Amendement Kuzu over het opleggen van boetes door het college i.p.v. de minister - Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 25 toegevoegd aan wetsvoorstel 35483 - Wet inburgering 2021 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..); Amendement; Amendement van het lid Kuzu over het opleggen van boetes door het college i.p.v. de minister |
---|---|
Documentdatum | 29-06-2020 |
Publicatiedatum | 29-06-2020 |
Nummer | KST3548325 |
Kenmerk | 35483, nr. 25 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
35 483 |
Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20.) |
Nr. 25 |
AMENDEMENT VAN HET LID KUZU Ontvangen 29 juni 2020 De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: I |
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
II Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
III In artikel 26, derde lid, wordt «artikel 23» vervangen door «de artikelen 22, 23, 24 en 25». Toelichting Dit amendement regelt dat niet op rijksniveau maar door de gemeente wordt beoordeeld welke boete moet worden opgelegd als een inburge-ringsplichtige niet tijdig het participatieverklaringstraject en de module |
kst-35483-25 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 483, nr. 25 1 |
Arbeidsmarkt en Participatie heeft afgerond. Ditzelfde geldt voor de boete wegens niet tijdig afronden van de leerroute. De gemeente krijgt in het wetsvoorstel de regie over de inburgering. De gemeente is ook beter op de hoogte van de individuele omstandigheden van de inburgeraar, van de lokale omstandigheden en van het werk van de cursusinstelling dan de DUO in Groningen. Het amendement vermindert de noodzaak tot uitwisseling van informatie tussen verschillende overheidsinstanties en daarmee ook de bestuurlijke lasten. Dat volgens het voorstel de in de artikelen 22 en 23 geregelde boetes worden opgelegd door het college, en de boetes geregeld in de artikelen 24 en 25 door de Minister, geeft blijk van een ongegrond gebrek aan vertrouwen in de manier waarop het college de regierol bij de inburgering zal vervullen. Het amendement regelt tot slot dat de gemeentelijke verordening ook betrekking heeft op de omstandigheden waaronder de boetes, bedoeld in de artikelen 22, 24 en 25, worden opgelegd.
Kuzu
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 483, nr. 25