het maken van kostenbewuste afwegingen.
Wel blijkt uit de evaluatie dat er nog kansen liggen om de opdrachtgever-opdrachtnemersrelatie tussen LNV en de LID verder te versterken en te formaliseren. Ook benadrukt PwC op het gebied van samenwerking, het belang van structureel overleg op strategisch niveau met de betrokken partijen op de handhaving van dierenwelzijn (Ministeries van J&V en LNV,
LID, NVWA, RVO, dierenpolitie en OM). Er lopen reeds initiatieven die aan deze twee aanbevelingen invulling geven. Daarnaast constateert PwC dat integraal zicht op de meldingen betreffende dierenmishandeling- en verwaarlozing van hobby- en gezelschapsdieren ontbreekt. In dit kader beveelt PwC aan het gesprek met de handhavingspartners te voeren over wat er van meldpunt 144 verwacht moet en kan worden. Dit gaat gebeuren tijdens het structureel overleg op strategisch niveau. In de bijlage bij deze brief vindt u het evaluatierapport.
In 2019 heb ik de Visitatiecommissie Dierentuinen gevraagd de dierver-blijven en het educatieve programma van het Dolfinarium te beoordelen, omdat ik mij zorgen maak over dierenwelzijn binnen de dierentuin. Naar aanleiding van het kritische rapport van de Visitatiecommissie ben ik een verbetertraject met het Dolfinarium gestart. Ik vind namelijk dat dierentuinen in de huidige tijd hun verantwoordelijkheid moeten nemen om de dieren zo natuurlijk mogelijk te huisvesten en bezoekers te leren over de dieren, hun natuurlijke leefomgeving en de bedreigingen voor dieren in de natuur.
Ik heb dan ook afspraken gemaakt om er zeker van te zijn dat het Dolfinarium zich ontwikkelt tot een moderne dierentuin waarin educatie, conservatie en dierenwelzijn centraal staan. De afspraken vormen nadere invulling van de van toepassing zijnde doelvoorschriften uit het Besluit houders van dieren. Momenteel worden de afspraken omgezet naar vergunningsvoorschriften die aan de dierentuinvergunning van het Dolfinarium worden verbonden. Als onderdeel van de vergunningvoorschriften van de dierentuinvergunning van het Dolfinarium zijn de gemaakte afspraken dan handhaafbaar. Ik zal er dan ook op toezien dat het Dolfinarium de afspraken nakomt. Het Dolfinarium heeft een deel van de afspraken reeds geïmplementeerd, door bijvoorbeeld de dierpresen-taties aan te passen.
Natuurlijk gedrag zal de kern van de dierpresentaties binnen het Dolfinarium vormen, ook wordt de educatieve boodschap versterkt. De fotomomenten, waarvan de commissie oordeelt dat deze geen educatieve waarde hebben, worden stopgezet. Daarnaast zal het Dolfinarium de aanwezige dieren per direct meer uitdaging bieden door ze te voorzien van extra verrijking. Ook krijgen de dieren meer mogelijkheden om soorteigen gedrag te vertonen. Er worden onder meer natuurlijke elementen aan de verblijven toegevoegd en de Steller zeeleeuwen krijgen de mogelijkheid om dieper te duiken. Deze aanpassingen dienen uiterlijk in respectievelijk 2024 (natuurlijke elementen) en 2026 (diepte) te zijn verwezenlijkt. Bovendien moeten alle dierverblijven op uiterlijk 1 maart 2029 in overeenstemming zijn met de normen die daarvoor door experts van de European Association of Aquatic Mammals (EAAM) zijn vastgesteld, en vanaf dat moment gelden voor alle EAAM leden.
Bovendien moeten de verblijven een natuurlijke uitstraling krijgen. De afspraken en meer informatie daarover zijn te vinden in bijgevoegd afsprakendocument3. Met het delen dit document kom ik mijn toezegging na om uw Kamer te informeren over de afspraken met het Dolfinarium (Handelingen II 2020/21, nr. 29, item 9)
Ook van andere dierentuinen verwacht ik dat zij met de tijd mee gaan en zich blijven ontwikkelen. Dierentuinen doen hier zelf al veel aan, dit hebben ze mij onder meer laten zien in de transitieplannen die ze hebben opgesteld ten behoeve van de Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen
COVID-19. Ik onderzoek momenteel hoe ik de ontwikkeling van dierentuinen verder kan stimuleren en of het tussentijds beoordelen van andere dierentuinen hieraan zou kunnen bijdragen.
Verlenging vrijstelling verbod knippen achterste teen hanen
In 2018 heb ik u geïnformeerd over de invoering van het verbod op uitvoeren van een aantal ingrepen bij pluimvee, waaronder het verbod op snavelbehandeling bij leghennen (Kamerstuk 28 286, nr. 983). In deze brief gaf ik ook aan dat het verbod op het verwijderen van een deel van de achterste teen bij hanen in de vleesvermeerderingssector op 1 september 2021 ingaat, en ik tegen die tijd zou bekijken of de invoering van dit verbod op verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
De Stuurgroep Ingrepen Pluimvee adviseert mij over de mogelijkheden om ingrepen bij pluimvee vanuit het oogpunt van dierenwelzijn op een verantwoorde wijze achterwege te laten. Daarbij weegt de Stuurgroep de gevolgen af voor het welzijn van de dieren bij het achterwege laten van de ingreep, ten opzichte van de gevolgen voor het welzijn van de dieren bij het toepassen van de ingreep.
De Stuurgroep bestaat uit verschillende partijen uit de pluimveeketen en de Dierenbescherming. Daarnaast wordt zij bijgestaan door onderzoekers van Wageningen Livestock Research en mijn ministerie.
Uit het bijgevoegde advies van de Stuurgroep blijkt dat het achterwege laten van de ingreep van een deel van de achterste teen bij hanen op basis van de laatste onderzoeksresultaten nog niet op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden4. Het unanieme advies van de Stuurgroep is om het verbod op de ingreep met 5 jaar uit te stellen. Het onderzoek laat zien dat er voor moederdieren van reguliere vleeskuikenouderdieren een groot risico is op ernstige welzijnsaantasting bij het paren als de achterste tenen van de hanen intact zouden blijven. De welzijnsaantasting betreft forse beschadigingen van de rug en/of dijen van de hennen en verhoogde uitval door ziekte als gevolg daarvan. Bij vleeskuikenouderdieren van twee trager groeiende vleeskuikenkoppels zijn de onderzoeksresultaten positief. Er zullen komende periode echter meer praktijkkoppels van trager groeiende rassen gevolgd moeten worden om de eerste uitkomsten voor alle gebruikte rassen te kunnen bevestigen.
Naast bovenstaand advies heb ik rekening te houden met het aangenomen amendement van lid Vestering op artikel 2.1 Wet dieren. Zoals aangegeven in mijn brief van 15 juli aan uw Kamer inzake het amendement (Kamerstuk 28 286, nr. 1208) zijn er nu nog weinig conclusies zonder voorbehoud te geven en zal het amendement tot dilemma's leiden, die om nadere politieke keuzes vragen. Het is aan uw Kamer om hierin nadere richting te geven. Gezien het feit dat ik niet vooruit wil lopen op de uitkomsten van de analyse en de richting die uw Kamer hieraan wil geven, kies ik vooralsnog voor een verlenging van de tijdelijke vrijstelling tot 1 januari 2023. In en naar aanleiding van het debat met uw Kamer over het amendement en de impact daarvan op de praktijk van het houden van dieren zal moeten worden bezien of verdere verlenging wenselijk en mogelijk is.
Appreciatie «End the Cage Age»-initiatief
Een appreciatie van de mededeling van de Europese Commissie over het «End the Cage Age»-initiatief volgt in het BNC-fiche dat ik uw Kamer in september zal toezenden, zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 19 juli 2021 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1332).
Sectorspecifieke cursus knaagdierbeheersing
Zoals toegezegd in de Kamerbrief «Toezeggingen dierenwelzijn en knaagdierbeheersing» van 20 november 2020 (Kamerstuk 28 286, nr. 1137) faciliteren de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en ik, in overleg met verschillende partijen en aanbieders, de ontwikkeling van een sectorspecifieke cursus knaagdierbeheersing. Momenteel wordt er hard gewerkt zodat deze cursus met de start van het nieuwe cursusjaar in september a.s. gereed is. Hierbij wordt aandacht besteed aan het gebruik van moderne lesmethoden en werkt het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) samen met de cursusontwikkelaars om ook de input van het KAD-onderzoek naar plaagdierrisico-inventarisaties op veehouderijen te betrekken in de cursus. Hierdoor kunnen de betrokkenen uit de sector tijdig, voor de uitbreiding van de IPM-verplichting, die gaat gelden in 2023, de cursus gevolgd en het examen gedaan hebben.
Motie voorbereidingen voor tussenevaluatie Wet dieren
De motie van de leden Vestering en Tjeerd de Groot (Kamerstuk 28 286, nr. 1187) verzoekt de regering voorbereidingen te treffen voor een tussenevaluatie van de Wet dieren, met het doel om deze te actualiseren en het beschermingsniveau te verhogen. Ik ben bezig met de genoemde voorbereidingen. In mijn reactie op de evaluatie Wet dieren heb ik aangegeven die open normen uit de wet nader in te vullen die lastig handhaafbaar zijn en van belang zijn voor de bescherming van dieren of de voedselveiligheid. LNV en NVWA hebben een procedure opgesteld om op een gestructureerde wijze open normen in te vullen. Hierbij dragen de toezichthouders (naast de NVWA, ook RVO, LID en de (dieren)politie) open normen aan bij LNV om nader in te vullen. Inmiddels hebben de toezichthouders 15 open normen uit de Wet dieren voorgedragen voor nadere invulling. Het invullen van een open norm neemt ongeveer een half jaar tijd in beslag. Ik bezie de komende maanden welke open normen met prioriteit worden opgepakt.
Daarnaast zal de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) eind van dit jaar een zienswijze uitbrengen over mogelijkheden om de rechtspositie van het dier te versterken. Ik zal deze zienswijze met mijn reactie aan uw Kamer toesturen.
Tot slot heb ik de RDA verzocht om een zienswijze op te stellen met de centrale vraag: wat zijn de randvoorwaarden voor een integraal duurzame landbouw waarbij het dier een positieve staat van welzijn ervaart? De RDA zal naar verwachting deze zienswijze eind van deze zomer aanbieden. Mede op basis van deze twee zienswijzen zal LNV bezien of het beleid en relevante beleidsinstrumenten (waaronder de Wet dieren) aanpassingen behoeven om het beschermingsniveau van dieren te versterken. Hiermee heb ik invulling gegeven aan deze motie van de leden Vestering en Tjeerd de Groot.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021,28 286, nr. 1212 6
Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit houders van dieren en het Besluit diergeneeskundigen in verband met het verbeteren van de identificatie en registratie van honden en het registreren van chippers.
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.