Brief regering; Benoemingsprocedure lid toetsingscommissie inzet bevoegdheden - Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 11 toegevoegd aan wetsvoorstel 35242 - Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 naar aanleiding van het referendum over deze wet i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017; Brief regering; Benoemingsprocedure lid toetsingscommissie inzet bevoegdheden |
---|---|
Documentdatum | 18-06-2021 |
Publicatiedatum | 21-06-2021 |
Nummer | KST3524211 |
Kenmerk | 35242, nr. 11 |
Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 juni 2021
De Eerste Kamer heeft dinsdag 15 juni 2021 ingestemd met het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017) (Kamerstuk 35 242). Deze wijziging zal per 1 juli 2021 in werking treden en maakt het mogelijk om plaatsvervangend leden voor de toetsingscommissie inzet bevoegdheden (TIB) te benoemen. Met de voorzitter van de TIB is overeengekomen dat er vier plaatsvervangend leden zullen worden benoemd, waarvan twee beschikken over ervaring in de functie als rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast (conform artikel 33, 2e lid Wiv2017) en twee beschikken over relevante technische ervaring.
De ontslag- en benoemingsprocedure voor de TIB is geregeld in artikel 33 en hoofdstuk 7 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Artikel 99, lid 1, van deze wet geeft aan dat voor de benoeming van de leden van de TIB door de Tweede Kamer der Staten-Generaal per vacature een voordracht wordt gedaan van tenminste drie personen, waaruit de betrokken ministers een keuze maken. Bij haar voordracht slaat de Tweede Kamer zodanig acht als haar dienstig voorkomt op een door de vice-president van de Raad van State, de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de Nationale ombudsman gezamenlijk opgemaakte aanbevelingslijst van ten minste drie kandidaten per vacature. De geselecteerde kandidaat wordt door de Kroon benoemd.
Ik heb de vice-president van de Raad van State verzocht om de benoemingsprocedure op korte termijn te starten en de aanbevelingscommissie
kst-35242-11 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
bijeen te roepen (zie bijlage)1. Ik verzoek u om een benoemingscommissie samen te stellen, teneinde zo spoedig mogelijk de plaatsvervangend leden op voordracht van de Tweede Kamer te kunnen benoemen.
De Minister-President,
Minister van Algemene Zaken,
-
M.Rutte
1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 242, nr. 11 2