Motie Nanninga c.s. over het laten vervallen van beide spoedwetten - Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen) - Hoofdinhoud

Deze motie i is onder nr. H toegevoegd aan wetsvoorstel 35808 - Aanvullende maatregelen voor het internationaal personenverkeer in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19 i en wetsvoorstel 35807 - Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen i.

Officiële titel	Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen); Motie van het lid Nanninga c.s. over het laten vervallen van beide spoedwetten
Document­datum	25-05-2021
Publicatie­datum	26-05-2021
Nummer	KST35807H
Kenmerk	35807; 35808, nr. H
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2020-

2021

35 807

35 808

Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen)

Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege de invoering van aanvullende tijdelijke maatregelen voor het internationaal personenverkeer in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19

H¹

MOTIE VAN HET LID NANNINGA C.S.

Voorgesteld 25 mei 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

• - 

  de ziekenhuisopnames en het aantal besmettingen hard dalen;

• - 

  de druk op de zorg daardoor afneemt;

• - 

  er ondertussen meer dan een miljoen prikken per week worden gezet;

• - 

  de voorgestelde spoedwetsvoorstellen 35 807 en 35 808 een ernstige inbreuk maken op meerdere grondrechten;

• - 

  de Twm is verlengd tot 1 september 2021;

overwegende dat:

• - 

  de juridische rechtvaardiging van deze wetsvoorstellen nog verder onder druk komt te staan;

• - 

  de verondersteld tijdelijke aard van deze wetsvoorstellen onvoldoende is geborgd;

• - 

  met dit vooruitzicht «tijdelijk» een in beginsel oneindig rekbaar begrip geworden is;

• - 

  dat dit onwenselijk is, gelet op de verregaande inbreuk op grondrechten die deze wetsvoorstellen impliceren;

verzoekt de regering om deze wetten uiterlijk op 1 september 2021 te laten vervallen,

¹ Lettter H heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 35 807.

kst-35807-H ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

en gaat over tot de orde van de dag.

Nanninga

Berkhout

Eerste Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 807, H 2