Amendement Bisschop over het schrappen van de beurtelingse verkiezing - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 35532 - Verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer (eerste lezing) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; Amendement; Amendement van het lid Bisschop over het schrappen van de beurtelingse verkiezing |
---|---|
Documentdatum | 01-12-2020 |
Publicatiedatum | 01-12-2020 |
Nummer | KST355327 |
Kenmerk | 35532, nr. 7 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
35 532
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP
Ontvangen 1 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II, onderdeel A, vervalt in het voorgestelde artikel 52, tweede lid, de tweede volzin.
II
In artikel III vervalt in het voorgestelde additionele artikel III, tweede lid, de tweede volzin.
Ondergetekende is van mening dat het niet verstandig is om gelijktijdig zowel de zittingsduur van de Eerste Kamer als de wijze van verkiezing van de Eerste Kamer te veranderen. Hij is van mening dat het vanuit de specifieke rol van de Eerste Kamer wel goed zou zijn de zittingsduur van deze kamer te verlengen. Die verlenging kan de stabiliteit van het parlement ten goede komen. Dit amendement beperkt het wetsvoorstel tot de verlenging van de zittingsduur van de Eerste Kamer van vier naar zes jaren. Op basis van praktijkervaring kan dan bezien worden in hoeverre nog andere aanpassingen nodig blijken.
Bisschop
kst-35532-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 532, nr. 7