Nota van wijziging - Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 35531 - Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte); Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 27-11-2020 |
Publicatiedatum | 27-11-2020 |
Nummer | KST355317 |
Kenmerk | 35531, nr. 7 |
Commissie(s) | Economische Zaken en Klimaat (EZK) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)
Ontvangen 30 november 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel A, eerste subonderdeel, wordt in het voorgestelde onderdeel h «formatiewater, en terugvoeren van het bij die winning opgepompte water in de oorspronkelijke geologische formatie» vervangen door «formatiewater en het terugvoeren van dat formatiewater in het oorspronkelijke reservoirinterval».
In artikel I, onderdeel F, eerste subonderdeel, wordt «de artikelen» vervangen door «artikelen».
In artikel I, onderdeel G, wordt «door:» vervangen door «door».
In artikel I, onderdeel H, eerste subonderdeel, wordt «1o» vervangen door «1°».
Artikel I, onderdeel M, wordt als volgt gewijzigd.
-
1.Het voorgestelde artikel 24c komt als volgt te luiden:
-
a.Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
-
b.Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
kst-35531-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
-
2.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het nemen van een besluit omtrent een vergunning, bedoeld in het eerste lid.
-
2.In het voorgestelde artikel 24f, derde lid, wordt «de aanvragen» vervangen door «aanvragen».
Na artikel I, onderdeel T, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
2.In het belang van kennisdeling en -borging wijst Onze Minister een naamloze of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan alle aandelen middellijk of onmiddellijk aan de staat behoren, aan, die tot taak heeft het deelnemen in opsporings- en winningswerk-zaamheden van aardwarmte op grond van overeenkomsten, overeenkomstig artikel 86a.
-
2.In het derde en vierde lid (nieuw), onderdeel c, wordt «het energiebeleid» telkens vervangen door «het klimaat- en energiebeleid».
Onderdeel TU vervalt.
In artikel I, onderdeel V, wordt in het voorgestelde artikel 86a, eerste lid, «EBN» vervangen door «de vennootschap».
In artikel I, onderdeel Z, wordt in het voorgestelde artikel 133, eerste lid, aanhef, «en een netbeheerder als bedoeld in artikel 1 van de Gaswet zijn,» vervangen door «, een netbeheerder als bedoeld in artikel 1 van de Gaswet en een aanvrager of houder van een zoekgebied aardwarmte, van een startvergunning aardwarmte of een vervolgvergunning aardwarmte, zijn,»
In artikel I, onderdeel AA, wordt onder vernummering van de voorgestelde artikelen 167d tot en met 167j tot 167e tot en met 167k een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 86a geldt uitsluitend voor een houder van een toewijzing zoekgebied aardwarmte, die is verleend op basis van artikel 24d.
Onder vernummering van Artikel IV tot Artikel VIII worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 19 mei 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek), 35 462, nr. 2, tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel A van deze wet als volgt gewijzigd:
In artikel 1 worden de voorgestelde onderdelen ai tot en met am vernummerd tot am tot en met aq.
Indien het bij koninklijke boodschap van 19 mei 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek), 35 462, nr. 2, tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel S, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel AA, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel AA, van deze wet als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van de voorgestelde artikelen 167e tot en met 167k naar 167f tot en met 167l wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 86a geldt uitsluitend voor een houder van een toewijzing zoekgebied aardwarmte, die is verleend op basis van artikel 24d.
Indien het bij koninklijke boodschap van 19 mei 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek), 35 462, nr. 2, tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel D, van die wet later in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel K, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel D van die wet als volgt gewijzigd:
Artikel 21, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
-
a.de komma aan het slot van onderdeel l wordt vervangen door «, of»;
-
b.in onderdeel m wordt «, of» vervangen door een punt;
-
c.onderdeel n vervalt.
Indien het bij koninklijke boodschap van 19 mei 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek), 35 462, nr. 2, tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdelen F en G, van die wet later in werking zijn getreden of treden dan artikel I, onderdelen C en M, van deze wet, wordt artikel I, onderdelen F en G, van die wet als volgt gewijzigd:
Onderdeel F wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In artikel 44, eerste lid, wordt na «een vergunning als bedoeld in de artikelen 6 en 25» toegevoegd «, of van een startvergunning aardwarmte of een vervolgvergunning aardwarmte».
-
2.In artikel 44c, eerste lid, wordt na «een vergunning als bedoeld in de artikelen 6 en 25» toegevoegd «, of van een startvergunning aardwarmte of een vervolgvergunning aardwarmte».
In onderdeel G wordt in artikel 47, eerste lid, na «een vergunning als bedoeld in de artikelen 6 en 25,» toegevoegd «of van een startvergunning aardwarmte of een vervolgvergunning aardwarmte».
Naast enkele wetstechnische aanpassingen bevat deze nota van wijziging bepalingen in verband met de volgende onderwerpen.
De wijziging in onderdeel A ziet op een verduidelijking van de begripsbepaling «winnen van aardwarmte». De term «formatie» die was gebruikt, verwijst naar een lithostratigrafische formatie zoals gedefinieerd in de stratigrafische nomenclator. Dit zou zo kunnen worden uitgelegd dat een operator slechts uit één geologische formatie wint en al het gewonnen water ook in diezelfde formatie terug moet injecteren. In die zin zou het gebruik van het woord «formatie» een beperking vormen die niet wenselijk is.
Er zijn namelijk ook operators die met een enkele productieput uit meerdere geologische formaties winnen en dat water ook weer met één injectieput in dezelfde formaties terug injecteren. De term «reservoirin-terval» geeft een bredere benadering van het interval waaruit gewonnen wordt.
Verder is voorzien in de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen aan het nemen van een besluit omtrent een vergunning die wordt aangevraagd in het kader van het verkrijgen van gegevens die bedoeld zijn voor wetenschappelijk onderzoek of die een bijdrage leveren aan het door de centrale overheid te voeren beleid. In verband met proefboringen is het wenselijk om hiervoor regels te stellen. Het betreft de wijziging in onderdeel E, subonderdeel 1.
Daarnaast worden drie wijzigingen doorgevoerd die per abuis niet in het wetsvoorstel waren opgenomen. De eerste wijziging betreft de deelname van Energie Beheer Nederland B.V. (verder: EBN) in geother-mieprojecten. Per abuis was verzuimd om in verband hiermee de deelname als taak voor EBN toe te voegen in het wetsvoorstel. Door de wijziging in de onderdeel F, subonderdeel 1, wordt hier alsnog in voorzien.
De tweede wijziging betreft een verduidelijking inhoudende dat de beoogde verplichte retributie zoals gewijzigd met dit wetsvoorstel, zich beperkt tot geothermie. Dit is opgenomen in onderdeel I.
De derde wijziging is opgenomen in onderdeel J. Verzuimd was om te voorzien in overgangsrecht in geval van een lopend aardwarmteproject, waarvoor het overgangsrecht bepaalt dat van rechtswege sprake is van een toewijzing zoekgebied aardwarmte. Voor deze projecten geldt de verplichting om een overeenkomst met EBN te sluiten niet; deze verplichting geldt uitsluitend voor toewijzingen zoekgebied aardwarmte die op grond van dit wetsvoorstel zijn aangevraagd.
Onderdelen B, C, D, E, subonderdeel 2, F, subonderdeel 2, G, en H
Deze onderdelen bevatten wetstechnische correcties.
Onderdeel K
In verband met de samenloop met het wetsvoorstel tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek), 35 462, nr. 2, worden vier artikelen ingevoegd.
De voorgestelde artikelen IV en V zien op wetstechnische aspecten.
Artikel VI betreft het schrappen van het door het wetsvoorstel tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) ingevoegde onderdeel n bij artikel 21. Het betreffende artikel ziet op de ambtshalve intrekking van marktor-deningsvergunningen. De marktordeningsvergunning komt niet terug onder het nieuwe vergunningstelsel voor aardwarmte en er is geen, voor deze betreffende bepaling, gelijk te stellen figuur onder het nieuwe vergunningstelsel.
Artikel VII betreft de melding van buiten werking stelling, het verwijde-ringsplan en het stellen van financiële zekerheid. Zonder een samenloop-bepaling zouden de betreffende artikelen niet op aardwarmte zien. Met onderhavige wijziging wordt deze omissie hersteld.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 531, nr. 7 5