Brief regering; Ontwikkelingen rondom inkomstenkant van de begroting wat betreft raming van de zorgpremies 2021 - Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 55 toegevoegd aan dossier 35570 - Miljoenennota 2021.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën; Brief regering; Ontwikkelingen rondom inkomstenkant van de begroting wat betreft raming van de zorgpremies 2021 |
---|---|
Documentdatum | 15-12-2020 |
Publicatiedatum | 17-12-2020 |
Nummer | KST3557055 |
Kenmerk | 35570, nr. 55 |
Commissie(s) | Financiën (FIN) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
Nota over de toestand van 's Rijks Financiën
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 december 2020
Met deze brief wil ik u informeren over enkele ontwikkelingen aan de inkomstenkant van de begroting en hoe ik deze wil inpassen. Het betreft de raming van de zorgpremies voor 2021 en de eerder geraamde derving als gevolg van het Sofina-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De zorgpremieraming van de MEV2021 ten opzichte van de cMEV 2021 heeft geleid tot een tekort in het inkomstenkader van 201 miljoen euro vanaf 2021. Fluctuaties van de zorgpremies tijdens de kabinetsperiode vallen onder het inkomstenkader. Een daling in de raming van de zorgpremies leidt tot een tekort in het inkomstenkader en vice versa. Meestal zijn de afwijkingen van de zorgpremieraming tussen de cMEV en de MEV klein. Het betreft nu een relatief groot tekort, met name veroorzaakt door een wijziging in de door het CPB geraamde IAB-grondslag tussen de cMEV2021 en MEV 2021. Het tekort kwam aan het licht na afronding van de augustusbesluitvorming. Volgens de begrotingsregels zou dit moeten worden gedekt door de lasten elders te verzwaren met 201 miljoen euro vanaf 2021. Na afronding van de augustusbesluitvorming en voor verzending van de augustusbrief was er geen geëigend moment om dit tekort te adresseren zonder de besluitvorming open te breken. Het blijkt nu echter mogelijk om het tekort van 201 miljoen euro vanaf 2021 te dekken met een meevaller elders.
Door een eerdere uitspraak van het Hof van Justitie EU in de Franse Zaak Sofina wordt teruggave van dividend en kansspelbelasting aan buitenlandse portfolio aandeelhouders deels goedgekeurd. In deze zaak is ten opzichte van de uitgangspunten nu sprake van een budgettaire meevaller van 460 miljoen euro incidenteel in 2021 en 180 miljoen euro cumulatief in latere jaren. Het arrest in de Sofina-zaak heeft consequenties voor de huidige wet waarbij in Nederland gevestigde lichamen de dividendbelasting en kansspelbelasting volledig kunnen verrekenen met het bedrag aan verschuldigde vpb. In het buitenland gevestigde lichamen die verder in dezelfde positie zitten als Nederlands gevestigde lichamen hebben deze
kst-35570-55 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
optie niet. Dit verschil is hoogstwaarschijnlijk niet toegestaan gelet op het oordeel van het Hof van Justitie EU in de Franse zaak Sofina. Om bovengenoemde reden wordt vanaf 2021 teruggave van dividend en kansspelbelasting aan buitenlande portfolio aandeelhouders deels goedgekeurd.
Tijdens de augustusbesluitvorming leidde de zaak Sofina tot een derving van 910 miljoen euro in 2021 zoals ook gemeld in de lastenkader bijlage bij de Miljoenennota. Eerder is afgesproken -dat de derving in 2021 van 910 miljoen euro met een kadercorrectie weg wordt gestreept tegenover de opbrengst door de tegenmaatregel in latere jaren. Ondanks deze afspraak blijft er zoals aangegeven sprake van een budgettaire derving.
Nu blijkt echter dat door het opnemen van een terughaaloptie in het beleidsbesluit wanneer de buitenlandse portfolio aandeelhouder in een jaar later toch winstgevend wordt, de derving geen 910 miljoen euro, maar 450 miljoen euro is (zie tabel 1). Zoals weergegeven in tabel 1 geeft dit een meevaller van 460 miljoen euro in 2021 en 180 miljoen euro cumulatief tot en met 2026 t.o.v. het pad dat in de augustusbesluitvorming is afgesproken. Ten opzichte van deze afspraak in de Miljoenennota is de huidige meevaller van 460 miljoen euro + 180 miljoen euro lastenrelevant voor het inkomstenkader.
Zodoende ben ik voornemens om de lastenrelevante derving bij de zorgpremies van structureel 201 miljoen per jaar vanaf 2021 op te vangen met deze meevaller. Ondanks de inzet van deze meevaller is er daarmee geen sprake van een structurele dekking voor de zorgpremies, maar deze tegenvaller wordt voor ongeveer drie jaar gedekt (totale opbrengst is 640 miljoen euro en zorgpremies 201 miljoen euro derving per jaar). Op deze wijze sluit het inkomstenkader weer in 2021 en is ook de lastenverzwaring door lagere zorgpremies in 2022 en 2023 ingepast.
Tabel 1
Inclusief tegenmaatregel |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Structureel |
Oude raming Sofina-arrest |
|
240 |
190 |
160 |
130 |
110 |
80 |
20 |
Nieuwe raming Sofina-arrest |
|
310 |
240 |
190 |
150 |
120 |
80 |
20 |
Budgettaire opbrengst door verschil |
460 |
70 |
50 |
30 |
20 |
10 |
0 |
0 |
Door inzet van de meevaller als gevolg van de tegenmaatregelen uit het Sofina-arrest kan een tegenvaller bij de zorgpremies in belangrijke mate worden gedekt en sluit het lastenkader voor 2021 weer. Dat is een acceptabele uitkomst, omdat dekking voor de zorgpremies vanaf 2021 niet meer op een andere manier te realiseren is en op deze wijze de budgettaire schade wordt beperkt.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 570, nr. 55 2