Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitvoeringstechnische consequenties van wijzigingen in de Tozo - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket)

Deze brief is onder nr. F toegevoegd aan wetsvoorstel 35542 - Vierde incidentele suppletoire begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2020 (steun- en herstelpakket) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket); Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitvoeringstechnische consequenties van wijzigingen in de Tozo
Document­datum 13-11-2020
Publicatie­datum 13-11-2020
Nummer KST35542F
Kenmerk 35542, nr. F
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2021

Vergaderjaar 2020-

35 542

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steunen herstelpakket)

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 november 2020

Tijdens het debat op 10 november 2020 met uw Kamer over de vierde incidentele suppletoire begroting SZW heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de consequenties van het doorvoeren van wijzigingen in de Tozo voor de gemeentelijke uitvoering en waarom dit door gemeenten, VNG en Divosa een te grote belasting wordt geacht.

Zoals ik in het debat heb toegelicht, acht ik het beleidsmatig onwenselijk om de partnerinkomenstoets uit te zetten. VNG en Divosa onderschrijven dit, onder andere vanwege het vergroten van de ongelijkheid tussen Tozo-gerechtigden en bijstandsgerechtigden. In deze brief ga ik verder alleen in op de uitvoeringstechnische consequenties van het doorvoeren van wijzigingen in de Tozo en het oordeel van VNG en Divosa hierover. Afgelopen week heb ik met bestuurlijke vertegenwoordigers van VNG en Divosa gesproken en zij onderschrijven onderstaande weergave.

Uitvoeringstechnische consequenties wijzigingen in de Tozo

VNG en Divosa achten het doorvoeren van wijzigingen gedurende de looptijd van de Tozo uitvoeringstechnisch onwenselijk. Dat geldt ook voor het uitzetten van de partnerinkomenstoets gedurende de looptijd van Tozo 3. VNG en Divosa hebben aangegeven dat de voorwaarden van de Tozo ten minste één maand1 voor de start van de regeling helder moeten zijn voor gemeenten en dat wijzigingen in de voorwaarden van een regeling tijdens de looptijd onvermijdelijk tot uitvoeringsproblemen leiden.

VNG en Divosa merken op dat het opnieuw wijzigen van het huidige beleid leidt tot onduidelijkheid en onzekerheid bij zowel ondernemers als gemeenten. Zij zijn vooral gebaat bij consequent en voorspelbaar beleid.

1 Deze termijn betreft reeds een uitzonderlijke afwijking van het normale regime.

kst-35542-F ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

Elke extra wijziging ten opzichte van de huidige regeling zet de gemeentelijke uitvoering verder onder druk. Deze druk is momenteel al groot. Gemeenten zijn namelijk onder andere bezig met het herstellen van Tozo 1 uitkeringen, het vaststellen van Tozo 2 uitkeringen, de steekproefsgewijze controle op en het terugvorderen van Tozo 1 en 2 uitkeringen, het voorbereiden van de financiële verantwoording voor 2020, het behandelen van Tozo 3 aanvragen en het voorbereiden op ondersteuning bij heroriëntatie en schuldenproblematiek. De druk op andere gemeentelijke domeinen (zoals de reguliere bijstandsverlening, armoede-aanpak en schuldhulpverlening) neemt bovendien toe. Dit alles nog los van de uitvoerings-opgave die gemeenten er in 2021 bij krijgen op aanpalende terreinen.

Gevolgen uitzetten of aanpassen partnerinkomenstoets

In het debat heeft uw Kamer aandacht gevraagd voor het uitzetten of aanpassen van de partnerinkomenstoets. Daarom ga ik hier specifiek op in. De uitvoeringsconsequenties van wijzigingen verschillen per gemeente, omdat gemeenten eigen uitvoeringsprocessen hebben. Onderstaande gevolgen vormen daarmee een algemeen beeld van de uitvoeringsconsequenties die gemeenten ondervinden bij het uitzetten of aanpassen van de partnerinkomenstoets. Een groot deel van deze gevolgen zal ook bij andere wijzigingen optreden, zoals het aanpassen van de inkomensgrenzen in de Tozo.

De aanvraagprocedure voor de Tozo 3 staat al sinds 1 oktober 2020 open. Ondertussen hebben gemeenten naar schatting al ongeveer 60.000 aanvragen Tozo 3 binnen. Veel ondernemers hebben inmiddels al beschikkingen gekregen met een uitkeringsbedrag dat is gebaseerd op het door de ondernemer opgegeven netto huishoudinkomen van de komende maanden. Wanneer de partnerinkomenstoets vanaf een datum in de toekomst uitgezet of aangepast zou worden, heeft dat de onderstaande gevolgen voor de gemeentelijke uitvoering:

  • 1. 
    Alle afgegeven beschikkingen Tozo 3 van ondernemers met een verdienende partner moeten worden herzien, omdat het uitkeringsbedrag waar de ondernemer recht op heeft (en dat is opgenomen in de beschikkingen) verhoogd moet worden.
  • 2. 
    Gemeenten moeten hun aanvraagformulieren Tozo 3 offline halen, omdat zij ICT-systemen, uitvoeringsprocessen, aanvraagformulieren, brieven en beschikkingen en communicatie via gemeentelijke websites moeten aanpassen. Nieuwe aanvragen moeten namelijk onder gewijzigde voorwaarden worden ingenomen. Deze aanpassingen kosten tenminste enkele weken tijd. Gedurende deze periode kunnen ondernemers geen aanvraag indienen.
  • 3. 
    Hoe complexer de gewenste aanpassing, hoe meer tijd dit kost. Het doorvoeren van wijzigingen met terugwerkende kracht heeft bijvoorbeeld nog grotere uitvoeringsgevolgen dan het doorvoeren van wijzigingen vanaf een moment in de toekomst. In dat geval moeten niet alleen beschikkingen worden herzien, maar moet ook worden nabetaald. Indien gekozen wordt om een deel van het partnerinkomen vrij te laten (bijvoorbeeld tot 1,5 keer modaal, conform motie Kox (35 542, E)) vergt dat ingrijpende aanpassingen van ICT-systemen of een arbeidsintensieve handmatige uitvoering van gemeenten.
  • 4. 
    Een aanzienlijke hoeveelheid ondernemers komt door het uitzetten van de partnerinkomenstoets alsnog in aanmerking voor de Tozo. Deze toename noodzaakt tot inzet van extra medewerkers. Gekwalificeerd personeel is volgens VNG en Divosa zeer schaars. Het uitzetten van de partnerinkomenstoets gaat volgens VNG en Divosa ten koste van de gemeentelijke inzet op reguliere werkzaamheden én de ondersteuning van zelfstandigen bij heroriëntatie. Het kabinet heeft gemeenten juist opgeroepen om deze ondersteuning uiterlijk vanaf 1 januari 2021 te bieden.

Verschil uitvoerbaarheid Tozo 1 en Tozo 3

Uw Kamer heeft de vraag gesteld waarom de partnerinkomenstoets bij de Tozo 1 niet uitvoerbaar zou zijn en bij de Tozo 3 wel. De Tozo 1 is in maart onder hoge tijdsdruk tot stand gekomen om heel snel een inkomensvoorziening te creëren voor zelfstandig ondernemers in acute financiële nood. Daarom heeft het kabinet in maart de keuze gemaakt om niet alleen het levensvatbaarheidsonderzoek, de kostendelersnorm en de vermogenstoets uit te schakelen voor de Tozo, maar ook de partnerinkomenstoets. Deze keuzes zijn gemaakt met als doel om een zeer snel uitvoerbare regeling te creëren. Het was in die acute situatie nog niet goed te overzien of de partnerinkomenstoets uitvoerbaar zou zijn voor gemeenten. Omdat het kabinet ervan verzekerd wilde zijn dat de Tozo op korte termijn uitvoerbaar zou zijn, is deze toets niet in de Tozo opgenomen. Overigens heeft de regering bij de publicatie van de Tozo reeds aangegeven dat bij de verlenging (Tozo 2) mogelijk stringentere voorwaarden, zoals een partnerinkomenstoets, ingevoerd zouden kunnen worden, mits uitvoerbaar.

De Tozo 2 is in nauwe afstemming met VNG, Divosa en een groep betrokken gemeenten ontwikkeld. De uitvoerbaarheid van de Tozo is daarbij altijd een belangrijk uitgangspunt geweest. Destijds hebben VNG, Divosa en gemeenten aangegeven dat het invoeren van de partnerinkomenstoets op basis van de verklaring van de aanvrager over de hoogte van het partnerinkomen uitvoerbaar is voor gemeenten. Gemeenten zijn ondertussen gewend aan het uitvoeren van de partnerinkomenstoets. De huidige vorm van de partnerinkomenstoets is uitvoerbaar voor gemeenten. Zoals eerder vermeld ontstaan de uitvoeringsproblemen juist zodra gedurende de looptijd van Tozo 3 de voorwaarden aangepast zouden moeten worden.

Tot slot

Ik hoop u middels deze brief inzicht te hebben gegeven in de complexiteit waar wijzigingen in de Tozo, en specifiek het uitzetten van de partnerinkomenstoets, toe leiden in de gemeentelijke uitvoering van 355 afzonderlijke gemeenten.

Zoals u weet, hecht ik veel belang aan de uitvoerbaarheid van de Tozo. Gemeenten leveren een prestatie van formaat om de Tozo uit te voeren en om ondernemers in nood te ondersteunen en daar ben ik hen zeer erkentelijk voor. Ik vind het belangrijk dat gemeenten in staat blijven om de Tozo uit te voeren, zodat ondernemers die een huishoudinkomen hebben onder het sociaal minimum snel kunnen worden voorzien van inkomensondersteuning.

Tegelijkertijd besef ik dat er ondernemers zijn wier partner een inkomen net boven het sociaal minimum hebben en die te maken hebben met hoge vaste lasten. Daarom vind ik het belangrijk dat gemeenten zelfstandigen in nood blijven ondersteunen. Dat kan via ondersteuning bij heroriëntatie en/of omscholing, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

  • B. 
    van 't Wout

Eerste Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 542, F 3


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.