Verslag van een schriftelijk overleg met de initiatiefnemer en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitvoeringstoetsen bij de Wet verdringingstoets - Voorstel van wet van het lid Van Kent tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets)

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. L toegevoegd aan wetsvoorstel 34325 - Initiatiefvoorstel Wet verdringingstoets i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Van Kent tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets); Verslag van een schriftelijk overleg met de initiatiefnemer en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitvoeringstoetsen bij de Wet verdringingstoets
Document­datum 04-06-2021
Publicatie­datum 04-06-2021
Nummer KST34325L
Kenmerk 34325, nr. L
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2021

Vergaderjaar 2020-

34 325

Voorstel van wet van het lid Van Kent tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets)

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 juni 2021

Op 9 maart 2021 is de voortzetting aan de orde geweest van de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het initiatiefvoorstel Wet verdringingstoets.1 Na aandringen door diverse leden van de Eerste Kamer hebben de toenmalig initiatiefneemster - mevrouw Karabulut - en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Kamer toegezegd een uitvoeringstoets te doen uitvoeren en om het overleg met gemeenten en uitvoeringsorganisaties als UWV en Divosa aan te gaan en de Kamer daarover in een brief te informeren. De Minister van SZW gaf in het debat aan dat een formele uitvoeringstoets zes tot tien weken neemt voor wat betreft de gemeenten en het UWV.2

Naar aanleiding hiervan heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid3 op 17 mei 2021 een brief gestuurd aan de huidige verdediger van het initiatiefvoorstel, de heer Van Kent, en de Minister van SZW.

De heer Van Kent heeft op 25 mei 2021 gereageerd en de Minister van SZW op 1 juni 2021.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van der Bijl

1    Kamerstukken I 2016/2017, 34 325, A.

2    Handelingen I 2020/2021, nr. 28, item 13, p. 15.

3    Samenstelling:

Kox (SP), Essers (CDA), Ester (CU), Sent (PvdA) (voorzitter), Van Strien (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Schalk (SGP), Stienen (D66), De Bruijn-Wezeman (VVD) (ondervoorzitter), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Crone (PvdA), Frentrop (FVD), Geerdink (VVD), Van Gurp (GL),Moonen (D66), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), De Vries (Fractie-Otten), Van der Burg (VVD), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Prast (PvdD).

kst-34325-L ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan het Tweede Kamerlid Van Kent en aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 17 mei 2021

Op 9 maart 2021 is de voortzetting aan de orde geweest van de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het initiatiefvoorstel Wet verdrin-gingstoets.1 Na aandringen door diverse Leden van de Eerste Kamer hebben de toenmalig initiatiefneemster - mw. Karabulut - en de Minister van SZW de Kamer toegezegd een uitvoeringstoets te doen uitvoeren en om het overleg met gemeenten en uitvoeringsorganisaties als UWV en Divosa aan te gaan en de Kamer daarover in een brief te informeren. De Minister van SZW gaf in het debat aan dat een formele uitvoeringstoets zes tot tien weken neemt voor wat betreft de gemeenten en het UWV.2

De plenaire behandeling is vanwege het uitvoeren van voornoemde toets op voorstel van de Kamer geschorst in afwachting van het te ontvangen resultaat met appreciatie van de initiatiefnemer en de regering. De plenaire behandeling zal vervolgens in derde termijn worden hervat op voorstel van de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.3

De leden van de vaste commissie hebben op 11 mei 2021 gesproken over de brief van 6 april 20214 waarin de Eerste Kamer is geïnformeerd dat het lid Van Kent (SP) de plaats zal innemen van het lid Karabulut (SP) voor de verdere verdediging van het voorstel van wet. Naar aanleiding van die bespreking informeert de commissie graag naar de stand van zaken met betrekking tot de uitgevoerde uitvoeringstoets. De commissie hecht eraan dit langlopende wetgevingstraject op korte termijn tot een afronding te brengen en ontvangt derhalve de resultaten graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

E.M. Sent

BRIEF VAN HET TWEEDE KAMERLID VAN KENT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 mei 2021

In reactie op uw brief met kenmerk 160916.16u, waarin u informeert over de voortgang van de uitvoeringstoets initiatiefvoorstel Wet verdringings-toets (34 325), kan ik u het volgende melden.

Op 29 maart jongstleden zijn door de Minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid en de toenmalige initiatiefnemer mevrouw Karabulut, gezamenlijke brieven gestuurd naar het UWV, de VNG, de LCR, het ATR en de Inspectie SZW betreffende een uitvoeringstoets bij de Wet Verdrin-gingstoets. Van de ATR, LCR en Inspectie SZW zijn inmiddels reacties ontvangen, die ik hierbij bijvoeg5. Van het UWV is bericht ontvangen dat zij naar verwachting eind mei 2021 hun advies kunnen uitbrengen. Van de VNG is bericht ontvangen dat zij begin juni een achterbanraadpleging afronden en medio juni een uitvoeringstoets verwachten uit te brengen.

Ik hoop u hiermee afdoende te hebben geïnformeerd.

Lid Tweede Kamer der Staten Generaal,

  • B. 
    van Kent

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 juni 2021

Aanleiding

Op 9 maart 2021 heeft in uw Kamer de voortgezette behandeling plaatsgevonden van het initiatiefwetsvoorstel Verdringingstoets. Tijdens deze behandeling heeft uw Kamer toenmalig initiatiefneemster van het voorstel mw. Karabulut en mij verzocht om uitvoeringstoetsen te laten uitvoeren.

Bij brief van 17 mei 2021 heeft uw Kamer mij gevraagd naar de voortgang omtrent de uitvoeringstoetsen en verzocht binnen vier weken de resultaten te ontvangen.

Stand van zaken voortgang

Mede namens mw. Karabulut heb ik op 29 maart jl. uitvoeringstoetsen over het initiatiefwetsvoorstel Verdringingstoets gevraagd aan de VNG, UWV, Landelijke Cliëntenraad (LCR), Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) en Inspectie SZW.

Van de ATR, LCR en Inspectie SZW zijn inmiddels reacties ontvangen.

UWV heeft mij laten weten begin juni advies te kunnen uitbrengen. Van de VNG is bericht ontvangen dat begin juni een achterbanraadpleging wordt afgerond en medio juni de uitvoeringstoets naar verwachting uitgebracht kan worden.

Na ontvangst van alle uitvoeringstoetsen zal ik deze, samen met mijn appreciatie van deze toetsen, naar uw Kamer sturen. Ik verwacht dit eind juni 2021 te kunnen doen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

  • W. 
    Koolmees

Eerste Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 34 325, L 4

1

   Kamerstukken I 2016/2017, 34 325, A.

2

   Handelingen I 2020/2021, nr. 28, item 13, p. 15.

3

   Conform de beleidslijn inzake het aanhouden van wetsvoorstellen, zie: Kamerstukken I, 2017/2018, 34 775, AB.

4

   Kamerstukken I 2020/2021,34 325, K.

5

De verzonden brieven en de al ontvangen reacties zijn ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.